Politieke Revoluties

Politieke Revoluties

Inleiding

Welkom op de website die jou gaat helpen met het voorbereiden op jouw toets!

Hier komt alles samen, je ontvangt de belangrijkste informatie voor je toets, video's, opdrachten, verdieping en extra oefenen. Werk van boven naar beneden. Lukt alles en begrijp je de informatie goed, maak dan de verdieping. Merk je dat je nog moeite hebt met de leerstof, ga dan door naar de extra oefenen. Dit gaan jou helpen om de leerstof helemaal te begrijpen. Werk je weg naar een 10!

Elke pagina is als volgt opgebouwd:

Je begint met de lesdoelen. Hierin staat wat je aan het einde van de pagina moet weten. Vervolgens staat er een uitleg voor je klaar. Hierin zijn de tijden, begrippen en personen gemarkeerd, zodat je gelijk een overzicht hebt. De tekst eindigt met een begrippenlijst. Ook vind je een video bij het onderwerp. Als laatste ga je aan de slag met de oefeningen.

Succes met het leren voor je toets, je kan het!

 

De Verlichting

Lesdoelen:

Aan het einde van deze pagina kan je:

  • Een beschrijving geven van de standenmaatschappij in het Ancien Régime
  • Uitleggen dat de Verlichting en nieuwe manier van denken was
  • Met enkele voorbeelden uitleggen dat verlichte denkers nieuwe ideeën hadden over goed bestuur

 

Uitleg:

Sinds de middeleeuwen is er al sprake van een standensamenleving in Frankrijk. Dit houdt in dat de samenleving opgesplitst is in verschillende standen, ook wel groepen. In het Ancien Régime zag de standensamenleving er als volgt uit (Bekijk afbeelding 1) De geestelijken en de adel zijn de kleinste groep. Deze groepen hoeven geen belasting te betalen, bezitten grote stukken land en hebben goeden bestuursfuncties. Ze hadden dan ook wel privileges (voorrechten). Binnen de derde stand heerst veel onrust. Er bestaat namelijk nog een fictieve standensamenleving binnen deze stand. De rijke stonden boven aan en de arme onderaan. De rijke mensen, zoals bankiers, rechters of kooplieden moesten als nog belasting betalen. Ze waren het er niet mee eens dat ze geen inspraak hadden in het bestuur. De arme mensen, zoals boeren en loonarbeiders moesten juist hard voor hun geld werken. Na het harde werken hielden ze als nog weinig geld over. Ook zij hadden geen inspraak in het bestuur.

 

Tijdens de Wetenschappelijke Revolutie (17e eeuw) begonnen mensen steeds logischer na te denken en deden meer experimenten. Dit trok zich door naar het verlicht denken. Rond 1650 leidden dit tot meer vertrouwen in het menselijke verstand. Met het menselijk verstand had je een betere blik op de wereld en was je daarom ook verlicht. Door rationeel te denken kon je de wereld beter begrijpen. Alsof het lichtje opeens aanging in het donker. De Verlichting werd gekenmerkt door verschillende factoren:

  • Het vergroten van je kennis
  • Kritisch nadenken, niet alles klakkeloos overnemen
  • Tolerantie: verdraagzaamheid tegenover andere religies

 

We zien in het Ancien Régime dat mensen niet vrij en gelijk geboren worden. Verlichte denkers vinden dat mensen vrij en gelijk geboren zijn. Deze ideeën worden ook wel de natuurrechten genoemd. Verlichte denkers houden zich ook bezig met de inrichting van het land en hoe het land bestuurt wordt. Zo hebben twee belangrijke verlichte denkers: Jean-Jacques Rousseau en Charles de Montesquieu.

Jean-Jacques Rousseau: Hij wilde een democratie: De absolute macht moest bij het volk liggen en niet bij de koning.

Charles de Montesquieu: De scheiding van de machten(Bekijk afbeelding 2): de uitvoerende, wetgevende en de rechtsprekende macht. Hierdoor zou er geen machtsmisbruik kunnen plaats vinden.

Absolute vorsten waren niet blij met de verlichte denkers. Dit zorgde er namelijk voor dat hun positie begon te wankelen. Hierdoor werd er censuur opgelegd. Dit houdt in dat er een verbod werd gelegd op bepaalde boeken, tijdschriften, tentoonstellingen, etc. Ondanks de censuur konden mensen nog wel deelnemen aan het publieke debat: mensen praten in de samenleving over bepaalde kwesties.

 

Begrippenlijst:

Standensamenleving = Samenleving die is verdeeld in drie groepen: geestelijkheid (eerste stand), adel (tweede stand) en burgers en boeren (derde stand). De eerste en de tweede stand hebben allerlei voorrechten.

Privileges =  Voorrecht dat door de koning was verleend aan een geestelijke of edelman

Rationeel denken = Logisch denken (niet afgaan op het gevoel of traditie).

De Verlichting = Manier van denken waarin geloof en traditie plaatsmaken voor logisch en verstandelijk redeneren.  Verlichte burgers waren kritisch over kerk, bestuur en samenleving en wilden deze verbeteren.

Tolerantie = Verdraagzaamheid

Scheiding van de machten = Door Montesquieu bedachte verdeling van de bestuurlijke mach in drie delen: de macht om wetten te maken (volksvertegenwoordiging), de macht om wetten uit te voeren (regering) en de macht om wetovertreders te bestraffen (rechters).

Natuurrechten = Een recht dat ieder mens van nature heeft, zoals het recht op vrijheid of bezit

Censuur = Het verbod door de regering op het openbaar maken van bijvoorbeeld teksten, toneel- en muziekstukken

Publieke debat = Discussie over problemen in de samenleving waaraan een groot deel van de bevolking meedoet

Afbeelding 1
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Afbeelding 2

Video

Oefeningen

De Franse Revolutie

Lesdoelen:

Aan het einde van deze pagina kan je:

  • Beschrijven hoe de Franse Revolutie begon en wat daarvan de oorzaken waren
  • Welke veranderingen er plaats vonden op politiek en sociaal gebied tijdens de Franse Revolutie
  • Uitleggen hoe de Franse Revolutie uitliep op een schrikbewind

 

Uitleg:

Lodewijk XVI is aan het einde van de 18e eeuw koning van Frankrijk. In 1788 loopt Lodewijk XVI alleen tegen een probleem aan. De schatkist van Frankrijk is leeg. Door het voeren van verschillende oorlogen raakt de schatkist leeg. Het is zo erg dat het land failliet dreigt te gaan. Lodewijk XVI wilt daarom in 1788 de belasting verhogen. Hij heeft hiervoor de goedkeuring van de Staten-Generaal nodig, daarom roept hij deze in 1789 bijeen. Deze Staten-Generaal is sinds 1614 niet meer bijeen geroepen, dit is maar liefst 175 jaar. De vertegenwoordigers van de derde stand zien dan ook kun kans om inspraak te hebben op het bestuur. Helaas komt hier niks van terecht en ontstaat er al gauw ruzie over de manier van stemmen. Als gevolg richtten de derde stand een nieuwe volksvertegenwoordiging op, de Nationale vergadering. De eerste en de derde stand slootten zich aan bij de Nationale vergadering. De koning heeft geen andere keuze, dus erkent de Nationale vergadering. In Parijs ontstonden rellen en de boeren en burgers startte een opstand. Op 14 juli 1789 wordt dan ook de Bastille bestormt (Zie afbeelding 1). Dit kenmerkt het begin van de Franse Revolutie.

De Franse Revolutie heeft verschillende oorzaken:

  • De standensamenleving en de ongelijkheid in de samenleving
  • De Verlichting: nieuwe gedachtes over een goed bestuur
  • De lege schatkist van Frankrijk

 

Tussen 1789 en 1792 verandert er veel in Frankrijk. De Nationale vergadering schaft bijvoorbeeld de privileges van de eerste en tweede stand af. Ook neemt de Nationale vergadering de Verklaring van de rechten van de mens en de burger aan. In dit document worden de grondrechten van de Franse burger beschreven. Denk hierbij aan vrijheid van meningsuiting of godsdienst. In 1971 wordt er akkoord gegaan met een nieuwe grondwet. Hierin wordt beschreven op wat voor manier Frankrijk bestuurt wordt. In dit document zijn verlichte ideeën verwerkt. Er kom een duidelijk scheiding tussen de machten en zo komt er een einde aan de absolute macht van de koning. De leden van de volksvertegenwoordiging werden vanaf nu gekozen, maar wel alleen maar door rijke burgers.

 

Veel burgers vluchtten, zelfs Lodewijk XVI probeert te vluchten in 1791, maar dit mislukt. In 1792 breekt er een oorlog uit tussen Frankrijk, Pruisen en Oostenrijk. Veel mensen waren bang en wilde de revolutie weer terugkeren. De revolutionairen beschuldigen Lodewijk XVI van landverraad en arresteren hem dan ook in 1792. Vanaf nu is Frankrijk een Republiek. Lodewijk XVI wordt in 1793 tot dood veroordeelt en onthoofd. Er waren in de Nationale vergadering twee verschillende groepen: De gematigden en de radicalen. De gematigden wilde de samenleving veranderde, maar dit kon op een rustig tempo. De radicalen wilde dit juist op een zo snel mogelijk tempo. Er was veel onvrede over het bestuur. De radicalen maakten gebruik van deze situatie en grijpen onder de leiding van Maximilien de Robespierre de macht. De radicalen zagen mensen die gematigde was als vijand. Onder dit ideeën ontstaat de Terreur (1793-1794) (Zie afbeelding 2). Iedereen die het niet eens was of niet meewerkte belande onder de guillotine.

 

Begrippenlijst:

Volksvertegenwoordiging = Een officiële bijeenkomst van vertegenwoordigers van het volk, waar politieke besluiten worden genomen.

Franse Revolutie = Grote, plotselinge verandering van de samenleving en het bestuur in Frankrijk tussen 1789 en 1799.

Grondrechten = Een basisrecht van elke burger, bijvoorbeeld vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting.

Grondwet = Document waarin is vastgelegd wat de rechten en plichten van burgers zijn en hoe het bestuur is geregeld.

Gematigden = Groep mensen die niet al te veel veranderingen tegelijk wil doorvoeren of die de samenleving geleidelijk wil veranderen.

Radicalen = Groep mensen die snelle en grote veranderingen wil.

Terreur = De periode in de Franse Revolutie (1793-1794) waarin een kleine groep radicalen alle macht had en deze behield door tegenstanders met geweld angst aan te lagen.

Afbeelding 1
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Afbeelding 2

Video

Oefeningen

De Bataafse Revolutie

Lesdoelen:

Aan het einde van deze pagina kan je:

  • Uitleggen welke kritiek de patriotten aan het einde van de 18e eeuw hadden op de situatie in de Republiek
  • Uitleggen wat er veranderde door de Bataafse Revolutie
  • Uitleggen waarom de Bataafse Revolutie uiteindelijk mislukte

 

Uitleg:

Frankrijk is het niet het enigste land waar het onrustig is. In De Republiek der zeven Nederlanden begon de onrust ook op te spelen. Het gaat niet goed met de economie. Nederland was namelijk in oorlog met Engeland, hierdoor ging het dus slecht met de handel: de werkloosheid en armoede nam toe. Volgens vele was dit de schuld van de regenten. Zij hielde de bestuursfuncties binnen de familie, waardoor niemand anders inspraak kon hebben op het bestuur. Ook kreeg Willem V veel kritiek. Zo was hij stadhouder, maar gedroeg hij zich meer als een koning. Het land was opgedeeld in twee verschillende groepen: De patriotten en de Oranjegezinden/prinsgezinden. De patriotten (goede vaderlanders) wilde dat de burgers meer inspraak in het bestuur kregen. Ook wilde ze dat er grondrechten kwamen voor de burger. Om dit te bereiken trokken ze hun wapens. In 1785 verjoegen de patriotten Willem V Den haag uit en namen de macht in sommige steden. De Oranjegezinden waren juist trouw aan de stadhouder. Uiteindelijk schiet Wilhelmina van Pruisen, de vrouw van Willem V, te hulp. Ze schakelt in 1787 haar broer in en laat met het Pruisische leger de opstand neer slaan. De patriotten vluchten naar Frankrijk.

 

In 1795 lukt het de patriotten dan wel weer om aan de macht te komen. De patriotten hadden namelijk de Franse revolutie meegemaakt en trokken met die gedachte terug naar Nederland. De Franse hielpen de patriotten bij de machtsovername. Willem vlucht dan vervolgens naar Groot-Brittannië en de patriotten roepen de Bataafse Republiek uit. Genoemd naar een oud volk dat lang geleden op het Nederlands grondgebied woonden. De patriotten organiseerden gelijk een verkiezing voor de volksvertegenwoordiging. Alleen de volwassen mannen mochten stemmen, de arme hadden geen stemrecht. Na vier jaar is het bestuur het eens over de nieuwe grondwet en in 1798 komt deze er ook. Alle burgers kregen grondrechten, de privileges van de adel en de geestelijken worden afgeschaft en voor het eerst mochten er ook ander geloven mee besturen. Vanaf nu werd de Bataafse Republiek een eenheidsstaat. Al deze veranderingen vanaf 1795 noemen we de Bataafse Revolutie.

 

Van de Bataafse Revolutie zou uiteindelijk weinig te recht komen. Dit had twee oorzaken. De eerste reden was de onrust over het bestuur in de Bataafse Republiek. Dit leid tot een staatsgreep en nog vele meer. De tweede reden was dat de Fransen steeds meer de macht begonnen over te nemen. Andere landen waren namelijk bang voor een revolutie in hun land en gaan hierdoor de oorlog aan met Frankrijk. Frankrijk zorgde ervoor dat hun positie sterk bleef, dus was de Bataafse Republiek goed gelegerd. In 1799 moeten de Bataafse Republiek zelf in actie komen. Als ze aangevallen worden door de Britten en de Russen. De aanwezigheid van de Fransen werd niet helemaal gewaardeerd. Frankrijk was dan ook bang dat de Bataafse Republiek niet trouw zou blijven en vergroot daarom zijn macht nog meer op de Bataafse Republiek. In 1806 neemt Frankrijk dan ook de volledige macht over de Bataafse Republiek.

 

Begrippenlijst:

Patriotten = Nederlander die zich in de tweede helft van de 18e eeuw verzette tegen het bestuur van stadhouder en regenten. Een patriot wilde dat het volk maar invloed op de het bestuur kreeg en dat alle burgers dezelfde rechten zouden krijgen.

Oranjegezinden/prinsgezinden = Groep Nederlanders die tijdens de Republiek aan de kant stonden van de stadhouders uit het huis van oranje.

Bataafse Republiek = De Nederlandse Republiek die is gesticht door patriotten en heeft bestaan van 1795 tot 1806

Eenheidsstaat = Een land waarin overal dezelfde wetten en regels en waarin het centrale bestuur het belangrijkste bestuur is.

Bataafse Revolutie = Grote verandering in de samenleving en het bestuur in Nederland vanaf 1795 tot 1798

Staatsgreep = Plotselinge verovering van de politieke macht in een land door één persoon of een kleine groep personen.

Video

Oefeningen

Napoleon verovert Europa

Lesdoelen:

Aan het einde van deze pagina kan je:

  • Enkele belangrijke eigenschappen noemen van het bestuur door Napoleon
  • Beschrijven hoe Napoleon een Europees rijk veroverde en dat ook weer verloor
  • Uitleggen welke gevolgen Napoleons bestuur voor Nederland had

 

Uitleg:

De Franse Revolutie eindigt in een schrikbewind, waarbij de leider Robespierre in 1794 onthoofdt wordt. Er kwam vervolgens een gematigder bestuur aan de macht, maar de onrust was nog niet over. Frankrijk was namelijk nog met meerdere landen in oorlog. De voedselprijzen stegen en de belastingen werden al maar hoger. Oorlogen kosten dan ook eenmaal veel geld. Het was een lastige periode in Frankrijk. Sommige mensen verlangden weer naar vroeger en sommige wilde juist vooruit denken. In deze tijd was er een belangrijk persoon: Napoleon Bonaparte. Hij pleegde in 1799 een staatsgreep en maakte een einde aan de Franse Revolutie. Napoleon besloot gelijk een nieuwe grondwet in te voeren. Er stond in dat de burgers meer inspraak kregen in het bestuur, maar dit bleek niet zo te zijn, Frankrijk werd een dictatuur. Ondanks dat bleef Napoleon populair, wegens zijn overwinningen en veldslagen. In 1806 beslist Napoleon om zichzelf als koning te kronen. Napoleon liet wel bepaalde belangen vanuit de Franse Revolutie bestaan. Zoals het afschaffen van de standensamenleving, iedere burger is gelijk en een gelijkere rechtspraak. Voor gelijkere rechtspraak werd Code Napoléon gebruikt, dit was een wetboek.

 

Napoleon ging verder met zijn oorlogen, hij wilden zijn ideeën verspreiden en mensen verlossen van hun onderdrukkers. Napoleon verovert een groot gedeelte van Europa, maar Groot-Brittannië lukt hem niet. Hierdoor legde hij een verbod op voor de handel met Groot-Brittannië. Dit heette ook wel het Continentaal stelsel. Nadat de Rusland hier niet aan mee werkte, viel Napoleon Rusland in 1812 aan (Bekijk afbeelding 1). Dit zou het begin van het einde zijn. Het leger van Napoleon werd overvallen door de honger, ziektes en de Russische kou. Toen Napoleons leger terugtrok, besloot Rusland, Groot-Brittannië en Pruisen terug aan te vallen. In 1813 werd Napoleon op een veldslag in Duitsland verslagen.  Hij werd verbannen naar een eilandje aan de Italiaanse kust, maar hij ontsnapt hier en keert terug naar Frankrijk. Hij bouwt opnieuw een leger op, maar werd opnieuw verslagen bij het Belgische Waterloo in 1815. Deze keer werd hij voorgoed verbannen en stierf hier in 1821.

 

Napoleon had in Nederland zijn voetsporen achtergelaten. In 1806 stelt hij namelijk zijn broer Lodewijk Napoleon als koning aan. Lodewijk Napoleon werd in 1810 alweer van de troon gestoten, omdat hij niet goed letten op de smokkelroute tussen Groot-Brittannië en de Republiek. Vanaf nu was Nederland dan ook een provincie van van het Franse keizerrijk. De volgende veranderingen vonden er plaats:

  • De burgerlijke stand: Mensen kregen een achternaam en er werd een register bijgehouden.
  • Het vak Frans moest standaard gegeven worden op school
  • Nederlanders moesten in het Franse leger

Er was verzet tegen deze veranderingen. In 1813 kwamen de Nederlanders samen met de Russen en de Britten in opstand. De zoon van Willem V (Bekijk afbeelding 2). Willem I keerde terug als koning van het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden.

 

Begrippenlijst:

Dictatuur = Een bestuur waarin één persoon (geen koning of keizer) of een kleine groep mensen alle macht heeft.

Code Napoléon = Een wetboek dat werd ingevoerd door Napoleon en dat uitging van het idee dat voor alle burgers dezelfde wetten gelden.

Continentaal stelsel = Het door Napoleon uitgevaardigde verbod om vanaf het Europese vasteland handel te drijven met Groot-Brittannië

De burgerlijke stand = Een lijst waarin het bestuur vastlegt wanneer alle burgers zijn geboren, zijn getrouwd en zijn overleden

Koninkrijk der Nederlanden = Nederland sinds 1815

Afbeelding 1
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Afbeelding 2

Video

Oefeningen

Extra oefenen

Bij extra oefenen vind je antwoord op elk lesdoel. Er wordt kort en bondig samengevat wat het lesdoel nu in houdt.

De Verlichting:

Je kunt een beschrijving geven aan de standensamenleving in het ancien regimé.

Begrippen Paragraaf 2 - Hoofdstuk 3: De Franse Revolutie | Quizlet

Eerste stand: De geestelijken

Tweede stand: De adel

Derde stand: Boeren, burgers en bourgeoisie -> De rijke burgers

 

Je kunt uitleggen dat de Verlichting een nieuwe manier van denken was.

De Verlichting is een nieuwe manier van denken, mensen hebben meer vertrouwen in het menselijk verstand dit komt mede door de Wetenschappelijke Revolutie. Mensen gaan namelijk meer experimenten doen en doen hierdoor dan ook meer kennis op. De wereld werd beter begrepen en dit stond gelijk aan ‘verlicht denken’ alsof iemand opeens het licht aan deed in de donker (onbekende) wereld.

Kenmerkende begrippen van de Verlichting zijn: Kritische denken, dingen niet klakkeloos overnemen en tolerantie (verdraagzaamheid).

 

Je kunt met enkele voorbeelden uitleggen dat verlichte denkers nieuwe ideeën hadden over het goed bestuur.

Verlichte denkers hadden verschillende ideeën over een goed bestuur. Zo had je een democratie: niet de koning, maar het volk moest de absolute macht hebben. Sommige mensen vonden dat er machtsmisbruik plaats vond, dus kwam Charles de Montesquieu met Trias Politica, de macht moest in drieën worden verdeeld. Uitvoerende, rechtgevende en wetgevende macht. Alle deze machten moesten elkaar controleren zodat er geen machtsmisbruik plaats kon vinden.

 

De Franse Revolutie:

Je kunt beschrijven hoe de Franse Revolutie begon en wat daarvan de oorzaken waren.

Oorzaken van de Franse Revolutie:

  • De grote ongelijkheid en onrechtvaardigheid van het Ancien Régime
  • Het ontstaan van verlichte ideeën over de samenleving en het bestuur
  • Het geldtekort van de Franse staat

 

Lodewijk XVI wil de Staten-Generaal bijeenroepen omdat de schatkist leeg begon te raken. De derde stand kon nu eindelijk inspraak hebben op het bestuur, maar dit bleek al gauw uit te lopen op een ruzie. De derde stand richt een eigen vergadering op: de Nationale vergadering. De eerste en tweede stand voegden zich hier ook aan toe en de koning had geen andere keuze om deze te erkennen. Veel boeren kwamen in opstand en bestormden op 14 juli 1789 de Bastille, dit wordt ook wel als het begin van de Franse Revolutie gezien.

 

Je kunt uitleggen welke politieke en sociale veranderingen het gevolg waren van de Franse Revolutie.

Politieke veranderingen:

  • De verklaring van de rechten van de mens en burger wordt aangenomen door de Nationale vergadering, dit zijn de belangrijkste grondrechten van elke Franse burger.
  • De grondwet wordt aangenomen, waarin er een duidelijke scheiding kwam tussen de machten.

Sociale veranderingen:

  • De privileges van de eerste en tweede stand worden afgenomen.
  • Alleen rijke mannen hadden vanaf nu stemrecht.

 

Je kunt uitleggen hoe de Franse Revolutie uitliep op een schrikbewind.

Lodewijk XVI probeert Frankrijk te ontvluchte en dit mislukte. Hij wordt beschuldigd van landverraad en wordt onthoofd. Hierdoor heeft Frankrijk geen koning meer. In de Nationale vergadering waren de gematigde de baas. Zij wilde de samenleving wel veranderde, maar niet op een gehaaste manier. De radicalen waren het oneens over de manier van bestuur en wilde juist snelle veranderingen doorvoeren. Uiteindelijk grijpen de radicalen de macht. Veel mensen hadden wantrouwen tegen over de radicalen, daarom wordt er tussen 1793 en 1794 de Terreur opgericht. De mensen die niet wilden meewerken kwamen ten val onder de hakbijl.

 

De Bataafse Revolutie :

Je kunt uitleggen welke kritiek de patriotten aan het einde van de 18e eeuw hadden op de situatie in de Republiek.

Er wordt kritiek geleverd op de economie. De handel gaat namelijk niet zo goed in de Republiek. Dit is volgens sommige burgers de schuld van de regenten en Willem V. Er wordt kritiek geleverd op Willem V. Hij gaat zich namelijk meer als een koning gedragen dan als een stadhouder. Patriotten waren ontevreden burgers in de Republiek. Zij wilden meer inspraak in het bestuur hebben.

 

Je kunt uitleggen wat er veranderde door de Bataafse Revolutie.

Toen de patriotten aan de macht waren kwam er al gauw een Nationale vergadering. Hierin kregen alleen rijke mannen kiesrecht. Ze wilde zo snel mogelijk een grondwet maken, deze werd door de radicalen doorgeduwd.

Grondwet:

  • Vrijheid van meningsuiting, vrijheid van geloof
  • Voorrechten van de adel en geestelijken werden afgeschaft
  • Andere geloven mochten meebesturen
  • Nederland werd een eenheidsstaat

Je kunt uitleggen waarom de Bataafse Revolutie uiteindelijke mislukte.

Van de grondwet kwam maar weinig te recht. Reden waarom de Bataafse Revolutie faalde:

  • Veel onenigheid onder de Nederlandse bestuurders -> Staatsgreep
    • Een groepsbestuurders greep de macht en schafte de volksvertegenwoordiging af. Er volgden nog vele staatsgrepen
  • De Franse namen gelijkmatig de macht over
    • Dit kwam door de vijanden van buitenaf. Veel vorsten waren bang voor een revolutie, dus voerde oorlog om de revoluties buiten te houden.

 

Napoleon verovert Europa:

Je kunt enkele belangrijke eigenschappen noemen van het bestuur door Napoleon.

Napoleon greep in 1799 de macht door middel van een staatsgreep. Hij maakte gelijk een nieuwe grondwet. Daarin stond dat het volk meer inspraak had, maar in werkelijkheid bleek dit niet zo te zijn. Napoleon maakte zijn eigen wetten en besliste zelf over oorlog en vrede. In 1806 kroont hij zichzelf als keizer en wordt Frankrijk een Keizerrijk. Napoleon voert de volgende veranderingen door:

  • De standensamenleving wordt afgeschaft.
  • Iedereen had dezelfde grondrechten.
  • Er komt een nieuwe rechtspraak, aan de hand van Code Napoléon.

Je kunt beschrijven hoe Napoleon een Europees rijk veroverde en dat ook weer verloor.

Het lukt Napoleon om grote delen van Europa te veroveren, maar Groot-Brittannië niet. Hij stelt hiervoor het Continentaal stelsel in. Zodra Rusland hier niet aan meewerkt, begint Napoleon aan zijn veldtocht naar Rusland. Dit wordt het begin van het einde. Veel soldaten komen om en Napoleon moet terugtrekken. Groot-Brittannië, Oostenrijk en Pruisen spannen samen en verslaan Napoleon in een veldslag in Duitsland. Hij wordt verbannen, maar keert uiteindelijk terug naar Frankrijk. Hij bouwt zijn leger opnieuw op, maar wordt definitief verslagen in het Belgische Waterloo. Hierna wordt hij voor goed verbannen.

Je kunt uitleggen welke gevolgen Napoleons bestuur voor Nederland had.

Nederland valt voorheen over de heerschappij van Lodewijk Napoleon, maar na dat hij van de troon wordt gehaald, wordt Nederland een Franse Provincie. De volgende veranderingen vinden plaats:

  • Franse wetten golden nu in Nederland
  • Er was spraken van een burgerlijke stand
  • Op scholen werd het vak Frans verplicht
  • Nederlanders moesten in het Franse leger dienen

 

Oefeningen

Verdieping

Lesdoelen:

  • Je kunt uitleggen wie Marie-Antoinette was en wat haar positie was in het Franse Koninkrijk
  • Je kunt uitleggen waarom het Franse volk Marie-Antoinette verantwoordelijk hield voor de financiële problemen van Frankrijk
  • Je kunt uitleggen wat de gevolgen waren van de mislukte vluchtpoging van Marie-Antoinette en Lodewijk XVI in 1791

 

Uitleg:

Marie-Antoinette werd geboren op 2 november 1755 in Wenen, Oostenrijk. Ze was de dochter van de machtige keizerin Maria Theresia en Keizer Frans I van het Heilige Roomse Rijk. Als jongste dochter groeide ze op in luxe aan het Oostenrijkse hof. Haar jeugd was zorgeloos, maar ze zou op jonge leeftijd een belangrijke rol krijgen in de Europese politiek. Op 14-jarige leeftijd werd Marie-Antoinette uitgehuwelijkt aan de Franse kroonprins die later de koning van Frankrijk zou worden, Lodewijk XVI . Dit huwelijk was bedoeld om de banden tussen Oostenrijk en Frankrijk te versterken, twee landen die eerder vijanden waren geweest. Voor Marie-Antoinette betekende dit dat ze haar familie en vaderland moest verlaten om een nieuw leven te beginnen aan het hof van Versailles, een van de rijkste en meest invloedrijke hoven van Europa.

Het leven in het paleis van Versailles was totaal anders dan wat Marie-Antoinette gewend was. Het Franse hof was beroemd om zijn strikte etiquette en enorme rijkdom. Haar echtgenoot, Lodewijk XVI, was introvert en verlegen, en hun relatie verliep in het begin stroef. Het duurde jaren voordat ze kinderen kregen, wat voor veel geruchten zorgde over hun huwelijk. Marie-Antoinette hield van de luxe van het hofleven. Ze kocht prachtige jurken en sieraden en organiseerde extravagante bals en feesten. Dit zorgde ervoor dat ze populair was bij de adel, maar bij het gewone volk ontstond steeds meer kritiek. Frankrijk zat namelijk in grote financiële problemen, en veel mensen vonden dat de koningin te veel geld verspilde terwijl de bevolking honger leed.

Tijdens de Franse Revolutie keerde de bevolking zich tegen de koninklijke familie. De populariteit van Marie-Antoinette kelderde nog verder na de mislukte vluchtpoging van het koninklijk gezin in 1791. Zij werd steeds meer geassocieerd met verraad en tegenstand tegen de revolutie. In 1793, na de terechtstelling van Lodewijk XVI, werd ook Marie-Antoinette berecht. Ze werd beschuldigd van hoogverraad en, hoewel er weinig bewijs was, veroordeeld tot de dood. Op 16 oktober 1793 werd ze onder de guillotine geëxecuteerd. Marie-Antoinette is een controversiële figuur in de geschiedenis. Sommige historici zien haar als een slachtoffer van omstandigheden, terwijl anderen haar beschouwen als een symbool van de verkwistende en onverschillige monarchie die uiteindelijk ten val kwam.

 

 

Oefeningen

Afronden

Oefentoets via Google forms
Open de link en vul de oefentoets in, de feedback zou later volgen!

Feedback

Feedback op de wikiwijs
Geef je mening!