Water Klas 1, Het lyceum

Water Klas 1, Het lyceum

De les van vandaag

Welkom allemaal bij een bijzondere les. Vandaag gaan we het wat anders aanpakken. Jullie hebben de afgelopen week een toets week gehad, dus het is tijd voor een nieuw hoofdstuk. Het nieuwe hoofdstuk zal vandaag worden geintroduceerd en jullie voorkennis zal getest worden.

 

Waarom moeten jullie eigenlijk leren over water?

Water. Je drinkt het, je doucht ermee, we maken er voedsel mee, ect. Water is dus heel erg belangrijk voor het alledaagse leven. Het is dus belangrijk om te weten hoe we nou met water moeten omgaan, waar ons water vandaan komt en hoeveel we er nog van hebben.

 

 

Lesdoelen

De lesdoelen van vandaag:

- De leerling herkent de 'lange- en korte waterkringloop'.

- De leerling weet wat het verschil is tussen het lange en korte waterkringloop.

- De leerling leert over de verschillende stroomgebieden van een rivier.

- De leerling weet wat een stroomgebied en stroomsnelheid inhoudt.

- De leerling kan de verschillende termen die aanbod komen uitleggen.

 

Voorbereiding

Wat: Je gaat elke kopje stuk voor stuk langs. Je leest de tekst of als er een andere optie is onder het kopje mag je ook daarvoor kiezen.

Waarom: Door het hoofdstuk in grote lijnen door te nemen kan je zien wat er dit blok te verwachten is. Het kan zijn dat het een moeilijk onderwerp voor je is en dat is helemaal niet erg. Maar dan weet je in ieder geval wel dat je tijdens de komende lessen extra moet opletten en vragen stellen als dat nodig is. Door ook een aantal belangrijke begrippen door te nemen zal je de stof in de latere lessen ook beter begrijpen.

Hoe: Alle het uitleg staat onder de kopjes. Onder sommige kopjes vindt je bijvoorbeeld een kleine test die je dan moet maken. Onder een ander kopje kan je er zelf voor kiezen om de stof gewoon te lezen, een video over de stof te bekijken of allebei.

Hulp: Als je een opdracht niet snapt of je komt er niet uit, dan mag je het rustig even vragen aan je buurman of buurvrouw. Kom je er dan nog niet uit steek dan netjes in stilte je hand op. Meneer Inci of Meneer van Heumen zal je dan komen helpen. 

Tijd: Je hebt tot aan het einde van de les om dit helemaal af te ronden. Je moet in ieder geval 10 minuten voor tijd de laatste eindtoets maken, want dat is belangrijk voor jullie en voor de leraren. Het is niet erg als niet alles hebt kunnen doen, maar maak wel de laatste eindtoets.

Uitkomst: De uitkomst helpt je bij de ontwikkeling van je studie. Je hebt nu een beter begrip over de stof, wat de toets makkelijker maakt (uiteindelijk). Je leert ook meer inzicht te krijgen over de water in het algemeen en hoe belangrijk het nou eigenlijk is.

Klaar: Top! Je bent helemaal klaar, heel goed gedaan. Sluit de laptop rustig af en klap het dicht. Je hoeft de laptop niet meteen weg te zetten, anders kan je je mede klasgenoten afleiden. De laptops zetten we netjes terug in de kar, wanneer de bel is gegaan. Je mag nu zelf kiezen wat je doet aan je school, zolang het schoolwerk is.

 

Kleine leuke test

De waterkringloop

De waterkringloop bestaat uit 2 delen. De korte- en de lange waterkringloop. Jullie krijgen nu uitleg over beide.

Hoe wil je het doen: Er staan kopjes waar de korte- en lange waterkringloop wordt uitgelegd in tekst vorm. Onder het kopje video leg ik de korte- en lange waterkringloop uit in een korte video.

Je mag nu zelf kiezen hoe je het wilt leren. Je mag de tekst lezen, de video bekijken of beide mag ook natuurlijk.

 

De korte waterkringloop.

Water. Het is overal te vinden. Het meeste bevindt zich in oceanen en zeeen. Het water wat zich aan het oppervlakte bevindt noemen we oppervlaktewater. Bijna driekwart van onze aardoppervlak wordt bedekt door oppervlaktewater.

Door de zon die hitte uitstraalt wordt ons het oceaanwater aangepast en neemt het een andere vorm in. Wanneer het warm genoeg is zal het water veranderen in waterdamp en stijgt het op. Dat proces noemen we verdamping. Het verdampte water zal blijven opstijgen en hoe verder je omhoog gaat hoe kouder het wordt. Het waterdamp zal op een gegeven condenseren, omdat het te koud wordt. Wanneer het koud genoeg is zal er condensatie (water in gas vorm worden weer druppels) plaatsvinden en dan worden er wolken gevormd. Natuurlijk komen er niet meteen wolken, want alle kleine waterdruppels moeten zich verzamelen en een grotere geheel worden. Wanneer de waterdruppels groot en zwaar genoeg zijn zullen ze naar beneden vallen. Dan krijg je dus regen. Dit proces vindt zich voor op zee.

Dit hele proces op zee noem je dus de korte waterkringloop.

 

 

De lange waterkringloop.

Natuurlijk valt er ook regen op het aardoppervlak, maar dat water gaat via verschillende routes weer terug naar zee. Een deel van het neerslag dat op het aardoppervlak is gebleven verdampt uiteindelijk. Terwijl een andere deel van de regen in een rivier is gekomen. Die rivier neemt dat regenwater weer terug naar zee.

Water dat het aardoppervlak heeft bereikt kan natuurlijk ook zakken in de grond. Al die kleine druppels die de grond in zijn gezakt maken nu deel uit van het grondwater. Dat proces wordt ook wel infiltratie genoemd. Dat grondwater blijft wel in beweging en stroom naar een lager gelegen gebied. Zo kan het weer in zee uitkomen. Het grondwater kan natuurlijk ook weer aan het aardoppervlak komen, waardoor het dan weer gaat verdampen. Dat verdampte water wordt uiteindelijk weer regen wat in de zee uitkomt.  

Al deze verschillende routes van het water dat zich een weg vormt naar zee noem je dus de lange waterkringloop.

Uitleg video

Rivieren

Rivieren zijn een belangrijk deel van Nederland. De vele verschillende rivieren zorgen voor waterafvoer, transport, landbouwirrigatie, ect. Zonder rivieren zou Nederland er vandaag de dag er heel anders uitzien. De rivieren brengen dus veel goeds met zich mee en daarom is het belangrijk dat we erover leren.

 

Stroomgebied en stroomsnelheid

Een rivier heeft altijd een begin (de bron) en een eind punt (de zee). Het hele gebied waaruit water via een hoofdrivier naar zee stroom noem je een stroomgebied.

Bij een stroomgebied hoort ook een stroomsnelheid. De stroomsnelheid wordt beinvloed door verschillende factoren. Een grote factor voor de stroomsnelheid is het verval. Het verval is het hoogteverschil tussen twee punten in een rivier. Hoe groter het verval tussen twee punten hoe harder het water kan stromen. Dan heb je ook nog het verhang. Het verhang is het hoogteverschil van een rivier gedeeld door de afstand of lengte van een rivier. Door het verhang te berekenen kan je verschillende rivieren met elkaar vergelijken.

Hieronder staat een kopje met extra uitleg over verval en verhang als je dat nodig hebt.

Delen van een rivier

Rivieren. Sommige rivieren zijn lang, terwijl andere kort zijn. Je hebt brede rivieren en smalle rivieren. Iets wat alle rivieren gemeen hebben met elkaar zijn de delen van een rivier. Dat is wat een rivier een rivier maakt uiteindelijk. Een rivier wordt opgesplitst in 3 delen. De bovenloop, de middenloop en de benedenloop.

De bovenloop

De bovenloop is het begin van een rivier. Het begint hoog in de bergen direct na de bron. Dit gedeelte van de rivier is nog vrij smal en het verhang (hoogteverschil geeld door de afstand) is vrij groot. Dit zorgt ervoor dat het water snel naar beneden stroomt. Hierdoor kan de rivieren ook zwaarder materiaal meenemen zoals stenen.

De middenloop

In de middenloop verandert de rivier. Het water gaat langzamer stromen en het verhang neemt ook af. De rivier gaat nu langzaam steeds meer bochten maken, het wordt breder en gaat meanderen (de rivier gaat zich kronkelen door het landschap). De rivier gaat steeds grotere bochten maken en de bochten blijven groter worden. Dat komt omdat de rivier in de buitenbocht snel stroomt en de buitenbocht wordt steeds meer afgesleten. Terwijl in de binnenbocht het water langzamer stroomt en daar het zand naar de bodem zakt.

De benedenloop

De benedenloop is het laatste deel van een rivier. Hier stroomt het water weer wat langzamer en het verhang is ook weer kleiner. Door het langzame stromend water is het makkelijk voor zand en klei om te zakken naar de bodem. Net voordat de rivier uitkomt in zee kan het vertakken. Dat heet een delta.

Debiet, regiem en rivieren

We hebben het gehad over verval en verhang. Nu gaan we het hebben over debiet en regiem. Het debiet is de hoeveelheid water die per seconde door de rivier stroomt. Dus een hoger debiet betekent dat er veel water per seconde door de rivier stroomt en een lager debiet weinig water per seconde. Nu heb je ook het regiem. Het regiem is de schommeling van het debiet van een rivier over het gehele jaar.

Verschillende rivieren.

Dit hoofdstuk leren we over drie verschillende rivieren.

1. Gletsjerrivieren: Dit zijn rivieren die grotendeels bestaan uit het smeltwater van gletsjers. 

2. Regenrivieren: Zoals de naam als zegt bestaat dit rivier grotendeels uit regenwater.

3. Gemengde rivieren: Dit zijn rivieren die zowel smeltwater als regenwater meenemen naar zee.

 

 

Extra uitleg verval en verhang.

We hebben geleerd dat het verval het hoogteverschil is tussen 2 punten in een rivier. We nemen nu de Maas als voorbeeld. Het begin ofwel de bron van de Maas begint in Frankrijk op een hoogte van 400 meter. De Maas mond uit in de Noordzee op een hoogte van 0 meter. Dus het verschil tussen het begin en einde van de rivier is 400 meter. Het verval is dus 400 meter.

Het verhang is het hoogteverschil gedeeld door de afstand die de rivier aflegt. We nemen weer de Maas als voorbeeld. De Maas legt een weg af van ongeveer 925 kilometer en we hebben een verval van 400 meter. We moeten dus 400 meter delen door 925 kilometer. Dus 400 gedeeld door 925 is 0.43 meter per kilometer. De hoogte van de rivier neemt met 0.43 meter af per kilometer stromend water. Zo komen we dus aan het verhang.

Woorden game

Dit is een game waarbij je de woorden moet koppelen aan de juiste betekenis.

Je krijgt 10 woorden.

- Als je alles goed hebt gedaan hoef je verder niks te doen met deze opdracht en kan je verder gaan.

- Als je 7 of meer goed hebt mag je verder, maar je mag ook de woorden die je fout hebt bekijken in de woordenlijst.

- Heb je minder dan 7 goed, dan moet je de begrippenlijst bekijken en het nog 1 keer opnieuw proberen. Pas daarna mag je verder.

Als je de game hebt gespeeld kan je je naam invoeren voor de leaderbord, vul je naam in! Dan kan ik je gericht feedback geven.

De game

Begrippenlijst

Infiltratie: Neerslag dat de grond in zakt en dat nu een deel uitmaakt van de grondwater.

Verdamping: De warmte van de zon verandert het oceaanwater in waterdamp en dat stijgt op.

Condensatie: Verdampt water stijgt op, koelt af, krijgt weer een vaste vorm en dan krijg je ook wolkenvorming.

Stroomgebied: Het stroomgebied van een rivier is het gehele gebied van waaruit water via een hoofdrivier naar zee stroomt.

Verval: Het verval is het hoogteverschil tussen twee punten in een rivier.

Verhang: Het hoogteverschil gedeeld door de afstand noem je het verhang.

Delta: Een gebied met een heel netwerk van rivierzijtakken (dit is in de benedenloop).

Debiet: Het debiet is de hoeveelheid water die per seconde door een rivier stroomt.

Regiem: De schommeling van het debiet van een rivier over een gehele jaar noem je het regiem.

Gletsjerrivieren: Dit zijn rivieren die bestaan uit het smeltwater van gletsjers.

Regenrivieren: Dit zijn rivieren die grotendeels bestaan uit regenwater.

Gemengde rivieren: Dit zijn rivieren die zowel regenwater als smeltwater afvoeren.

 

Eindtoets

Om de les af te sluiten moet je nu de laatste test maken. Het is belangrijk dat je dit serieus en goed doet, zo kan ik het niveau van les geven bepalen voor jullie.

 

 

Feedback over de les.

Beste klas,

Dit was het voor de les van vandaag. We doen dit voor het eerst, dus er zijn wellicht een aantal verbeterpunten. Ik zou het waarderen als jullie dit feedback formulier kunnen invullen.

 

 

  • Het arrangement Water Klas 1, Het lyceum is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Mehmet Inci
    Laatst gewijzigd
    2025-03-24 10:30:39
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De les van vandaag gaat over het nieuwe hoofdstuk 'Water'. Vandaag zal je voorkennis over het onderwerp getest worden en het nieuwe stof zal ook worden uitgelegd.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, havo, klas 1, water
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.