Studiewijzer

Studiewijzer

Inleiding

Deze periode (30 augustus t/m 11 oktober) ga je werken aan Project 2.01 - Kringloop van een product. Hieraan doen de vakken economie, aardrijksunde, biologie en kunst mee. Ook bij Nederlands en Wiskunde is er soms een les die in het teken staat van het project.

In het project maken we kennis met Kringloop Den Haag, dé plek waar producten een tweede leven krijgen. Ook werken we samen met kunstenares Carolien Adriaansche, die allerlei kunstwerken maakt van plastic afval.

 

Wat ga je leren?

Tijdens het project leer je op verschillende manieren kijken naar producten die je in je dagelijks leven tegenkomt, bijvoorbeeld een spijkerbroek of een plastic beker. Je krijgt antwoord op vragen als:

  • Waarom en hoe worden producten gemaakt en wat gebeurt daar vervolgens mee?
  • Wat gebeurt er met onze aarde als we producten (laten) maken en hoe doen we dat op een goede manier?
  • Hoe wordt iets door de natuur geproduceerd en hoe hebben wij daar als mensen invloed op?
  • Hoe kan je van weggegooide producten weer iets nieuws maken?

 

Het project in één overzicht

In de figuur hieronder zie je in één overzicht wat we tijdens het project gaan doen. Vanuit de vakken economie, aardrijkskunde en biologie werk je iedere twee weken aan een onderzoeksverslag. Bij kunst ga je van weggegooide producten iets nieuws (een installatie) maken, iedere twee weken moet je weer een stap verder zijn. Het eindresultaat is de installatie die je met kunst hebt gemaakt en beschrijving van de installatie waarbij je de kennis uit de onderzoeksverslagen toepast.

 

 

Planning en rubrics

In het volgende hoofdstuk vind je een uitgebreide planning waarin je per week precies kunt zien wat we gaan doen.

Het hoofdstuk daarna bevat de opdracht van alle opdrachten die je tijdens het project moet inleveren.  

Planning

Hier vind je een planning per week. Je ziet wat voor soort activiteit het is, waar de activiteit over gaat en welk vak het is (P staat voor Project).

 

#

Datum

Activiteit

Onderwerp

Vak

 

Vrij 30/08

Ochtend

Introductie

Kringlopen en het project

Je krijgt een toelichting op het project: de leerdoelen, planning, en opdrachten.

P

Vrij 30/08

Middag

Eropuit

TrashUre Hunt: welke producten gooien we weg?

Je gaat met in Scheveningen met TrashUre Hunt op avontuur: weggegooide producten verzamelen, hierover leren en een deel hiervan mee naar het kunstlokaal.

P

1

Ma 02/09

Ochtend

Les

Behoeften en consumptie

Lesdoelen:

  • Je weet wat behoefte is en kunt uitleggen dat er verschil is tussen behoefte aan primaire en secundaire producten.
  • Je weet wat consumptie is en kunt uileggen waarom mensen consumeren.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen goederen en diensten en tussen gebruiksgoederen en verbruiksgoederen.

ECO

Di 03/09

Ochtend

Installatie

Vuilniszak met spullen van thuis en kennismaking Carolien

KU

Do 05/09

Ochtend

Les

Ecologische voetafdruk lokaal

Lesdoelen:

  • Je legt uit wat het begrip ecologische voetafdruk is en kunt deze voor jouw eigen gezin bepalen.
  • Je legt uit welke factoren de ecologische voetafdruk beïnvloeden (vergroten en verkleinen) en je kunt deze factoren toepassen voor jouw eigen gezin.
  • Je maakt een start met het in kaart brengen van je eigen voetafdruk.

AK

Vrij 06/09

Ochtend

Eropuit

Bezoek kringloopwinkel: Hergebruik van producten

Je gaat naar de kringloopwinkel en leert daar over het belang van hergebruik van spullen. Tijdens het bezoek aan de kringloopwinkel krijg je een aantal opdrachten.  

P

Vrij 06/09

Middag

Onderzoek

Onderzoeksverslag 1: ecologische voetafdruk

Meer informatie over de opdracht vind je bij het onderdeel Opdrachten.

P

2

Ma 09/09

Ochtend

Les

Functie van geld en welvaart

Lesdoelen:

  • Je kunt uitleggen wat de functie van geld is en welke soorten geld er zijn.
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen welvaart in enge zin, welvaart in ruime zin en welzijn.
  • Je kent verschillende manieren om welvaart te berekenen.

ECO

Di 10/09

Ochtend

Installatie

Materiaal sorteren + nieuwe functie

KU

Do 12/09

Ochtend

Les

Ecologische voetafdruk mondiaal

Lesdoelen

  • Je beschrijft en verklaart het verband tussen de bevolkingsgroei en ecologische voetafdruk.
  • Je beschrijft en verklaart het verband tussen de welvaart en ecologische voetafdruk.
  • Je maakt gebruik van atlaskaarten om verbanden aan te tonen.

AK

Vrij 13/09

Ochtend

Les

Uitgaven in een huishouden

Lesdoelen:

  • Je kunt uitleggen welk type uitgaven er zijn.
  • Je kunt uitleggen waarom verschillende huishoudens verschillende uitgaven hebben.
  • Je kunt een overzicht van uitgaven voor een huishouden maken.

ECO

Vrij 13/09

Middag

Onderzoek

Onderzoeksverslag 1: uitgaven huishouden en financiële effecten

Meer informatie over de opdracht vind je bij het onderdeel Opdrachten.

P

Vrij 13/09

Deadline

Deadline

Deadline onderzoeksverslag 1 en stap 1

P

3

Ma 16/09

Ochtend

Les

Schaarste en productiemiddelen

Lesdoelen:

  • Je kunt uitleggen wanneer iets schaars is, wat het effect is van schaarste en waarom schaarste anders is dan zeldzaam.
  • Je weet welke soorten productiemiddelen er zijn.
  • Je kunt uitleggen hoe schaarste en productiemiddelen de productiecapaciteit beïnvloeden.

ECO

Di 17/09

Ochtend

Installatie

Intuïtief aan de slag

KU

Do 19/09

Ochtend

Les

Productieproces en milieuvervuiling

Lesdoelen:

  • Je onderzoekt het productieproces van grondstof(fen) tot product.
  • Je legt uit hoe de productiecapaciteit het productieproces beïnvloedt.
  • Je beschrijft het begrip duurzaamheid.
  • Je herkent duurzame en niet-duurzame factoren in het productieproces.

AK/ECO

Vrij 20/09

Ochtend

Eropuit

Duurzame productieprocessen

Je gaat kijken bij het hoofdkantoor van Kringloop Den Haag en leert over productie, 3 P’s, repareren en recyclen. In de les op donderdag heb je vragen voorbereid.

P

Vrij 20/09

Middag

Onderzoek

Onderzoeksverslag 2: productiemiddelen

Meer informatie over de opdracht vind je bij het onderdeel Opdrachten.

P

4

Ma 23/09

Ochtend

Les

3 P’s: people, planet & profit

Lesdoelen:

  • Je omschrijft wat de term people, planet, profit te maken heeft met duurzame ontwikkeling;
  • Je legt uit, aan de hand van voorbeelden, waarom het belangrijk is dat people, planet en profit alle drie aandacht krijgen bij het produceren en consumeren van producten.
  • Je legt uit wat maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) is en wat het verschil is ten opzichte van greenwashing.

AK/ECO

Di 24/09

Ochtend

Installatie

Start met installatie + gered voorwerp Kringloop toevoegen

KU

Do 26/09

Ochtend

Les

Voedselketens

Lesdoelen:

  • Je benoemt de eigenschappen van ecosystemen en de rol van biotische en  abiotische factoren zoals bodem en water.
  • Je legt uit dat soorten in een gebied van elkaar afhankelijk zijn voor voedsel, schuilplaats en voortplanting.
  • Je construeert op basis van gegevens over  planten en dieren in een gebied een voedselketen en voedselweb.
  • Je benoemt in een voedselweb producenten en consumenten.
  • Je beredeneert de stabiliteit van een voedselweb.

BIO

Vrij 27/09

Ochtend

Onderzoek

Onderzoeksverslag 2: people, planet en profit (3 P’s)

Meer informatie over de opdracht vind je bij het onderdeel Opdrachten.

P

Vrij 27/09

Middag

Les

Energie en grondstoffen vastleggen: fotosynthese, koolstofdioxide en zuurstof

Lesdoelen:

  • Practicum 1: Cabomba is een stevige plant uit Zuid-Amerika die je veel in aquaria ziet. Met deze plant onderzoek je welk gas en hoeveel van dit gas planten in het licht maken.
  • Practicum 2: In het vorige practicum heb je geteld hoeveel belletjes Cabomba maakt bij een temperatuur van  20°C en een bepaalde lichtintensiteit. In de dit practicum ontdek je hoe koolstofdioxide de productie van de belletjes verandert.

BIO

Vrij 27/09

Deadline

Deadline

Deadline onderzoeksverslag 2 en stap 2

P

5

Ma 30/09

Ochtend

Les

Grondstoffen en duurzaamheid

Lesdoelen:

  • Leerlingen leren hoe niet-duurzaam omgaan met het milieu lokaal en mondiaal leidt tot versterkt  broeikaseffect.

AK/BIO

Di 01/10

Ochtend

Installatie

Verder met installatie

KU

Do 03/10

Ochtend

Les

Verbranding en CO2

Lesdoelen:

  • Practicum 3: Je onderzoekt hoeveel gas een gistoplossing in vijf minuten afgeeft.
  • Practicum 4: In dit practicum onderzoek je welke stoffen nodig zijn voor de verbranding en welke stoffen vrijkomen

AK/BIO

Vrij 04/10

Ochtend

Onderzoek

Onderzoeksverslag 3: scientific organizer en poster

Meer informatie over de opdracht vind je bij het onderdeel Opdrachten.

P

Vrij 04/10

Middag

Eropuit

Wanneer zijn grondstoffen (her)bruikbaar?

Je gaat langs bij een werkplaats waar ‘makers’ met weggegooide spullen van de kringloop weer nieuwe dingen maken. Deze makers kunnen je ook helpen met ideeën voor de installatie die je met kunst maakt.

P

Vrij 04/10

Deadline

Deadline

Deadline onderzoeksverslag 3 en stap 3

P

6

Ma 07/10

Ochtend

Eindresultaat en presentatie

Eindresultaat en -presentatie

De laatste week van het project heb je tijdens de projecturen en tijdens kunst de tijd om aan het eindresultaat te werken en voor te bereiden op de presentatie vrijdag.

 

Meer informatie over de opdracht vind je bij het onderdeel Opdrachten.

P

Di 08/10

Ochtend

KU

Do 10/10

Ochtend

P

Vrij 11/10

Ochtend

P

Vrij 11/10

Middag

P

Vrij 11/10

Deadline

Deadline

Deadline eindresultaat van installatie en onderzoeksverslagen

P

 

 

Opdrachten

Hier vind je een uitleg van de opdrachten voor de drie onderzoeksverslagen en het eindverslag. Onderaan de uitleg van elke opdracht vind je een rubrics schema waarin je ziet hoe de opdracht wordt beoordeeld.

Onderzoeksverslag 1

Ecologische voetafdruk

Breng jouw eigen ecologische voetafdruk in kaart. Beschrijf jouw ecologische voetafdruk in een word-document dat bestaat uit vier elementen:

  • Eten
  • Wonen
  • Reizen
  • Kleding

Beschrijf per element jouw leefstijl. Doe dit feitelijk, koppel er dus nog geen mening aan. Beschrijf vervolgens per element hoe de ecologische voetafdruk vergroot zou kunnen worden en hoe deze verkleind zou worden. Wees hierin realistisch met factoren die de ecologische voetafdruk kunnen veranderen. Gebruik per element minimaal 50 woorden.

 

Tabel: overzicht uitgaven

Maak daarnaast een overzicht van de uitgaven van jouw eigen huishouden (je gezin) voor de afgelopen maand. Dat doe je door een tabel te maken. Zet in de tabel:

  • de naam van het product (bijvoorbeeld: spijkerbroek)
  • de prijs van het product
  • of het product een verbruiksgoed of een gebruiksgoed.

Dit doet je voor tenminste 5 producten.

 

Tabel: financiële effecten

Maak een tweede tabel van de factoren die je hebt genoemd om je ecologische voetafdruk te vergroten of te verkleinen. Zet in de tabel:

  • Factor: hoe kan je de voetafdruk vergroten of verkleinen?
  • Element: gaat het om eten, wonen, reizen of kleding?
  • Financiële effect: hoeveel gaan de uitgaven omhoog of omlaag?

Dit doet je voor tenminste 5 factoren.

 

Onderzoeksverslag 1 maak je individueel, iedere leerling maakt z’n eigen verslag. Het verslag bestaat uit 600-800 woorden en 2 tabellen. Je moet het verslag uiterlijk 13 september 2024 inleveren via Teams. Hieronder is preciezer aangegeven waar je verslag uit moet bestaan.

Beschrijving voetafdruk (vier elementen*)                                    50 tot 100 woorden per element

Factoren vergroten voetafdruk (vier elementen*)                         50 tot 100 woorden per element

Factoren verkleinen voetafdruk (vier elementen*)                        50 tot 100 woorden per element

Overzicht uitgaven                                                                        1 tabel met minimaal 5 producten

Financiële effecten van gekozen factoren                                    1 tabel met minimaal 5 factoren

*De vier elementen die je telkens moet beschrijven zijn: eten, wonen, reizen en kleding.

 

In de tabel hieronder zie je hoe de opdracht wordt beoordeeld. Op alle onderdelen moet je tenminste ‘bijna in orde’ of ‘in orde’ scoren.

Criterium

Niet in orde

Bijna in orde

In orde

Voetafdruk

Geen goede beschrijving van je voetafdruk en niet alle elementen komen goed terug.

Een redelijke beschrijving van je voetafdruk waarin bijna alle elementen goed terugkomen.

Een goede beschrijving van je voetafdruk waarin alle elementen goed terugkomen.

Factoren vergroten

Geen goede factoren, niet realistische en niet voor alle elementen.

Redelijke factoren, maar niet realistisch en voor bijna alle elementen.

Goede en realistische factoren voor alle elementen.

Factoren verkleinen

Geen goede factoren, niet realistische en niet voor alle elementen.

Redelijke factoren, maar niet realistisch en voor bijna alle elementen.

Goede en realistische factoren voor alle elementen.

Overzicht uitgaven

Geen volledig overzicht met minder dan 5 producten, geen realistische prijzen en (vaak) onjuiste keuze voor type product.

Volledig overzicht met 5 producten, niet altijd realistische prijzen en niet altijd juiste keuze voor type product.

Volledig overzicht met 5 producten, realistische prijzen en juiste keuze voor type product.

Financiële effecten

Geen volledig overzicht met minder dan 5 factoren en geen goede beschrijving van financiële effecten.

Volledig overzicht met 5 factoren en bij de meeste factoren een redelijke beschrijving van financiële effecten.

Volledig overzicht met 5 factoren en goede beschrijving van financiële effecten.

 

 

Onderzoeksverslag 2

Je gaat producten recyclen tot een installatie. Deze producten zijn ooit al een keer gemaakt en daar zijn productiemiddelen voor nodig geweest. Productiemiddelen zijn opgedeeld in 3 soorten productiefactoren.

We vinden het belangrijk om bij het productieproces (tot iets nieuws) rekening te houden met de drie P’s. Door producten te recyclen houd je hier automatisch al rekening mee, maar ga vandaag met elkaar onderzoeken hoe je hier nog meer rekening mee kunt houden.

Hieronder zijn de drie productiefactoren en de drie P’s kort beschreven. Daarna volgt de opdracht.

Productiefactoren

  • Natuurlijke hulpbronnen (grondstoffen zoals water, fossiele brandstoffen, ijzererts)
  • Arbeid (mensen die werk verrichten voor productie)
  • Kapitaal (machines, transportmiddelen, gebouwen, geld)

 

People

Gaat over alle personen die te maken hebben met de organisatie. Het gaat dus om klanten, medewerkers, omwonenden, etc. Je wil met al deze personen rekening houden.  

 

Indicatoren zijn: werkgelegenheid, verhouding werkgever en werknemer, gezondheid en veiligheid, opleiding en onderwijs, diversiteit en gelijke kansen, mensenrechten en discriminatie, tegengaan van corruptie, eerlijke marketing, privacy van klanten.

 

Planet

Gaat over de manier waarop de organisatie met het milieu omgaat. Het gaat dan ook om duurzaamheid. Duurzaamheid is het zo omgaan met de natuur en het milieu dat toekomstige generaties ook op een fijne manier op deze aardbol kunnen leven.

 

Indicatoren zijn: Grondstoffen, energie en water, biodiversiteit, uitstoot, afvalwater en -stoffen en producten, diensten en transport.

 

Profit

Gaat over het  maken van winst en toevoegen van economische waarde. Daarnaast gaat het om maatschappelijk verantwoord ondernemen en is de vraag hoe je rekening houdt met innovatie, kwaliteit en reputatie.

 

Indicatoren zijn: economische waarde, bijdrage aan lokale economie, bedrijvigheid, bijdrage aan het economisch systeem.

 

Productiefactoren

Beschrijf voor één van de producten in jullie installatie welke productiemiddelen zijn ingezet om dit product te maken. Beschrijf de middelen die zijn ingezet voor de 3 productiefactoren (natuurlijke hulpbronnen, arbeid en kapitaal) en gebruik per factor 50 tot 100 woorden.

 

3 P's: people, planet en profit

Beschrijf daarnaast voor één van de producten in jullie installatie hoe bij productie en verkoop beter rekening gehouden kan worden met de 3 P’s. Noem per P minimaal 3 manieren. Gebruik per manier tussen de 50 en 100 woorden.

 

Onderzoeksverslag 2 maak je individueel, iedere leerling maakt z’n eigen verslag. Het verslag bestaat uit 600-800 woorden. Je moet het verslag uiterlijk 27 september 2024 inleveren via Teams.  Hieronder is preciezer aangegeven waar je verslag uit moet bestaan.

Beschrijving productiefactoren (3 productiefactoren)                   50 tot 100 woorden per factor

Rekening houden met people (3 manieren)                                 50 tot 100 woorden per manier

Rekening houden met planet (3 manieren)                                  50 tot 100 woorden per manier

Rekening houden met profit (3 manieren)                                    50 tot 100 woorden per manier

 

In de tabel hieronder zie je hoe de opdracht wordt beoordeeld. Op alle onderdelen moet je tenminste ‘bijna in orde’ of ‘in orde’ scoren.

Criterium

Niet in orde

Bijna in orde

In orde

Productiemiddelen

Geen goede beschrijving, minder dan 3 productiemiddelen en niet passend bij het gekozen product.

Een redelijke beschrijving van 3 productiemiddelen die matig past bij het gekozen product.

Een juiste beschrijving van 3 productie-middelen die past bij het gekozen product.

People

Geen goede beschrijving, minder dan 3 manieren en niet realistisch.

Een redelijke beschrijving van 3 manieren die niet helemaal realistisch is.

Een goede beschrijving van 3 manieren die ook realistisch is.

Planet

Geen goede beschrijving, minder dan 3 manieren en niet realistisch.

Een redelijke beschrijving van 3 manieren die niet helemaal realistisch is.

Een goede beschrijving van 3 manieren die ook realistisch is.

Profit

Geen goede beschrijving, minder dan 3 manieren en niet realistisch.

Een redelijke beschrijving van 3 manieren die niet helemaal realistisch is.

Een goede beschrijving van 3 manieren die ook realistisch is.

 

Onderzoeksverslag 3

Scientific organizer

Onderzoek doen, practicum uitvoeren  en dan ook nog je resultaten duideljk en netjes opschrijven? Een handige hulp die je op het JDC gebruikt is de Scientific Organizer: de wetenschappelijk organiseerder.

Het is een A4-tje waar je alle onderdelen van het onderzoek of practicum noteert. Als je dit netjes bij houdt ben je aan het eind van de les klaar met een mooi verslag van je onderzoek of practicum.

 

Poster

Met z'n drieen nadenken en ideeen ontwikkelen. Schrijven, uitvegen en verbeteren. Met de poster  ontwikkel je met eenm groepje je ideeen. Het fijne is dat je er ook bij mag staan en af en toe bij een ander groepje kan kijken.

 

De scientific organizer van onderzoeksverslag 3 maak je individueel en de poster maak je in je groepje. Je moet de scientific organizer en poster uiterlijk 4 oktober 2024 inleveren via Teams

 

In de tabel hieronder zie je hoe de opdracht wordt beoordeeld. Op alle onderdelen moet je tenminste ‘bijna in orde’ of ‘in orde’ scoren.

Criterium

Niet in orde

Bijna in orde

In orde

Scientific organizer

Uiterlijk

Je scientific organizer ziet er niet verzorgd uit en is niet goed te begrijpen.

Je scientific organizer ziet er niet verzorgd uit, maar is wel goed te begrijpen.

Je scientific organizer ziet er netjes verzorgd uit en is goed te begrijpen.

Onderzoek

De onderzoeksvraag, conclusie en opmerkingen zijn niet voldoende beschreven.

De onderzoeksvraag, conclusie en opmerkingen zijn redelijk beschreven.

De onderzoeksvraag, conclusie en opmerkingen zijn uitputtend en goed beschreven.

Eenheden

Je hebt je gegevens met eenheden niet op

juiste wijze genoteerd in tabellen en grafieken.

Je hebt je gegevens met eenheden

genoteerd in tabellen en grafieken.

Je hebt je gegevens met eenheden netjes en volledig genoteerd in tabellen en grafieken.

Onderbouwing

Uit de scientific organizer blijkt dat je dit onderzoek niet goed begrijpt en het niet goed kan uitleggen.

Uit de scientific organizer blijkt dat je dit onderzoek redelijk begrijpt en redelijk kan uitleggen.

Uit de scientific organizer blijkt dat je dit onderzoek goed begrijpt en duidelijk kan uitleggen.

Poster

Uiterlijk

Je poster ziet er niet verzorgd uit en is niet goed te begrijpen.

Je poster ziet er niet verzorgd uit, maar is wel goed te begrijpen.

Je poster ziet er netjes verzorgd uit en is goed te begrijpen.

Termen

De gevraagde termen zijn niet allemaal weergegeven en ook niet juist weergegeven.

Bijna alle gevraagde termen zijn weergegeven en juist weergegeven.

Alle gevraagde termen zijn weergegeven en juist weergegeven.

Begrippen

Uit de poster blijkt dat je de begrippen producent, consument, reducent en hun onderlinge relaties niet voldoende begrijpt.

Uit de poster blijkt dat je de begrippen producent, consument, reducent en hun onderlinge relaties redelijk begrijpt.

Uit de poster blijkt dat je de begrippen producent, consument, reducent en hun onderlinge relaties begrijpt.

Onderbouwing

Je kunt de inhoud van je poster niet goed onderbouwen.

Je kunt de inhoud van je poster redelijk onderbouwen.

Je kunt de inhoud van je poster goed onderbouwen.

 

Eindopdracht

Voor de eindopdracht gebruiken jullie de onderzoeken die jullie eerder hebben gedaan. In de eindopdracht beschrijf je het kunstwerk dat jullie met kunst hebben gemaakt. Dat doen jullie in de vorm van een ‘museumbordje’ dat je bij het kunstwerk kunt zetten. Dit bordje bestaat uit:

  • De naam van jullie kunstwerk
  • Een korte beschrijving van het kunstwerk en de producten die hiervoor zijn gebruikt
  • Een boodschap die jullie het publiek willen meegeven over o.a.:
    • hoe mensen hun ecologische voetafdruk kunnen verkleinen.
    • hoe bedrijven productiemiddelen verantwoord kunnen inzetten en beter rekening kunnen houden met de 3 P’s.
    • wat jullie hebben geleerd over energieverbranding, CO2-uitstoot en natuurlijke kringlopen.
    • wat jullie hebben geleerd van de bezoeken aan de kringloopwinkel, het hoofdkantoor van Kringloop Den Haag en de ‘makers’.

De boodschap moet passen bij de installatie.

 

De eindopdracht maak je in de groepjes waarmee je ook bij kunst werkt, ieder groepje maakt een eigen ‘museumbordje’. De eindopdracht is maximaal 1 A4 (Aptos, lettertype 12). Jullie moeten het eindverslag uiterlijk 11 oktober 2024 om 12.00 uur inleveren via Teams.  Hieronder is preciezer aangegeven waar jullie eindopdracht uit moet bestaan.

Naam kunstwerk                                n.v.t.

Namen leerlingen                              n.v.t.

Beschrijving installatie                       50 tot 100 woorden

Boodschap voor publiek                    250 tot 500 woorden

In de tabel hieronder zie je hoe de opdracht wordt beoordeeld. Op alle onderdelen moet je tenminste ‘bijna in orde’ of ‘in orde’ scoren.

Criterium

Niet in orde

Bijna in orde

In orde

Naam en beschrijving

Een naam, maar geen goede beschrijving.

Een prima naam en een redelijke beschrijving.

Een originele naam en een passende en volledige beschrijving.

Boodschap publiek

Geen passende boodschap en eerder onderzoek en kennis zijn onvoldoende toegepast.

Een redelijke boodschap waarin eerder onderzoek en kennis redelijk zijn toegepast.

Een mooie boodschap waarin eerder onderzoek en kennis goed zijn toegepast.

 

  • Het arrangement Studiewijzer is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2024-09-27 09:38:06
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Hier vind je de studiewijzer van het project en de rubrics voor de opdrachten die je tijdens het project maakt
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.