What the HACK?!

What the HACK?!

What the HACK?!

Inleiding

Kinderen en jongeren hebben veel meer toegang tot nieuws en de actualiteit dan vroeger. Door het dynamische karakter van de huidige media bereikt het nieuws ons vele malen sneller dan een aantal jaren geleden. Mede door de opkomst van sociale media wordt nieuws en actualiteit snel verspreid.

 

Waar vroeger de media geschreven werd door professionals die opgeleid waren om nieuws over te brengen, ervaren we nu dat iedereen media of mediacontent kan maken en verspreiden. Waardoor de kwaliteit (inhoud) als de kwantiteit (hoeveelheid) flink veranderd is. Je kunt aan deze ontwikkeling positieve kanten ontdekken, maar ook negatieve.

 

Het is van groot belang dat de ontvangers van dit nieuws en deze actualiteiten weten hoe ze deze informatie moeten lezen en gebruiken. Vooral omdat niet alle platforms waarop dit wordt gedeeld als missie hebben om nieuws zo objectief en eerlijk mogelijk te verspreiden. Het is bekend dat verschillende platforms van sociale media (You tube, snapchat, instagram, tiktok) gebruik maken van algoritmes die als doel hebben de kijker zo lang mogelijk te boeien en vast te houden.

 

Door de werkwijze met deze algoritmes kan polarisatie ontstaan. Door die algoritmes, die kiezen wat jij krijgt te zien, en de filterbubbels krijgt de ontvanger een eenzijdig beeld. Soms is de ontvanger zich hiervan bewust, maar in vele gevallen ook niet. Een kritische houding is dus van groot belang. Je afvragen wat je nu ziet of leest, wat dat zou kunnen betekenen voor jou en hoe deze informatie jouw wereldbeeld beïnvloed. En hoe jij jouw visie op de wereld weer deelt met de wereld, in de vorm van comments of likes, vloeit daaruit voort.

 

Naar aanleiding van deze ontwikkelingen is deze Wikiwijs over de omgang met desinformatie ontworpen. Er is een poster en verschillende lesideeën. Deze zijn ontworpen met als doel om leerlingen in het basisonderwijs stil te laten staan bij nieuwsberichten (jeugdjournaal, Youtube, verschillende sociale media of wat er in de groep leeft) en dat ze handvatten krijgen hoe ze op een bewuste en kritische wijze kunnen kijken naar het nieuws.

 

De materialen

  • Poster
  • introductieles poster
  • Gespreksvormen
  • Voorbeeld opbouw gesprek/ aanpak

Poster

Hieronder is de poster opgenomen als .jpg bestand.

De titel is What the HACK. Deze is opgebouwd uit de verschillende letters H, A, C, K die staan voor Herkennen van vooroordelen en aannames, Argumenten voor en tegen, Check en vraag en Kijk terug. Deze stappen zijn voortgekomen uit de literatuur over het ontwikkelen van een kritische houding bij leerlingen.

Het is van groot belang om kennis, vaardigheden en vooral een houding te ontwikkelen bij leerlingen waarmee ze zich staande kunnen houden in de huidige en de toekomstige maatschappij.

 

De 4 stappen op de poster worden aan de klas/ groep geïntroduceerd aan de hand van een presentatie met werkvormen. Deze werkvormen zijn voornamelijk bedoeld om kennis te maken met de verschillende onderdelen op de poster, maar dragen ook bij aan groepsvorming.

 

De pauzeknop is bedoeld om even tijd te nemen en stil te staan bij een onderwerp. Veel reacties op (online) nieuwsberichten zijn een primaire reactie. Als deze even op pauze gaat en de verschillende stappen worden doorlopen, zullen leerlingen ook leren om een gepaste reactie te geven of deze zelfs achterwege te laten. Je kunt ook bespreken dat je niet op alles en iedereen hoeft te reageren.

Introductieles Poster

Instructieles kritisch denken

Hieronder is een stappenplan van de introductieles opgenomen. Per dia is er beschreven wat je als leerkracht doet en wat je bespreekbaar kunt maken. Je kunt deze presentatie in één keer doorlopen met de groep. Maar het kan ook opgedeeld worden in kleine stukjes. Het advies is dan om per letter van de poster te werken. Dan zou het als volgt eruit zien:

Les 1: dia 1-5

Les 2: dia 6-7

Les 3: dia 8-9

Les 4: dia 10-11 (met de eerste keer een groepsgesprek over een onderwerp gekoppeld aan de individuele stappen)

 

Startdia

Dia 2

Kort bespreken poster. Bekijk de verschillende elementen. Leg de nadruk op de pauzeknop en de startknop.

Dia 3

Bespreek het doel van deze instructieles.

Dia 4

Bekijk de afbeelding, bespreek wat vooroordelen zijn. Geef voorbeelden. Bespreek daarna wat aannames zijn en hoe je deze kunt herkennen. Geef voorbeelden of laat ze geven.

Dia 5

We gaan een coöperatieve werkvorm doen. De leerlingen krijgen kaartjes/ strookjes en schrijven een mening, feit en een vooroordeel op over een onderwerp, bijvoorbeeld over voetbal of school.

Als dit te lastig is, dan vooraf stroken maken met meningen, feiten en vooroordelen.

Daarna worden er van de kaartjes proppen gemaakt en in de het midden gegooid. Daarna in duo’s propje pakken en in de juiste emmer deponeren. Bespreek enkele na.

Dia 6

Wijzen op de afbeelding, de tweede letter. Zorg ervoor dat besproken wordt wat  argumenteren is. Wanneer doe je dat? Pas jij het ook al toe? Wellicht kunnen een aantal leerlingen een mening geven en deze onderbouwen met een argument.

Bespreek ook dat argumenteren samen gaat met het hebben van een bepaald perspectief. Het is maar hoe je iets bekijkt.

Dia 7

De emmer met meningen (vorige activiteit) wordt erbij gepakt. Ieder duo krijgt een kaartje met een mening.

Bedenk 1 argument voor en 1 argument tegen deze mening. Je hoeft het er niet mee eens te zijn! Even de tijd geven om te bespreken en een aantal centraal bespreken.

Dia 8

Dan de aandacht vestigen op de derde letter. Check en Vraag. Bespreek de inhoud van de afbeelding. Leg de nadruk op vlindervragen en molvragen.

Centraal even een vraaggesprek met een leerling voordoen waarbij vlindervragen (van de hak op de tak) en molvragen (echt verdiepen in een onderwerp) worden voorgedaan.

Dia 9

Zet een Wandel-Wissel-Uit werkvorm op. Dit is een coöperatieve werkvorm waarbij de leerlingen wandelen en op een teken twee- of drietallen vormen. Ze gaan dan het gesprek met elkaar aan. Bevraag elkaar over je hobby, lukt het je om molvragen te stellen?

Eventueel nog 1 of 2 keer herhalen om ervoor te zorgen dat de leerlingen meerdere keren oefenen.

Dia 10

De vierde letter is bedoeld om terug te kijken. Bekijk de afbeelding en bespreek met elkaar het verschil tussen feedback en reflecteren.

Dia 11

We gaan een oefening doen. Zet 8 leerlingen in een binnenkring en laat ze een gesprek aangaan over een actueel onderwerp naar aanleiding van een online bericht op Jeugdjournaal.nl of een andere bron. De rest van de groep luistert en kijkt of ze de verschillende stappen van de poster terugzien.

  1. De leerkracht laat het nieuwsbericht zien.
  2. Er worden ervaringen gedeeld.
  3. Druk even de pauzeknop in!
  4. Loop de verschillende stappen langs in het gesprek met elkaar.
  5. Na het terugkijken,
    stel jezelf de vraag:

         “Moet ik reageren?” en zo ja:

        “Hoe ga ik reageren?”

  1. Druk de startknop weer in.

 

Gespreksvormen

Om met leerlingen nieuwsberichten te bespreken en feit en fictie van elkaar te onderscheiden kun je de volgende lesopzet gebruiken. Bij die lesopzet kun je de kinderen op verschillende manieren het gesprek met elkaar aan laten gaan. Verderop in dit arrangement staan de verschillende gespreksvormen uitgelegd. De poster kan als ondersteuning dienen.

 

Dialoog

Dialoog

Wat is een dialoog?

Een dialoog is een gesprek tussen 2 of meer mensen en/ of partijen. Het is van belang dat er evenwicht is, iedereen moet (evenredig) de kans krijgen om standpunten of gevoelens naar voren te brengen. Het doel is om via luisteren, interesse tonen en de tijd nemen van elkaar te leren en elkaar te begrijpen. Vaardigheden als luisteren, samenvatten en doorvragen staan centraal.

 

Wanneer zet je dit in (i.c.m. HACK?!)

Bij een dialoog is het van belang om te luisteren naar anderen en jezelf te verplaatsen in het perspectief van de ander. Deze vorm kan ingezet worden bij het herkennen van vooroordelen en aannames, bij de check en vraag en het nemen van een bepaald standpunt of perspectief. Maar ook kan je in een dialoog een online nieuwsbericht bespreken waarbij de onderdelen van HACK allen behandeld worden.

 

Rol leerkracht

De leerkracht is gesprekspartner.

Voor jezelf vaststellen wat een open dialoog is en wat voor jou wenselijk is (lkr).

Leerlingen zijn nog volop bezig met het ontwikkelen van hun eigen visie en meningen op de wereld om hen heen. Wees je bewust van het feit dat ze hun mening baseren op rolmodellen uit hun omgeving. Wijs als gesprekspartner erop dat leerlingen misschien nog niet precies weten hoe ze ergens over denken en dat het prima is. Probeer ook meningen en ideeën in beeld te brengen door voorbeelden uit de belevingswereld van het kind te gebruiken.

 

Vooraf

Zorg dat de leerlingen weten wat een dialoog is en welke vaardigheden daarbij horen.

Vertel aan je leerlingen dat de dialoog een aparte manier van met elkaar praten is:

  • Je hoeft elkaar niet te overtuigen van je eigen mening.
  • Stel open vragen vanuit oprechte nieuwsgierigheid.
  • Spreek vanuit je eigen perspectief en ervaringen.
  • Luisteren, samenvatten en doorvragen zijn belangrijke vaardigheden.

 

Aanbevelingen

  • Zorg voor een veilige sfeer.
  • Richt het lokaal zo in dat er ruimte is voor een gelijkwaardig dialoog.
  • Spreek spelregels af en maak deze zichtbaar zoals

- laat de ander in zijn waarde

- laat elkaar uitspreken

- als je wilt reageren, vat dan eerst samen wat je gehoord hebt.

etc.

  • Denk na over de grootte van de groep(jes) en de mate van differentiatie.

Je kunt kiezen voor een klassikale dialoog. Ook is deze vorm te gebruiken in kleine groepjes en dan kun je gebruikmaken van de kanjerkring “wat vind je hiervan?”.

 

Verdieping

https://slo.nl/publish/pages/4369/dialoog-als-burgerschapsintrument-po.pdf

 

Debat

Wat is een debat?

Een debat is een gespreksvorm waarin verschillende standpunten uiteen worden gezet. Het gaat vooral om het bedenken van argumenten die jouw mening ondersteunen. In een debat kan het voorkomen dat je ingedeeld wordt bij een mening die je niet deelt, in dat geval probeer je jezelf te verplaatsen in het perspectief van een ander. Als de standpunten minder belangrijk zijn heet het debat een overleg of een beraad. In al deze gespreksvormen gaat het om perspectief. Afspraken, (spel) regels en gedragsnormen zijn in deze gespreksvorm van groot belang.

 

Wanneer zet je deze vorm in? (i.c.m. HACK?!)

Bij een debat gaat het vooral om argumenteren en reageren op argumenten van een ander. In zekere mate kan er gevraagd en doorgevraagd worden. Daardoor past het bij het geven van Argumenten voor en tegen of bij Check en vraag. Maar ook kan je in een debat een online nieuwsbericht bespreken waarbij de onderdelen van HACK allen behandeld worden.

 

Rol leerkracht

De leerkracht is gespreksleider en géén deelnemer. Het is van belang overzicht te houden en leerlingen aan te spreken op gedragsnormen en (spel)regels.

 

Vooraf

Het is van belang om te zorgen voor een veilig klimaat. Een debat kan veiliger aanvoelen omdat de leerling een mening toebedeeld krijgt. Een veilig klimaat creëer je door het maken van werkafspraken die de veiligheid van de leerlingen, studenten én docenten garanderen. Duidelijke regels zorgen ervoor dat elke deelnemer gelijk is en de ruimte krijgt. In een debat is één van de belangrijkste regels bijvoorbeeld: je praat niet door de ander heen, en begint pas te spreken wanneer jij de beurt van de debatleider krijgt. Stel zo voor jezelf en jouw groep de spelregels op. Zijn jouw leerlingen wat terughoudend, dan kun je voor het debat deze energizer doen.

 

Opzet debat

Er zijn verschillende vormen van debat. Voor het primair onderwijs kun je de vorm van het lagerhuis debat gebruiken. In deze bijlage staat een vorm uitgewerkt die gevolgd kan worden. tijd +/- 15 minuten.

Het Jeugdjournaal heeft ook een stappenplan uitgewerkt: link

 

Groepsindeling

Voor deze gespreksvorm is het aan te raden om een klassikale vorm te kiezen.

 

Verdieping

https://schooldebatteren.nl/lesmateriaal/

 

Discussie

Discussie

Wat is een discussie?

Een discussie is een gespreksvorm waarbij een gedachtewisseling plaats vindt over een meningsverschil. Het is bij deze vorm van belang regels en afspraken op te stellen, dat voorkomt dat het gesprek positief en constructief blijft en niet uitmondt in een ruzie. De vaardigheden luisteren naar een ander en respect hebben voor de mening van een ander staan voorop.

 

Wanneer zet je deze vorm in? (i.c.m. HACK?!)

Binnen de HACK kan je de discussie inzetten bij het Herkennen van aannames en vooroordelen, Argumenteren voor & tegen en bij de Check en vraag. Doordat bij een discussie het uitwisselen van gedachten centraal staat past het ook goed bij het onderdeel Kijk terug. Het is goed om met elkaar uit te wisselen waar over gepraat is. Maar ook kan je in een discussie een online nieuwsbericht bespreken waarbij de onderdelen van HACK allen behandeld worden.

 

Rol leerkracht

De leerkracht is een gespreksleider die de leerlingen wijst op verschillende gesprekstechnieken. Ook houdt de leerkracht de regels en afspraken in de gaten. Voorbeelden van spelregels zijn:

  • Laat elkaar uitpraten
  • Gebruik de ik-boodschap. Zeg: ‘Ik vind….’
  • Geef voorbeelden bij je argumenten. Zeg: Ik vind…….omdat….’
  • Wees eerlijk
  • Probeer ieders mening te begrijpen
  • Voorkom vriendjespolitiek
  • Let op je lichaamstaal en stemgebruik

Je kunt elke les een spelregel centraal stellen, en deze op het einde van de les evalueren. Op deze manier leer je de spelregels diepgaand en duurzaam aan.

Vooraf

  • Spreek de betekenis van de woorden stelling, feit, mening en argument goed door met de leerlingen.
  • Oefen regelmatig het bepalen van de hoofdgedachte van een tekst.
  • Leer leerlingen om voorbeelden te geven bij hun argumenten.
  • Geef leerlingen voldoende denktijd om hun mening te formuleren, start hierna pas met de werkelijke discussie.

Opzet van een discussie
Opzetfase
In de opzetfase wordt het thema gepresenteerd. Bestaande kennis wordt geactiveerd. Leerlingen leren nieuwe woorden, die hen in een latere fase van de les kunnen helpen om nuances aan te brengen in de discussie.

Beeldvormingsfase

In de beeldvormingsfase wordt nieuwe feitenkennis aangedragen die aansluit bij bestaande kennis over het betreffende onderwerp. Dit is een belangrijke fase omdat leerlingen eerst kennis nodig hebben waarover ze een mening vormen.

Meningsvormende fase

In de meningsvormende fase worden de leerlingen gestimuleerd om voorzichtig een mening te vormen en deze uit te wisselen.

Verdiepingsfase

In deze fase discussiëren de leerlingen met elkaar en leren zij onder andere om de ‘ik-boodschap’ te gebruiken en voorbeelden te geven bij hun argumenten.

Evaluatiefase

In de evaluatiefase leren de leerlingen zichzelf en elkaar feedback te geven, bijvoorbeeld door het geven van tips en tops.

Aanbevelingen

  • Oefen het reageren op stellingen met behulp van de werkvorm Sta op. De leerlingen moeten gaan staan als een stelling op hen van toepassing is.
  • Bereid subvragen voor die je kunt stellen wanneer een discussie stilvalt.
  • Besteed veel aandacht aan procesgerichte feedback. ‘Ik zie… Mag ik je een tip geven?’. Eventueel kun je tijdens de discussie een time-out inlassen voor het geven van tips en tops.
  • Bespreek op het einde van de les van wie de mening gaandeweg de discussie veranderd is.
  • Zorg ervoor dat iedereen het woord krijgt. Dit kan bijvoorbeeld door met een voorzitter en tijdbewaker te werken.

 

Groepsindeling

Je kunt kiezen voor een klassikale discussie. Ook is deze vorm te gebruiken in kleine groepjes..


 

Verdieping

https://www.leraar24.nl/69554/discussieren-kun-je-leren/

 

Filosoferen

Filosofisch gesprek

Wat is een filosofisch gesprek?

Een filosofisch gesprek ontstaat uit een filosofische vraag. Dat is een vraag waar niet direct een antwoord op gevonden hoeft te worden. Het is van belang de ruimte te geven voor het uiten van een mening maar daarnaast mag een mening ook kritisch bevraagd worden.

 

Wanneer zet je deze vorm in? (i.c.m. HACK?!)

Bij een filosofisch gesprek gaat het om meningen en (kritisch) bevragen van elkaar. Dit past bij de onderdelen Herkennen van vooroordelen en aannames, Argumenteren voor en tegen maar ook bij Check en vraag. Het terugKijken en reflecteren op wat gedeeld en gezegd is kan bij de afsluiting van een filosofisch gesprek passen, maar hoeft geen vast onderdeel te zijn. Maar ook kan je in een Kanjerkring een online nieuwsbericht bespreken waarbij de onderdelen van HACK allen behandeld worden.

 

Rol leerkracht

De leerkracht is begeleider van het gesprek, stimuleert het vrije denken van de leerlingen en daagt de leerlingen uit om een open, nieuwsgierige en niet-wetende houding aan te nemen. Het is van belang om we te blijven bij het vragen naar feiten, goed of fout benoemen of het geven van de eigen mening.

 

Vooraf

Het is van belang om als begeleider van het gesprek te verdiepen in het filosofisch gesprek en het stellen van vragen die daarbij horen.

Hier staan wat kaartjes die gebruikt kunnen worden van Filosovaardig.

Ook is het van groot belang om te zorgen dat de sfeer veilig is om met elkaar in een filosofisch gesprek te gaan. Ook is het vooraf slim om met elkaar spelregels af te spreken.

 

Opzet van een filosofisch gesprek
Een filosofisch gesprek kan over alles gaan en begint altijd met een open vraag waar geen duidelijk antwoord op is. Leerlingen reageren op de stelling maar ook op reacties van elkaar.

Groepsindeling

Een filosofisch gesprek kan gevoerd worden in een klassikale setting, in duo’s of in kleine groepjes.

 

Verdieping

https://www.leraar24.nl/50283/filosoferen-met-kinderen-een-open-en-veilig-gesprek/

 

Binnen/buiten kring

Kringgesprek dmv binnen/ buitenkring

Wat is een binnen/ buitenkring?

In deze vorm zet je de leerlingen in een kring tegenover elkaar. De kring is dus een binnenkring en een buitenkring. Tijdens deze werkvorm is het van belang dat leerlingen in duo's met elkaar in gesprek gaan over een centraal onderwerp.

 

Wanneer zet je deze vorm in? (i.c.m. HACK?!)

De binnen/ buitenkring is in alle onderdelen van de HACK in te zetten. Maar ook kan je in een Kanjerkring een online nieuwsbericht bespreken waarbij de onderdelen van HACK allen behandeld worden.

 

Rol leerkracht

De leerkracht vervult een coachende rol. Tijdens de gesprekken van de leerlingen observeert de leerkracht. Waar nodig begeleidt, coacht en leidt de leerkracht de leerlingen naar een goed gesprek. Dit kan een dialoog of een discussie zijn.

 

Vooraf

Zorg ervoor dat de leerlingen op de hoogte zijn van gespreksregels of afspraken. Maak met elkaar afspraken over hoe met elkaar gesproken wordt en wat de invloed is van non-verbale communicatie. Zorg er ook voor dat er een tijdslimiet wordt afgesproken.

 

Opzet van een binnen/ buitenkring
De kring begint centraal met een stelling/ vraag. Daarna gaan de leerlingen met elkaar in gesprek. Na het verstrijken van de afgesproken tijd, is er ruimte voor reflectie. Na elk gesprek kun je aan de persoon vragen wat er besproken is, maar ook vragen aan iemand wat het belangrijkste/ mooiste/ sterkste is dat de gesprekspartner heeft gedeeld. Deze variant kun je een aantal keer achter elkaar doen als je per ronde de leerlingen laat doorschuiven.

Aanbevelingen

Zorg voor een veilige sfeer. Maak afspraken of spelregels over het werken in de kring.

 

Groepsindeling

De leerlingen zitten in een dubbele kring, een binnen/buitenkring, met de gezichten naar elkaar toe. Het gesprek kan plaatsvinden in een duo, maar is ook uit te breiden naar een viertal.

 

 

Voorbeeld aanpak

De opbouw van een gesprek:

  1. De leerkracht (of de leerling) laat het nieuwsbericht zien.
  2. Er worden ervaringen gedeeld.
    Ook door de leerkracht (model)
  3. Druk even de pauzeknop in!
  4. Loop de verschillende stappen langs in het gesprek met elkaar.
    Dit kan een dialoog/ discussie/ debat/ filosofisch gesprek of een kring zijn.
  5. Na het terugkijken, stel jezelf de vraag:
    “Moet ik reageren?” en zo ja: “Hoe ga ik reageren?”
  6. Druk de startknop weer in.

 

Het is van groot belang dat de onderwerpen actueel zijn en aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen. Als je in gesprek wilt (op inhoud) is het belangrijk dat de leerlingen voldoende (voor)kennis hebben en het in een bepaalde context kunnen plaatsen.

 

  • Het arrangement What the HACK?! is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Maaike Wester
    Laatst gewijzigd
    2025-04-02 10:14:56
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    SKO Westfriesland, 2025

    Betreft een Masterthesis onderzoek voor de Master Onderwijs en Technologie. 

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Lesmateriaal om met een groep/ klas aan de slag te gaan met misinformatie en desinformatie op internet. Aan de hand van een poster met stappenplan en gesprekken met elkaar leren de leerlingen hoe ze op een goede, kritische manier kunnen kijken naar informatie.
    Leerniveau
    PO groep 8; PO groep 7; PO groep 6;
    Leerinhoud en doelen
    Computervaardigheden/ICT;
    Eindgebruiker
    leraar
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    desinformatie, gesprekken, kritisch denken, mediawijsheid, misinformatie, poster, stappenplan
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.