De meeste docenten ontwikkelen hun toetsen in het toetsprogramma dat de school voorschrijft of ontwikkelen in Microsoft Word of Google DOCS. Deze manier van ontwikkelen kent enkele grote nadelen:
Ontwikkelen in tekstverwerker.
Wat je hierin ontwikkelt is een zogenaamd eindproduct. Je kunt het niet meer wegschrijven naar een andere applicatie. Beter is het buiten de tekstverwerker te ontwikkelen, in een systeem die een tekstdocument kan maken van de ingevoerde vragen.
Ontwikkelen in een toetsplatform.
Dat moet je alleen doen als dit platform een adequate exportfunctie heeft, op basis van een internationale standaard. Je loopt anders het gevaar dat al je vragen verloren gaan, mocht de school besluiten over te stappen op een ander toetssysteem.
Oplossing voor dit alles: ontwikkel vanuit een systeem, dat wegschrijft op basis van een standaard.