Grammatica woordsoorten

Grammatica woordsoorten

Welkom!

Welkom bij deze WikiWijs over grammatica woordsoorten. Je gaat alle onderdelen langs en maakt ook alle opdracht die klaarstaan. Veel succes!

 

Laat het mij vooral weten als je nog vragen hebt.

Lidwoord

Er zijn drie lidwoorden: de, het en een 

 

Bepaald lidwoord = de + het 

Onbepaald lidwoord = een 

 

 

Zelfstandig naamwoord

Een zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, dier, plant, ding of gevoel: jongen, eekhoorn, tafel, stad, blijdschap

Een eigennaam is ook een zelfstandig naamwoord: Sjoerd, Peters, Dordrecht

Bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord noemt een eigenschap of kenmerk van een zelfstandig naamwoord -> een leuke klas, veel nieuwe leerlingen

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord -> van welke stof iets is.
- het houten hek / een houten hek
- de gouden ring / een gouden ring
- de plastic pop / een plastic pop

Het staat meestal vóór het zelfstandig naamwoord
een mooie film     de kleine fiets

Soms staat het achter het zelfstandig naamwoord
de film is mooi      de fiets is klein

Heeft vaak een korte vorm en een lange vorm
  een nieuw huis - het nieuwe huis - de nieuwe huizen

Oefenen

Werkwoorden

Hulpwerkwoord

Hulpwerkwoorden komen voor in elke zin met meer dan één werkwoord. Ze 'helpen' het gezegde te maken; denk aan: hebben, zijn, worden, zullen, kunnen en mogen.

Als er meerdere werkwoorden in de zin staan, staat het zelfstandige werkwoord meestal achter in de zin. Alle overige werkwoorden, dus ook de persoonsvorm, zijn hulpwerkwoorden.

Het hulpwerkwoord is het woord dat verandert als je de zin in een andere tijd zet. Dit is dan altijd de persoonsvorm.

Zelfstandig werkwoord

Als er een zin met een werkwoordelijk gezegde maar één werkwoord staat, dan is dat een zelfstandig werkwoord. Het geeft aan wat het onderwerp 'doet', bijvoorbeeld: studeren, tennissen, tuinieren, kwispelen

In een zin staat altijd maar één zelfstandig werkwoord.

Koppelwerkwoord

Koppelwerkwoorden komen voor bij het naamwoordelijk gezegde.

Het koppelt het onderwerp aan het naamwoordelijk deel.

Er staat altijd maar één koppelwerkwoord in de zin. De andere werkwoorden zijn hulpwerkwoorden.

zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken en voorkomen

- Hij wordt vast zanger.

- Het huis leek onbewoond.

- Mijn zusje wil schrijfster worden.

Oefenen

Maak de twee onderstaande oefenening. Let op: bij de tweede oefening moet je de afkortingen gebruiken (hww, zww en kww). 

 

Voornaamwoorden

Persoonlijk voornaamwoord

Persoonlijk voornaamwoorden zijn in de zin onderwerp of voorwerp.

 

  Onderwerp  Voorwerp 
Eerste persoon enkelvoud ik mij (me)
Tweede persoon enkelvoud  jij (je), u  jou (je), u 
Derde persoon enkelvoud  hij, zij (ze), hen, het  hem, haar, hen/hun, het 
     
Eerste persoon meervoud  wij (we) ons
Tweede persoon meervoud jullie, u jullie, u
Derde persoon meervoud zij (ze) hen / hun (ze)

 

Bezittelijk voornaamwoord

Een bezittelijk voornaamwoord (bez.vnm) geeft aan van wie iets is. Het staat  vóór het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. Heel soms komt het zelfstandig voor.

  • Bijvoorbeeld: mijn jas, onze fietsen, haar bekendste liedje
  • Ieder doet het zijne

 

  enkelvoud meervoud 
eerste persoon mijn (de mijne) ons/onze (de onze)
tweede persoon jouw (je), uw (de jouwe, de uwe) jullie (je), uw (de uwe)
derde persoon zijn, haar, hun (de zijne, de hare, de hunne) hun (de hunne)

 

Wederkerend voornaamwoord

Het wederkerend voornaamwoord verwijst terug naar het onderwerp van de zin.

  • Ik zit mij voor het vensterglas onnoemlijk te vervelen.

 

  enkelvoud meervoud
eerste persoon me(zelf), mij(zelf) ons(zelf)
tweede persoon je(zelf), u(zelf), zich(zelf) je(zelf), u(zelf), zich(zelf)
derde persoon zich(zelf) zich(zelf)

 

Wederkerig voornaamwoord

Het wederkerig voornaamwoord geeft aan dat de actief of toestand in de zin wederzijds is: Noa verveelt Bram en Bram verveelt Noa -> Noa en Bram vervelen elkaar.

De wederkerige voornaamwoorden zijn: elkaar, elkander, mekaar

Oefenen

Kennisclips

Hulpwerkwoord, zelfstandig werkwoord en koppelwerkwoord

Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Wederkerend en wederkerig voornaamwoord

Alles oefenen

Blooket!

 

Klik op de bovenstaande knop om naar Blooket te gaan. Daar kan je zelfstandig gaan oefenen met de woordsoorten.

  • Het arrangement Grammatica woordsoorten is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Anissa Hadioui
    Laatst gewijzigd
    2024-06-12 22:40:06
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Grammatica woordsoorten: - Lidwoord - Zelfstandig naamwoord - Bijvoeglijk naamwoord - Koppelwerkwoord - Hulpwerkwoord - Zelfstandig werkwoord - Persoonlijk voornaamwoord - Bezittelijk voornaamwoord - Wederkerend voornaamwoord - Wederkerig voornaamwoord
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Oefenen lidwoord, zelfstandig naamwoord en bijvoeglijk naamwoord

    Voornaamwoorden oefenen

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.