Topografie 2-KB

Topografie 2-KB

Introductie

Hallo!

Deze wikiwijs is gebaseert op de methode 'Plein M' voor het niveau VMBO-BK, leerjaar 2.

In deze wikiwijs zijn alle topografie opdrachten en leerstof van het hele jaar verwerkt. Hier vind je informatie, oefenopgave en oefentoetsen.

De stof is op hoofdstuk ingedeeld.

Alle oefeningen kunnen meerdere keren gemaakt worden, en voor de oefentoets worden elke keer andere vragen gekozen.

Heel veel succes met leren!

Uitleg over deze Wikiwijs.

Indeling.

In deze wikiwijs is elk hoofdstuk op dezelfde manier ingedeeld:

Over dit hoofdstuk: een korte samenvatting van de informatie uit dit hoofdstuk.

Vragen uit het boek: dezelfde vragen die je in je boek hebt staan, maar dan digitaal.

Naam naar Locatie: je er wordt een land genoemd, jij moet deze aanklikken.

Locatie naar Naam: er wordt een land geselecteerd, jij moet hier de naam van geven.

Oefentoets: een selectie van 20 vragen van alle Naam naar Locatie, en Locatie naar Naam vragen door elkaar heen.

Landenlijst: een lijst alle landen en hun locatie.


Dingen om op te letten...

Wanneer er bij een Naam naar Locatie vraag staat: Klik op [locatie], klik dan op het bolletje van de locatie!

Wanneer er bij een Locatie naar Naam vraag staat: Dit is... [naam] hoef je niet lidwoorden in te vullen!


Verdere info.

Alle opdrachten en toetsen zijn zo vaak te maken als je wil.

De oefentoets geeft elke keer dat je deze maakt een nieuwe selectie van 20 vragen uit de 'Naam naar Locatie' en 'Locatie naar Naam' oefeningen van dat hoofdstuk. Ook kan je zien hoeveel vragen je goed of fout hebt gemaakt per categorie.

Hoofdstuk 1: Industrie Wereldwijd.

Over dit hoofdstuk...

In paragraaf 1... heb je geleerd over de tijd van burgers en stoommachines. Aan het begin van deze tijd werden producten op kleine schaal gemaakt, maar toen mensen producten op grote schaal gingen maken begon de moderne tijd. Mensen kwamen er aan het begin van de 19e eeuw achter dat je hout en steenkool als energiebron kon gebruiken, en veel handaarbeid werd vervangen door stoommachines. Uiteindelijk kwam er zo de industriële revolutie op gang. Dit begon in Groot-Brittanië en kwam pas redelijk laat in Nederland. Halverwege de 19e eeuw kwamen er in ons land spoorwegen en kanalen.

In paragraaf 2... heb je geleerd dat Europese landen tussen 1870 en 1914 hun kolonies sterk uitbreidde. Dit heet imperialisme, en werd veroorzaakt door onder andere behoefte aan een afzetmarkt en europeanisering. Bijna heel Afrika en grote delen van Zuid-Azië was verdeeld in kolonies. Vooral het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en ook Nederland hadden veel kolonies. Nederland breidde zijn macht uit in Nederlands-Indië (nu Indonesië) en hield in Amerika de kolonies Suriname en de Nederlandse Antillen. Pas in 1863 werd de slavernij in Nederland afgeschaft, mede door het abolitionisme en nationalisme in veel naties.

In paragraaf 3... heb je geleerd over de geologie. Op de geologische tijdschaal kan je de ontwikkeling van het leven op aarde zien, en deze is verdeeld in vier grote tijdperken. Bepaalde kunnen aan de hand van fossielen bepalen uit welke tijd dit fossiel komt, en daarmee kun je bewijsen welke planten en dieren er vroeger voorkwamen. Ook weten we dat er in de ondergrond van Nederland delfstoffen zoals steenkool, aardgas en aardolie voorkomen die zijn ontstaan uit plantenresten en plankton.

In paragraaf 4... heb je geleerd over werk over de hele wereld. We kunnen een verdeling maken dussen drie sectoren. De primaire sector (beroepen in de landbouw, mijnbouw of visserij) was groot in de 19e eeuw, en nu vooral nog in armere landen. De secundaire sector (het produceren van producten) kwam op gang door de industriële revolutie. De tertaire sector (diensten en kennis) is vooral groot in rijkere landen, en drijft op kennis, informatie en bijvoorbeeld data.

 

 

Vragen uit het boek.

Naam naar Locatie.

Locatie naar Naam.

Oefentoets

Landenlijst.

LET OP!!

Onder deze foto staat de lijst van landen die je moet leren en hun locaties. Gebruik deze lijst ook echt om te leren, en niet om alleen de antwoorden in je boek in te vullen! Deze website is gemaakt als hulpmiddel, niet als spiekbrief, en je mag deze website natuurlijk niet mee nemen je toets in...

Maak de slimme keuze!!

 

1. Suriname. 16. Somalië
2. Indonesië (Nederlands Indië) 17. Democratische Republiek Congo
3. Aruba 18. Namibië
4. Bonaire 19. Westelijke Sahara
5. Curaçao 20. Verenigde Staten
6. Saba 21. China
7. Sint Eustatius 22. Saudi-Arabië
8. Sint Maarten 23. Canada
9. Marokko 24. Chili
10. Algarije 25. Peru
11. Egypte 26. Brazilië
12. Mali 27. Australië
13. Nigeria 28. Rusland
14. Kenia 29. Zuid-Afrika
15. Angola

 

Hoofdstuk 2: Naar een industriële samenleving.

Over dit hoofdstuk...

In paragraaf 1... heb je geleerd over hoe Nederland een constitutionele monarchie werd, met een staadshoofd en ministers, en een eerste kamer en tweede kamer. Er werd onderscheid gemaakt tussen de liberalen en de conservatieven. Door de opkomst van de industrie werd Nederland een echt industriële samenleving, wat de sociale kwestie veroorzaakte. Arbeiders richtte vakbonden op om de leef- en werkomstandigheden te verbeteren.

In paragraaf 2... leerde je over kiesrecht, en hoe dit stapje voor stapje werd uitgebreid naar het algemeen kiesrecht, wat nederland een parlementaire democratie maakt. Er kwam meer emancipatie door bijvoorbeeld openbare scholen. Verder leerde je over de socialisten en communisten, die het bestuur van het land wouden veranderen, en over hoe feministen succesvol actie voerde tegen discriminatie.

In paragraaf 3... leerde je vooral over de regering. Kamerleden vormen samen fracties. Na de verkiezingen vormen een aantal politieke partijen samen de regeringspartijen. De partijen die hier niet bij horen zijn de oppositiepartijen. Het kabinet bestaat uit ministers en staatssecretarissen. Het kabinet en de koning vormen samen de regering. De koning is het staatshoofd, en de minister-president (premier) is de regeringsleider. De regering maakt wetten en de eerste en tweede kamer moeten deze goed keuren. Burgers hebben inspraak door te stemmen tijdens verkiezingen, maar ook via bijvoorbeeld demonstraties of een burgerinitiatief.

In paragraaf 4... hebben we het gehad over de provincies en gemeenten. In de gemeente worden plannen gemaakt door de gemeenteraad. De voorzitter van de gemeenteraad is de burgermeester, die samen met de wethouders het dagelijks bestuur van een gemeente vormt. Eén keer per vier jaar mag je stemmen voor de provinviale staten, die zich bezig houden met de provincies. Verder hebben we nog de waterschappen, die zich bezig houden met alles wat met water te maken heeft in Nederland. 

Vragen uit het boek.

Naam naar Locatie

Locatie naar Naam.

Oefentoets

Landenlijst.

LET OP!!

Onder deze foto staat de lijst van landen die je moet leren en hun locaties. Gebruik deze lijst ook echt om te leren, en niet om alleen de antwoorden in je boek in te vullen! Deze website is gemaakt als hulpmiddel, niet als spiekbrief, en je mag deze website natuurlijk niet mee nemen je toets in...

Maak de slimme keuze!!

 

1. Noordzee a. Kaapstad
2. Atlantische Oceaan b. Vuurland
3. Indische Oceaan c. Egypte
4. Kaap de Goede Hoop d. Israël
5. Grote Oceaan e. Panama
6. Kaap Hoorn f. Noorwegen
7. Suezkanaal g. Japan
8. Middellandse Zee h. Groenland
9. Rode Zee i. Nova Zembla
10. Panamakanaal k. Alaska
11. Caribische Zee    
12. Barentszzee    
13. Noordelijke IJszee    
14. Beringstraat    

 

Hoofdstuk 3: Oorlog en crisis.

Over dit hoofdstuk...

In paragraaf 1... begonnen we met de tijd van de wereldoorlogen. Spanningen liepen op door nationalisme, militarisme en de wapenwedloop. Uiteindelijk brak de Eerste Wereldoorlog uit. Hierin vochten de centralen tegen de geallieerden, en het werd een tweefrontenoorlog. In deze oorlog was Nederland neutraal.

In paragraaf 2... leerde je dat na de Eerste Wereldoorlog het Verdrag van Versailles werd getekend, en het een tijdje best heel goed ging met Europa. Mensen verdienden meer geld en consumptie nam toe. In 1922 kwam Mussolini aan de macht in Italië, en verspreidde hij zijn eigen ideologie, het fascisme, en maakte hij van Italië een totalitaire dictatuur. Ook in Duitsland kwam een nieuwe leider aan de macht, Adolf Hitler. Hij was van de nationaalsocialistische partij. Deze partij was fascistisch en racistisch, en maakte samen met de nazi's een einde aan de democratie om het land voor te bereiden op een nieuwe oorlog.

In paragraaf 3... ging het ineens over iets heel anders! De waterkringloop, en hoe water via gletsjers en gletsjerrivieren, gemengde rivieren, regenrivieren en grondwater terug de zee in stroomt. Gletsjers en gletsjerrivieren nemen veel verweringsmateriaal met zich mee. Water wat je kunt zien zoals zeeën, meren, rivieren en kanalen noemen we oppervlaktewater. Hier vind sedimentatie plaats.

In paragraaf 4... leerde we dat wateroverlast kan ontstaan door bijvoorbeeld piekafvoer of een orkaan. We moeten goed ons best doen om de waterbalans in balans te houden door bijboorbeeld stuwdammen. In landen waar te weinig water is hebben ze waterstress. Het ontzilten van zeewater kan een optie zijn om zout water zoet te maken, en door irrigatie met grondwater is er in droge gebieden toch landbouw mogelijk.

Vragen uit het boek.

Naam naar Locatie.

Locatie naar Naam

Oefentoets

Landenlijst

LET OP!!

Onder deze foto staat de lijst van landen die je moet leren en hun locaties. Gebruik deze lijst ook echt om te leren, en niet om alleen de antwoorden in je boek in te vullen! Deze website is gemaakt als hulpmiddel, niet als spiekbrief, en je mag deze website natuurlijk niet mee nemen je toets in...

Maak de slimme keuze!!

 

a.

Afsluitdijk

A.

Brouwersdam

1.

Lek

b.

Gooimeer

B.

Grevelingen

2.

Maas

c.

Houtribdijk

C.

Haringvlietdam

3.

Rijn

d.

Markermeer

D.

Maeslantkering

4.

Waal

e.

Noordoostpolder

E.

Oosterschelde

5.

IJssel

f.

Oostelijk Flevoland

F.

Oosterscheldekering

 

 

g.

Veluwemeer

G.

Westerschelde

 

 

h.

Wieringermeerpolder

 

 

 

 

i.

IJmeer

 

 

 

 

j.

IJsselmeer

 

 

 

 

k.

Zuidelijk Flevoland

 

 

 

 

Hoofdstuk 4: De Tweede Wereldoorlog.

Over dit hoofdstuk...

In paragraaf 1... heb je geleerd over het begin van de Tweede Wereldoorlog. Hitler nam verschillende gebieden in, en hoewel Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk met diplomatie een oorlog probeerde te voorkomen, viel Hitler in 1939 Polen binnen, en zo was de oorlog echt begonnen. Het was een blitzkriek, ook Nederland capituleerde en werd bezet. Vanaf 1943 werd het duitse leger teruggedrongen na meerdere invasies. Op 8 Mei 1945 gaf Duitsland zich over. Tijdens deze oorlog heeft antisemitisme een grote en verwoestende rol gespeeld. Tijdens de Holocaust werden Joodse mensen opgepakt bij Razzia's en naar concentratiekampen gebracht of gedeporteerd. Er kwamen ruim 6 miljoen Joden om.

In paragraaf 2... heb je geleerd over hoe de Duitsers censuur en terreur gebruikte om macht te behouden. Een klein aantal Nederlanders ging in het verzet en bood hulp aan onderduikers of maakte illegale krantjes. Een ander klein aantal koos voor collaboratie met de Duitsers. Ook heb je geleerd over hoe Japan zich aansloot bij Duitsland in de hoop een groot rijk te vormen. Bezette gebieden werden door Jappaners onderdrukt, en Europeanen werden opgesloten in jappenkampen. Vanaf 1944 bevreidden de geallieerden Zuid-Nederland. Na een zware hongerwinter werd ook West-Nederland bevrijd. Japan capituleerde pas op 15 augustus 1945 na het bombardement met atoombommen.

In paragraaf 3... heb je geleerd over Europa na de Tweede Wereldoorlog. In 1944 ontstond de Benelux om economische ontwikkeling en vrede te bevoorderen. Even later ontstond de EGKS en de EEG. In 1992 ontstond de EU, de Europese Unie, die na de oprichting sterk groeide. De EU wordt bestuurd door het Europees Parlement en de Europese Commissie. In 1945 werd ook de Verenigde Naties opgericht, waarin landen samenwerken voor vrede, vrijheid en welvaart. De Verenigde Naties heft de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens gemaakt, waar alle mensenrechten in staan vastgelegd.

In paragraaf 4... heb je geleerd over de Dodenherdenking die elk jaar op 4 mei plaats vind. De dag daarna, op 5 mei, vieren we Bevrijdingsdag, waarop we vieren dat we vrij zijn .

Vragen uit het boek.

Hoofdstuk 5: De macht verschuift.

Over dit hoofdstuk...

In paragraaf 1... zijn we begonnen aan de tijd van televisie en computer. De VS en Sovjet-Unie waren de grootmachten die beide tegen kolonialisme en voor zelfbestuur waren. Door de Japanse bezetting groeide het nationalisme in Azië. Na 1945 kwam er overal op aarde dekolonisatie op gang. Nederland wou Nederlands-Indië behouden, maar na een guerrillaoorlog en druk van de VS en de VN erkende Nederland de onafhankelijkheid van Indonesië. Toen in 1948 de Britten vertrokken uit het door hun gekoloniseerde Palestina, vestigde veel Joden zich daar en riepen zij de staat Israël uit.

In paragraaf 2... leerde je over het ontstaan van twee vijhandige blokken: het kapitalistische westblok met een vrijemarkteconomie, en het communistische oostblok met een planeconomie. Tussen deze blokken kwam het IJzeren Gordijn, en deze periode van vijhandschap noemen we de Koude Oorlog. Duitsland werd verdeeld tussen beide blokken, met de Berlijnse Muur als scheidingsmechanisme. De VS vocht in Vietnam verder met de communisten, maar veel burgers protesteerde tegen deze oorlog. In 1989 werd de Berlijnse Muur afgebroken en werd Oost- en West-Duitsland herenigd. In 1991 probeerde communisten met een staatsgreep de Sovjet-Unie te redden, maar dat mislukte.

In paragraaf 3... heb je geleerd over globalisering. Door de verbetering van communicatiemiddelen kan informatie veel sneller gedeeld worden dan vroeger. Door de digitalisering en de ICT zijn gebieden op aarde steeds beter met elkaar verbonden. Ook sociale media zorgt er voor dat globalisering toe neemt.

In paragraaf 4... heb je geleerd over de vrijemarkteconomie, en hoe dit voor veel bedrijven aantrekkelijk is als er vrijhandel is. Multinationale ondernemingen verplaatsen hun producten naar landen waar productie het goedkoopste is, waardoor de productieketen word opgedeeld in stukken. De productie van goederen is verschoven van Europa en de VS naar Azië. Dit noemen we de global shift en zorgt voor een nieuwe internationale arbeidsverdeling. Mainports zijn belangrijk voor het vervoeren van goederen. Brainports zijn belangrijk voor het vervoeren van kennis, en rond deze brainports ontstaat vaak een kenniseconomie.

Vragen uit het boek.

Naam naar Locatie.

Locatie naar Naam.

Oefentoets

Landenlijst

LET OP!!

Onder deze foto staat de lijst van landen die je moet leren en hun locaties. Gebruik deze lijst ook echt om te leren, en niet om alleen de antwoorden in je boek in te vullen! Deze website is gemaakt als hulpmiddel, niet als spiekbrief, en je mag deze website natuurlijk niet mee nemen je toets in...

Maak de slimme keuze!!

1.

Laos

A.

Gele Zee

2.

Cambodja

B.

Straat Formosa

3.

Vietnam

C.

Zuid-Chinese Zee

4.

Filipijnen

D.

Straat van Malakka

5.

Indonesië

E.

Indische Oceaan

6.

Pakistan

F.

Golf van Aden

7.

India

G.

Rode Zee

8.

Bangladesh

H.

Middellands Zee

9.

Myanmar

 

 

10.

Maleisië

 

 

11.

Rusland

 

 

12.

China

 

 

13.

Noord-Korea

 

 

14.

Zuid-Korea

 

 

15.

Japan

 

 

Hoofdstuk 6: Van oost naar west, van zuid naar noord.

Over dit hoofdstuk...

In paragraaf 1... heb je geleerd over Nederland na de oorlog. Nederland werd een verzorgingsstaat, en de toenemende welvaart zorgde voor dingen zoals sociale zekerheid en de AOW. Ook kochten mensen meer luxeartikelen, waardoor de globalisering toenam en opvattingen van mensen veranderden. Dit leidde tot ontkerkelijking, meer individualisering, meer diversiteit en minder respect voor autoriteiten. Door de diversiteit werd Nederland een pluriforme samenleving. Tijdens een grote economische crisis in 1978 en 2008 moest de overheid bezuinigen, waardoor Nederland meer een participatiesamenleving werd.

In paragraaf 2... leerde je over internationale verhoudingen, het ontstaan van nieuwe staten en hoe dit soms gepaard ging met seperatisme, burgeroorlogen en genocide. In het Midden-Oosten kwamen mensen in opstand tegen de machthebbers, en een kleine groep hiervan, de terroristen, pleegde aanslagen. De VS begon hierdoor een oorlog tegen het terrorisme. Deze onrust nam alleen maar toe, en ook de Arabische Lente leidde niet tot meer democratisering. Sommige burgeroorlogen werden steeds groter en verandereden in een internationaal conflict, zoals bijvoorbeeld in Syrië, waar sommige radicale groepen overal de sharia willen invoeren.

In paragraaf 3... heb je geleerd over migratie. Het verschil tussen binnenlandse migratie en buitenlandse migratie, de verschillende soorten migranten zoals arbeidsmigranten, vluchtelingen en asielzoekers, en de redenen voor migratie zoals kettingmigratie, koloniale migratie en gezinsmigratie.

In paragraaf 4... heb je geleerd over herkomstgebieden en bestemmingsgebieden. Wanneer veel hoog opgeleiden mensen hun land verlaten heet dit een braindrain. Veel bestemmingsgebieden hebben een integratiebeleid om de integratie van migranten te bevoorderen. Dit moet echter niet leiden tot assimilatie. Een land met veel verschillende bevolkingsgroepen noem je een multi-etnische samenleving. Als migranten gescheiden wonen van andere bewoners noem je dit segregatie. Als migranten terug verhuizen naar hun herkomstgebied noem je dit retourmigratie.

Vragen uit het boek.

Naam naar Locatie

Locatie naar Naam

Oefentoets

Landenlijst.

LET OP!!

Onder deze foto staat de lijst van landen die je moet leren en hun locaties. Gebruik deze lijst ook echt om te leren, en niet om alleen de antwoorden in je boek in te vullen! Deze website is gemaakt als hulpmiddel, niet als spiekbrief, en je mag deze website natuurlijk niet mee nemen je toets in...

Maak de slimme keuze!!

1.

Senegal

a.

Myanmar

2.

Mali

b.

Bangladesh

3.

Congo

c.

India

4.

Zimbabwe

d.

Afghanistan

5.

Somalië

e.

Irak

6.

Eritrea

f.

Syrië

7.

Zuid-Sudan

g.

Pakistan

8.

Libië

h.

Qatar

9.

Tsjaad

i.

Verenigde Arabische Emiraten

10.

Sudan

j.

Turkije

11.

Gabon

k.

Saudi-Arabië

12.

Angola

l.

Libanon

13.

Botswana

m.

Jordanië

14.

Zuid-Afrika

 

 

15.

Uganda

 

 

Hoofdstuk 7: Op weg naar een duurzame wereld.

Over dit hoofdstuk...

In paragraaf 1... heb je geleerd over de EU, en hoe het Verenigd Koninkrijk na een referendum de EU verliet, de Brexit. Ook leerde je over de problemen in de EU, zoals crisis, veel vluchtelingen en radicalisering. In de VS kwam veel polarisatie, waardoor ze vooral op zichzelf gericht waren. De BRICS-landen, de vijf snelgroeiende economieën, werken hard om onafhankelijk te blijven van het westen. China probeert bijvoorbeeld nieuwe verbindingen te maken door de Nieuwe Zijderoute.  India is ook een opkomende economie, maar hier is nog veel inkomensongelijkheid.

In paragraaf 2... heb je geleerd over het klimaat. De atmosfeer (dampkring) is niet overal even warm, waardoor er op aarde verschillende klimaten zijn. Broeikasgassen zorgen voor een natuurlijk broeikaseffect waardoor leven op aarde mogelijk is, maar door verbranding van fossiele brandstoffen ontstaat er een versterkt broeikaseffect wat zorgt voor klimaatverandering. Bij klimaatverandering stijgt de zeespiegel en word het weer extremer. In Nederland heeft dit bijvoorbeeld invloed op zware regenbuien, en de kust moet extra beschermd worden. Als je dit duurzaam doet heet het duurzaam waterbeheer.

In paragraaf 3... heb je geleerd dat fossiele brandstoffen uitputbare brandstoffen zijn. In de energietransitie wordt overgeschakeld naar duurzame energie (groene energie). Afspraken hierover staan in het Klimaatakkoord van Parijs. Windenergie, waterkracht en zonne-energie zijn voorbeelden van duurzame energiebronnen. Energie uit biomassa en biobrandstoffen is groen, maar niet altijd duurzaam. Aardwarmte is ook groen, maar niet overal even makkelijk of goedkoop. Energie opgewekt uit aardwarmte heet geothermische energie.

In paragraaf 4... heb je geleerd over de ecologische voetafdruk, en dat deze nu te groot is wat een negatieve invloed heeft op ons milieu. Dit komt door bijvoorbeeld intensieve landbouw, waarbij boeren streven naar hoge opbrengst, maar dit heeft door de uitstoot van stikstof veel nadelen voor het ecosysteem. Bij biologische landbouw probeert de boer ervoor te zorgen dat het ecosysteem minder wordt verstoord. In de Klimaatwet staat welke afspraken we hebben gemaakt op opwarming te verminderen. 

Vragen uit het boek

Naam naar Locatie.

Locatie naar Naam

Oefentoets

Landenlijst

LET OP!!

Onder deze foto staat de lijst van landen die je moet leren en hun locaties. Gebruik deze lijst ook echt om te leren, en niet om alleen de antwoorden in je boek in te vullen! Deze website is gemaakt als hulpmiddel, niet als spiekbrief, en je mag deze website natuurlijk niet mee nemen je toets in...

Maak de slimme keuze!!

 

 

1.

Verenigde Staten

14.

Turkije

a.

New York

2.

Canada

15.

Syrië

b.

Los Angeles

3.

Australië

16.

Libanon

c.

Toronto

4.

Japan

17.

Israël

d.

Montreal

5.

Brazilië

18.

Egypte

e.

Sydney

6.

Rusland

19.

Jordanië

f.

Tokyo

7.

India

20.

Saudi-Arabië

g.

São Paulo

8.

China

21.

Koeweit

h.

Moskou

9.

Zuid-Afrika

22.

Qatar

i.

Mumbai

10.

Pakistan

23.

Verenigde Arabische Emiraten

j.

Beijing

11.

Afghanistan

k.

Kaapstad

12.

Iran

24.

Oman

 

 

13.

Irak

25

Jemen

 

 

 

Hoofdstuk 8: Nederland in de wereld.

Over dit hoofdstuk...

In paragraaf 1... heb je geleerd over protesten zoals Black Lives Matter, Me Too en protesten tegen de klimaatcrisis waar vooral jongeren aan mee deden. Verandering zorgt voor onzekerheid, waar de populisten gebruik van maken. Populisten maken niet altijd onderscheid tussen echt nieuws of nepnieuws. De EU wil met solidariteit opkomen voor de belangen van alle lidstaten, maar als de landen meer macht aan de EU geven verliezen ze souvereiniteit. Uitwisseling tussen landen gaat ten kosten van de nationale identiteit.

In paragraaf 2... heb je geleerd over polders en droogmakerijen die onder zeeniveau liggen. Het wegpompen van water uit polders zorgt voor inklinking. Door de steigen van de zeespiegel kan de kustlijn verzilten, en door kustafslag komt de duinenkust in gevaar. De Deltawerken beschermen Nederland tegen overstromingen. Ook worden methoden zoals zandsuppletie en de zandmotor gebruikt om de kust te beschermen.

In paragraaf 3... heb je geleerd dat goed waterbeheer erg belangrijk is voor Nederland. Het debiet van een rivier verschilt, en om piekafvoer te voorkomen moeten er maatregelen (zoals het aanleggen van een nevengeul) worden getroffen. Door klimaatverandering worden de verschillen tussen hoog en laag water groter, maar die proberen we met de drietrapsstrategie te verkleinen. Door water vast te houden, te bergen (in bijvoorbeeld een retentiegebied) en daarna pas af te voeren voorkomen we overstromingen én watertekorten.

In paragraaf 4... heb je geleerd dat je vrije tijd kan gebruiken voor recreatie. Wanneer je hiervoor naar een ander gebied gaat heet dit toerisme. Veel mensen bepalen met een begroting (een overzicht van uitgaven en inkomsten) hun budget voor hun vakantie. Als ze niet genoeg geld hebben kunnen ze kiezen om te sparen, te beleggen, of om geld te lenen wat dan met rente terug betaald wordt.

Vragen uit het boek

Naam naar Locatie

De bolletjes met zwarte randen zijn landen.

De bolletjes met groene randen zijn gebergtes.

De bolletjes met blauwe randen zijn rivieren.

Locatie naar Naam

De rode bolletjes zijn landen.

De groene bolletjes zijn gebergtes.

De blauwe bolletjes zijn rivieren.

Oefentoets

Naam naar Locatie:

De bolletjes met zwarte randen zijn landen.

De bolletjes met groene randen zijn gebergtes.

De bolletjes met blauwe randen zijn rivieren.


Locatie naar Naam:

De rode bolletjes zijn landen.

De groene bolletjes zijn gebergtes.

De blauwe bolletjes zijn rivieren.

 

Landenlijst

LET OP!!

Onder deze foto staat de lijst van landen die je moet leren en hun locaties. Gebruik deze lijst ook echt om te leren, en niet om alleen de antwoorden in je boek in te vullen! Deze website is gemaakt als hulpmiddel, niet als spiekbrief, en je mag deze website natuurlijk niet mee nemen je toets in...

Maak de slimme keuze!!

 

 

1.

Mozambique

A.

Rocky Mountains

a.

Mississippi

2.

Iran

B.

Andes

b.

Amazone

3.

Indonesië

C.

Himalaya

c.

Zambezi

4.

Pakistan

D.

Alpen

d.

Nijl

5.

Portugal

E.

Kaukasus

e.

Indus

6.

Verenigde Staten

 

 

f.

Huang He

7.

Griekenland

 

 

 

 

8.

Haïti

 

 

 

 

9.

Tanzania

 

 

 

 

10.

Verenigd Koninkrijk

 

 

 

 

12.

China

 

 

 

 

13.

Egypte

 

 

 

 

14.

Duitsland

 

 

 

 

15.

Frankrijk

 

 

 

 

16.

Spanje