Voeding - Zilver - Brandstoffen voor het lichaam

Voeding - Zilver - Brandstoffen voor het lichaam

Doel

Doel van de uitdaging

a. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen koolhydraten en vetten als brandstof

b. Je kunt uitleggen waardoor de behoefte aan koolhydraten en vetten verschillend is bij verschillende trainingsintensiteiten

Alle uitdagingen

Deze uitdaging maakt deel uit van een groter geheel. Alle uitdagingen zijn hier te vinden.

Ontwikkeling

Brons

Eindtermen

Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen koolhydraten en vetten als brandstof

Je kunt uitleggen waardoor de behoefte aan koolhydraten en vetten verschillend is bij verschillende trainingsintensiteiten

 


Het kan zijn dat dit onderwerp al eens besproken is bij het vak biologie?

Wanneer?

Onderbouw / Bovenbouw

Oriëntatie

 

Als je sport of beweegt, heeft je lichaam energie nodig. Die energie haalt je lichaam uit voeding, zoals koolhydraten en vetten. Maar wist je dat deze brandstoffen niet altijd op dezelfde manier worden gebruikt? Soms verbrand je vooral koolhydraten en soms meer vetten. In deze opdracht ga je ontdekken wat het verschil is en waarom je bij verschillende sportactiviteiten meer of minder koolhydraten of vetten nodig hebt dan bij andere.

 

Wat ga je leren?
a. Wat het verschil is tussen koolhydraten en vetten als brandstof?
b. Wat bepaalt hoeveel koolhydraten of vetten je lichaam nodig heeft bij een sportactiviteit? Neem als voorbeeld: Waarom gebruikt je lichaam bij een marathonloper vooral koolhydraten, en bij een wandelaar meer vetten?

 

Als het goed is heb je al geleerd dat koolhydraten en vetten energie geven en waarom ze belangrijk zijn voor sporters. Je weet ondertussen ook dat er bij iedere soort van inspanning een andere inname van koolhydraten of vetten nodig is. Denk hieraan terug en beantwoord de volgende voorkennis vragen.

 

Voorkennis vraag 1

Voorkennis vraag 2

Voorkennis vraag 3

Uitdaging

Hoe werkt jouw lichaam als motor?

Stel je voor dat je lichaam een motor is. Om te kunnen bewegen, moet er brandstof in. Die brandstof haal je uit wat je eet: koolhydraten en vetten zijn de belangrijkste energiebronnen. Maar wanneer gebruik je welke?

Dat hangt onder andere af van de intensiteit van je inspanning. En daar komt de MET-waarde om de hoek kijken. MET staat voor "Metabolic Equivalent of Task" – een manier om te meten hoeveel energie een bepaalde activiteit kost in vergelijking met rust.
Bijvoorbeeld:

  • Rust = 1 MET

  • Wandelen = 3 MET

  • Hardlopen = 9 MET

Hoe hoger de MET-waarde, hoe intensiever de activiteit – en hoe meer energie je verbrandt.

Bij lage MET-waardes (bijvoorbeeld wandelen of rustig fietsen) gebruikt je lichaam vooral vetten als brandstof. Maar als je intensiever sport (hogere MET-waarde), gebruikt je lichaam steeds meer koolhydraten en minder vetten. Dit komt doordat koolhydraten makkelijker beschikbaar zijn bij lage beschikbaarheid van zuurstof.

Voor sporters is het dus belangrijk om genoeg koolhydraten te eten. Want als de tank leeg is, krijg je het gevoel dat je "de man met de hamer" tegenkomt: plotselinge vermoeidheid, geen kracht meer, prestatieverlies.

Stap 1

Zoek op wat de MET-waarde (MET-value) is van een berg op fietsen in een competitie race. Zoek ook de MET-waarde op als je hoog ondersteund wordt op een elektrische fiets.

Gebruik deze link

 

Bekijk vervolgens dit filmpje waarin wordt uitgelegd wat er wordt bedoeld met een MET-waarde.

 

Stap 2

De MET-waarde, ofwel het metabool equivalent, is een manier om te meten hoeveel energie je lichaam gebruikt bij verschillende activiteiten. Het vergelijkt hoeveel energie je gebruikt tijdens beweging met de energie die je lichaam nodig heeft in rust.

 

1 MET staat gelijk aan de hoeveelheid energie die je in rust gebruikt.

1 MET staat gelijk aan 1kcal per kg lichaamsgewicht per uur.

 

Dus bijvoorbeeld:

fietsen op een elektrische fiets met hoge ondersteuning heeft een MET-waarde van 4 kcal/kg/uur.

fietsen tijdens een wedstrijd een berg op heeft een MET-waarde van 16 kcal/kg/uur.

 

Bereken nu m.b.v. de MET-waarde de hoeveelheid kcal die iemand van 70kg gebruikt en

a) 1 uur op een elektrische fiets met hoge ondersteuning fietst.

b) 1 uur op een fiets in een competitieve race een berg op fietst.

Stap 3

Als het goed is, heb je bij stap 2 een antwoord op vraag a en een antwoord op vraag b berekend.

 

Noteer het verschil tussen antwoord a en b.

 

Hoe denk je dat een mens het verschil in benodigde kcal binnen krijgt?

 

Als je dus tijdens een race een berg op wilt fietsen, heb je meer energie nodig. Je lichaam haalt energie uit brandstoffen.

 

Om erachter te komen hoe je lichaam bepaalde brandstoffen gebruikt, ga je nu naar stap 4.

Stap 4

Bij een tekort aan koolhydraten schakelt het lichaam deels over op vetverbranding, maar dat gaat langzamer en vereist meer zuurstof.
Bij een tekort aan koolhydraten schakelt het lichaam deels over op vetverbranding, maar dat gaat langzamer en vereist meer zuurstof.

Net zoals een auto brandstof nodig heeft om te rijden, heeft je lichaam ook energie nodig om activiteiten te kunnen doen. In je lichaam zijn er twee belangrijke brandstoffen die je gebruikt om energie te krijgen: koolhydraten en vetten. Welke brandstof wordt gebruikt, hangt af van de intensiteit van de activiteit en de beschikbaarheid van zuurstof.

 

  1. Koolhydraten: Haal je uit voeding zoals fruit, brood en pasta. Bij een hoge intensiteit, bijvoorbeeld wanneer je hard fietst of rent en je hartslag omhoog gaat, is er minder zuurstof beschikbaar. Het lichaam gebruikt dan vooral koolhydraten om energie te leveren.

  2. Vetten: Haal je uit voeding zoals noten, olie en boter. Bij een lage tot matige intensiteit zoals wandelen of rustig fietsen, gebruikt je lichaam vooral vetten. Er is dan voldoende zuurstof aanwezig, waardoor je lichaam deze brandstof kan verbranden om energie te leveren. Gaat de intensiteit omhoog, dan wordt het aandeel vetten steeds lager. 

 

Voor de omzetting van brandstoffen naar energie is zuurstof nodig. Als er weinig zuurstof beschikbaar is (denk bv aan een situatie waarin je hard moet fietsen, je een hoge hartslag hebt en kortademig bent) dan gebruikt het lichaam vooral koolhydraten en weinig vetten om een sportactiviteit op een hoge intensiteit vol te houden.

 

Wat denk je dat er zal gebeuren als het lichaam niet voldoende koolhydraten ter beschikking heeft?

Stap 5

Presenteer je uitdaging aan je leercoach en ouders.

Niveau behaald?

Heb jij de uitdaging behaald? Ga dan in gesprek met je begeleider / coach op school en vertel welke stappen jij hebt gezet.

  • Wat heb ik tijdens het maken van deze uitdaging geleerd?
  • Wat ging goed tijdens het maken van de uitdaging?
  • Wat vond ik lastig tijdens het maken van de uitdaging?
  • Wat neem ik uit deze uitdaging mee in mijn sport carrière?
  • Wat neem ik uit deze uitdaging mee in mijn maatschappelijk carrière?

Wil jij je voorbereiden op het gesprek? Je portfolio en de reflectie toolbox kunnen je helpen om je stappen toe te lichten.

  • Het arrangement Voeding - Zilver - Brandstoffen voor het lichaam is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2025-10-15 18:07:11
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Zilver (gericht op eigen inspanningen/sport) Vul hier zelf nog de juiste leerdoelen in..... Je kunt uitleggen welke voedingsstoffen passen bij jouw sportgedrag/inspanningen. Je kunt uitleggen welke voedingsmiddelen passen bij jouw sportgedrag/inspanningen.
    Leerniveau
    VWO 2; VMBO theoretische leerweg, 1; HAVO 1; VMBO theoretische leerweg, 2; VWO 1; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    bouwstof, brandstof, eiwitten, energie, koolhydraten, mineralen, vetten, vitaminen, vocht, voedinsmiddel

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    EVOT Impuls Open Leermateriaal. (z.d.).

    Nieuwe template 2024 - Voeding - Zilver

    https://maken.wikiwijs.nl/209964/Nieuwe_template_2024___Voeding___Zilver

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.