Over deze les
Methode: Pit
Groep: 4
Blok: 4
Hoofdstuk: 7
Lesduur: 60 minuten
Les: 9
Benodigdheden:
- Digibord
- Werkboek
- Chromebook
Moeilijkheidsgraad (voor de leerkracht): Gemiddeld
Lesdoelen taal
- De leerlingen leren hoe ze een gedicht met rijmwoorden schrijven.
Digitale geletterdheid
Aanbodsdoelen SLO digitale geletterdheid
- Praktische ICT basisvaardigheden:
- Gebruiken van de basisfunctionaliteit van apps voor tekeningen, tekst en presentaties (fase 2).
Lesdoelen digitale vaardigheden
- De leerlingen kunnen een nieuw Google Document aanmaken.
- De leerlingen kunnen een kort verhaal typen in een Google Document.
Benodigde voorkennis
- De leerlingen moeten kunnen inloggen op het Chromebook.
- De leerlingen weten waar ze hun Drive kunnen vinden.
Lesomschrijving
Introductie/inleiding:
De leerkracht herinnert de leerlingen aan het gedicht in les 3 over de haas die geen konijn was. Vraag wat de leerlingen nog weten over gedichten. Weten ze nog wat een rijmschema is? Bespreek als herhaling het rijmschema van het eerste en het vijfde couplet van het gedicht uit les 3. Bespreek kort het leerdoel met de leerlingen.
Instructie:
Laat nog enkele andere voorbeelden van gedichten op rijm zien en lees de gedichten voor. Maak (aan de hand van de voorbeelden) duidelijk dat de lengte van een gedicht erg kan verschillen. De zinnen zijn meestal kort, maar het aantal zinnen varieert enorm. Ook het rijmschema kan verschillen (aa-bb, ab-ab, a-b-b-a, enzovoort).
Soms rijmen de woorden heel precies. Soms rijmen de woorden minder precies, maar zitten wel dezelfde klanken in de woorden (lopen – bomen). Bespreek (aan de hand van de voorbeelden) dat er verschillende soorten gedichten zijn. Soms vertelt iemand in een gedicht hoe hij zich voelt. Soms zijn gedichten gewoon leuk of mooi om te lezen.
Doe de oefening(en) op het digibord. Bekijk samen de opdrachten in het leerwerkschrift. Lees de opdrachten voor en licht ze zo nodig toe. De leerlingen bekijken als eerst de titel van de tekst en de afbeelding
Verwerking:
Bij opdracht 2 bedenken leerlingen eerst waar de tekst over gaat en geven aan waarom het een gedicht is. Bij opdracht 3 lezen de leerlingen het gedicht. Dan schrijven de leerlingen bij opdracht 4 de ontbrekende rijmwoorden van het gedicht op en vervolgens het rijmschema. Daarna lezen de leerlingen bij opdracht 5 het gedicht nog eens en verbeteren het waar nodig.
Bij opdracht 6 schrijven de leerlingen een eigen gedicht van vier regels. Dit kunnen ze eerst op papier doen om te oefenen, maar ze kunnen ook gelijk hun chromebook pakken. Laat de leerlingen inloggen en hun Drive openen. De leerkracht laat nu op het digibord zien hoe er een Google Document aangemaakt moet worden. Doe dit stapje voor stapje, zodat de leerlingen goed begrijpen hoe dit gedaan moet worden. Als er een document geopend is, dan kunnen de leerlingen hier hun gedicht typen. Probeer ervoor te zorgen dat ze de elke regel eindigen met een rijmwoord.
Tot slot geven de leerlingen bij opdracht 7 hun mening over hun eigen gedicht en over het gedicht De bijenkoning.
Afsluiting/evaluatie:
Een leerling leest het gedicht voor inclusief de aangevulde rijmwoorden.
Vraag na of de leerlingen hun eigen rijmwoorden hebben bedacht. Laat enkele leerlingen hun mening geven over het gedicht. Laat ook enkele leerlingen die de cheeta-opdracht gemaakt hebben, het juryrapport voorlezen. Benadruk het belang van verbeteren.
Datum publicatie: mei 2024
Ga terug naar de homepage
Ga naar Handleidingen digitale geletterdheid