01.03.06 Invoeringsstrategie | haalbaarheidsscan

Dit is een vaak wat minder interessant onderdeel van een toetsbeleidsplan, maar wel een belangrijke. Door goed de doelen te beschrijven, voorkom je later teleurstellingen. Is er geen budget en ondersteuning beschikbaar? Zorg dan dat je de lat niet te hoog legt.

 

    1. Wat zijn de doelstellingen voor het project?
      Voorbeeld: ‘Het lijkt ons niet reëel per docent jaarlijks 1000 vragen te maken. Handiger lijkt het ons uit te gaan van 1 toets van 20 vragen per twee weken. 320 vragen (16x20) per persoon en per jaar, moet te doen zijn’.

       
    2. Hoe gaat de aansturing ervan werken?
      Voorbeeld: ‘De directie legt de verantwoordelijkheid voor het project bij het team. We hebben goed gekeken waar binnen het bouwteam de expertise zit en waar men interesse voor heeft. Ik zorg voor een tweewekelijks verslag en ga de grote lijn bewaken. Eén collega beoordeelt liever toetsen dan dat hij ze maakt. Die hebben we gebombardeerd tot eindredacteur. Een andere collega fotografeert graag. Die gaat bronafbeeldingen aanleveren’.

       
    3. Wie wordt de projectleider en wat wordt haar/zijn rol?
      Voorbeeld: ‘Belangrijk is niet alleen dat duidelijk is wie de projectleider is, maar ook dat alle leden van het bouwteam zich daar goed bij voelen. We hebben gemerkt dat sommige collega’s gewoon lekker vragen willen maken en die vinden het prima dat een collega als projectleider fungeert’.

       
    4. Hoe ziet het plan van aanpak eruit?
      1. Geaccordeerd door schoolleiding/bestuur.
      2. Gedeeld op studiedag.
      3. Gedeeld met alle betrokkenen.
      4. Is het plan realistisch

Voorbeeld: ‘In het begin was er veel belangstelling voor het maken van toetsvragen, maar we merkten al gauw dat je het steeds weer opnieuw moet noemen bij vergaderingen. Wat goed werkt is elk jaar elkaar op de studiedag voorbeelden van de voortgang te laten zien.’
 

    1. Wat is het budget voor het plan en hoeveel uur krijgen de projectleider en mogelijke andere medewerkers hiervoor?
      Voorbeeld: ‘Ik heb één taakuur gekregen als projectleider. Dat is natuurlijk veel te weinig, maar is toch een indicatie dat het bestuur ons project belangrijk vindt. Omdat ik alle gemaakte toetsen ook zelf kan gebruiken en ik veel leer binnen het bouwteam, kan ik daar toch wel mee leven’.

Het is mogelijk vooraf aan het opstellen van het plan een zogenaamde ‘haalbaarheidsanalyse’ uit te voeren. Hierbij geef je elk onderwerp binnen het plan een aantal punten en onder de streep zie je dan snel of het plan haalbaar is en zo nee, waar de knelpunten met name zullen liggen.

Eén en ander kan vervolgens worden vastgelegd in een toetsbeleidsplan. Iedere onderwijsinstelling behoort te beschikken over een dergelijk plan. In de volgende paragraaf ga ik daar verder op in.

 

 

Afbeelding | Xx