Verdeling en diversiteit

Verdeling en diversiteit

Inleiding

Welkom bij de handleiding voor een lessenserie over verdeling en diversiteit voor groep 8. Deze lessenserie is ontworpen om kinderen bewust te maken over diversiteit en verdeling en de verschillende vormen ervan. Door middel van interactieve activiteiten en educatieve discussies zullen de leerlingen inzicht krijgen in diversiteit in afkomst, diversiteit in man en vrouw en verdeling tussen arm en rijk. Deze achtergrondinformatie biedt een stevige basis om de lesinhoud te begrijpen en helpt u als docent om de lessenserie effectief te begeleiden. 

Deze lessenserie sluit goed aan bij wereldburgerschap. Door deze lessen te geven zullen de leerlingen zich meer bewust worden over de Nederlandse samenleving en leren ze hoe ze zelf een bijdragen kunnen leveren voor een fijne en inclusieve samenleving. 

Diversiteit verwijst naar de verscheidenheid aan kenmerken, eigenschappen, en culturen binnen een bepaalde groep of omgeving. Deze omvatten maar zijn niet beperkt tot verschillen in geslacht, etniciteit, leeftijd, sociaaleconomische status, en geloofsovertuigingen.

Aan de andere kant hebben we verdeling, wat verwijst naar de manier waarop middelen, kansen, en macht worden verdeeld binnen een samenleving. Deze verdeling kan gelijk of ongelijk zijn, en het kan grote invloed hebben op het welzijn en de kansen van individuen en groepen binnen een samenleving.

Deze lessenserie legt de nadruk op diversiteit en verdeling in de Nederlands samenleving en hoe deze zorgt voor ongelijkheid. 

Bij het geven van de lessen heeft de leerkracht de volgende achtergrondinformatie nodig:

Les 1 Introductie diversiteit en verdeling
Bij de eerste les van deze lessenserie is het belangrijk om de nadruk te leggen op de verschillen in onze samenleving. 
Op papier heeft iedereen dezelfde kansen in Nederland, de realiteit is helaas anders. 

Les 2 diversiteit man en vrouw
Deze les zal voornamelijk gaan over de verschillen tussen man en vrouw. Er zijn veel uitspraken, kenmerken en gewoontes waarmee de samenleving het verschil tussen man en vrouw vergroot. Bijvoorbeeld ‘Echte mannen huilen niet’ of ‘Vrouwen kunnen niet autorijden’. Door deze stereotyperende uitspraken worden kinderen met een bepaald idee over mannen en vrouwen opgevoed.
In Nederland is het verschil tussen man en vrouw het best zichtbaar op de arbeidsmarkt. Vrouwen verdienen gemiddeld 13% minder dan hun mannelijke collega's. 

Les 3 Verdeling arm en rijk
Bij deze les is het onderwerp arm en rijk. Hierbij gaat het om Nederland. Er zijn twee soorten armoede:
sociale armoede: Als er niet genoeg geld is om mee te gaan met het normale maatschappelijke leven. Denk hierbij aan sportclubs of dagjes uit.
Absolute armoede: Er is niet genoeg geld is om de basisbehoefte te kunnen voorzien. Denk hierbij aan gezond eten of huisvesting, maar ook aan het niet kunnen veder studeren na de middelbare school. 
Het grote verschil tussen arm en rijk kan gevaarlijk zijn voor de samenleving. In deze samenleving zijn er hogere misdaadcijfers, volle gevangenissen, meer mensen met obesitas, meer mensen met psychische ziekten, meer zelfmoorden en meer tienermoeders. 
In Nederland groeien op dit moment 209 duizend kinderen op in armoede. 

Veel succes met het geven van de lessen!
 

Hoofddoelstelling en kerndoelen

Hoofddoelstelling:
Aan het eind van de lessenserie kunnen de leerlingen uitleggen dat diversiteit en verdeling in veel verschillende vormen voorkomt en dat er veel verschillende oorzaken zijn. Dit leren ze aan de hand van verschillende, interactieve, leerzame lessen die de verschillende vormen van diversiteit behandeld. 

Kerndoelen les 1:
kerndoel 37
De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. 
leerlijn: vooroordelen, stereotypen en tolerantie gelijkwaardigheid
etnische groepen in de samenleving 
kerndoel 1
De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. 
luisterstrategieën inzetten 

Kerndoelen les 2:
kerndoel 37
De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. 
leerlijn: vooroordelen, stereotypen en tolerantie gelijkwaardigheid in sekse
beroepen en sekse 
kerndoel 3
De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren. 
informatie op waarde schatten, ondermeer in relatie tot de bron argumenten ter ondersteuning van de eigen mening geven.


Kerndoelen les 3:
kerndoel 37
De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. 
kans op werk, werkloosheid, uitkeringen en sociale voorzieningen 
 

Les 1 Introductie diversiteit en verdeling

Voorbereiding

Vakken: Wereldoriëntatie en taal 
Lesuur: 60 minuten 

Didactische werkvormen: 
Motiverende opening: Spelvorm 
Kern: Kringgesprek/ Taalronde 

Materiaal:
Blad met stellingen
Kaartjes met verschillende personages
Tape, alleen nodig als de speelzaal geen lijnen heeft 

Beginsituatie:
Wereldoriëntatie : De leerlingen hebben nog niet eerder een les over diversiteit gehad. De leerlingen kennen de begrippen: discriminatie, verschillen en ongelijkheid en ze kunnen deze begrippen toelichten.
Spel: De leerlingen weten wat stellingen zijn en ze kunnen zich verplaatsen in een ander.
Taal: De leerlingen kunnen een gesprek voeren over een gegeven onderwerp. Ze kunnen luisteren naar elkaar en gericht vragen stellen. Ook weten de leerlingen dat bij het schrijven van een tekst, een zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt. 

Lesdoel:
Aan het eind van de les hebben de leerlingen door het spel Over de streep te spelen inzicht gekregen in hoe diversiteit en verdeling eruit ziet en kunnen ze dit betrekken op zichzelf en op een ander. Ze kunnen de begrippen uitleggen door erover in gesprek te gaan en er een verhaal over te schrijven. 
 

Kern van de les

Video die dit principe laat zien (Amerika)

Motiverende opening:
De hele klas gaat naar de speelzaal. Iedereen krijgt van mij een kaartje met daar op een rol die de kinderen ‘spelen’. Ik lees stellingen voor, bij elke stelling moeten leerlingen een stap naar voor of naar achter doen.

Bijvoorbeeld: mijn ouders zijn nog bij elkaar, minimaal een van mijn ouders heeft aan een universiteit gestudeerd, mijn ouders zijn in Nederland geboren. 

Aan het eind van het spel staat er 1 leerling vooraan en 1 leerling achteraan. De leerkracht laat de kinderen om zich heen kijken vanaf de plek waar ze zijn geëindigd. Wat zien jullie nu? Wat zou dit kunnen betekenen? ( voorkennis activeren)

Dit is hoe kansenongelijkheid er in het echt uitziet. Op papier hebben we allemaal dezelfde kansen om een doel te bereiken. Dat doel is helemaal vooraan. Er zijn kinderen die maar één stap hoeven te zetten om het doel te bereiken, maar er zijn ook kinderen die vanaf achter moeten komen en tien keer zoveel stappen moeten zetten. Deze les leren jullie wat kansenongelijkheid is en waaraan je het kan herkennen bij jezelf en bij anderen.

De les bestaat uit het spel, en een taalronde.

Ga met de kinderen in een kring zitten.
De kinderen moeten nadenken over ongelijkheid. Hebben ze er zelf ooit mee te maken gehad? Is er verschil tussen jou en de persoon van je kaartje? Na twee minuten denken gaan ze er met hun buurman/vrouw over praten. Vervolgens delen ze het met de rest van de klas.

We gaan terug naar het lokaal, hier krijgen de kinderen de opdracht om wat ze net gezegd en bedacht hebben op te schrijven. Het moet minimaal 1 kantje zijn en ze moeten het bij mij inleveren als ze klaar zijn.

Afsluiting

Bespreek wat de leerlingen van het spel vonden?
Hebben de leerlingen nieuwe dingen over een klasgenoot geleerd? 
 

Les 2 diversiteit man en vrouw

Voorbereiding

Vakken: Wereldoriëntatie en taal 
Lesduur: 60 minuten 
Didactische werkvormen: Debat en Samenwerken 

Materiaal:
Kaartjes met stellingen 

Beginsituatie:
De leerlingen hebben in de eerste les uit de serie geleerd wat diversiteit en verdeling is en dat dit verschillende oorzaken en gevolgen heeft. De leerlingen weten wat stellingen zijn en hebben al meerdere malen geoefend met debatteren.
De leerlingen weten wat een goede bron is en wat een bron betrouwbaar maakt.
De leerlingen weten dat ze tijdens een debat naar elkaar luisteren. 

Lesdoel:
Aan het eind van de les hebben de leerlingen kennis gemaakt met de verschillen tussen mannen en vrouwen en de stereotyperende kenmerken als: mannen zijn sterker, meisjes kunnen niet bij de politie. De leerlingen vormen een mening bij stellingen over desbetreffend onderwerp en kunnen deze mening onderbouwen met verschillende argumenten. 
 

Kern van de les

Motiverende opening:
op het bord staan 4 uitspraken; 
.... kunnen niet autorijden
Echte .... huilen niet
.... zijn sterker
.... kunnen minder goed vechten 

De leerlingen moeten op de puntjes invullen of ze denken dat het over mannen of vrouwen gaat.
Welke vorm van ongelijkheid herkennen de leerlingen in de uitspraken?
De leerkracht leert hen hoe zij een mening kunnen vormen over ongelijkheid tussen man en vrouw 
Dit gaan jullie doen door eerst klassikaal te oefenen met stellingen en vervolgens zelf aan de slag te gaan. 

Kern:
Er zijn veertien kaartjes met stellingen, deze liggen ondersteboven op tafel. Vraag een kind naar voren die de stelling eerst hardop voorleest en vervolgens zijn mening over de stelling verteld. Vervolgens vraagt de leerkracht ook bij een paar andere leerlingen hun mening bij de stelling.

Als ze deze niet willen geven hebben ze een post-it die ze in de lucht mogen houden. 
De leerkracht doet dit met zoveel stellingen als mogelijk is. 

Als er genoeg stellingen behandeld zijn, verdeelt de leerkracht de klas in groepjes. In deze groepjes gaan de leerlingen aan de slag met een mening vormen bij een stelling. De stellingen waaruit de leerlingen kunnen kiezen zijn de stellingen die op de kaartjes staan. Elk groepje kiest dus een één kaartje. 

De opdracht is:
-Kies of jullie voor of tegen zijn
-Bedenk wat je kan zeggen om de stelling in te leiden 
-Bedenk minimaal twee argumenten bij de stelling.
-Bedenk een goed slot waarin je alles nog een keer samenvat. 
De leerlingen krijgen hier 25 min voor.

Na de 25 minuten begint het debat.
De groepjes gaan om de beurt hun stelling en argumenten aan de klas vertellen. De klas mag hier niet op reageren. 
 

Afsluiting

Hoe ging het samenwerken?
Is het gelukt om een eigen mening te vormen? 
 

Les 3 Verdeling arm en rijk

Voorbereiding

Vakken: Wereldoriëntatie, filosofie en Beeldende vorming 
Lesduur: 60 minuten 
Didactische werkvormen: Filosofisch gesprek en Samenwerken 
Materiaal: papier, stiften, posterpapier, karton, post-its en potloden 

Beginsituatie:
De leerlingen weten dat er diversiteit is.
De leerlingen hebben in de lessen voorafgaand over diversiteit gehad en kunnen benoemen dat er ongelijkheid is op verschillende vlakken waaronder man/vrouw, rijk/arm en afkomst.
De leerlingen hebben één keer eerder een filosofisch gesprek gevoerd, dit is nog redelijk nieuw voor de leerlingen. 

Lesdoel:
Aan het eind van de les hebben de kinderen gefilosofeerd; vragen gesteld en vragen beantwoord over arm en rijk. De leerlingen kunnen de verschillen uitleggen en vertellen dat het opgroeien in een arme omgeving betekent dat je oneerlijke kansen hebt en niet hetzelfde kan doen als andere kinderen. De leerlingen hebben in groepjes nagedacht over een oplossing voor dit sociale probleem. Deze oplossing wordt aan het eind van de les klassikaal gepresenteerd door het maken van een informatiefolder. 
 

Kern van de les

Motiverende opening:
Laat de leerlingen in één minuut zoveel mogelijk dingen opschrijven wat ze vandaag allemaal al gedaan hebben/ gebruikt hebben wat geld heeft gekost.
Als de minuut om is, maakt de leerkracht samen met de klas een woordweb. Schrijf de antwoorden van de kinderen op.
Vervolgens stelt de leerkracht de vraag: Wat zou dit met ongelijkheid te maken kunnen hebben? ( arm en rijk)

Vandaag leren jullie wat ongelijkheid tussen arm en rijk is en bedenken jullie een oplossing.
We gaan zo een filmpje kijken, over het filmpje volgt een filosofisch gesprek, dan gaan jullie in groepjes een oplossing bedenken en als laatst gaan jullie deze oplossingen presenteren. 

Kern: 
De les begint met het bekijken van een aflevering Dus ik ben arm/rijk.
Vervolgens gaat de groep in een kring zitten.

Aan de hand van de aflevering die de kinderen net hebben gekeken gaat er een filosofisch gesprek plaatsvinden. Eerst wordt er met de leerlingen besproken waar de aflevering over ging. Welke thema’s herkenden ze? Zijn er eventuele vragen die de kinderen hebben? 

Het filosofisch gesprek gaat van start. Tijdens dit gesprek heeft de leerkracht de rol van gespreksleider.
De leerkracht kan zelf bepalen over welke vraag er gefilosofeerd gaat worden, of u kunt samen met de leerlingen een vraag bedenken en stemmen. Voorbeeld vragen die eventueel gebruikt kunnen worden zijn: 

Is iedereen gelijk? Waarom wel of niet?
• Heb je dan ook gelijke kansen? Waarom wel of niet? 
•Hoe komt het dat je niet altijd dezelfde kansen krijgt? Is dat eerlijk?
• Wat is eigenlijk eerlijk?
• Is gelijkwaardigheid hetzelfde als gelijkheid?
• In de kinderrechten is vastgelegd dat elk kind recht heeft op onderwijs. Toch krijgt niet elk kind hetzelfde onderwijs, hoe komt dat? Is dat goed of juist niet en waarom dan? 
• Welke verschillen kunnen er zijn tussen kinderen? Hoe kun je met verschillen omgaan? 

De leerkracht geeft de kinderen een beurt en vat antwoorden samen. Er is geen goed of fout antwoord bij het gesprek. De leerkracht geeft zelf geen input of mening. 
Als het gesprek is afgerond, verdeelt de leerkracht de kinderen in groepjes van vier.
In deze groepjes gaan de leerlingen aan de slag.
De leerlingen krijgen de opdracht om een oplossing te bedenken om iedereen gelijk te maken. Ze mogen hier hun fantasie bij gebruiken. 

De leerlingen gaan een poster maken en moeten een zo overtuigend mogelijk idee bedenken.
Wat de leerlingen naast een poster kunnen maken:
-Een informatiefolder 
-Zelfbedacht/ gemaakt materiaal dat nodig is voor het uitvoeren van het idee 

Als de tijd om is hangt de leerkracht de posters op rond het lokaal. De leerlingen lopen langs alle posters. Bij elke poster kan de leerkracht een blad neerleggen waar de leerlingen tips, tops en vragen op kan schrijven over het idee. Deze kunt u vervolgens klassikaal bespreken. 
 

Afsluiting

Terugkijken of het lesdoel behaald is. Stemmen welk idee het beste was en waarom. 

  • Het arrangement Verdeling en diversiteit is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Marieke Brugman
    Laatst gewijzigd
    2024-07-09 14:51:55
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Deze les is gemaakt door: Sofie Carsten

    Kirsten van der Lans

    Cate van der Lip

    Hogeschool Leiden

     

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Welkom bij de handleiding voor een lessenserie over verdeling en diversiteit voor groep 8. Deze lessenserie is ontworpen om kinderen bewust te maken over diversiteit en verdeling en de verschillende vormen ervan. Door middel van interactieve activiteiten en educatieve discussies zullen de leerlingen inzicht krijgen in diversiteit in afkomst, diversiteit in man en vrouw en verdeling tussen arm en rijk. Deze achtergrondinformatie biedt een stevige basis om de lesinhoud te begrijpen en helpt u als docent om de lessenserie effectief te begeleiden.
    Leerniveau
    PO groep 8;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Video die dit principe laat zien (Amerika)
    https://youtu.be/4K5fbQ1-zps?si=LAGACRdSrvuMjfic
    Video
    Dus ik ben arm of rijk
    https://schooltv.nl/video/dus-ik-ben-jr-dus-ik-ben-armrijk/  
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.