Handboek Toetsconstructie | editie 2025

Handboek Toetsconstructie | editie 2025

Vooraf

Introductie

Welkom bij het Handboek Toetsconstructie.
In dit lijvige naslagwerk vind je (hopelijk) alles dat je nodig hebt als je aan de slag gaat met het bouwen, uitwisselen en converteren van digitale toetsen. Je kunt er doorheen navigeren via de inhoudsopgave (alleen op pc) of de menu-optie 'Inhoudsopgave' (klik op link).

Dit boek is in ruwe vorm klaar en zal in de loop van 2025 voltooid worden. Die zal blijvend gratis in te zien zijn via Wikiwijs (waar je nu bent). Hoofdstukken die klaar zijn en zijn geredigeerd, zullen tijdens het schrijfproces hier al in beeld verschijnen. Hier kun je straks een eigen versie arrangeren (met zelf te kiezen hoofdstukken) voor een eigen groep gebruikers en wegschrijven naar een PDF-document. Het boek is en blijft hier gratis toegankelijk en zal regelmatig worden bijgewerkt.

Inhoud: Alles over het maken van toetsen, het omzetten van formaten en de theorie achter toetsbegrippen.
Doelgroep: Docenten in het onderwijs en docenten in opleiding.
Auteur: Allard Bijlsma | opdendrieberg.nl
Laatst bijgewerkt: Maart 2025

 

 

Voorwoord

Welkom bij het enige echte complete Handboek Toetsconstructie. In dit boek heb ik meerdere deccennia aan ervaring op het gebied van lesgeven, eigen toetsontwikkeling, het bouwen van toetsen voor uitgeverijen, het bouwen van succesvolle toetssystemen, het ondersteunen van scholengroepen en auteursteams, vastgelegd.

In dit boek besteed ik aandacht aan:

- Het checken of je instelling er klaar voor is
- Hoe je goede toetsvragen ontwikkelt
- Hoe je bestaande toetsen omzet of hoe je overstapt naar een ander toetsplatform
- Het hergebruiken van je toetsvragen in meerdere soorten apps en systemen
-
Het zo optimaal mogelijk maken en koppelen van bronnen aan toetsvragen
-
Nieuwe of andere werkvormen en de rol van toetsen daarin
-
Nieuwe ontwikkelingen, zoals het laten ontwikkelen van vragen door AI (artificial intelligence)

Als je straks het gehele boek hebt doorlopen, ben je waarschijnlijk een professionele toetsauteur geworden.
Veel plezier daarom bij het doornemen van het boek.

Ede, maart 2025
Allard Bijlsma | opdendrieberg

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

DEEL I : THEORIE TOETSCONSTRUCTIE

01 | Is mijn instelling er klaar voor?
02 | Theorie digitaal toetsen
03 | Papier versus digitaal
04 | Een vragenverzameling opzetten
05 | Goede vragen ontwikkelen
06 | Werken met metadata
07 | Het afnemen van toetsen
08 | Het ontwikkelen voor andere toetsvormen

Deel II: TOETSEN ONTWIKKELEN

09 | Applicatie-onafhankelijk ontwikkelen
10 | Ontwikkelen in quiz-apps
11 | Ontwikkelen in een toetsplatform
12 | Ontwikkelen in een leerplatform
13 | Speciale toets-ontwikkelmogelijkheden
14 | Samenwerken aan een toetsenbank

DEEL III: GEBRUIK VAN BRONNEN

15 | Werken met afbeeldingen
16 | Werken met bewegend beeld en geluid
17 | Werken met andere bronsoorten

DEEL IV: NASLAG EN VERVOLGSTUDIE

18 | Begrippen Digitaal Toetsen
19 | Weblinks Digitaal Toetsen
20 | Literatuur Digitaal Toetsen
21 | Overzicht toetssoftware

DEEL I | THEORIE

Dit handboek bestaat uit vier delen. In dit eerste deel ga ik in op de juiste aanpak bij het gaan maken van toetsen. Alle bekende vraagsoorten komen langs en ik laat zien hoe je goede metadata toevoegt aan elke vraag. Tenslotte laat ik zien hoe toetsen eruit zijn bij de afname en welke analyses van belang zijn na afloop.

In deel II is er aandacht voor het daadwerkelijk bouwen van toetsen, deel III besteedt aandacht aan het maken van  goede bronnen bij de vragen en in deel IV geef ik ingangen voor verdere studie.

H01 | Is mijn school er klaar voor?

01.00 Inleiding op het hoofdstuk

Toetsontwikkeling komt in een organisatie niet uit de lucht vallen. Vaak ligt aan de basis een intern onderzoek naar hoe toetsing is geregeld en komt daaruit voort dat er behoefte is aan het ontwikkelen van een eigen set van toetsen.

De meeste docenten ervaren een gebrek aan voldoende en de juiste toetsen. Sommige toetsen worden ontwikkeld binnen een uitgeverij, meestal naadloos aansluitend bij een lesmethode. Zelden ontvang je van een uitgeverij alle toetsen die je nodig hebt. Soms krijg je alleen enkele summatieve toetsen in Word-formaat en is er een oefenomgeving voor de leerling. Digitaal af te nemen toetsen worden zelden aangeleverd en al helemaal nooit in een formaat dat ze bruikbaar zijn in meerdere toetssystemen. Wil je leerlingen meer (formatief) laten oefenen, dan heb je aan één toets per lesonderdeel niet genoeg. Je gaat dan al snel zelf toetsen maken, maar dat kan natuurlijk handiger met een groep docenten tegelijk.

Maar hoe ga je dit aanvliegen vanuit je instelling? Wie gaan er meebouwen en hoe pak je dat aan? Allemaal vragen waar ik in dit hoofdstuk uitgebreid op in ga.

 

01.01 Inleiding op thema 'toetsconstructie'

Nog steeds ontwikkelen veel docenten hun toetsen in het programma Microsoft Word. Een Word-document levert echter direct een eindversie en het is daarmee geen handig programma om een toets in door te ontwikkelen. Je kunt niet snel toetsen samenstellen uit meerdere toetsen en je kunt ze ook niet eenvoudig omzetten naar een ander formaat, zoals een versie voor afname via een app.

Het beste is om te ontwikkelen in een toetsapplicatie, waarin vragen zogenaamde records vormen. Dat kan ook in een spreadsheetprogramma, maar sommige toetsapplicaties zijn hier heel goed in. Door aan de vragen metadata (labels) te koppelen (onderwerp/ niveau) bouw je een vragendatabank op. Hier kun je later op basis van de ingevoerde labels een toets uit samenstellen en arrangeren. Een goed toetssysteem maakt hier dan met één druk op een knop bijvoorbeeld een Word-variant van, maar kan ook exporteren naar een standaard toetsformaat of een sjabloon voor een app. Daarmee is de gemaakte toets om te zetten naar meerdere andere formaten.

 

Afbeelding | De toetsapplicatie Dugga kent een import op basis een Excel-template én de standaard IM QTI 2.1

01.02 | Breng structuur aan

Inleiding op het onderwerp

Geef je les in meerdere klassen, geef je meerdere vakken of gebruik je meerdere lesmethodes of zijn er bij het ene boek al wel toetsen beschikbaar en bij een andere niet? Dan kan het geen kwaad eerst eens in beeld te brengen wat de structuur wordt van de op te bouwen vragenverzameling. Dit kun je op papier doen, maar idealiter doe je dit in een mindmap-programma of in een spreadsheet.

 

 

 

01.02.01 Structuur in een tekstdocument

Zorg voor een heldere indeling in vakken, leerdoelen of leerjaren. Koppel aan alle aspecten uitgebreide informatie, zoals planning, te koppelen collega’s, benodigde materialen. Zorg dat je goed in beeld brengt wat er al is én wat er nog ontwikkeld moet worden. Breng een kop aan met datum, versienummer en naam van de schrijver en daar het e-mailadres van. Zorg dat je het document jaarlijks weer eens bekijkt en waar nodig aanpast.

 

 

Afbeelding | Opbouw van de toetsstructuur in een Word-document

01.02.02 Structuur in een spreadsheet

Het grote voordeel van een spreadsheet is dat je werkt in mooi uitgelijnde kolommen en dat je die snel kunt verplaatsen of kunt toevoegen. Heb je een kolom toegevoegd met daarin aantal toetsen, dan kun je die via een formule laten optellen of middelen.

Plaats in kolom 1 de leerjaren, vakken of hoofdleerdoelen en vul dan vanaf kolom 2 de sub-leerdoelen, planning, te koppelen collega’s, benodigde materialen toe en zorg met kleuren dat alles helder ten opzichte van elkaar is uit te lezen. Zorg dat je de spreadsheet jaarlijks weer eens bekijkt en waar nodig aanpast.

 

 

Afbeelding | Opbouw van de toetsstructuur in een Excel-spreadsheet

01.02.03 Structuur in een mindmap

Een mindmap is een diagram voor het weergeven van taken, woorden, concepten of items. De onderwerpen zijn gekoppeld aan en gerangschikt rond een onderwerp met behulp van een grafische weergave, die de gebruiker in staat stelt een intuïtief kader op te bouwen rond een centraal concept. Een Mindmap kan een lang betoog of complexe informatie omzetten in een kleurrijk en georganiseerd diagram, dat werkt in lijn met de natuurlijke manier van werken van je hersenen. Door mindmapping breng je beide hersenhelften beter in balans. Het woord mindmap is een geregistreerde merknaam en is al in 1974 ontwikkeld door Tony Buzan, op basis van al langer bekende principes.


Ikzelf werk bij complexe toetsenbanken vrijwel altijd met een mindmappingprogramma. De meer uitgebreide programma’s, zoals MindView, kunnen na het aanmaken van de mindmap, er een ‘boekwerk’ van maken in Word, inclusief voorblad en inhoudsopgave. Iedere hoofditem binnen de mindmap wordt dan een hoofdstuk en alle teksten en bronnen erbij, worden er netjes bij opgenomen. Je kunt de mindmap tonen op het scherm als hoofdstructuur, maar elke tak kun je in- en uitklappen, zodat je precies de focus kunt leggen op een deel dat je wilt tonen. Dat is erg handig bij een (online) bespreking van de opzet. Door datgene dat je vertelt, direct in een mindmap te tonen, blijft dit beter hangen bij de kijker.

  • Begin met het opgeven van een titel voor de mindmap, bijvoorbeeld het vak.
  • Maak subopties aan voor de hoofdonderwerpen, bijvoorbeeld op basis van klassen en/of leerdoelen.
  • Geef per subopties nieuwe opties aan, om bijvoorbeeld onderwerpen of thema’s weer te geven.
  • Beschrijf vervolgens alle opties en geef zaken aan: als planning, wie is verantwoordelijk, mogelijke afbeeldingen en aandachtspunten.

Afbeelding | Opbouw van de toetsstructuur in een mindmap

01.03 | Doe vooraf een scan

Wil je als instelling gaan werken aan de opbouw van een toetsenbank of een verzameling toetsen, dan is het verstandig vooraf goed te checken of je daar wel klaar voor bent. De meeste scholen laten het vrij aan een team of vakgroep om te bepalen hoe die hierbij te werk gaat en stelt enkel een toetsplatform beschikbaar. Dat is niet verstandig en dat leidt in veel gevallen op termijn tot problemen. Het is verstandig eerst een zogenaamde ‘volwassenheidsscan’ te doen, die bepaalt of de school klaar is voor een traject rond digitaal toetsen.

 

Tijdens zo’n scan wordt er gekeken naar:

  • Beleid en Visie
  • Organisatie
  • Deskundigheid
  • Voorzieningen
  • Toetsenbanken
  • Invoeringsstrategie

In de nu volgende pagina’s loop ik deze onderdelen allemaal langs.
 

 

Afbeelding | Xx

01.03.01 Beleid en visie | haalbaarheidsscan

Onder deze algemene begrippen schuilen basisvragen die gaan over het type school waarin je werkt. Sommige scholen hebben strakke planningen met alleen toetsing tijdens proefwerkweken, op andere scholen wordt vooral formatief gewerkt en doen leerlingen hun eindtoetsen gewoon thuis en er zijn ook scholen die helemaal geen cijfers meer geven. De visie van de school ligt vast in beleid en de toetsen die je maakt moeten daaronder passen.

 

    1. Bij 'Beleid & visie' wordt gekeken naar hoe de leiding bij het project is geregeld. Wordt het project voldoende gesteund door directie en bestuur?
      Voorbeeld: ‘Tijdens de laatste vergadering voor de vakantie werd door de directie een toetsproject gedropt. We hadden geen idee waarom dat juist nu werd ingebracht’.

    2. De visie van de instelling op onderwijs en daarmee ook digitaal toetsen wordt bekeken. Welke rol spelen formatieve en summatieve toetsen daarin?
      Voorbeeld: ‘Op ons lyceum wordt formatief toetsen gebruikt om leerlingen continu feedback te geven en hen te helpen hun leerdoelen te bereiken. Dit betekent dat toetsen niet alleen worden gebruikt om een eindcijfer te bepalen, maar vooral om inzicht te krijgen in de voortgang en ontwikkeling van de leerling’.
    3. Wat is het digitale toetsbeleid van de school? Welke rol is er weggelegd voor afname via een eigen device of schooldevices?
      Voorbeeld: ‘Ons toetsbeleidsplan voor het komende schooljaar bevat gedetailleerde informatie over hun visie op onderwijs en toetsing, toetsvormen, en de planning van toetsen. Het besteedt aandacht aan 'Effectief toetsen van leerdoelen', ‘Kwaliteit bewaken' en 'Toetsbelasting beheren'. Dit plan helpt de school om een consistente en transparante aanpak te hanteren bij het toetsen, wat uiteindelijk bijdraagt aan een betere leerervaring voor de leerlingen.’

 

Afbeelding | Xx

01.03.02 Organisatie | haalbaarheidsscan

Gekeken wordt hierbij naar hoe zaken binnen de school geregeld zijn. Je kunt nog zulke mooie plannen hebben, als de algemene voorwaarden om het doel te bereiken niet aanwezig zijn, kun je je afvragen of dit doel dan wel in zicht is. We kijken hierbij naar:

 

  1. Hoe zit de ict-afdeling in elkaar en is die straks in staat het project te ondersteunen?
    Voorbeeld: 'Onze ICT-afdeling speelt een cruciale rol bij het invoeren van digitaal toetsen op de school. We hebben de volgende verantwoordelijkheden beschreven: 1. Hardware en software. 2. Veiligheid en privacy. 3. Ondersteuning en training. 4. Onderhoud en updates en 5. Data-analyse'.

     
  2. Hoe zijn roosters geregeld? Is het straks mogelijk snel een digitaal af te nemen toets in een daarvoor geschikt lokaal in te laten roosteren?
    Voorbeeld: ‘Onze roostermaker heeft voor toetsafname geschikte lokalen gelabeld, waardoor zij heel snel op verzoek, de juiste lokalen voor een toetsafname kan vrijmaken’.

     
  3. Hoe worden tentamens en digitale examens ingeregeld? Hoe verhoudt dat zich straks tot mogelijke inzet van digitale varianten?
    Voorbeeld: ‘Bij grootschalige digitale afname, zoals bij tentamens en examens, wordt een gymzaal ingericht met tafels en laptops’ Hierdoor kan de normale digitale afname, zoals voor proefwerken, gewoon doorgaan’.

     
  4. Welke leverancier(s) spelen straks een rol bij de constructie en afname van toetsen? Zijn daar nog uitdagingen te verwachten?
    Voorbeeld: ‘In Nederland zijn steeds meer leveranciers overgenomen door grote, vooral internationale, investeerders. Wij willen als school niet afhankelijk worden van één kolom van onder één paraplu vallende bedrijven’.

 

Afbeelding | Xx

01.03.03 Deskundigheid | haalbaarheidsscan

Het gaat hierbij om de deskundigheid van alle van het project betrokken personen binnen de schoolinstelling:

 

    1. Management: is men in staat een dergelijk project te monitoren en waar nodig aan te sturen?
      Voorbeeld: ‘Op onze school hebben de meeste directieleden zelf ook lesgegeven en enkelen van hen bouwen ook actief mee aan de toetsen. Ze zien zo direct hoe het project loopt’.

       
    2. Docenten: hebben docenten ervaring in het ontwikkelen van digitale toetsen? Is er voldoende kennis van het toepassen van onderwijskundige keuzes bij de ontwikkeling? Zijn alle docenten in staat goede toetsvragen te ontwikkelen of is er een constructiecursus nodig? Is er voldoende kennis rond vakmetadata, het aanbrengen daarvan en het terugkoppelen naar toetsen vanuit learning analytics? Zijn docenten klaar voor het op moderne wijze, bijvoorbeeld met behulp van AI, ontwikkelen of aanpassen van toetsen? Voor sommige vakken staat er een kerndoelen- en/of eindtermenherziening op stapel? Wat zijn daarvan de gevolgen voor de metastructuur onder de te bouwen toetsen?
      Voorbeeld: ‘We zijn aan de slag gegaan met het metadateren van bestaande toetsvragen op cognitief niveau. Omdat de meeste collega’s nog nooit een digitale toets hadden gemaakt, verzandden de bijeenkomsten vooral in een soort technisch vragenuurtje’.

       
    3. Examensecretaris: is er voldoende overlegmogelijkheid met de docenten die tentamens of schoolexamens gaan ontwikkelen? Is elke docent bekend met de regels hierbij?
      Voorbeeld: ‘Onze examensecretaris heeft naast rollen op het gebied van organisatie, administratie en kwaliteitsbewaking, ook juist een belangrijke communicatieve rol, tussen de docenten en het CvTE (College voor Toetsen en Examens).’

       
    4. ICT-afdeling: zijn alle medewerkers op de hoogte van mogelijke veranderingen in hun takenpakket als er meer toetsen ontwikkeld gaan worden en worden afgenomen? Is er voldoende kennis op het gebied van de AVG-regels en beveiliging?
      Voorbeeld: ‘Door onderwerpen als AVG en AI en het toenemende gebruik van pakketten als Teams, is het takenpakket van onze ict-ers de laatste jaren fors verzwaart’.


 

Afbeelding | Xx

01.03.04 Voorzieningen | haalbaarheidsscan

Veel scholen geven docenten een laptop en denken dat die daarmee genoeg hebben om mee te gaan ontwikkelen. Helaas is een laptop daar niet geschikt voor. Het langdurig ermee werken kan leiden tot rsi- en rugklachten. De basissoftware van besturingssysteem en het Office-pakket is niet voldoende voor toetsontwikkelaars. En waar vind je een goede en rustige werkruimte? Voorbeeld: in een lerarenkamer kun je geen toetsen ontwikkelen

 

  1. Is de juiste toetssoftware aanwezig? Zijn de juiste hulpprogramma’s beschikbaar, bijvoorbeeld voor het verwerken van bronnen?
    Voorbeeld: ‘Ik liep tegen een collega aan die één voor één zijn honderden afbeeldingen aan het verkleinen was. Ik heb hem gewezen op een tool die dat in batches kan doen’.

     
  2. Zijn er werkruimtes om samen te gaan ontwikkelen? Zijn er voldoende lokalen om later de ontwikkelde digitale toetsen af te nemen?
    Voorbeeld: ‘De directie heeft ons allemaal een 15” laptop gegeven, maar ze snappen niet dat je daar geen digitale toetsen op kunt ontwikkelen. Daar heb je toch minimaal een tweede (groter) scherm bij nodig.’

     
  3. Is er voldoende wifi-capaciteit beschikbaar in alle hoeken en gaten van de instelling?
    Voorbeeld: ‘Was nooit over nagedacht, dat als je digitaal toetsen bevordert, het ook kan gebeuren dat in drie lokalen in dezelfde vleugel tegelijkertijd 80 leerlingen online gaan’.

     
  4. Ligt er een duidelijk toetsprotocol voor de beveiliging van devices, netwerk en opslagmedia?
    Voorbeeld: ‘Op onze school is alles vastgelegd: toegangscontrole, encryptie, fraudepreventie, AVG-compliance, incidentenbeheer en er is een responsplan. Regelmatig gaan verantwoordelijken op een opfriscursus'.

     
  5. Zijn er duidelijke regels ten aanzien van archivering en opschonen van de archieven?
    Voorbeeld: ‘Wij houden ons aan de landelijke regels van 6 maanden bewaarplicht van de examenuitslag en cijferlijst. Ik zie wel dat toetsuitslagen online soms jaren in beeld blijven. Dat zou toch eens moeten worden opgeschoond?’.

     

Is er voldoende ondersteuning, als docenten een technische of bron-gerelateerde vraag hebben?
Voorbeeld: ‘Eén van onze technische mensen heeft elke woensdagmiddag een inloopuurtje voor vragen over het bewerken van beeld, audio en video’. Ideaal!’.

 

Afbeelding | Xx

01.03.05 Beschikbaarheid toetsen(banken) | haalbaarheidsscan

Het is wonderbaarlijk hoe weinig digitale toetsen er beschikbaar zijn voor de meeste vakken. Leveranciers van toetssystemen doen hun best verzamelingen in hun platform te verzamelen, maar als je wisselt van school of jouw school wisselt van pakket, dan heb je niets meer. Breng eerst heel goed in beeld wat je voor je vak al hebt. Kijk goed waar de copyrights liggen, zodat je weet wat je mag met wat je al hebt. Maak dan een plan van aanpak voor de toekomst.

 

  1. Van welke externe toetsen en toetsenbanken wordt al gebruik gemaakt? Is het mogelijk deze toetsen aan te passen en uit te breiden binnen het eigen toetssysteem?
    Voorbeeld: ‘Na een eerste onderzoek bleek geen van de op school gebruikte toetsen te voldoen aan onze eisen voor het kunnen inlezen in ons toetssysteem. We zullen alles handmatig moeten gaan omzetten en zijn op zoek naar tools om ons hierbij te helpen …’.

     
  2. Welke eigen toetsen en vragenbanken zijn al intern beschikbaar? Hoe kunnen deze worden gedeeld en gebruikt door collega’s?
    Voorbeeld: ‘Diverse collega’s hebben jaren kleine toetsen ontwikkeld in Forms. Die waren qua gebruik goed uitwisselbaar met collega’s, maar nu blijken ze niet in te lezen te zijn in ons toetsplatform’.

     
  3. Welke toetsen en toetsenbanken moeten nog gemetadateerd worden, om ze geschikt te maken voor de gekozen onderwijsrichting? Is het gekozen toetssysteem hier geschikt voor en wat is de inschatting in tijd hiervoor?
    Voorbeeld: ‘Mijn toetssysteem kan aan een toets een titel en een beschrijving meegeven. Voor hergebruik en uitwisseling is dat echt niet genoeg. Minimaal wil ik ook trefwoorden, niveau, taal, vak, werktijd, cognitieve niveau en maker willen kunnen meegeven’.

     
  4. Welke gedeelde toetsen en toetsenbanken zijn beschikbaar, bijvoorbeeld via vakorganisaties? Is hoeverre is dit materiaal bruikbaar binnen het eigen toetssysteem?
    Voorbeeld: ‘Zit ik bij een aftrapbijeenkomst rond toetsconstructie op school, blijken mijn collega’s biologie via hun vakorganisatie NVON, al te beschikken over ruim 20.000 gemetadateerde toetsvragen. En voor mijn vak: niets kunnen vinden …’.


 

Afbeelding | Xx

01.03.06 Invoeringsstrategie | haalbaarheidsscan

Dit is een vaak wat minder interessant onderdeel van een toetsbeleidsplan, maar wel een belangrijke. Door goed de doelen te beschrijven, voorkom je later teleurstellingen. Is er geen budget en ondersteuning beschikbaar? Zorg dan dat je de lat niet te hoog legt.

 

    1. Wat zijn de doelstellingen voor het project?
      Voorbeeld: ‘Het lijkt ons niet reëel per docent jaarlijks 1000 vragen te maken. Handiger lijkt het ons uit te gaan van 1 toets van 20 vragen per twee weken. 320 vragen (16x20) per persoon en per jaar, moet te doen zijn’.

       
    2. Hoe gaat de aansturing ervan werken?
      Voorbeeld: ‘De directie legt de verantwoordelijkheid voor het project bij het team. We hebben goed gekeken waar binnen het bouwteam de expertise zit en waar men interesse voor heeft. Ik zorg voor een tweewekelijks verslag en ga de grote lijn bewaken. Eén collega beoordeelt liever toetsen dan dat hij ze maakt. Die hebben we gebombardeerd tot eindredacteur. Een andere collega fotografeert graag. Die gaat bronafbeeldingen aanleveren’.

       
    3. Wie wordt de projectleider en wat wordt haar/zijn rol?
      Voorbeeld: ‘Belangrijk is niet alleen dat duidelijk is wie de projectleider is, maar ook dat alle leden van het bouwteam zich daar goed bij voelen. We hebben gemerkt dat sommige collega’s gewoon lekker vragen willen maken en die vinden het prima dat een collega als projectleider fungeert’.

       
    4. Hoe ziet het plan van aanpak eruit?
      1. Geaccordeerd door schoolleiding/bestuur.
      2. Gedeeld op studiedag.
      3. Gedeeld met alle betrokkenen.
      4. Is het plan realistisch

Voorbeeld: ‘In het begin was er veel belangstelling voor het maken van toetsvragen, maar we merkten al gauw dat je het steeds weer opnieuw moet noemen bij vergaderingen. Wat goed werkt is elk jaar elkaar op de studiedag voorbeelden van de voortgang te laten zien.’
 

    1. Wat is het budget voor het plan en hoeveel uur krijgen de projectleider en mogelijke andere medewerkers hiervoor?
      Voorbeeld: ‘Ik heb één taakuur gekregen als projectleider. Dat is natuurlijk veel te weinig, maar is toch een indicatie dat het bestuur ons project belangrijk vindt. Omdat ik alle gemaakte toetsen ook zelf kan gebruiken en ik veel leer binnen het bouwteam, kan ik daar toch wel mee leven’.

Het is mogelijk vooraf aan het opstellen van het plan een zogenaamde ‘haalbaarheidsanalyse’ uit te voeren. Hierbij geef je elk onderwerp binnen het plan een aantal punten en onder de streep zie je dan snel of het plan haalbaar is en zo nee, waar de knelpunten met name zullen liggen.

Eén en ander kan vervolgens worden vastgelegd in een toetsbeleidsplan. Iedere onderwijsinstelling behoort te beschikken over een dergelijk plan. In de volgende paragraaf ga ik daar verder op in.

 

 

Afbeelding | Xx

01.04 Het schrijven een toetsbeleidsplan

Deze paragraaf wordt in de loop van 2025 gevuld.

01.05 | Toekomstbestendig ontwikkelen

Vrijwel elke docent ontwikkelt zelf toetsen. Uitgeverijen leveren meestal alleen een paar basistoetsen aan. Daarnaast is er behoefte aan goede eindtoetsen (summatieve deel) en aan voldoende oefentoetsen (formatieve deel). In het Nederlandse onderwijs werken zo’n 300.000 docenten. Als die allemaal 10 nieuwe toetsen per jaar maken, dan moeten er zo’n 3 miljoen nieuwe toetsen per jaar bijkomen. Ga je uit van zo’n 250 verschillende vakken (po-vo-mbo), dan heb je het over per jaar 1200 nieuwe toetsen per vak erbij. Je zou verwachten dat elke docent hierover kan beschikken, maar dat is niet zo. De meeste docenten ontwikkelen enkel voor zichzelf of de eigen sectie. Deze toetsen zijn vaak voor eenmalig gebruik. Dan kan en moet anders.

Waar moet je op letten als je van plan bent als school samen toetsen te gaan ontwikkelen?

Als docent heb je meestal de beschikking over een door de school gekozen leerplatform, al dan niet voorzien van een toetsmodule of een apart toetssysteem. Het begint met het maken van afspraken over het gebruik hiervan. Als je een school hebt met 100 docenten, dan zou je kunnen beginnen met het per docent jaarlijks ontwikkelen van tien toetsen in dit systeem. De grotere vakken zullen zo snel een toetsenbank opbouwen. Belangrijk is dat je vanuit het systeem onderling kunt delen. Acht docenten Nederlands, kunnen na elk jaar beschikken over 80 nieuwe toetsen. Een docent muziek die alleen werkt, koppel je aan de collega’s binnen het bestuur of regionaal aan elkaar.

Als elke docent jaarlijks 10 toetsen ontwikkelt, komen er elk jaar 3 miljoen nieuwe toetsen beschikbaar.

Bij het instituutsbreed ontwikkelen moet je minimaal letten op de volgende zaken:

  • Zorg allereerst voor een goed Toetsbeleidsplan, waarin de rol van het toetsen staat beschreven en beschreven staat wat de school leerlingen belooft aan te bieden.
  • Het gekozen toetsplatform moet docenten een perspectief bieden. Wat je nu ontwikkelt, moet je de komende jaren ook kunnen gebruiken.
  • Maak één toetsplatform leidend. Maar sta wel toe dat, met name voor het formatieve deel, docenten kleinere oefenapp’s of sites inzetten. Check of ze voldoen aan de AVG.
  • Inventariseer per klas, per vak en per methode wat er landelijk al aanwezig en beschikbaar is. Ga geen werk doen, dat al door anderen is gedaan. Maak duidelijke overzichten en deel die met (nieuwe) docenten. Ontsluit deze lijsten en toetsen vanuit het eigen leerplatform.
  • Maak iemand binnen de instelling verantwoordelijk voor het professionaliseren van toetsontwikkeling: vakinhoudelijke controle, eindredactie, bevorderen van conversies en batchomzettingen, omzetten en optimaliseren van bronnen, enzovoorts.

Figuur 1: Mindmap van een opzet voor instituutsbrede toetsontwikkeling.

  • Sla offline toetsen bij voorkeur op in online gedeelde mappen, op basis van een duidelijke vakken- en/of onderwerpenstructuur. Iedere docent moet snel toetsen kunnen vinden.
  • Deel online ontwikkelde toetsen minimaal met de collega’s binnen de school, maar biedt ze bij voorkeur ook aan aan docenten buiten de eigen instelling. Bestanden deel je via OneDrive of GoogleDrive en de toetsen bij voorkeur direct vanuit de applicatie.
  • Maak duidelijke afspraken over brongebruik, zodat andere gebruikers 100% zeker weten, dat er geen copyrights worden geschonden. Bij praktijkvakken en bijvoorbeeld zaakvakken, heeft het zin direct een fotoverzameling aan te leggen rond het eigen vak en ook die te delen. Dat kan via online mappen, maar ook via daarvoor bedoelde applicaties. Leer docenten te zoeken naar copyrightvrije foto’s vanuit bijvoorbeeld Pixabay en Pexels.
  • Gaat er gebruik gemaakt worden van metadata op vraagniveau, bijvoorbeeld voor cognitieve ontwikkeling, zorg er dan voor dat binnen de instellingen iedereen die gebruikt en eenduidig toepast. Ga niet als school een eigen metadatering bedenken.

Hoe maak je toetsen toekomstbestendig?

Er is niets zo erg als tien jaar geïnvesteerd te hebben in goede toetsen en dat je daarna van school verandert of jouw school verandert van toetsplatform. Overtikken is geen optie en kopiëren en plakken geen pretje. Denk vooraf na of overstappen mogelijk is.

Aandachtspunten hierbij:

  • Werk alleen met applicaties die een goede export kennen, op basis van (internationale) afspraken. Verlaat de instelling deze applicatie, dan moet je al je toetsen mee kunnen nemen naar een andere applicatie. Goed te gebruiken standaarden zijn XLSx (Excel) en IMS QTI 2.1 (internationale afspraak).
  • Maak zoveel mogelijk gebruik van sjablonen en bewaar de ingevulde sjablonen. Voorbeelden zijn apps als Kahoot, Loudly en Socrative, die werken met een Excel-sjabloon. Verdwijnen de apps of je gaat ze niet meer gebruiken, dan heb je alle vragen nog in je Excel-bestand.

Figuur 2: Bevorder het gebruik van toetssjabonen.

  • Ontwikkel geen toetsen meer in de tekstverwerker. Alle goede toetsapplicaties kunnen met één druk op de knop een Word-document maken; slechts weinig programma’s kunnen Word-toetsen omzetten naar een digitaal af te nemen toets. Bouw dus op in een database.
  • Zorg dat elke toets is voorzien van toetsmetadata, zodat elke ontvangende gebruiker exact kan zien waar de toets bij hoort, waar hij over gaat en hoe de rechten erop zijn geregeld. Meest toegepast hierbij zijn een reeks velden en trefwoorden, afkomstig uit de internationale afspraak IEEE LOM.
  • Sluit wat betreft metadatering aan bij nationale afspraken voor je vak. Die afspraken liggen deels bij de SLO en deels binnen de eigen organisatie. Leg deze metadatering vast in voor gestructureerde lijsten, waaruit je kiest tijdens de toetsconstructie. Het maakt het mogelijk boekoverstijgend te metadateren, wat toetsreddend kan zijn, als je van methode verandert of naar een nieuwe editie overstapt.
  • Maak bij voorkeur gebruik van een toetsapplicatie die ook (nog) een papieren afdruk kan maken. Een papieren versie kan een laatste redmiddel zijn, als er ergens technische problemen opduiken. Maak je digitale toetsen daarom ook zo, dat ze zo geschikt mogelijk blijven voor een papieren afdruk.
  • Gebruik zoveel mogelijk vraagvormen, die ondersteund worden door zoveel mogelijk toetsapplicaties. Vrijwel elk platform ondersteunt meerkeuzevragen en kort-antwoord-vragen. Het maakt het mogelijk vanuit je vragen verzamelingen, naar meerdere verschillende applicaties weg te schrijven.
  • Werk je veel met bronnen, zoals geluid en video, plaats die dan bij voorkeur in een online omgeving en koppel die dan, al dan niet embedded, aan je toetsvraag. Voordeel is dat je de bronnen in meerdere applicaties kunt toepassen en je ze niet ‘kwijt’ bent als je naar een andere applicatie overstapt.

Tenslotte

Wil je digitaal toetsen een echte kans geven, dan moeten docenten meer eenduidig toetsen gaan ontwikkelen en moet er op een gestandaardiseerde wijze met elkaar gedeeld gaan worden. Begin binnen je eigen schoolbestuur en sluit zo snel mogelijk aan bij landelijke initiatieven op vakniveau. De meeste grote vakken kennen een eigen vakorganisatie. Voor elk vak moet er een uitwisselplatform komen of er moet één landelijk platform komen, waar toetsen in open formaten met elkaar gedeeld kunnen worden. Er bestaat natuurlijk Wikiwijs, maar dat richt zich niet op uitgevers of docenten die zelf verzamelingen willen delen. Een voorbeeld is de NVON, die voor het vak biologie al een grote vragenbank beschikbaar heeft.

01.06 | Ontwikkelen vanuit een standaard

De meeste docenten ontwikkelen hun toetsen in het toetsprogramma dat de school voorschrijft of ontwikkelen in Microsoft Word of Google DOCS. Deze manier van ontwikkelen kent enkele grote nadelen:

  • Ontwikkelen in tekstverwerker.
    Wat je hierin ontwikkelt is een zogenaamd eindproduct. Je kunt het niet meer wegschrijven naar een andere applicatie. Beter is het buiten de tekstverwerker te ontwikkelen, in een systeem die een tekstdocument kan maken van de ingevoerde vragen.
  • Ontwikkelen in een toetsplatform.
    Dat moet je alleen doen als dit platform een adequate exportfunctie heeft, op basis van een internationale standaard. Je loopt anders het gevaar dat al je vragen verloren gaan, mocht de school besluiten over te stappen op een ander toetssysteem.

Oplossing voor dit alles: ontwikkel vanuit een systeem, dat wegschrijft op basis van een standaard.

H02 | Theorie 'Digitaal Toetsen'

02.00 Inleiding op het hoofdstuk

Als je toetsen gaat ontwikkelen is het verstandig ook globaal je te verdiepen in de theorie daarachter. Elke toets kan een ander doel hebben en dat heeft consequenties voor de toets en de vragen daarin. Iedere onderwijsinstelling heeft een eigen visie op hoe het onderwijs moet worden ingericht. Sommige scholen baseren zich daarbij op een leermodel en elke keuze voor een leermodel heeft gevolgen voor de wijze van toetsen. De meeste schoolvakken werken vanuit de door de slo aangeleverde kerndoelen. Hoe laat je toetsen daarop correct aansluiten? Op al deze onderwerpen ga ik in.

Dit hoofdstuk wordt in de loop van 2024 verder gevuld.

02.01 Inleiding op het onderwerp

Inhoud volgt

02.02 Denken vanuit kerndoelen

Inhoud volgt.

02.03 De kracht van metadata

Inhoud volgt.

02.04 Formatief versus summatief

Inhoud volgt.

02.05 Soorten toe te passen feedback

Er zijn verschillende soorten feedback die je kunt toepassen bij het toetsen, afhankelijk van het doel en de fase van het leerproces van de leerling. Hier zijn enkele voorbeelden:

  1. Formatieve feedback: Dit type feedback wordt gegeven tijdens het leerproces en is bedoeld om het leren te ondersteunen en te verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn: 
    • Dynamische toetsen: Hierbij wordt tijdens de toetsafname feedback gegeven, zodat leraren kunnen zien wat leerlingen in het vervolg maximaal kunnen bereiken en welke instructie daarvoor nodig is.
    • Diagnostische toetsen: Deze toetsen helpen om inzicht te krijgen in de sterke en zwakke punten van leerlingen, zodat gerichte feedback kan worden gegeven.
  2. Summatieve feedback: Dit type feedback wordt gegeven na afloop van een leerperiode en is bedoeld om de prestaties van de leerling te beoordelen. Het gaat hierbij vaak om cijfers of beoordelingen die een samenvatting geven van wat de leerling heeft bereikt.
  3. Constructieve feedback: Dit is gedetailleerde en specifieke feedback die gericht is op het verbeteren van specifieke vaardigheden of kennisgebieden. Het kan bijvoorbeeld bestaan uit het geven van voorbeelden van wat goed ging en wat verbeterd kan worden. Als vooral wordt gefocuste op de toekomst, spreekt met van ‘feedforward feedback’.
  4. Feedback in de vorm van vragen: In plaats van directe antwoorden te geven, kun je leerlingen vragen stellen die hen aanmoedigen om zelf na te denken en hun eigen fouten te ontdekken. Dit bevordert kritisch denken en zelfreflectie.
  5. Peer feedback: Hierbij geven leerlingen elkaar feedback. Dit kan helpen om verschillende perspectieven te krijgen en bevordert samenwerking en communicatie.

Het is belangrijk om feedback zo snel mogelijk na de toets te geven, zodat de kennis nog vers is en leerlingen er meer van kunnen leren.

02.06 Leermodellen als basis

Inhoud volgt.

02.07 Drempels wegnemen voor gebruikers

Inhoud volgt.

02.08 Kennis van toetsbegrippen

In dit boek is een uitgebreide begrippenlijst opgenomen. In deze paragraaf pak ik daar nog enkele belangrijke uit en voorzie van uitgebreide uitleg. Ga je aan de gang met het bouwen van toetsen, dan is het handig kennis te hebben van de belangrijkste kernbegrippen.

H03 | Toetsen ontwikkelen

03.00 Inleiding op het hoofdstuk

In dit hoofdstuk aandacht voor het ontwikkelen van toetsen. Ik kijk daarbij naar het omzetten van Word-toetsen, maar laat ook zien hoe je toetsen inspreekt of in scant, werkt vanuit een sjabloon en hoe je toetsen digitaal ontwikkelt voor gebruik op papier. Tenslotte laat ik via 'tips en trucs’ allerlei handigheidjes hierbij zien.

Dit hoofdstuk wordt in de loop van 2024 verder gevuld.

03.01 Inleiding op dit onderwerp

Inhoud volgt.

03.02 Toetsen omzetten vanuit tekstverwerker

Inhoud volgt.

03.03 Een toets inspreken

Inhoud volgt.

03.04 Vragen scannen en OCR toepassen

Inhoud volgt.

03.05 Denken vanuit een sjabloon

Inhoud volgt.

03.06 Ontwikkelen richting papier

Inhoud volgt.

03.07 Tips en trucs

Inhoud volgt.

H04 | Vragenbank maken

04.00 Inleiding op het hoofdstuk

In dit hoofdstuk gaan we een vragenverzameling opzetten. Eerst gaan we een ontwerp maken en bepalen we of we losse toetsen maken of een database gaan opzetten. Een toets wordt aangemaakt en je ziet hoe je opmaak aanbrengt of vragen combineert. In het volgende hoofdstuk komen de diverse vraagvormen aan bod.

Dit hoofdstuk wordt in de loop van 2024 verder gevuld.

04.01 Inleiding op het onderwerp

Inhoud volgt.

04.02 Toetsenbank of losse toetsen

Inhoud volgt.

04.03 Basisontwerp vragenverzameling

Inhoud volgt.

04.04 Een nieuwe toets(enbank) opzetten

Inhoud volgt.

04.05 Vragen toevoegen en opslaan

Inhoud volgt.

04.07 Vragen labelen met metadata

Inhoud volgt.

04.08 Werken met gecombineerde vragen

Inhoud volgt.

04.09 Tips en feedback bij de vraag

Inhoud volgt.

H05 | Goede vragen maken

05.00 Inleiding op het hoofdstuk

Er zijn zoveel vraagvormen mogelijk en in dit hoofdstuk lopen we langs de meest bekende: meerkeuze, open, invullen, maar ook minder bekende als aanwijzen, matching, ordenen en schuiven. Speciale vraagtypes voor bijvoorbeeld rekenen en wiskunde komen ook aan bod. Bij alle vraagvormen geef ik goede en minder goede voorbeelden. Je ziet bij alle voorbeelden schermafdrukken uit de bekende toetsapplicaties.

Dit hoofdstuk wordt in de loop van 2024 verder gevuld.

05.01 Inleiding op het hoofdstuk

Inhoud volgt.

05.02 De bekende vraagtypes op een rij

Inhoud volgt.

05.03 Een meerkeuzevraag | multiple-choice

Inhoud volgt.

05.04 Een meer-meerkeuzevraag | multiple-response

Inhoud volgt.

05.05 Kort antwoordvraag | short answer

Inhoud volgt.

05.06 Getalvraag | numeric

Inhoud volgt.

05.07 Open vraag | essay

Inhoud volgt.

05.08 Invul- of gatentekstvraag | fill-in-the-blank

Inhoud volgt.

05.09 Juist/onjuist vraag | true/false

Inhoud volgt.

05.10 Matchingvraag | match

Inhoud volgt.

05.11 Ordeningsvraag | order

Inhoud volgt.

05.12 Aanwijsvraag | hotspot

Inhoud volgt.

05.13 De schuifvraag | slider

Inhoud volgt.

05.14 Minder bekende vraagtypes

Inhoud volgt.

05.15 Rekenen en wiskunde

Inhoud volgt.

05.16 Voor-, tussen- en eindschermen

Inhoud volgt.

H06 | Werken met metadata

06.00 Inleiding op het hoofdstuk

Maak je een vragenverzamelingen en je wilt daar later vragen uit kunnen filteren of je wilt uitgesplitste analyses na afloop van een toets, dan ontkom je er niet aan metadata toe te voegen aan vragen. Veel toetsapplicaties kennen hiervoor weinig mogelijkheden, maar zonder metadata is het erg moeilijk een toets op maat te genereren of na afloop van de toets echt iets over de uitslag te kunnen zeggen. Bij de schermvoorbeelden ga ik uit van de applicaties die goede mogelijkheden hebben voor gewenste metadata.

Dit hoofdstuk wordt in de loop van 2024 verder gevuld.

06.02 Metadata aanbrengen

Inhoud volgt.

06.01 Inleiding op het onderwerp

Inhoud volgt.

06.02 Metadata aanbrengen

Inhoud volgt.

06.03 Metadata op basis van een boekstructuur

Inhoud volgt.

06.04 Metadateren op basis van SLO-leerdoelen

Inhoud volgt.

06.05 Werken met cognitieve indelingen

Inhoud volgt.

06.06 Tijdslimiet en verwachte werktijd

Inhoud volgt.

06.07 Andere mogelijkheden met metadata

Inhoud volgt.

06.08 Vragen uitfilteren op metadata

Inhoud volgt.

06.09 Werken met een toetsmatrijs

Inhoud volgt.

H07 | Afnemen van toetsen

07.00 Inleiding op het hoofdstuk

In dit hoofdstuk ga ik vooral in op de consequenties van het bouwen van toetsen, op de daadwerkelijke digitale afname. Waar let je op bij de beveiliging van toetsen, hoe laat je kandidaten hun toetsen voorlezen en hoe geef je extra werktijd? Wat is de rol van een test-afname en hoe koppel je analyses terug naar je toetsvragen?

Dit hoofdstuk wordt in de loop van 2024 verder gevuld.

07.01 Inleiding op digitale afname

Inhoud volgt.

07.02 Toetsvraagtypes in de praktijk

Inhoud volgt.

07.03 Het voorlezen van vragen

Inhoud volgt.

07.04 Beveiliging van toetsen

Inhoud volgt.

07.05 Inzetten van een formule-editor

Inhoud volgt.

07.06 Bronnengebruik in de praktijk

Inhoud volgt.

07.07 Gebruik van een calculator

Inhoud volgt.

07.08 Extra tijd inplannen

Inhoud volgt.

07.09 Testafnames terugkoppelen

Inhoud volgt.

07.10 Analyseren van metadata

Inhoud volgt.

07.11 Analyseren op vraagkwaliteit

Inhoud volgt.

H08 | Andere toetsvormen

08.00 Inleiding op het hoofdstuk

Iedereen kent wel voorbeelden van toetsen op papier, online via een app of via een toetsapplicatie, maar er zijn nog veel werkvormen en afwijkende toetsvormen te bedenken. Denk aan adaptief toetsen, het afnemen van een webpoll of enquete, het werken met flashcards, gaming als toetsvorm en wat te denken van onderweg toetsen op basis van GPS-coördinaten? In dit hoofdstuk geef ik van allemaal wat voorbeelden.

Dit hoofdstuk wordt in de loop van 2024 verder gevuld.

08.01 Inleiding op het onderwerp

Inhoud volgt.

08.02 Diagnostisch toetsen

Inhoud volgt.

08.03 Adaptief toetsen

Inhoud volgt.

08.04 Flipping the classroom

08.04.01 Uitleg van het begrip

‘Flipping the classroom’, ofwel ‘omgekeerd lesgeven’, is een onderwijsmethode waarbij de traditionele volgorde van lesgeven wordt omgedraaid. In plaats van dat de docent tijdens de les nieuwe stof uitlegt en de leerlingen thuis huiswerk maken, bekijken de leerlingen de uitleg en instructies thuis, vaak via video’s of andere digitale middelen.

Hierdoor kan de tijd in de klas worden gebruikt voor interactieve activiteiten zoals discussies, het maken van opdrachten en het beantwoorden van vragen. Dit bevordert een diepere verwerking van de leerstof en meer persoonlijke begeleiding door de docent.

Voordelen:

  • Meer interactie in de klas: De klasuren worden gebruikt voor actieve leeractiviteiten.
  • Flexibiliteit: Leerlingen kunnen de uitleg in hun eigen tempo bekijken.
  • Diepere verwerking: Meer tijd voor het toepassen en begrijpen van de stof tijdens de les.

Nadelen:

  • Toegang tot technologie: Niet alle leerlingen hebben thuis toegang tot de benodigde technologie.
  • Voorbereidingstijd: Het kost docenten tijd om geschikte materialen te maken of te vinden.


08.04.02 Combineren met toetsen

Als leerlingen als huiswerk meekrijgen dat ze een video moeten bekijken en daar vragen bij moeten maken, dan weet je bij de start van de les daarna niet of ze dat hebben gedaan en ook niet of ze de inhoud van de video hebben begrepen. Je kunt dan zo'n opdracht het beste laten volgen door enkele vragen over de inhoud. Zorg ervoor dat je deze vragen metadateert.

Dat geeft een tweetal extra voordelen:

  • Bij de start van de les weet je al welke leerlingen de opdracht hebben gedaan en welke leerlingen niet.
  • Door vooraf snel nar de analyses te kijken, weet je ook exact welke onderdelen van de video meer of minder duidelijk waren. Je kunt in de les direct aandacht geven aan de onderwerpen die blijkbaar moeilijk waren.

 

08.05 Toetsen van casussen

Toetsen via een casus, ook wel casustoets genoemd, is een methode waarbij studenten worden beoordeeld op basis van hun vermogen om een realistische situatie of probleem op te lossen. Hier is een overzicht van hoe dit proces werkt:

  1. Selectie van de casus: Een casus is een beschrijving van een authentieke beroepssituatie of probleem. Deze moet relevant zijn voor het vakgebied en voldoende complex om diepgaande analyse te vereisen.
  2. Ontwikkeling van vragen: Op basis van de casus worden vragen geformuleerd. Deze kunnen zowel open als gesloten zijn. Open vragen vragen om uitgebreide antwoorden en redeneringen, terwijl gesloten vragen vaak meerkeuze of waar/onwaar zijn.
  3. Voorbereiding van studenten: Studenten krijgen de casus en eventuele aanvullende informatie vooraf, zodat ze zich kunnen voorbereiden. Dit kan ook betekenen dat ze relevante theorieën en modellen moeten bestuderen.
  4. Uitvoering van de toets: Tijdens de toets beantwoorden studenten de vragen over de casus. Dit kan individueel of in groepen gebeuren, afhankelijk van de opzet van de toets.
  5. Beoordeling: De antwoorden worden beoordeeld op basis van vooraf opgestelde criteria. Dit kan een rubric zijn die verschillende aspecten van het antwoord beoordeelt, zoals de juistheid van de analyse, de toepasbaarheid van de theorie, en de kwaliteit van de argumentatie.
  6. Feedback: Na de beoordeling krijgen studenten feedback op hun antwoorden. Dit helpt hen te begrijpen waar ze goed in waren en waar ze nog kunnen verbeteren.

Voordelen van casustoetsen:

  • Realistische context: Studenten leren om theorie toe te passen in praktijksituaties.
  • Diepgaand leren: Bevordert kritisch denken en probleemoplossende vaardigheden.
  • Feedbackgericht: Geeft waardevolle feedback die studenten helpt hun vaardigheden te verbeteren.

Nadelen:

  • Tijdrovend: Zowel voor docenten om te maken en te beoordelen, als voor studenten om voor te bereiden.
  • Complexiteit: Het kan moeilijk zijn om een goede, representatieve casus te ontwikkelen.

Verdere inhoud volgt.

08.06 Enquêtes ontwikkelen

Inhoud volgt.

08.07 Gaming als toetsvorm

Inhoud volgt.

08.08 Flashcards als werkvorm

Inhoud volgt.

08.09 Een webpoll maken

08.09.01 Inleiding op het begrip

Een webpoll is een online enquête of peiling die wordt gebruikt om snel en eenvoudig meningen, feedback of gegevens van een groep mensen te verzamelen. Webpolls worden vaak ingezet op websites, sociale media, of via e-mail om de mening van bezoekers of gebruikers te peilen over een specifiek onderwerp.

Kenmerken van een webpoll:
- Toegankelijkheid: Deelnemers kunnen eenvoudig via een link of ingebedde poll deelnemen.
- Snelheid: Het invullen van een webpoll kost meestal maar een paar minuten.
- Directe resultaten: De resultaten worden vaak in real-time verzameld en weergegeven.
- Anoniem: Deelnemers kunnen vaak anoniem hun mening geven, wat eerlijkere antwoorden kan opleveren.

Gebruik van webpolls:
- Marktonderzoek: Bedrijven gebruiken webpolls om klantvoorkeuren en trends te begrijpen.
- Feedback verzamelen: Organisaties kunnen feedback krijgen over producten, diensten of evenementen.
- Opiniepeilingen: Media en onderzoekers gebruiken webpolls om publieke opinies over actuele onderwerpen te meten.

 

08.09.02 Hoe ga je te werk?

Het maken van een webpoll kan met verschillende online tools. Hier is een stapsgewijze uitleg:

  1. Kies een platform: Er zijn veel platforms beschikbaar zoals Microsoft Forms, SurveyMonkey, en Google Forms. Kies een platform dat het beste bij jouw behoeften past.
  2. Maak een account aan: Voor de meeste platforms moet je een account aanmaken. Dit is meestal gratis en snel gedaan.
  3. Start een nieuwe poll: Zoek naar de optie om een nieuwe poll of enquête te maken. Dit kan vaak via een knop zoals "Create" of "New Poll".
  4. Voeg vragen toe: Voeg de vragen toe die je wilt stellen. Dit kunnen meerkeuzevragen, open vragen, of schaalvragen zijn. Zorg ervoor dat je vragen duidelijk en beknopt zijn.
  5. Pas de poll aan: Veel platforms bieden opties om de poll aan te passen met thema's, kleuren, en afbeeldingen. Dit maakt je poll aantrekkelijker voor de deelnemers.
  6. Deel de poll: Zodra je tevreden bent met je poll, kun je deze delen. Dit kan via een link, e-mail, of door de poll in te bedden op een website.
  7. Verzamel en analyseer de resultaten: De meeste platforms bieden real-time resultaten en analyses. Je kunt de gegevens bekijken, grafieken maken, en de resultaten exporteren voor verdere analyse.

 

08.09.03 Voorbeelden in de praktijk

Hier zijn enkele handige links om je op weg te helpen:
- [Microsoft Forms](https://forms.microsoft.com/)
- [SurveyMonkey](https://www.surveymonkey.com/mp/online-polls/)
- [Google Forms](https://www.google.com/forms/about/)

Verdere inhoud volgt

08.10 Onderweg toetsen op basis van GPS

Inhoud volgt.

08.11 Toetsen ontwikkelen voor schrapkaarten

Inhoud volgt.

08.12 Ontwikkelen voor 360⁰ feedback

Inhoud volgt

Deel II | VRAGEN ONTWIKKELEN

Dit handboek bestaat uit vier delen. In dit tweede deel ga ik in op het daadwerkelijk ontwikkelen van goede toetsvragen. Je ziet hoe je platform-onafhankelijk ontwikkelt, hoe je quizzes in apps maakt, ontwikkelt in de bekende toetsplatforms en hoe je samenwerkt bij de opbouw van een vragenbank.

In deel I is er aandacht voor de theorie rond het maken van goede toetsen, deel III besteedt aandacht aan het maken van goede bronnen bij de vragen en in deel IV geef ik ingangen voor verdere studie.

H09 | Ontwikkel in 'standaard'

09.00 Inleiding op het hoofdstuk

Een grote fout die ontwikkelaars van toetsen maken, is het ontwikkelen van hun toetsen direct in een toetssysteem. Zeker als dit systeem geen adequate export kent op basis van een standaard, betekent dat heel simpel dat je alle toetsen kwijt bent op het moment dat je instelling besluit een ander systeem te gaan gebruiken. Niet elk platform blijkt levensvatbaar en kan dus gewoon verdwijnen. Ook nemen scholen regelmatig het besluit van systeem te wisselen. Vaak is het daarom verstandiger lokaal op je eigen laptop of pc of binnen het eigen netwerk, toetsen te ontwikkelen met behulp van een sjabloon. Zo’n sjabloon is dan meestal een spreadsheet. Dit sjabloon moet je dan kunnen importeren in het online gebruikte platform of je moet het sjabloon met een converter kunnen omzetten naar het gewenste importformaat. Op deze manier zorg je ervoor dat je altijd over je toetsen kunt beschikken, ook al stap je op termijn over naar een ander toetsplatform. Bijkomend voordeel is dat je vanuit het sjabloon vaak zowel naar je toetsplatform kunt wegschrijven, maar er ook een Word-versie van kunt maken of naar een quiz-app kunt wegschrijven.

In dit hoofdstuk laat ik zien hoe je toetsen opbouwt in een sjabloon en laat ik voor meerdere toetssystemen zien hoe dat werkt. In ga ook in op consequenties rond backups en beveiliging.

 

09.01 Inleiding op het onderwerp

Veel docenten zijn blij als hun uitgeverij of school toetsen gereed zet in het gebruikte toetssysteem, maar de meeste docenten zullen toch regelmatig eigen toetsen ontwikkelen. Het is daarbij zaak dit zo te doen dat dat zo weinig mogelijk tijd kost. Regel 1 is dat je niet ontwikkelt in Word, maar helaas is dat nog de meest gebruikte ontwikkelapplicatie voor toetsen. Beter is het in een zogenaamd sjabloon te ontwikkelen en van daaruit weg te schrijven naar het gewenste outputformaat, waaronder de Word-tekst. Er zijn allerlei sjablonen mogelijk, zowel te vullen in een tekstverwerk, als in een spreadsheetprogramma. De opkomst van AI maakt dat je moet beschikken over de juiste prompt voor het genereren van een goede toets. Ook hier is slim werken het devies en is het van belang je gebruikte prompt te bewaren, zodat je die later kunt hergebruiken.

 

 

Afbeelding | xx

 

09.02 Ontwikkelen vanuit een spreadsheet

Inhoud volgt.

09.03 Ontwikkelen via een TXT-sjabloon

09.03.01 Algemene tips

09.03.02 Werken met het ‘OpenTekst sjabloon’

 

Inhoud volgt.

09.04 Ontwikkelen op basis van een XLSx-sjabloon

09.04.01 Algemene aanwijzingen

09.04.02 Voorbeeld: Plickers

09.04.03 Voorbeeld: Kahoot

09.04.04 Voorbeeld: Socrattive

09.04.05 Voorbeeld: iSpring

09.04.06 Werken met de 'OpenSpreadsheet' XMLx

 

Inhoud volgt.

09.05 Ontwikkelen via AI (artificial intelligence)

09.05.01 Inleiding op AI

09.05.02 Goede prompts maken

09.05.02.01 Algemene tips

09.05.02.02 De QCK AI PromptBuilder

09.05.03 ChatGPT inzetten

09.05.04 CoPilot inzetten

09.05.05 Andere AI-bots onzetten

Perplexity

09.05.05 AI binnen een toetsapplicatie

Dugga

09.05.06 Met een toetsgenerator

 

Inhoud volgt.

09.06 Ontwikkelen via Wikiwijs Maken

In deze paragraaf toon ik je globaal hoe je een toets aanmaakt in deze open en gratis ontwikkelomgeving. Voor de diepere werking van de diverse onderdelen, verwijs ik je onderaan elke pagina naar het juiste deel van de Wikiwijs-handleiding. In Wikiwijs kun je volwaardige toetsen ontwikkelen, die ter download aanbieden in QTI 3.0-formaat of online aan te bieden aan leerlingen. In het laatste geval krijgt de leerling na afloop te zien wat hij/zij goed en fout had, maar worden er geen persoonlijke gegevens of ene cijfer opgeslagen.

 

09.06.01 Inloggen in maken.wikiwijs.nl

Iedereen kan gratis gebruik maken van Wikiwijs, voor het maken van toetsen en voor het online laten afnemen met leerlingen. Toetsen ontwikkel je in maken.wikiwijs. Je kunt alleen inloggen in maken.wikiwijs met een zogenaamd Entree-account. Zo’n account maak je eenmalig aan of je logt in met je schoolgegevens hiervoor. Ben je niet werkzaam bij een school, dan kun je een persoonlijk account aanmaken en daarmee gratis inloggen.
Ingang: maken.wikiwijs.nl

 



Afbeelding | Werk je in het po of vo? Dan log je in met Entree. Werk je in het hoger onderwijs? Gebruik dan je SURFconext inlogaccount.


Om in te loggen bij Wikiwijs, volg je deze stappen:

  1. Ga naar de Wikiwijs website: Open je webbrowser en ga naar maken.wikiwijs.nl
  2. Inloggen: Kies voor ‘Log in met Entree’.
  3. Selecteer je aanmeldingsmethode: Je kunt inloggen met je schoolaccount (hetzelfde account waarmee je op de ELO aanmeldt) of met een persoonlijk Entree-account.
  4. Voer je gebruikersnaam en wachtwoord in: Vul je gebruikersnaam en wachtwoord in de juiste velden in en klik op 'Inloggen'. Kom je hier vaker, dan staan deze gegevens er vaak al.
  5. Volg eventuele aanvullende instructies: Als dit de eerste keer is dat je inlogt, kun je gevraagd worden om je account te verifiëren of aanvullende informatie in te voeren.

Als je geen schoolaccount hebt, kun je (gratis) een persoonlijk Entree-account aanmaken om toegang te krijgen tot Wikiwijs. Na het aanmaken kun je hiermee inloggen wanneer je maar wilt.

Begrippen

Wikiwijs
Wikiwijs is de openbare plek waar je open lesmateriaal kunt zoeken, maken en delen. Het is een openbare dienst die sinds 2009 wordt gesubsidieerd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Dit betekent dat Wikiwijs gratis beschikbaar is voor iedereen.

Entree
Met Entree Federatie heb je met slechts één keer inloggen toegang tot alle diensten van aanbieders van online lesmateriaal die op het portaal zijn aangesloten. Entree Federatie is gratis voor alle gebruikers én de aangesloten scholen en aanbieders.

 

Afbeelding | Heb je een schoolacccount? Log dan hiermee in.

 

Verder lezen

Alles over het inloggen bij Entree: [ klik hier ]
Introductie op Wikiwijs: [ klik hier]

09.06.02 Map, arrangement en team samenstellen

Binnen Wikiwijs is een toets een onderdeel van een arrangement. Arrangementen kun je ordenen in mappen. Je kunt net zoveel mappen en arrangementen aanmaken als je wilt. Je maakt dus eerst een map aan en dan een arrangement.


Map aanmaken:

  • Klik op [+ Nieuw] en kies voor ‘Map toevoegen’.
  • Geef de map een naam en klik op ‘Opslaan’.

Afbeelding | Je kunt een map of een arrangement aanmaken.


Arrangement aanmaken:

  • Lesmateriaal maken: Je kunt lesmateriaal maken met tekst, audio, video, interactieve vragen en toetsen. Standaard komt al dit lesmateriaal te staan onder ‘Mijn lesmateriaal’.
  • Arrangement aanmaken:
    • Zorg dat je in de juiste map zit.
    • Klik op [+ Nieuw] en kies voor ‘Arrangement maken’.
    • Geef een titel op en typ een korte omschrijving in.
    • Kies bij ‘Lay-out’ voor ‘Leeg arrangement’ en klik op ‘Verder’.
  • Arrangement vullen: Je kiest hiervoor voor ‘Toets/oefening. Zie verder bij paragraaf 09.06.03.
  • Publiceren: Na het maken van een arrangement, met daarin een te maken toets, kun je dit publiceren en beschikbaar stellen aan je leerlingen of studenten. Zie verder bij paragraaf 09.06.06.
  • Aanpassen: Je kunt arrangementen later altijd aanpassen om fouten te corrigeren of het materiaal te actualiseren. Log daarvoor in binnen je eigen omgeving, open het juiste arrangement in de juiste map en breng wijzigingen aan.

 

Afbeelding – Vanuit deze ruimte beheer je materialen en heb je toegang tot de juiste ontwikkelteams.

 

Teams inrichten

  • Samenwerken: Je kunt samenwerken met collega's of co-auteurs om lesmateriaal te ontwikkelen. Dit doe je vanuit ‘Mijn teams’.
  • Team aanmaken: Je kunt een team inrichten om samen met anderen lesmateriaal te bewerken en beheren. Klik hiervoor op ‘Mijn teams’ en kies voor ‘Nieuw team’.
  • Samenwerken: Je kunt lid worden van meerdere teams en samenwerken aan verschillende projecten. Je kunt als teamlid meerdere rollen hebben: auteur of beheerder.
  • Co-auteurs uitnodigen: Je kunt co-auteurs uitnodigen om samen aan een arrangement te werken. Je doet met het icoon ‘Team bewerken’ (zie je rechts naast de naam van het team.

Afbeelding | Icoon voor het inrichten en bewerken van een team.

 

Afbeelding – Vanuit deze ruimte beheer je het team.

 

Wikiwijs biedt verschillende tools om je lesmateriaal te structureren en te vormgeven, zoals het toevoegen van metadata en het kiezen van licentieopties voor je materiaal. In dit boek beperken we ons tot het gebruiken van enkel het toetsdeel.

Afbeelding | Zorg dat er voldoende beheerders zijn, die de teamsamenstelling kunnen inrichten.

 

Verder lezen

Handleiding 'Samenwerken in een team': [ klik hier ]

 

 

 

09.06.03 Nieuwe toets aanmaken

Je kunt net zoveel toetsen aanmaken als je wilt. Dit zijn de standaard stappen om een toets aan te maken in Wikiwijs Maken:

  • Inloggen: Log in op je Wikiwijs-account via maken.wikiwijs.nl en daarmee ook via Entree.
  • Werkgebied kiezen: Je werkt standaard in ‘Mijn lesmateriaal’, maar het kan ook zijn dat je vanuit ‘Mijn teams’ onderdeel van een team bent. Kies is dat geval eerst het juiste team en/of map.
  • Arrangement maken:
    • Klik op 'Nieuw’ onder ‘Arrangementen' en selecteer de optie ‘Arrangement maken’.
    • Geef je arrangement een titel en beschrijving en klik op ‘Verder’.
  • Toets toevoegen:
    • Klik rechtsonder op de optie ‘toets/oefening’.
    • Geef je toets een naam en beschrijf de inhoud.
  • Toets opslaan:
    • Sla de wijzigingen in je toets steeds op door op de 'Opslaan'-knop te klikken.

Afbeelding | Kies voor 'Toets/oefening'.

 

Verder lezen

Een Oefening/toets maken in een arrangement: [ klik hier ]

 

09.06.04 Vragen maken in een toets

Wikiwijs ondersteunt negen vraagtypes. Aan te raden is om ze allemaal eens uit te proberen en dan te bepalen welke vraagtypes voor jouw project het beste bruikbaar zijn.

  1. Inloggen: Log in op je Wikiwijs-account via wikiwijs.nl en dus ook via Entree.
  2. Werkgebied kiezen: Je werkt standaard in ‘Mijn lesmateriaal’, maar het kan ook zijn dat je vanuit ‘Mijn teams’ onderdeel van een team bent. Kies is dat geval eerst het juiste team en/of map.
  3. Bestaand arrangement openen:
    • Klik op de naam van het aangemaakte arrangement.
    • Klik op de naam van de in het arrangement aanwezige toets.
  4. Vragen toevoegen:
    • Ga naar de tab ‘Vragen’.
  5. Selecteer het vraagtype:
    • Kies uit de beschikbare vraagtypes (rechts) die je wilt toevoegen aan je toets.
  6. Vragen maken:
    • Geef een titel op, voer de vraagstelling en de mogelijke antwoorden in.
    • Geef aan welk antwoord juist is.
    • Klaar? Klik op ‘Opslaan’.
    • Herhaal de vorige stap om meer vragen toe te voegen aan je toets.
  7. Instellingen aanpassen:
    • Klik op 'Instellingen' om de instellingen voor je toets te beheren, zoals de puntenverdeling, tijdslimieten en feedbackopties.
  8. Toets opslaan:
    • Sla de wijzigingen in je toets steeds op door op de 'Opslaan'-knop te klikken.
  9. Publiceren:
    • Als je klaar bent met het maken van de toets, klik je binnen het arrangementmenu op 'Publiceren' om de toets beschikbaar te maken voor leerlingen.
  10. Delen:
    • Deel de link naar je arrangement of toets met je leerlingen via de online leeromgeving of een andere communicatiemethode.

Afbeelding -

Ondersteunde vraagtypes in Wikiwijs

Wikiwijs ondersteunt verschillende soorten vragen, waaronder:

  1. Meerkeuzevragen: Vragen waarbij de leerling uit meerdere antwoorden moet kiezen.
  2. Invulvragen (Tekst invullen): Vragen waarbij de leerling zelf een antwoord moet invullen.
  3. Sleepvragen (Volgorde): Vragen waarbij de leerling items naar de juiste positie moet slepen.
  4. Waar/Niet waar vragen: Vragen waarbij de leerling moet aangeven of een stelling juist of onjuist is.
  5. Matchvragen (Combinatie en Combineer tekst): Vragen waarbij de leerling items aan elkaar moet koppelen.
  6. Open vragen (Open tekst): Vragen waarbij de leerling een open antwoord moet geven, zonder keuzemogelijkheden.
  7. Hotspotvraag: Vraagtype waarbij de leerling op een afbeelding een gevraagde plek moet aanwijzen.

 

Afbeelding | Hier kies je voor 'Toets/oefening'

 

Afbeelding | Hier kies je het gewenste vraagtype

 

Verder lezen

Uitleg bij de vraagtypes: [ klik hier ]

 

09.06.05 Metadata bij de toets

Zonder metadata is een toets straks niet te vinden binnen Wikiwijs. Die moet dus altijd worden toegevoegd. Dit zijn de stappen om metadata aan te brengen aan een arrangement (zoals een toets) in Wikiwijs:

  1. Inloggen: Log in op je Wikiwijs-account via maken.wikiwijs.nl (en dus via Entree).
  2. Ga naar juiste arrangement: Ga naar ‘Mijn lesmateriaal’ of open het juiste team via ‘Mijn teams’.
  3. Open je arrangement:
    • Zoek naar het arrangement waaraan je metadata wilt toevoegen.
    • Klik op de titel om het arrangement te openen.
  4. Metadata toevoegen:
    • Klik op de tab ‘Metadata’
    • Standaard voeg je metadata toe aan het gehele arrangement, maar je kunt ook kiezen voor metadata per onderdeel.
  5. Vul de metadatavelden in:

Klik steeds op het pennetje en zie welke opties worden gekozen, vink een optierondje aan of vul wat in een vak in.

    • Titel: Die is al aangegeven.
    • Type leermateriaal: Kies uit oefening, evaluatie en toetsmateriaal, informatiebron, handleiding, professionaliseringsmateriaal en gereedschap.
    • Leerniveau: Selecteer het relevante onderwijsniveau (bijvoorbeeld basisonderwijs, voortgezet onderwijs).
    • Leerinhoud: Kies het vakgebied waarvoor het arrangement bedoeld is en een mogelijk subkern en lesinhoud. Let op: alleen mogelijk bij door de SLO beschreven vakken.
    • Leerdoel: Kies de juiste leerdoelen. Let op: alleen mogelijk bij door de SLO beschreven vakken.
    • Werkvorm: Kies een werkvorm uit de aangeboden lijst.
    • Eindgebruiker: Kies uit ‘leerling/student’ en ‘leraar’.
    • Moeilijkheidsgraad: kies uit makkelijk, gemiddeld en moeilijk.
    • Studiebelasting: geef aan hoe lang een gebruiker over de toets zal gaan doen.
  1. Opslaan:
    • Controleer of alle metadata correct zijn ingevuld.
    • Klik op 'Wijzigingen opslaan'.

Deze stappen zorgen ervoor dat je arrangement voorzien is van de juiste metadata, wat helpt bij de vindbaarheid en het gebruik van je lesmateriaal in Wikiwijs.

 

Afbeelding | Vul alle vakken zorgvuldig in.

 

Verder lezen

Uitleg bij het onderwerp 'metadata': [ klik hier ]

 

09.06.06 Toetsen publiceren en delen

In Wikiwijs gemaakte toetsen kun je publiceren, waarna ze te maken en te downloaden zijn. Dit zijn de belangrijkste stappen om een arrangement (zoals een toets) te publiceren in Wikiwijs, inclusief de verschillende publicatie-opties:


Stappen om een arrangement (toets) te publiceren in Wikiwijs

  1. Inloggen: Log in op je Wikiwijs-account via wikiwijs.nl.
  2. Ga naar Wikiwijs Maken: Klik op de optie 'Wikiwijs Maken' in het menu.
  3. Open je arrangement:
    • Zoek naar het arrangement dat je wilt publiceren.
    • Klik op de titel om het arrangement te openen.
  4. Bewerk of controleer je arrangement:
    • Zorg ervoor dat alle inhoud correct en compleet is.
    • Voeg indien nodig metadata toe (zoals titel, beschrijving, onderwijsniveau, vakgebied, trefwoorden, auteur, licentie).
  5. Publiceren:
    • Klik op de knop 'Publiceren' bovenaan of onderaan de pagina.
    • Je krijgt een overzicht te zien van je arrangement en kunt de instellingen voor publicatie beheren.

Publicatie-opties

Bij het publiceren van een arrangement heb je verschillende opties:

  1. Zichtbaarheid:
    • Publiek: Maak je arrangement openbaar voor iedereen. Iedereen kan het vinden en gebruiken.
    • Gedeeld met specifieke personen: Deel je arrangement alleen met specifieke personen of groepen. Dit is handig voor interne samenwerking of privégebruik binnen een team.
    • Privé: Dit houdt je arrangement privé. Alleen jij kunt het zien en bewerken.
  2. Licentie:
    • Kies een passende licentie voor je arrangement (bijvoorbeeld Creative Commons-licenties). Dit bepaalt hoe anderen je materiaal mogen gebruiken, delen en aanpassen.
  3. Feedbackmogelijkheden:
    • Schakel feedback in om reacties van gebruikers te ontvangen. Dit kan helpen bij het verbeteren en actualiseren van je arrangement.
  4. Versiebeheer:
    • Houd verschillende versies van je arrangement bij. Dit stelt je in staat om veranderingen te volgen en, indien nodig, terug te keren naar eerdere versies.
  5. Exportopties:
    • Exporteer je arrangement in verschillende formaten (bijvoorbeeld PDF) om het offline te gebruiken of te delen via andere platforms.
  6. Publicatiedatum:
    • Stel een publicatiedatum in als je wilt dat je arrangement op een specifiek moment beschikbaar komt.

Opslaan en Publiceren

  • Opslaan: Klik op 'Opslaan' om je wijzigingen op te slaan zonder het arrangement direct te publiceren.
  • Publiceren: Klik op 'Publiceren' om je arrangement definitief openbaar te maken.

Met deze stappen kun je je arrangement effectief publiceren en het vrijgeven ervan beheren in Wikiwijs.

 

Afbeelding | Zie de verschillende publiceer-opties. De optie met links is mooi als je je teamleden ernaar wilt laten kijken. De links naar het arrangement staat onderaan.

 

Verder lezen

Uitleg bij het publiceren van een toets: [ klik hier ]
Uitleg bij het downloaden van een toets: [ klik hier ]
Kies de optie 'Downloaden als QTI 3.0' als je de toets wilt hergebruiken in een toetsplatform.

 

09.06.07 Zoeken, downloaden en hergebruiken

Binnen Wikiwijs komen steeds meer toetsen beschikbaar in het formaat QTI 3.0. Je kunt daarnaar zoeken en deze toetsen daarna met één klik naar je computer downloaden. Vanaf daar kun je de toets weer uploaden in een toetssysteem dat QTI 3.0 ondersteunt.

Om een toets te zoeken binnen Wikiwijs, kun je de volgende stappen volgen:


Zoeken binnen Wikiwijs

 

Afbeelding | Typ een zo uitgebreid mogelijke zoekopdracht in.
Let op: Wikiwijs werkt op meerdere plekken met verschillende zoekinterfaces.

 

Afbeelding | Klik op de titel en de toets kan gemaakt worden. Dit kan dus alleen als dit een 'Wikiwijs arrangement' is.

 

Een toets downloaden als PDF

  • Zorg dat je een Wikiwijs-toets in beeld hebt.
  • Kies links onderaan voor 'Download als PDF'
  • Kijk in je Downloads-map voor het resultaat. De naam van de PDF is een nummer.
    Op deze PDF eens en zie hoe de toets je wordt aangeboden.

 

Afbeelding | In de toets zitten alle vragen en bronnen, maar niet de antwoorden.

 

Een toets downloaden als QTI 3.0 pakketje

  • Zorg dat je een Wikiwijs-toets in beeld hebt.
  • Kies links onderaan voor 'Alle download opties'.
  • Kies daar onder 'QTI' voor 'Versie 3.0' en klik op de naam van de toets.
  • Kijk in je Downloads-map voor het resultaat.
    De download is een zip-bestand, dat weer ingeladen kan worden in een toetssysteem die een importoptie kent voor WTI 3.0. Heeft dit systeem alleen een import voor 'QTI 2.0', download dan die variant.

Afbeelding | Versie 3.0 van QTI is de meest recente versie. Gebruik bij voorkeur die versie.

 

Verder lezen

Uitleg bij het zoeken binnen Wikiwijs: [ klik hier ]
Uitleg bij downloaden vanuit Wikiwijs-arrangement: [ klik hier ]

 

09.07 Inzetten van de QuestionConstructionKit

09.07.01 Inleiding op de QCK

De QuestionConstructionKit is een gratis, op een Windows-pc in te zetten applicatie. Het bevat een reeks kleine programma's die het leven van een testauteur gemakkelijker kunnen maken. De QCKit is geen vervanging van een toetsapplicatie, maar is er een aanvulling op. Werk dat soms uren duurt, kan hiermee teruggebracht worden tot minuten.

Iedere docent die uitgebreid aan de gang gaat met het ontwikkelen van toetsen, loopt uiteindelijk tegen allerlei technische uitdagingen aan. Zo heb je de toetsen vaak in een ander formaat dan het doelformaat, zou je op afbeeldingen een (c) willen hebben en zou je aan bestaande toetsen metadata willen toevoegen. Voor al deze zaken en nog meer, zijn de tools in de QuestionConstructionKit ontwikkeld. De tools zijn gratis te downloaden en te gebruiken op een pc of laptop met Windows 10 of 11. In deze paragraaf loop ik alle onderdelen langs en laat ik zien hoe ze werken en waar je ze het beste bij kan inzetten.

 

Doel van de QuestionConstructionKit

Het doel is om de constructie en conversie van toetsvragen zo eenvoudig en snel mogelijk te maken. De QCK is ideaal voor gebruik bij:

  • Overstappen. Iedereen kent het probleem dat ontstaat als de organisatie overgaat op een nieuw assessmentprogramma. Docenten willen dan grote verzamelingen vragen omzetten naar de nieuwe toetsvorm.
  • Eenvoudige taken. Een ander probleem ontstaat wanneer groepen docenten niet aansluiten omdat ze de methode van toetsconstructie te ingewikkeld vinden. Ze zijn bereid om te helpen bouwen, als er een eenvoudige bouwmethode is.
  • Samenwerken. Een derde probleem ontstaat wanneer docenten van verschillende organisaties, elk met hun eigen beoordelingssysteem, gaan samenwerken aan een vragendatabase. Ze kunnen zich dan beter ontwikkelen in een gezamenlijk tussenformaat.
  • Genereren. De QCKit kan ook helpen bij het versnellen van repetitieve ontwikkelingsprocessen, bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van woordenschatoefeningen.
  • Batchbewerkingen. Ten slotte biedt de QCKit tools voor het zoeken en vervangen van tekst in reeksen tests tegelijk. Ook kunnen metadata direct aan een reeks toetsen worden toegevoegd of kunnen alle punten voor vragen worden aangepast.
  • Combineren met apps. Veel docenten willen hun toetsen niet alleen gebruiken in het toetsplatform dat de instelling gebruikt, maar ook in de verschillende toetsapps die er zijn, zoals Kahoot, Plickers, Socrative, Loudly en iSpring QUIZ. Dat kan met de QCK.

De QCK biedt verschillende instrumenten om deze problemen op te lossen. De QCK ondersteunt het werken met meerdere testplatforms.

Ervaring in een app gestopt

De beide makers hebben hun meer dan 25 jaar ervaring in toetsconstructie en -conversie hierin verwerkt. Ze gebruiken deze programma's dagelijks binnen eigen projecten. Tientallen scholen en uitgeverijen hebben hun toetsen kunnen omzetten, na de keuze voor een ander toetsprogramma of voor het genereren vanaf scratch. Per project worden soms vele honderden uren werk bespaard. Met de QCKit delen ze hun kennis en ervaring met anderen. De QCKit komt voort uit de wens om het testconstructieproces in sommige fasen te vereenvoudigen voor de auteurs van het assessment. Met name moet de KCK repeterende processen, zoals het maken van woordenschattoetsen, versnellen en de samenwerking tussen toetsauteurs, die allemaal met een ander toetsplatform werken, bevorderen.

De QCKit bestaat uit een reeks losse onderdelen:

  • QuestionConverter | zetten toetsen van het ene naar het andere formaat om. Onderwijl kun je metadata aanbrengen en trefwoorden genereren.
  • QuestionModifier | breng metadata aan in of zoek en vervang tekst in een bestaande QTI 3.0-toets.
  • QuestionGenerator | maak toetsen op basis van woordenlijsten.
  • AI PromptBuilder | maak de juiste prompts voor het genereren van toetsen op maar in ChatGPT of CoPilot.
  • TestChecker | kijk in een toets in het formaat QTI 3.0 of QCK en zie hoeveel vragen er zijn van welk type en welke bronnen zijn gebruikt.
  • ImageConverter | pas maat aan van afbeeldingen of geen reeksen een andere naam.
  • ImageEnhancer | verrijk afbeeldingen met rondjes, cijfers en letters om ze geschikt te maken voor gebruik bij hotspotvragen.
  • Sjablonen | bouw je toetsen op in een tekstverwerker of een spreadsheetprogramma. Met de QuestionConverter zet je daarna om naar een ander formaat.

In de nu volgende subparagrafen worden alle onderdelen getoond en laat ik je zien hoe je ermee werkt.

Verder lezen

Naar website van de QCKit: [ klik hier ]

 

H10 | Toetsen in quiz-apps

10.00 Inleiding op het hoofdstuk

Een quiz afnemen via een telefoon of tablet is vrij normaal geworden in het huidige onderwijs. De quizzes kunnen gebruikt worden voor interne training van docenten, met leerlingen, maar ook met ouders tijdens een ouderavond. Om een dergelijke quiz te kunnen afnemen moeten alle gebruikers beschikken over een smartphone én meestal ook de juiste app hebben geïnstalleerd. Beperkende factoren voor de inzet ervan zijn de AVG-regels en het verbod op het meenemen van een smartphone naar de les in de meeste scholen.  Een oplossing van het laatste probleem kan het inzetten zijn van een app die QR-codes op kaartjes inleest.

In dit hoofdstuk loop ik langs de meest gebruikte apps voor quizzes en laat steeds kort zien hoe je app het beste kunt inzetten én hoe je de quizzes aanmaakt en/of uploadt.

Dit hoofdstuk wordt in de loop van 2024 verder gevuld.

10.01 Inleiding op het toetsen via een app

Inhoud volgt.

10.2 Plickers | app & QR-kaartjes

Inhoud volgt.

10.2 Kahoot

Inhoud volgt.

10.3 Quizlet

Inhoud volgt.

10.4 Socrative

Inhoud volgt.

10.5 GoFormative

Inhoud volgt.

10.6 Mentimeter

Inhoud volgt.

10.7 Andere applicaties

Inhoud volgt.

10.8 Oefenpuzzels maken

Inhoud volgt.

H11 | Toetsen in toetsplatform

11.00 Inleiding op het hoofdstuk

In dit hoofdstuk aandacht voor de meest gebruikte toetssystemen in Nederland. Je ziet per platform hoe je daar toetsen in importeert en inplant voor afname. Het betreft geen handleiding bij deze programma’s, maar je ziet vooral hoe je toetsen die je bijvoorbeeld vindt in Wikiwijs, kunt gebruiken in de toetsapplicaties die in jouw instelling wordt gebruikt. Soms zal je hiervoor toetsen moeten converteren. Hier lees je meer over in hoofdstuk 9.

Dit hoofdstuk wordt in de loop van 2024 verder gevuld.

11.01 Inleiding op het onderwerp

Inhoud volgt.

11.02 Zoeken en exporteren uit Wikiwijs

Inhoud volgt.

11.03 Ontwikkelen met Dugga

Inhoud volgt.

11.04 Ontwikkelen met Kwizl

Inhoud volgt.

11.05 Ontwikkelen met JIJ! Toetsing

Het JIJ! Plus Toetssysteem is een online toetsplatform, dat speciaal is ontworpen voor het maken en afnemen van toetsen in het voortgezet onderwijs. Oorspronkelijk was het een gesloten leerlingvolgsysteem, met toetsen voor taal en rekenen. Later is daar een toetseditdeel aan toegevoegd. Het is de opvolger van Quayn.

Enkele belangrijke kenmerken:

  • Toetscreatie-module: met de JIJ! Plus toetscreatie-module kun je zelf je eigen toetsvragen maken en toetsen samenstellen die passen bij de leerdoelen van jouw lessen. Het is gebruiksvriendelijk en gericht op samenwerking met collega's.
  • Vraagtypes: het kent zeven vraagtypes: meerkeuze, multiple choice, matching, open (essay), ordening, woord (kort antwoord) en getal (numeric).
  • Digitale en papieren toetsen: je kunt je eigen toetsen maken en deze afnemen op papier. Op termijn kun je ook volledig digitaal toetsen via het JIJ! Plus systeem.
  • Methode-onafhankelijke toetsen: met JIJ! Plus kun je methode-onafhankelijke toetsen afnemen voor een nul- of voortgangsmeting. Dit betekent dat je eenvoudig en doelgericht toetsen kunt uitvoeren via één platform.
  • Leerlingvolgsysteem: het JIJ! Leerlingvolgsysteem (LVS) helpt bij het in kaart brengen van de ontwikkeling van leerlingen, zodat je gericht kunt werken aan de volgende ontwikkelingsstappen.

Voor meer informatie kun je de website van Bureau ICE bezoeken.

 

11.06 Ontwikkelen met Toetspers

Inhoud volgt.

11.07 Ontwikkelen met Test Correct

Inhoud volgt.

11.08 Ontwikkelen met Woots

Inhoud volgt.

11.09 Andere toetsapplicaties

Inhoud volgt.

H12 | Toetsen in een leerplatform

12.00 Inleiding op het hoofdstuk

Het kan best zijn dat jouw instelling niet werkt met een licentie op een aparte toetsapplicaties, maar dat er een totaalapplicatie wordt gebruikt, waarin een toetsmodule is opgenomen. In dit hoofdstuk kijken we naar itslearnng, Google Forms, Microsoft Forms, Prowise Presenter en uitgebreid naar Wikiwijs Maken. Hierin kun je allemaal vormen van toetsing ontwikkelen en die inzetten voor de kandidaten.

Dit hoofdstuk wordt in de loop van 2024 verder gevuld.

12.01 Inleiding op dit onderwerp

Inhoud volgt.

12.02 Ontwikkelen in een elo/lms

Inhoud volgt.

12.03 Ontwikkelen in Microsoft Forms

Inhoud volgt.

12.04 Ontwikkelen in Google Forms

Inhoud volgt.

12.05 Ontwikkelen voor een touchscreen

Inhoud volgt.

12.06 Ontwikkelen binnen Learnbeat

Inhoud volgt.

12.07 Ontwikkelen binnen LessonUp

Inhoud volgt.

12.08 Nog meer ontwikkelmogelijkheden

Inhoud volgt.

H13 | Speciale toepassingen

13.00 Inleiding op het hoofdstuk

De meeste mensen die toetsen ontwikkelen voor papier, doen dat in een tekstverwerker. Dat is echter de slechtste manier om dit aan te pakken. Ik laat in dit hoofdstuk zien hoe je optimaal toetsen ontwikkelt voor papier, in PowerPoint, maar ook hoe je schrijfopdrachten maakt, kunt werken met adaptieve leerpaden en ontwikkelt voor oefenen buiten het gebouw. Er is dus meer dan online toetsen via een meerkeuzevraag!

Dit hoofdstuk wordt in de loop van 2024 verder gevuld.

13.01 Ontwikkelen voor papier: Microsoft Word

Inhoud volgt.

13.02 Ontwikkelen voor papier: andere tekstverwerkers

Inhoud volgt.

13.03 Ontwikkelen voor papier met Toetspers

Inhoud volgt.

13.04 Toetsen ontwikkelen in Microsoft PowerPoint

Inhoud volgt.

13.05 Ontwikkelen binnen PowerPoint met iSpring

Inhoud volgt.

13.06 Het ontwikkelen van schrijfopdrachten

Inhoud volgt.

H14 | Samenwerken aan toetsen

14.00 Inleiding op het hoofdstuk

Iedere vakdocent in het voortgezet onderwijs maakt wel eens een toets. Stel dat je iedere week één toets maakt van 15 vragen, dan heb je er zo’n 30 per jaar en dat zijn dan circa 450 vragen. Stel dat 100 collega’s dat ook doen en dat je onderwerpen, niveaus en methodes goed onderling kunt afspreken, dan heb je er elk jaar 3000 toetsen bij, met in totaal 45.000 vragen. In het onderwijs werken zo’n 75.000 docenten in het voortgezet onderwijs, in ongeveer 60.000 fte. Stel dat die nu eens echt gaan samenwerken, dan moet het mogelijk zijn per vak in een paar jaar een curriculum-dekkende vragenbank te ontwikkelen, geschikt voor elk niveau. In dit hoofdstuk laat ik zien hoe docenten in bestaande programma’s kunnen samenwerken en ik laat twee voorbeelden in de praktijk zien: één voor docenten biologie en één voor het vak aardrijkskunde.

 

14.01 Inleiding op het onderwerp

Samenwerken aan de bouw van een vragenbank kan een zeer waardevol en productief proces zijn.
Hier zijn enkele tips om het proces soepel en effectief te laten verlopen:

 

1. Duidelijke doelen stellen

  • Bepaal wat de vragenbank moet bereiken en voor welk doel het zal worden gebruikt. Een belangrijke vraag is al: “Gaan we de toetsen alleen online gebruiken of moet er ook een tekstversie van gemaakt kunnen worden?” Het antwoord heeft grote implicaties.
  • Stel (bouw)doelen op die je met de vragenbank wilt bereiken. Leg die bij voorkeur vast in een programma die een visuele tijdlijn of een gantt-diagram (grafiek voor het plannen van activiteiten) kan tonen.

2. Taakverdeling

  • Verdeel de taken onder teamleden op basis van hun expertise en vaardigheden. Je hebt niets aan alleen maar auteurs. Je hebt ook collega’s nodig die de voortgang kunnen bewaken, vergaderingen inplannen, die teksten redigeren of gespecialiseerd zijn in specifieke didactische vormen van aanpak en meer weten van techniek of brongebruik.
  • Zorg voor een evenwichtige taakverdeling om iedereen betrokken te houden. Kijk of het mogelijk is van elkaar te leren. Soms wil een andere auteur ook wat bijleren over fototechnieken en een ander wil misschien ook kennismaken met AI-toetsconstructie.

3. Gebruik van tools voor samenwerking

Ga je voor een langere periode met een bouwteam samenwerken, zorg dan voor de juiste tools om afspraken, bestanden en toetsen met elkaar te delen. Er bestaan gespecialiseerde tools voor projectmanagement, maar ook binnen de suites van Googel en Microsoft kun je dergelijke onderdelen vaak vinden.

  • Google Drive of OneDrive: Gebruik gedeelde mappen voor documentopslag en samenwerking.
  • Trello of Asana (projectmanagement): Houd de voortgang bij en wijs taken toe aan teamleden. Toon de planning in een visuele tijdlijn.
  • Microsoft Teams of Slack (werkmanagement): Voor communicatie en het delen van updates. Let erop dat deze vormen van samenwerken geen kunstje worden en ze je te veel tijd gaan kosten.

4. Standaardisatie

  • Ontwikkel een uniforme format voor de vragenbank, inclusief de manier waarop vragen worden opgesteld en opgeslagen. Maak hiervoor per vraagtype enkele voorbeeldvragen en zorg ervoor dat iedereen eenzelfde zin heeft ter introductie en op dezelfde wijze naar een bron verwijst.
  • Gebruik consistent taalgebruik, vraagtypes en moeilijkheidsniveaus.
  • Maak afspraken over brongebruik. Bij afbeeldingen kun je iets zeggen over de grootte (pixels) voor een illustratie of een foto of een schema. Te denken valt ook aan een gezamenlijke YouTube Studio-omgeving voor het plaatsen van te embedden video’s.

5. Regelmatige vergaderingen

  • Plan regelmatige (online) teamvergaderingen om de voortgang te bespreken, ideeën uit te wisselen en problemen op te lossen.
  • Gebruik vergaderingen om feedback te geven en te ontvangen over de ontwikkelde vragen of om feedback van gebruikers te bespreken.

6. Review en feedback

  • Implementeer bij voorkeur een peer-review systeem waarin teamleden elkaars vragen controleren en feedback geven.
  • Zorg voor een duidelijke redactie, zowel op de ingebrachte vakkennis als op spelling en grammatica.
  • Zorg ervoor dat vragen grondig worden getest en beoordeeld voordat ze definitief worden toegevoegd aan de vragenbank.

7. Documentatie

  • Documenteer alle bronnen en referenties die worden gebruikt voor het opstellen van de vragen.
  • Houd een logboek bij van wijzigingen en updates aan de vragenbank.

8. Vraagtypes en vraagopbouw

  • Zorg voor een verscheidenheid aan vraagtypes zoals meerkeuzevragen, open vragen, waar/onwaar vragen, en matching vragen.
  • Maak per vraagtype duidelijke afspraken hoe elke vraag wordt opgezet, zodat hetzelfde vraagtype er bij alle auteurs hetzelfde uitziet.
  • Let erop dat toetsen afdrukbaar blijven, als dat een doel is. Bepaal daarvoor de set van te gebruiken vraagtypes en welke bronnen wel of niet toegepast mogen worden.

9. Technologische tools

  • Gebruik alleen tools met een import en export van en naar internationale standaarden, voor het bouwen en beheren van online vragenbanken. Kijk ook of die als auteur zelf kunt inzetten of dat je daar een externe medewerker voor nodig hebt.
  • Overweeg gebruik te maken van speciale software voor toetsontwikkeling die geautomatiseerde functies biedt voor het genereren, beheren en analyseren van vragen. Dergelijke tools vind je onder meer binnen de QuestionConstructionKit.

10. Feedback van gebruikers

  • Verzamel feedback van de uiteindelijke gebruikers van de vragenbank (bijvoorbeeld docenten en leerlingen) om verbeteringen door te voeren.
  • Feedback kun je ook krijgen via de learning analytics, als het toetssysteem waarin ze gedraaid hebben, dat ondersteunt. Zorg ervoor dat je deze output anoniem wegschrijft en tot je krijgt. Zo zegt een p-waarde van een vraag iets over de kwaliteit ervan.
  • Pas de vragenbank aan op basis van deze feedback om de effectiviteit te waarborgen.

Het effectief samenwerken aan een vragenbank vraagt om organisatie, communicatie en een gestructureerde aanpak. Door deze tips te volgen, kun je een waardevolle bron ontwikkelen die bijdraagt aan het leerproces en de evaluatie van kennis.

 

14.02 Werken vanuit één omgeving

Inhoud volgt.

14.03 Delen met collega’s

Inhoud volgt.

14.04 Redactie-opties gebruiken

Inhoud volgt.

14.05 Wikiwijs als voorbeeld

Inhoud volgt.

14.06 De NVON als voorbeeld

Inhoud volgt.

14.07 opdendrieberg als voorbeeld

Inhoud volgt.

DEEL III | WERKEN MET BRONNEN

Dit handboek bestaat uit vier delen. In dit derde deel ga ik in op het werken met bronnen. In mijn adviespraktijk blijkt dat veel auteurs aanlopen tegen het optimaliseren van tekst- (bewegend) beeld- en geluidsbronnen bij vragen. Dit deel is zo een kleine cursus ‘inzet van multimedia’ bij leermiddelen.

In deel I is er aandacht voor de theorie rond het maken van goede toetsen, in deel II ga ik in op het daadwerkelijk bouwen van toetsen en in deel IV geef ik ingangen voor verdere studie.

 

H15 | Afbeeldingen

15.00 Inleiding op het hoofdstuk

Tijdens begeleidingstrajecten binnen scholen (groepen) gaan gestelde vragen vaak over het gebruik van afbeeldingen bij en in toetsvragen. Er blijkt weinig kennis te zijn over het zo optimaal mogelijk inzetten van de juiste bronextensies. In dit hoofdstuk leid ik je rond in de wereld van pixels, inzet van de juiste extensies en het via batchhandelingen converteren van reeksen afbeeldingen. Ook laat ik zien hoe je afbeeldingen hernoemt en metadateert om ze vindbaar te maken. We kijken rond in de wereld van beeldconstructie middels AI en shoppen eens in een stockverzameling.

Dit hoofdstuk wordt in de loop van 2024 verder gevuld.

15.01 Inleiding op het onderwerp

15.02 Soorten afbeeldingen

15.03 Het ideale schemformaat

15.04 Afbeeldingen aanpassen

15.05 Een afbeelding als PDF

15.06 Beeld ontwikkelen via AI

15.07 Online afbeeldingen beheren

15.08 Afbeeldingen uit stockverzamelingen

H16 | Beeld & geluid

16.00 Inleiding op het hoofdstuk

Bewegend beeld en geluid bieden bij digitaal toetsen een meerwaarde ten opzichte van het toetsen op papier. Door het ontbreken van kennis zitten deze bronsoorten toetsauteurs echter vaak in de weg. Wifi-netwerken worden er stroperig van en het gebruik van verkeerde formaten maakt dat ze soms niet eens zichtbaar worden. In dit hoofdstuk geef ik een inleiding op het maken en beheren van bewegend beeld en geluid. Ik laat zien hoe bestanden bij voorkeur embedded aanbied, maar laat ook zien hoe je via gratis en betaalde applicaties deze bronnen zelf maakt en edit. Ook ga ik kort in op het maken van eigen kleine uitlegfilmpjes via AI. Tenslotte laat ik zien hoe je geluiden gebruikt uit een stockverzameling.

Dit hoofdstuk wordt in de loop van 2024 verder gevuld.

16.01 Inleiding op dit onderwerp

16.02 Bestaande video embedden

16.03 Zelf een video maken

16.04 Een video editen

16.05 Geluid opnemen als bron bij een vraag

16.06 Geluid zelf opnemen

16.07 Geluid editen

16.08 Geluid uit stockverzameling

H17 | Andere bronsoorten

17.00 Inleiding op het hoofdstuk

Als docent zou je wel alles als bron willen gebruiken: een leestekst, een tabel of spreadsheet, een presentatie. Maar misschien ook wel een animatie, een streetviewbeeld of een mindmap of organigram. In dit hoofdstuk laat ik voor al dit soort mogelijke bronnen zien hoe je die zo optimaal mogelijk kunt koppelen aan een toetsvraag. Ook weblinks kun je koppelen als bron. Ik laat je voor al deze bronsoorten zien waar de beperkingen hierbij zitten, zodat je de juiste keuzes kunt maken.

Dit hoofdstuk wordt in de loop van 2024 verder gevuld.

17.01 Inleiding op het onderwerp

17.02 Werken met teksten

17.03 Weblinks gebruiken

17.04 Tabellen en spreadsheets

17.05 Een PowerPoint als bron

17.06 Grafieken en diagrammen

17.07 Werken met animaties

17.08 Streetview en Maps als bron gebruiken

17.09 Schema’s en midmaps

DEEL IV | VERDER LEZEN

Dit handboek bestaat uit vier delen. In dit vierde deel geef ik je allerlei ingangen voor vervolgstudie. Zo verwijs ik naar literatuur, naar te lezen artikelen en je vindt er een ‘begrippenlijst digitaal toetsen’.

In deel I is er aandacht voor de theorie rond het maken van goede toetsen, in deel II ga ik in op het daadwerkelijk bouwen van toetsen en deel III besteedt aandacht aan het maken van goede bronnen bij de vragen.

 

 

H18 | vervolgstudie

18.01 | Begrippen digitaal toetsen

Deze paragraaf wordt in de loop van 2025 verder gevuld.

18.02 | Weblinks digitaal toetsen

Deze paragraaf wordt in de loop van 2025 verder gevuld.

18.03 | Literatuur digitaal toetsen

Deze paragraaf wordt in de loop van 2025 verder gevuld.

18.04 | Overzicht toetssoftware

Deze paragraaf wordt in de loop van 2025 verder gevuld.

Na afloop

Nawoord

Het boek is voorjaar 2025 in ruwe vorm klaar. Op dit moment wordt een en ander nog eens bekeken, van eindredactie voorzien, waarna ik enkele honderden afbeeldingen zal gaan toevoegen. In de loop van 2025 zal het boek geheel gereed zijn.

 

Over de auteur

Auteur: Allard Bijlsma | woonachtig te Ede.
Was werkzaam: als docent in het vo (ak, gs, inf), als docent in hbo (ict&multimedia), binnen de stichting Geodata (toetsontwikkeling), als eigenaar/directeur De Rode Planeet (bouw toetsprogramma's, trainingen, lezingen).
Nu nog werkzaam als: als zzp-er (toetsadviseur).
LinkedIn: www.linkedin.com/in/allardbijlsma/ 

 

Waar mijn kennis vandaan komt
Toen ik 1985 als docent begon in het voortgezet (speciaal) onderwijs, zag ik al snel dat ik voor het formatieve deel veel toetsvragen nodig had. Binnen een paar jaar had ik een databases van eigen vragen gemaakt, opgezet eerst in Prep en al snel daarna in het programma dBase/Clipper. Tot mijn verbazing kwam ik in die tijd zelden een collega tegen die dat ook had. In 1990 werd ik moderator aardrijkskunde binnen de SLOlijn en in 1993 sloot ik mij 'onbezoldigd, aan bij het project Digitale School. Binnen mijn aardrijkskundelokaal gingen we als docenten vo samen aan toetsen bouwen. Toen zag ik hoe simpel het is om met een groep personen in no time een mooie vragenbank te maken. Onderwijl werd ik docent aan de lerarenopleiding van de NHL en leerde aankomende docenten met diverse toetsapplicaties werken. Parallel aan mijn baan bij de NHL, bouwde ik in mijn eigen bedrijf een offline toetsprogramma, dat al snel marktleider werd en vanaf het jaar 2000 maakten we een online variant hiervan, die tot zomer 2025 op veel scholen werd gebruikt.

Allard Bijlsma | 2024

Kennis doorgeven
In de loop van 25 jaar gaf ik honderden lezingen en toetstrainingen en schreef ik tientallen boeken over digitaal toetsen en de inzet van multimedia binnen leermiddelen. Ik werkte mee aan toetsenbanken binnen de bekende uitgeverijen en bij tientallen lesmethodes was ik toetsadviseur. Op dit moment adviseer ik bij landelijke (onderwijs) toetsprojecten en bouw ik nog steeds aan software die het leven van een toetsauteur moet vereenvoudigen. Tijd dus om mijn kennis door te geven!

Wat ik nu heb geprobeerd
In dit Handboek Toetsconstructie probeer ik alle opgedane kennis nog één keer op een rij te zetten, zodat hopelijk andere toetsauteurs en docenten hiervan kunnen profiteren. Door een fijne samenwerking met Kennisnet is het mogelijk geworden dit boek volledig gratis vanuit Wikiwijs aan te bieden. Waar mogelijk ga ik dit boek up-to-date houden. Anno 2025 bestaat er voor vrijwel geen vak een mooie database van gemetadateerde vragen. In de loop van 2025 gaan we binnen Wikiwijs 2000 toetsen bij het vak biologie en 1500 bij het vak aardrijkskunde ontsluiten. Ik hoop dat docenten meer gaan samenwerken bij de toetsvragenconstructie, al dan niet vanuit een vakvereniging. Delen kan daarna via Wikiwijs. Hopelijk kan iedere docent op termijn beschikken over een vragenbank zoals ik die zelf eind jaren '80 al had. Het maakt je leven als docent echt zoveel eenvoudiger!

Heel veel plezier bij het gebruik van dit boek!

 

  • Het arrangement Handboek Toetsconstructie | editie 2025 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Allard Bijlsma
    Laatst gewijzigd
    2025-04-18 09:02:32
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    In dit praktisch opgezette handboek kunnen docenten, studenten en toetsauteurs alle informatie vinden over het maken van vragen en toetsen. Naast de theorie achter digitaal toetsen, wordt er uitgebreid aandacht besteed aan toetsconversie en -constructie en het optimaliseren van bronnen voor gebruik binnen toetsen.
    Leerniveau
    VVE;
    Eindgebruiker
    leraar
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    240 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    bronnen, digitaal toetsen, handboek, toetsconstructie, toetsconversie, toetstheorie, toetsvragen

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Bijlsma, Allard. (z.d.).

    Raamwerk cursusboeken

    https://maken.wikiwijs.nl/215549/Raamwerk_cursusboeken

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.