Je eigen omgeving in beeld

Je eigen omgeving in beeld

De inrichting van een wijk

Leerdoelen

Leerdoelen

Na deze paragraaf kan de leerling:

  1. Uitleggen wat wordt bedoeld met de inrichting van een wijk.
  2. Verschillende functies in een wijk herkennen en benoemen (zoals wonen, werken, recreatie).
  3. Aan de hand van een kaart een wijk analyseren op functies en inrichting.
  4. Uitleggen hoe een wijk op lokaal en regionaal niveau verbonden is.

Samenvatting

Samenvatting

De inrichting van een wijk wordt bepaald door de functies die er te vinden zijn, zoals wonen, werken, recreatie en verkeer. Elke wijk heeft zijn eigen kenmerken en kan sterk variëren in indeling, afhankelijk van de periode waarin de wijk is gebouwd en de behoeften van de bewoners.

Een voorbeeld is Soest, waar de wijk ‘Soestdijk’ wordt gebruikt om verschillende functies in kaart te brengen. Wijken kunnen worden geanalyseerd door te kijken naar een plattegrond en te letten op de functies en het gebruik van de ruimte. Het begrijpen van de opbouw van een wijk helpt om inzicht te krijgen in hoe mensen hun omgeving gebruiken.

Begrippenlijst

Begrippenlijst

  1. Wijk: Een gebied binnen een stad of dorp met een specifieke functie en inrichting.
  2. Functie: Het gebruik van een ruimte, bijvoorbeeld wonen, werken of recreëren.
  3. Plattegrond: Een kaart waarop de indeling van een gebied wordt weergegeven.
  4. Zoomniveau: Het niveau waarop je een gebied analyseert, van lokaal tot regionaal.

Extra informatie

Stel je voor dat je een urban planner bent en je de kans krijgt om een volledig nieuwe wijk te ontwerpen. In deze wijk moeten wonen, werken, en recreatie in balans zijn, met voldoende ruimte voor verkeer en groen. Je staat voor een aantal uitdagingen:

  • Hoe zorg je dat alle functies goed bereikbaar zijn voor de bewoners?
  • Hoe zorg je voor voldoende groen in de wijk zonder dat er te weinig woonruimte is?
  • Hoe houd je rekening met duurzaamheid en het gebruik van moderne technologieën?

Schrijf een kort plan waarin je uitlegt hoe jij deze wijk zou ontwerpen. Denk aan de ligging van huizen, werkplekken en recreatiegebieden, maar ook aan andere voorzieningen zoals scholen, winkels en openbaar vervoer. Geef ook aan waarom jouw ontwerp prettig is voor de bewoners en hoe het zich onderscheidt van bestaande wijken.

Oefenvragen

Oefenvragen

  1. Meerkeuzevraag: Wat is een belangrijk kenmerk van de inrichting van een wijk?

    • A) De aanwezigheid van bosgebieden
    • B) Het combineren van verschillende functies
    • C) Het bouwen van hoge gebouwen
    • D) Alleen geschikt zijn voor wonen
  2. Open vraag: Noem drie verschillende functies van een wijk en beschrijf hoe deze in jouw eigen omgeving zichtbaar zijn.

  3. Kaartopdracht: Gebruik de kaart van Soestdijk. Welke drie functies kun je herkennen? Beschrijf hoe deze functies met elkaar verbonden zijn.

  4. Discussievraag: Wat zijn volgens jou de belangrijkste elementen die een wijk leefbaar maken? Leg uit waarom deze belangrijk zijn.

  5. Praktische opdracht: Loop een rondje door je eigen wijk en maak een lijst van de verschillende functies die je tegenkomt. Maak een schets van een plattegrond en geef deze functies een kleurcode.

De Kinkerbuurt: inrichting en bewoners

Leerdoelen

Leerdoelen

Na deze paragraaf kan de leerling:

  1. Uitleggen wat de functies en kenmerken zijn van de Kinkerbuurt in Amsterdam.
  2. Het verschil benoemen tussen oude en nieuwe functies in een wijk, zoals wonen, werken en recreatie.
  3. Uitleggen wat het proces van "vernieuwing" betekent en hoe dit de Kinkerbuurt heeft veranderd.
  4. Begrijpen hoe bewonersgroepen in een wijk kunnen verschillen en wat dit betekent voor de samenstelling van een buurt.

Samenvatting

Samenvatting

De Kinkerbuurt is een wijk in Amsterdam die een rijke geschiedenis heeft en door de jaren heen veel veranderingen heeft doorgemaakt. Oorspronkelijk was deze buurt vooral bedoeld voor arbeiders, maar tegenwoordig wonen er verschillende groepen mensen, zoals studenten, jonge gezinnen en ouderen.

De vernieuwing van de Kinkerbuurt heeft ervoor gezorgd dat er betere woningen en nieuwe voorzieningen zijn gekomen. Winkels, cafés en restaurants hebben de buurt aantrekkelijker gemaakt. Dit proces wordt "gentrificatie" genoemd, waarbij een wijk aantrekkelijker wordt voor mensen met meer geld. Dit heeft echter ook gevolgen: sommige mensen kunnen de hogere huurprijzen niet meer betalen en moeten verhuizen.

De buurt heeft een gemengde bevolking met verschillende achtergronden. Het is belangrijk om te begrijpen hoe mensen in zo'n diverse wijk samenleven en hoe de inrichting van de wijk dit beïnvloedt.

Begrippenlijst

Begrippenlijst

  1. Kinkerbuurt: Een wijk in Amsterdam die bekendstaat om zijn mix van oude en nieuwe functies.
  2. Vernieuwing: Het proces waarbij een wijk wordt opgeknapt en aangepast aan de behoeften van nieuwe bewoners.
  3. Functie: Het doel van een ruimte, zoals wonen, werken of recreëren.
  4. Gentrificatie: Het proces waarbij een wijk aantrekkelijker wordt gemaakt voor rijkere bewoners, vaak met hogere prijzen als gevolg.
  5. Bevolkingssamenstelling: De manier waarop de mensen in een wijk zijn verdeeld, bijvoorbeeld op basis van leeftijd, inkomen of achtergrond.

Extra informatie

Stel je voor dat je een journalist bent die een artikel schrijft over de Kinkerbuurt. Je wilt onderzoeken hoe de veranderingen in de buurt het leven van bewoners beïnvloeden. Je interviewt drie mensen: een oudere bewoner die al 40 jaar in de buurt woont, een jonge student die er pas een jaar woont, en een winkeleigenaar.

Schrijf een kort verslag waarin je vertelt wat deze mensen denken over de veranderingen in de wijk. Vind je dat de veranderingen goed zijn voor iedereen, of zijn er ook nadelen? Zorg ervoor dat je verschillende meningen laat zien en dat je uitlegt hoe de Kinkerbuurt door de jaren heen is veranderd.

Oefenvragen

Oefenvragen

  1. Meerkeuzevraag: Wat is een van de belangrijkste veranderingen in de Kinkerbuurt?

    • A) Meer groen in de wijk
    • B) Nieuwe cafés en winkels
    • C) Meer fabrieken in de wijk
    • D) Lagere huurprijzen
  2. Open vraag: Noem twee voordelen en twee nadelen van het vernieuwen van een wijk zoals de Kinkerbuurt.

  3. Kaartopdracht: Kijk naar de kaart van de Kinkerbuurt. Welke functies kun je vinden in de wijk? Geef drie voorbeelden en leg uit hoe ze gebruikt worden.

  4. Discussievraag: Denk je dat vernieuwing altijd goed is voor een wijk? Waarom wel of niet?

  5. Praktische opdracht: Stel dat je in de Kinkerbuurt woont en je mag één ding verbeteren in de wijk. Wat zou je kiezen en waarom?

Stad of platteland

Leerdoelen

Leerdoelen

Na deze paragraaf kan de leerling:

  1. Het verschil uitleggen tussen stad en platteland, en beschrijven hoe deze gebieden op elkaar zijn afgestemd.
  2. Begrijpen waarom mensen op het platteland wonen of in de stad, en welke voor- en nadelen dit heeft.
  3. Uitleggen wat stedelijke gebieden zijn en hoe deze zich onderscheiden van landelijke gebieden.
  4. Analyseren hoe de stad Utrecht en omliggende gebieden zijn ontwikkeld en met elkaar verbonden.

Samenvatting

Samenvatting

Nederland kent een duidelijke verdeling tussen stedelijke gebieden en het platteland. In dorpen zoals Beesd is er veel ruimte voor natuur en landbouw, maar ook voor wonen en recreatie. Mensen kiezen ervoor om op het platteland te wonen vanwege de rust, het groen en de ruimte.

Tegelijkertijd zijn stedelijke gebieden, zoals Utrecht, belangrijk voor werk, winkelen, en andere voorzieningen. Steden zijn vaak goed bereikbaar en bieden veel kansen, maar ze zijn ook drukker en dichter bebouwd dan het platteland. De verbinding tussen stad en platteland is essentieel: veel mensen die op het platteland wonen, werken in de stad en maken gebruik van stedelijke voorzieningen.

Kaarten van Nederland laten zien hoe stedelijke gebieden zoals de Randstad zich onderscheiden van landelijke gebieden. Utrecht is een voorbeeld van een stad die zich uitbreidt en steeds meer verbonden raakt met omliggende dorpen en gemeenten. Deze ontwikkeling laat zien hoe stad en platteland samen functioneren in Nederland.

Begrippenlijst

Begrippenlijst

  1. Platteland: Gebied buiten de stad met veel ruimte voor landbouw, natuur en kleine dorpen.
  2. Stedelijk gebied: Gebied met veel gebouwen, mensen en voorzieningen, zoals werk en winkels.
  3. Landelijk gebied: Een gebied met weinig bebouwing en veel natuur, vergelijkbaar met het platteland.
  4. Randstad: Het dichtbevolkte en stedelijke gebied in het westen van Nederland, waar veel grote steden liggen.
  5. Verstedelijking: Het proces waarbij dorpen en kleine steden steeds meer op grotere steden gaan lijken door groei en ontwikkeling.

Extra informatie

Stel je voor dat je een expert bent die de toekomst van stedelijke en landelijke gebieden in Nederland onderzoekt. Je krijgt de opdracht om te bedenken hoe stad en platteland in de komende 50 jaar beter kunnen samenwerken.

Schrijf een kort plan waarin je uitlegt:

  • Hoe steden zoals Utrecht ervoor kunnen zorgen dat het platteland aantrekkelijk blijft om in te wonen.
  • Hoe mensen die op het platteland wonen toch goed gebruik kunnen maken van stedelijke voorzieningen.
  • Welke rol duurzaamheid en technologie kunnen spelen in het verbinden van stad en platteland.

Geef in je plan aan waarom jouw ideeën goed zijn voor zowel de natuur als voor de mensen die in Nederland wonen.

Oefenvragen

Oefenvragen

  1. Meerkeuzevraag: Wat is een kenmerk van het platteland?

    • A) Veel hoogbouw
    • B) Rust en ruimte
    • C) Drukke winkelstraten
    • D) Goede verbindingen met andere steden
  2. Open vraag: Noem twee verschillen tussen wonen in de stad en wonen op het platteland. Geef bij elk verschil een voorbeeld.

  3. Kaartopdracht: Bekijk de kaart van Nederland. Zoek een stedelijk gebied en een landelijk gebied op. Welke kenmerken zie je bij elk gebied? Beschrijf de verschillen.

  4. Discussievraag: Stel dat je moet kiezen tussen wonen in de stad of op het platteland. Wat zou je kiezen en waarom? Noem minstens twee redenen.

  5. Praktische opdracht: Ontwerp een nieuwe wijk die zowel kenmerken van de stad als van het platteland combineert. Wat zou je in deze wijk opnemen? Denk aan huizen, groen en voorzieningen.

Onderzoek in je eigen buurt

Leerdoelen

Leerdoelen

Na deze paragraaf kan de leerling:

  1. Uitleggen hoe verschillende buurten in een stad kunnen verschillen in functies en bewonerssamenstelling.
  2. Begrijpen wat een buurtprofiel is en hoe het helpt om inzicht te krijgen in een wijk.
  3. Uitleggen welke kenmerken en bewonersgroepen typerend zijn voor "De Veste" en "Hoofddorp" in Rijswijk.
  4. Analyseren hoe sociale en ruimtelijke kenmerken samenhangen in een buurt.

Samenvatting

Samenvatting

Elke buurt heeft zijn eigen kenmerken en bewonerssamenstelling. Dit wordt vastgelegd in een buurtprofiel, waarin informatie staat over de huizen, bewoners en voorzieningen in een wijk. Een buurtprofiel helpt om een beeld te krijgen van hoe een wijk eruitziet en hoe mensen er wonen.

In deze paragraaf worden "De Veste" en "Hoofddorp" in Rijswijk als voorbeelden besproken. De Veste is een rustige buurt met veel koopwoningen en een hoger inkomen per huishouden. De bewoners zijn vaak gezinnen of oudere stellen. Hoofddorp is daarentegen een buurt met meer sociale huurwoningen, wat zorgt voor een diversere bevolking met lagere inkomens.

Kaarten, grafieken en foto's laten zien hoe de twee buurten verschillen in woningtypes, voorzieningen en demografische gegevens. Het is belangrijk om te begrijpen hoe deze verschillen invloed hebben op het leven in de buurt en op de samenhang tussen bewoners.

Begrippenlijst

Begrippenlijst

  1. Buurtprofiel: Een overzicht van de kenmerken van een buurt, zoals woningtypes, inkomens en bewonerssamenstelling.
  2. Sociale huurwoning: Een woning die wordt verhuurd door een woningcorporatie en bedoeld is voor mensen met een lager inkomen.
  3. Koopwoning: Een woning die eigendom is van de bewoners.
  4. Bewonerssamenstelling: De groep mensen die in een buurt woont, bijvoorbeeld qua leeftijd, inkomen of achtergrond.
  5. Voorzieningen: Diensten en plekken in een wijk, zoals scholen, winkels en parken.

Extra informatie

Stel je voor dat je werkt bij een gemeente en de opdracht krijgt om een nieuwe buurt te ontwerpen in Rijswijk. Deze buurt moet aantrekkelijk zijn voor verschillende groepen mensen, zoals gezinnen, studenten en ouderen.

Schrijf een kort plan waarin je uitlegt:

  • Welke soorten woningen je in de buurt zou bouwen (bijvoorbeeld koopwoningen, sociale huurwoningen).
  • Welke voorzieningen je belangrijk vindt, zoals scholen, speeltuinen en winkels.
  • Hoe je ervoor zorgt dat verschillende bewonersgroepen goed met elkaar kunnen samenleven.

Beschrijf ook hoe je inspiratie haalt uit bestaande buurten zoals "De Veste" en "Hoofddorp" en wat je anders zou doen om de buurt uniek te maken.

Oefenvragen

Oefenvragen

  1. Meerkeuzevraag: Wat is een kenmerk van "De Veste" in Rijswijk?

    • A) Veel sociale huurwoningen
    • B) Bewoners met een hoger inkomen
    • C) Veel studentenwoningen
    • D) Drukke winkelstraten
  2. Open vraag: Noem drie verschillen tussen "De Veste" en "Hoofddorp" in Rijswijk en leg uit hoe deze verschillen invloed hebben op de bewoners.

  3. Kaartopdracht: Gebruik de kaart van Rijswijk om de ligging van "De Veste" en "Hoofddorp" te vergelijken. Wat valt je op aan de locaties en voorzieningen in beide wijken?

  4. Discussievraag: Waarom is het belangrijk om een buurtprofiel te maken? Denk aan het belang voor bewoners, stedenbouwkundigen en woningcorporaties.

  5. Praktische opdracht: Maak een buurtprofiel van jouw eigen buurt. Beschrijf de huizen, voorzieningen en de mensen die er wonen. Wat valt je op aan jouw buurt?

  • Het arrangement Je eigen omgeving in beeld is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Coen Sluijter
    Laatst gewijzigd
    2025-01-13 19:02:13
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze WikiWijs is een aanvulling op de lessen en de stof
    Leerniveau
    HAVO 1; VMBO gemengde leerweg, 1;
    Leerinhoud en doelen
    Aardrijkskunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    makkelijk
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.