Stageportfolio visie

Stageportfolio visie

Stageportfolio visie

Beste,

 

In deze Wikiwijs laat ik mijn zelfbeoordeling zien, ik ga aantonen dat ik de leeruitkomsten heb behaald. Dit doe ik door de succescriteria te gebruiken en de daarbijhorende bewijzen. Verder vind je hier de verantwoording van mijn keuzes op basis van relevante theoretische bronnen en mijn leer- en ontwikkelvragen voor de volgende fase.

 

Veel plezier!

 

Gemaakt door: Elianne Cazander (1024219)

Lerarenopleiding deeltijd Nederlands

LERSF301X - visiefase

Gelegenheid 1

 

Voorblad

Naam: Elianne Cazander

Leerling nummer: 1024219

Lerarenopleiding deeltijd Nederlands

Cursuscode: LERSF301X – visiefase

Docent: mevrouw J. Hoekman

Gelegenheid 1

Datum: 27-11-23

Ontwikkeldocument

Deel 1

Naam student: Elianne Cazander

Studentnummer: 1024219

Opleiding: Lerarenopleiding deeltijd Nederlands

Contactpersoon opleiding (SLC): Deniece Brouwer

Startdatum studie: Augustus 2021

 

 

Deel 2

Naam instituutsopleider: Janneke Hoekman

Naam stageschool: Focus Beroepsacademie

Adres stageschool: Dierensteinweg 4, Barendrecht

Contactpersoon stageschool: Yvonne Hoogvliet (WPB’er) & Stan Ringlever (SO’er)

Startdatum werkplekleren: 01-08-2022

Startniveau werkplekleren: niveau 2

Dagen aanwezig op stageschool: dinsdag, woensdag & donderdag

Omvang bij betaalaanstelling: 0,6 fte

 

Mijn werkplekbegeleider is er niet bij iedere les bij, hier heb ik ook bewust voor gekozen. Naast haar eigen lessen die tegelijk met mijn lessen vallen, wilde ik dit jaar alleen voor de klas staan. Op deze manier kan ik mijn eigen draai aan lessen geven en echt uitvinden wat voor docent ik ben. Collega's komen regelmatig bij mij kijken in de les om te observeren, na de les doen we nog een gesprek voeren om te bespreken wat er opviel in mijn les. Ik leer hier heel veel van en probeer het ook altijd mee te nemen naar de volgende les. 

 

Met mijn WPB'er kijk ik vaak naar de toetsen voor de eerstejaars of de lessen, we controleren of er nog aanpassingen gemaakt moeten worden en zetten de lessen klaar als dit nog niet het geval is. Iedere dinsdagochtend hebben we overleg om te kijken hoe het met mijn studie gaat en of zij nog ergens mee moet helpen. Ook als ik vragen tussendoor heb kan ik terecht bij mijn WPB'er, maar ook bij mijn SO'er of collega's. 

Deel 3

Mijn werkplekbegeleider en schoolopleider kennen mij ondertussen, omdat ik ook vorig jaar stage heb gelopen op het Focus. Dit heeft veel voordelen, want met een lesbezoek kunnen zij ook kijken of ik verbetering laat zien ten opzichte van vorig jaar. Aan het begin van het jaar kwam er al uit dat ik vooral pedagogisch heel sterk ben. Leerlingen durven snel naar mij toe te komen met vragen, maar ook met persoonlijke dingetjes en hier kan ik juist op reageren.

Op mijn school gebeurt er heel veel, veel leerlingen hebben problemen met zichzelf of thuis. Ik heb met mijn WPB'er en SO'er afgesproken dat als er iets gebeurt op pedagogisch gebied, dat ik nakijk in mijn leeruitkomsten of ik het kan gebruiken voor mijn portfolio. Voor de vakdidactische uitkomsten ben ik van tevoren gaan kijken hoe ik het kan aanpakken. Ik heb de literatuur bekeken en dit gehanteerd in mijn les om het vervolgens te gebruiken voor mijn portfolio. Aan het begin van het jaar hebben we afgesproken dat de professionele identiteit en omgeving ook vanzelf zouden komen om te gebruiken.

Inleiding

Focus Beroepsacademie is een VMBO basis/kader school. Er zitten ongeveer 1000 leerlingen op, grotendeels hiervan komt uit de stad Rotterdam. Ik heb ongeveer 140 collega’s, hierbij ook roostermakers, catering, conciërges en administratie etc. meegerekend. Bij de sectie Nederlands hebben we twaalf docenten voor boven- en onderbouw.

 

Op Focus is er gekozen voor gepersonaliseerd leren. De wereld verandert, iedere nieuwe generatie heeft te maken met technologische vernieuwingen en veranderingen. Gepersonaliseerd leren is een unieke aanpak waarbij de leerdoelen en ambities van het individu centraal staan. Klassen zijn gevuld met basis en kader leerlingen door elkaar heen. Daarnaast krijgt de leerling de kans om sommige vakken op kader te doen en de vakken die op kader te hoog zijn, kunnen op basis gedaan worden. Dit betekent dat er veel gedifferentieerd moet worden, zodat alle leerlingen op hun eigen niveau kunnen werken.

 

Iedere leerling heeft een laptop. Wij werken met Kunskapsskolan, waarbij leerlingen de opdracht online maken. Dit wordt gedaan in de Learning Portal, hierin zijn de opdrachten, coachgesprekken, leerstof en beoordelingen te vinden. De opdrachten en leerstof worden gekoppeld aan het niveau van de leerling. Focus staat voor persoonlijke begeleiding. Iedere leerling heeft een coach, er zijn wekelijkse gesprekken om de voortgang te bespreken. Op deze manier kan je goed bijhouden waar iemand tegenaan loopt of wat er juist heel goed gaat.

 

De school past goed bij mij. Je kan snel een band vormen met de leerlingen. Zij zijn geen pubers die gaan zitten en twintig minuten naar je uitleg gaan luisteren. De leerlingen komen druk binnen, komen een verhaal vertellen over een bijzondere ervaring van het weekend en praten er zo nu en dan nog wel eens doorheen. Ze zijn heel toegankelijk wat het ook interessant en leuk maakt. Ik ben het er mee eens dat er veel technologische veranderingen zijn, ik vind dat we daarin moeten meebewegen. De leerlingen zijn gewend aan laptops, als ik hen een papiertje geef, kijken ze raar op. Ik denk dat zij gemotiveerder raken als zij bij opdrachten en leerstof een laptop mogen gebruiken.

 

Daarnaast ben ik ook een groot voorstander van gepersonaliseerd leren. Natuurlijk is het voor docenten soms lastig om verschillende leerlingen in een klas ander werk aan te bieden, maar ik vind dat dit erbij hoort. Niemand leert hetzelfde, sommige leerlingen kunnen veel zelfstandig en de ander heeft heel veel hulp nodig. Ik vind het ook goed dat leerlingen op kader kunnen werken bij vakken waar zij goed in zijn en sommige vakken op basis kunnen afronden. Mocht je een leerling hebben die eigenlijk alles op kader kan, behalve Nederlands, is het zonde om zo’n kind volledig op basis te zetten. Ook om motivatie te bevorderen en verveling te voorkomen. Ik vermaak me nog altijd goed bij Focus Beroepsacademie en ik hoop dat ik hier nog een lange tijd mag blijven.

Pedagogische leerlijn

Je realiseert (onder begeleiding op afstand of reactieve begeleiding) een positief, veilig en ordelijk leer- en werkkimaat in je klassen bij complexe situaties.

Het afgelopen jaar ben ik erachter gekomen dat ik pedagogisch gezien veel sterke punten heb. Ik geef alle leerlingen persoonlijke aandacht, ik onthoud de kleine dingen, zoals de weekendplannen om hier na het weekend op terug te komen en ik merk problemen snel op. Wanneer een leerling een probleem heeft, komen ze makkelijk naar mij toe om dit te vertellen, hieruit maak ik op dat zij veel veiligheid bij mij voelen. In mijn eerste bewijs heb ik een voorbeeld genomen van het herkennen van en handelen op een persoonlijke ontwikkeling van mijn leerling.

Naast een goede band in de klas is het ook belangrijk om orde te houden. Ik merk dat ik leerlingen vaak waarschuw, maar dat ik soms te lang wacht met een sanctie hierop. Ik heb me gefocust op een escalatieladder, zodat ik leerlingen drie keer waarschuw en vervolgens stappen onderneem. Hier verwijs ik naar in mijn tweede bewijs. Hier heb ik op willen oefenen, omdat ik het belangrijk voor mezelf vind om grenzen aan te geven en consequent te zijn, maar ook om de leerlingen duidelijkheid en structuur te geven.

 

 

Bewijs 1

Titel

Bewijs 1: stuk zorgcoördinator over handelen coachleerling

Datum

13 september 2023

Relevantie

Met dit bewijs laat ik zien dat ik..

  • De sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van mijn leerlingen stimuleer
  • Adequaat op ontwikkelings- en gedragsproblemen reageer
  • Op de hoogte ben van relevante zaken binnen en buiten de schoolsetting
  • Ouders en verzorgers adviseer over de ontwikkeling van een leerling

Context

V. is één van mijn coachleerlingen, hij is een redelijk rustige jongen en moet gehecht aan je raken om zijn verhaal kwijt te kunnen. Gelukkig heb ik deze band met hem kunnen opbouwen en voelt hij zich comfortabel genoeg om zijn situaties met mij te delen. V. reageerde in sommige situaties heel bijzonder, hij vertelde mij dat zijn oom was overleden en hierbij trok hij een staal gezicht. Twee maanden later vertelde hij dat zijn opa in het ziekenhuis belandde en dat het niet goed met hem ging, ook hier bleef hij heel serieus kijken en gaf geen trekje met zijn gezicht. Om te beginnen heb ik bij mijn teamleider gevraagd of hij dit ook merkte, omdat hij V. ook lesgeeft. Hij gaf aan dat het hem wel opviel, ik bekeek de overdracht vanaf de basisschool, maar helaas was hier niks in te vinden.

Woensdagavond 13 september heb ik Focus-op-jou gesprekken gehad, dit vindt plaats met coach, ouders/verzorgers en kind. De pedagogische driehoek is heel belangrijk (Slooter, 2019). Daarom vond ik het belangrijk om mijn observatie te bespreken met de ouders. Ik heb uitgelegd wat mij opviel en vroeg of ouders V. hierin herkende. Zijn ouders vertelden mij dat hun zoon op de basisschool heel emotioneel reageerde op alle situaties en dat zij dit heel erg onderdrukt hebben. Hierdoor is het nu compleet de andere kant op gegaan en reageert hij heel koeltjes op situaties.

Kinderen moeten een aantal competenties eigen maken om sociaal-emotioneel te leren (Slooter. 2019). V. kan zijn eigen gevoelens goed inschatten, omdat hij zelf ook merkt dat hij soms koel kan reageren. Hij vertelde dat hij het wel heel erg vindt van zijn oom en opa, maar hij dat lastig vindt om te uiten. Ik vroeg aan de ouders en hun zoon om de zorg in te schakelen bij ons op school om te kijken of wij hem hiermee kunnen helpen, waar alle drie heel positief op reageerden. Ik heb V. aangemeld bij de zorg, hier wordt hij gekoppeld aan een counselor waar hij gesprekken mee aangaat om te kijken hoe hij hierin geholpen kan worden. Nadat ik J. van de zorg gesproken heb, heb ik de ouders telefonisch op de hoogte gebracht om aan te geven dat de vervolgstappen in gang gezet zijn. Zelf blijf ik natuurlijk op de hoogte door de coachgesprekken met V. en de terugkoppeling van de counselor en belangrijke zaken deel ik met ouders.

Resultaat/reflectie

V. heeft zes weken bij de counselor gelopen en ik zie dat het al een heel stuk beter met hem gaat. Hij geeft zelf ook aan dat hij zijn emoties beter weet te plaatsen en dat hij nu beter weet hoe hij ermee om moet gaan. Zowel de counselor als zijn ouders gaven aan dat dit hem heel goed heeft gedaan.

 

Ik ben blij met de manier waarop ik heb gehandeld. V. is ermee geholpen, ook al was dit niet iets heel ernstigs wat hem enorm in de weg zat. Het heeft hem wel geholpen met het uiten van zijn emoties en het reageren op bepaalde situaties.

Bewijs

Mijn zorgcoördinator heeft dit stuk ondertekend als bewijs dat het op deze manier heeft plaatsgevonden.

Bewijs 2

Titel

Bewijs 2: uitstuurbrief van E.

Datum

24 januari 2024

Relevantie

Met dit bewijs laat ik zien dat ik adequaat anticipeer op ordeverstoringen en dat ik regie heb in de klas.

Context

E. kwam al druk in de les binnen, ze begroette mij wel en ging daarna schreeuwend naar haar plek. Ik zei dat ze druk binnenkwam en dat ze gewoon rustig haar plekje op kon zoeken. Wanneer leerlingen storend zijn in de les, maak ik gebruik van de correctieladder (Slooter, 2019). Tijdens mijn uitleg, begon E. met haar buurvrouw te praten. Ik knipte met mijn vingers om non-verbaal te corrigeren. Toen ze opnieuw begon met praten, keek ik haar aan, zei ze sorry en lette weer op.

De leerlingen mochten tijdens het zelfstandig werken zachtjes met de buurman/vrouw overleggen. E. kwam hier hard bovenuit, ik riep haar naam en zei dat ze de andere leerlingen ook stoorde. Vijf minuten later hoorde ik haar weer. Ik heb nu gebruik gemaakt van de drieslagregel (Slooter, 2019). 'Ik hoor je hard praten met iemand die niet naast je zit, de afspraak was dat je zachtjes zou overleggen met je buurvrouw. Ik heb het nu ook al een paar keer gezegd, kom maar aan mijn tafel zitten en werk zelfstandig'. Ik gebruik de drieslagregel om ook aan te geven hoe mijn ordelijke situatie er in de klas uitziet (Geerts & Van Kralingen, 2020). E. ging netjes aan de slag aan mijn tafel. Toen ik een vraag achterin ging beantwoorden, hoorde ik E. voorin naar S. roepen. Dit is het moment dat ik haar uit de les heb gezet. Ik gaf ook aan dat ze al apart was gezet en vervolgens nog verder gaat. E. heeft zich netjes gemeld bij leerlingzaken en is na de les bij mij teruggekomen.

Tijdens het 'herstelgesprek' vroeg ik of ze het begreep en wat ze volgende keer anders kan doen. Ze gaf zelf een oplossing voor de volgende les. We hebben afgesproken dat zij de gemiste opdrachten thuis zou maken, zodat ze geen belangrijke informatie mist. Vervolgens heb ik ouders gebeld om aan te geven dat E. mijn les uit is gezet en waarom. Haar moeder begreep het en zei dat ze het met E. zou bespreken.

Resultaat/reflectie

Het resultaat hiervan was heel positief. Op het moment dat E. verwijderd was, kwam er weer rust in de klas en gingen de klasgenoten weer rustig aan het werk. Daarnaast kwam E. de volgende les uit zichzelf bij mij aan mijn bureau zitten om te voorkomen dat ze weer een uitstuurbrief zou krijgen. Sindsdien zit ze altijd vooraan en is ze met grote stappen vooruit gegaan bij het vak Nederlands.

Bewijs

E. heeft een uitstuurbrief moeten halen en dit hebben wij samen ingevuld. Ik heb dit toegevoegd als bewijs.

Uitstuurbrief E.
Uitstuurbrief E.
Uitstuurbrief E.
Uitstuurbrief E.

Vakdidactische/didactische leerlijn

Je zet (onder begeleiding op afstand of reactieve begeleiding) in de voorbereiding en uitvoering van de lessen activerende didactiek en samenwerkend leren adequaat in en biedt de leerstof betekenisvol aan passend bij de context en de doelgroep, waarbij je rekening houdt met taalgerichte didactiek.

We leven nu eenmaal in een wereld waar technologie een grote rol speelt. Als laptopschool vind ik het belangrijk om dit optimaal te benutten en hiermee te experimenteren. Ik heb me het afgelopen jaar verdiept in verschillende manieren van lesgeven. Het is belangrijk om leerlingen variatie aan te bieden, maar het is ook belangrijk dat leerlingen op hun eigen niveau leren. Uiteindelijk ben ik uitgekomen op Wikiwijs, ik heb me hierin verdiept en ik heb het eigen gemaakt. Door een Wikiwijs te maken met daarin de uitleg en opdrachten op verschillende niveaus, maak ik gebruik van zowel technologie als differentiatie. Voor mij was dit ook nieuw, maar onderwijs blijft ook jezelf ontwikkelen en nieuwe manieren proberen. Ik heb hiernaar verwezen in mijn eerste vakdidactische bewijs.

Verder wordt er op de Hogeschool Rotterdam veel aandacht besteed aan formatief toetsen en feedback geven. Ook na het gebruiken van meerdere bronnen, komt er altijd uit dat dit heel zinvol is voor een leerling. Ik wil dit ook meer toepassen in mijn lessen, zodat leerlingen ook beter kunnen leren van hun fouten. Mijn derdejaars vinden schrijfvaardigheid heel lastig, daarom wil ik me in eerste instantie op hen focussen en hen helpen met het verbeteren van hun gemaakte werk. Ik verwijs hiernaar in mijn tweede vakdidactische bewijs.

 

Bewijs 1

Titel

Bewijs 3: observatieformulieren van mijn lessen

Datum

14 november 2023 & 10 januari 2024

Relevantie

Met dit bewijs laat ik zien dat ik..

  • Bij de instructie en verwerking van de leerstof rekening houd met de diversiteit en motivatie van de leerlingen, en dat ik onderbouwend gebruik maak van digitale leermiddelen.
  • Naar vakspecifieke didactische benaderingen handel en variatie breng in de verwerking van de leerstof.
  • Mijn professionele handelen baseer op actuele relevante literatuur.

Context

Sinds dit jaar sta ik zelfstandig voor de klas. Ik heb gemerkt dat ik nu veel meer aan differentiëren doe. Al mijn leerlingen in de brugklas doen kader, maar toch zit hier nog veel verschil tussen. Ik heb leerlingen die heel veel moeite hebben met de stof, met name L., is heel zwak en heeft veel extra hulp nodig. Daarnaast heb ik ook leerlingen die meer aankunnen, A. zit in het mavo-traject en gaat misschien volgend jaar overstappen. Ik wil haar meer uitdaging geven, zodat ze ook gewend raakt aan de manier van werken als zij een niveau omhoog gaat.

Ik heb voor mijn klas een Wikiwijs gemaakt. Ik geef de leerlingen de optie om mee te doen met de uitleg die ik geef of de stof zelfstandig te lezen. Alle theorie heb ik dan ook op Wikiwijs gezet, zodat de leerlingen zelf aan de slag kunnen gaan. Voor degene die het zelf gaan lezen, wordt het complexer, omdat er minder hulp is van de docent (Bonset, 2021). Daarnaast heb ik per onderdeel drie opdrachten klaargezet, opdracht 1 is het makkelijkst en opdracht 3 is het moeilijkst. De leerlingen die moeite hebben met het onderdeel, bijvoorbeeld 'kernzinnen', moeten alle opdrachten maken. De leerlingen die het onderdeel heel makkelijk vinden, hoeven alleen opdracht 3 te maken. Voor de leerlingen die heel snel klaar zijn, staat nog een uitdaging klaar in Wikiwijs om te maken.

Leren op eigen niveau en tempo geeft leerlingen veel motivatie (Geerts & Van Kralingen, 2020). De zwakkere leerlingen doen mee met de uitleg, kunnen de uitleg nog een keer teruglezen en alle opdrachten maken die nodig zijn. De leerlingen die beter zijn in Nederlands kunnen zelf de stof lezen en alleen de opdrachten maken die zij nodig hebben. Daarnaast leg ik ook de focus op autonomie, zodat de leeromgeving krachtiger wordt (Geert & Van Kralingen, 2020). De leerlingen hebben veel verantwoordelijkheid door zelf aan te voelen hoeveel uitleg en opdrachten zij nodig hebben. Hierbij let ik ook op de visie van de school 'de leerlingen leren gepersonaliseerd'. Er zitten namelijk ook veel kinderen met een migratie achtergrond, waardoor Nederlands voor hen al snel een lastig vak is. Zij zullen wat meer mee moeten doen met de fysieke uitleg om de stof beter te begrijpen.

Resultaat/reflectie

Wikiwijs was voor zowel de leerlingen als voor mij een nieuw experiment in de klas. De leerlingen hebben de opdrachten heel goed gemaakt en op hun eigen niveau. Ik moet letten op de tijd die de leerlingen hebben voor een opdracht en ik moet dit beter aangeven/controleren, zodat zij hierin niet verzwakken of iets anders gaan doen. Verder heb ik gemerkt dat de leerlingen dit een prettige manier van werken vonden en ikzelf ook, we zullen dit dus vaker gaan gebruiken in de lessen. Verder geeft dit ook meer motivatie om andere dingen uit te proberen.

Bewijs

Als bewijs heb ik zowel het observatieformulier van Yvonne Hoogvliet (14 november 2023) als dat van Janneke Hoekman (10 januari 2024) toegevoegd.

Observatieformulier Yvonne
Observatieformulier Yvonne
Observatieformulier Janneke
Observatieformulier Janneke
Observatieformulier Janneke
Observatieformulier Janneke

Bewijs 2

Titel

Bewijs 4: feedback op schrijfvaardigheid

Datum

7 februari 2024

Relevantie

Met dit bewijs  laat ik zien dat ik..

  • De leerlingen begeleid bij de verwerking van leerstof (individueel en samenwerkend), stimulerende vragen stel en opbouwende gerichte feedback geef op taak en proces.
  • Mijn professioneel handelen baseer op actuele relevante literatuur.

Context

Bij mijn derdejaars behandel ik de vaardigheid schrijven en dan specifiek een zakelijke e-mail. Naast de eindbeoordeling, krijgen zij dit onderdeel ook terug in de SE-week. De leerlingen in de klas zijn heel ongemotiveerd, maar het is belangrijk dat ze dit onderdeel beheersen. Door duidelijk aan te geven dat zij dit ook op de SE-week krijgen en later veel nodig hebben met sollicitatiebrieven, motivatiebrieven en brieven met een klacht, geef ik betekenis aan de leerstof, waardoor de leerlingen gemotiveerder worden (Ebbens & Ettekoven, 2015).

Ik ga gebruik maken van het driefasenmodel (Slooter, 2019). Om te beginnen ga ik voorkennis met hen ophalen, ik vraag of zij ooit een nette e-mail hebben geschreven. De leerlingen bespreken dit vijf minuten in tweetallen en denken na waar ze op hebben gelet en wat er anders is aan een nette e-mail in vergelijking met een berichtje naar een vriend. Hierdoor geef ik context door de voorkennis aan te haken op de leerstof en betekenis te geven voor de leerlingen (Hajer & Meestringa, 2022). Nadat ik de conventies en opbouw heb uitgelegd, geef ik de leerlingen taalsteun door een voorbeeld uit te delen. We hebben net onder andere de aanhef, slotgroet en indeling besproken en ik vraag aan de leerlingen waar zij dit terugzien. Nadat ik de controlevragen gesteld heb, vraag ik wat hen nog meer opvalt in de mail. M. ziet al snel dat er wordt gesproken met 'u'. Leren is een actief proces, daarom is vragen stellen nodig (Slooter, 2019). Tot slot deel ik een oefenmail uit. De leerlingen moeten deze maken en alle conventies toepassen, ik laat de uitleg op het bord staan als extra taalsteun. Ik neem samen met hen de opdracht door en vertel wat ik van hen verwacht.

Als de leerlingen klaar zijn, gaan we het met elkaar uitwisselen. Iedereen krijgt van mij een beoordelingsformulier, zodat ze de mail van elkaar kunnen nakijken. Ik leg hier de focus om interactie, de leerlingen moeten actief meedoen, zelf nadenken en veel samenwerken (Hajer & Meestringa, 2022). Op het beoordelingsformulier kunnen leerlingen aangeven waar nog op geoefend moet worden (spelling, conventies, interpunctie), maar er moet ook worden opgeschreven wat juist heel goed gaat. Nadat de leerlingen elkaar hebben beoordeeld, krijgen zij hun mail met feedback terug en gaan het verbeteren.

Ik wil graag tijd vrijmaken voor het geven van feedback, omdat dit heel belangrijk is. Het is namelijk een van de meest bepalende factoren voor de mate waarin leerlingen van het onderwijs leren (Slooter, 2019). Daarom mogen zij de verbeterde versie nog naar mij opsturen. Corrigerende feedback helpt leerlingen om nieuwe informatie goed te begrijpen en adequaat te koppelen aan bestaande cognitieve schema's (Hajer & Meestringa, 2022). Ik begin om aan te geven wat zij goed doen, bijvoorbeeld de aanhef en indeling. Vervolgens geef ik aan waar nog verbetering uit gehaald kan worden, zoals de slotgroet of interpunctie. Tot slot geef ik feedback over het gedrag in de les en over hoe de opdracht is gemaakt, bijvoorbeeld 'ik zie in de les dat je veel bezig bent met je buurvrouw. Ik denk dat je hierdoor weinig mee hebt gekregen van de oefening en hierdoor niet je beste e-mail hebt ingeleverd. Doe actiever mee in de les, want jij zou dit heel goed kunnen!' Een ander voorbeeld is, 'Je hebt een hele goede eerste e-mail gemaakt! Ik zie dat je hard je best hebt gedaan en dat je de conventies goed hebt toegepast. Je deed goed mee, let alleen nog op de interpunctie. Probeer je zinnen niet te lang te maken.' Ik maak gebruik van positieve en correctieve feedback (Slooter, 2019). Daarnaast krijg ik zo een goed beeld van het niveau van de leerlingen.

Resultaat/reflectie

Door meerdere malen feedback te geven aan de leerlingen, krijgen zij inderdaad hogere cijfers voor de summatieve toetsing. De leerlingen waren heel goed bezig met het verbeteren van de brieven en hebben dit opnieuw bij mij ingeleverd. De toets die enkele weken later kwam, werden een stuk beter gemaakt dat de eerste paar ingeleverde brieven. Daarnaast merkte ik ook dat het voor leerlingen heel motiverend werkt als ik feedback geef, zij hebben het gevoel dat ik hard voor hen werk door het na te kijken, waardoor zij meer hun best gaan doen op hun brieven.

Bewijs

In het bewijs heb ik de eerste versie van de brief van S. toegevoegd, mijn feedback hierop, de herschreven versie van S. en mijn werkplekbegeleider heeft de context bevestigd door een handtekening neer te zetten.

Eerste versie van de brief
Eerste versie van de brief
Feedback eerste brief
Feedback eerste brief
Herschreven versie van S.
Herschreven versie van S.
Ondertekening WPB'er
Ondertekening WPB'er
Ondertekening WPB'er
Ondertekening WPB'er

Professionele omgeving

Je communiceert effectief met collega's en ouders/verzorgers en je bent op de hoogte van instellingen waarmee de school samenwerkt.

Wanneer ik ergens nieuw binnenkom, ben ik vrij verlegen. Zeker als je in een omgeving komt waar iedereen elkaar al een langere tijd kent. In het begin van het jaar was ik veel op mezelf en besteedde ik mijn tussenuren/pauzes in een apart kamertje om te werken in plaats van in de docentenkamer. In eerste instantie vond ik dit ook prima, maar wanneer je ergens voor een langere tijd wil werken, heeft het zeker meer waarde als je een band opbouwt met collega's. Ik wil me dan ook focussen op deze band door meer interactie te zoeken met andere docenten. Dit kan zowel bij verplichte als vrijblijvende activiteiten. Ik verwijs hiernaar in mijn bewijs over mijn professionele omgeving.

Bewijs 1

Titel

Bewijs 5: mijn betrokkenheid bij 1F4

Datum

12 oktober 2023

Relevantie

Met dit bewijs laat ik zien dat ik bijdraag aan binnen- en buitenschoolse activiteiten.

Context

Een leeromgeving wordt krachtiger als je een goede relatie hebt met je leerlingen (Geerts & Van Kralingen). Naast de reguliere lessen, is het belangrijk om ook buiten de lessen betrokken te zijn met je leerlingen. In klas 1F4 heb ik twee coachleerlingen, maar ook met de rest van de klas heb ik een goede band. Zij gingen in oktober op klassenuitje en ik werd gevraagd op mee te gaan. Naast het feit dat twee docenten beter is in JumpXL met een klas, vond ik het ook leuk om de leerlingen op een andere manier te zien. Ik ben mee geweest naar het klassenuitje, ik heb meegesprongen en ik heb enkele meiden geholpen met het maken van een radslag op de trampoline.

Naast het klassenuitje, ben ik bij 1F4 en 1F9 aangesloten bij het vak 'Rots & Water'. Zij kregen dit na de herfstvakantie om hun zelfvertrouwen te vergroten en om te leren zichzelf te verdedigen. Omdat ik beide klassen een paar coachleerlingen heb zitten, vond ik het interessant om mee te kijken. Als de leerlingen met oneven waren, ben ik aangesloten om een tweetal met een leerling te vormen. Het is ook interessant om te zien hoe leerlingen bij andere lessen en docenten zijn, ook hier leer je veel van.

Resultaat/reflectie

Het klassenuitje was heel erg leuk, het mooiste hiervan is dat ik ook een veel betere band heb opgebouwd met de leerlingen. Ik zie hen van een andere kant, maar voor hen is het ook leuk om mij van een andere kant te zien. Je merkte dat je na het klassenuitje veel meer een dolletje met elkaar kan maken. Het heeft zeker meerwaarde om een klas buiten de lessen om te leren kennen.

Bewijs

S. Snoek, de coach van 1F4, heeft het stukje hierboven ondertekend als bevestiging.

Bevestiging S. Snoek
Bevestiging S. Snoek

Bewijs 2

Titel

Bewijs 6: een band opbouwen met collega’s

Datum

21 december 2023 & 8 februari 2024

Relevantie

Met dit bewijs laat ik zien dat ik bijdraag aan binnen- en buitenschoolse activiteiten.

Context

Ook is een relatie met collega's belangrijk. 21 december hadden wij kerstgala op Focus. De leerjaren 1 tot en met 4 mochten van 19:00 tot 23:00 in de aula dansen. Ik heb samen met de collega's toezicht gehouden en leerlingen aangemoedigd om te dansen, zodat de vloer vol stond. Op zo een avond zie je leerlingen van een hele andere kant, iedereen is mooi aangekleed, ze zijn gezellig met elkaar en je komt nog achter verborgen danstalenten.

Tot slot was er 8 februari open dag. De kinderen van groep 8 kwamen bij ons kijken om te oriënteren. Ik heb veel leerlingen en ouders gesproken om te vragen hoe de avond was, welk voorlopig advies het kind gekregen heeft en of zij al bij meerdere scholen hebben gekeken. Ik stond zelf bij de afsluiting waardoor je veel mensen te spreken krijgt, de laatste vragen werden gesteld en onduidelijkheden moest ik nog ophelderen.

Resultaat/reflectie

Ondanks dat het lange dagen waren (van 09:00 tot 22:30), zijn dit soort avonden wel erg leuk. Je ziet eventuele leerlingen voor volgend jaar en je spreekt veel meer met collega's die je normaal gesproken niet zo snel tegenkomt. Natuurlijk heb ik niet met iedereen meteen een band, maar ik heb wel met meer collega’s gesproken op deze avonden dan dat ik in het afgelopen jaar heb gedaan. Ik heb hier zeker nieuwe mensen ontmoet waar ik het nu heel goed mee kan vinden.

Bewijs

Ik heb het filmpje toegevoegd van kerstgala. Hierop staan meerdere collega’s en ikzelf.

https://www.tiktok.com/@defocusberoepsacademie/video/7316452035472149792?is_from_webapp=1&sender_device=pc&web_id=7246709308908815899

Professionele identiteit

Je reflecteert op je eigen handelen en formuleert een onderbouwde visie op het onderwijs, het leraarschap en jouw schoolvak en koppelt dit aan de visie van je (stage)school.

Zoals ik eerder al aangaf, is het onderwijs een kwestie van jezelf blijven ontwikkelen. Leerlingen hebben veel behoefte aan feedback, maar ook docenten kunnen veel van elkaar leren. Ik kan over het algemeen goed met feedback omgaan van collega's, maar ik wil ook ondervinden hoe ik met feedback van mijn leerlingen omga. Want ook hun ervaringen zijn belangrijk om jezelf te ontwikkelen of veranderingen door te voeren. Ik heb dit ondervonden en hiernaar verwezen in mijn bewijs voor professionele identiteit.

Bewijs 1

Titel

Bewijs 7: omgaan met feedback

Datum

21 november 2023

Relevantie

Met dit bewijs laat ik zien dat ik professioneel omga met het ontvangen van feedback.

Context

Na de herfstvakantie is er een collega deels uitgevallen, ik heb een deel van haar lessen bij de derdejaars overgenomen. Dit betekent dat ik de klas 3ZW3 twee keer in de week heb en mijn collega N. heeft hen één keer in de week. De klas bestaat uit achttien leerlingen, waarvan zestien meisjes en twee jongens. Er zitten veel leerlingen in met een migratieachtergrond en veel leerlingen die vaak afwezig zijn. Bij de laatste toets kwamen er heel veel onvoldoendes uit. Naast het feit dat weinig leerlingen de oefenbrieven bij mij hebben ingeleverd om feedback te krijgen, ga je het ook bij jezelf zoeken en wil je een oplossing.

Ik gaf aan in de klas dat de toets niet goed gemaakt is en dat er toch iets moet gaan gebeuren. Ik kan me voorstellen dat het verwarrend is om twee verschillende docenten te hebben voor een vak, dus ik wil ook graag de mening van de klas horen. Ik heb een enquête gemaakt voor de leerlingen om in te vullen. Hierin kwamen vragen voor als 'heb jij zelf veel gedaan voor de toets?' of 'wat denk je dat er beter kan gaan bij de docenten?'. Nadat ik de uitslagen terugkreeg, zag ik veel kritiek. Zowel op mij als op mijn collega. De leerlingen gaven ook eerlijk aan dat de eigen inzet zeker omhoog moet, maar er kwam ook uit dat N. en ik verschillende dingen uitleggen en dat hierdoor verwarring ontstaat. Ik gaf aan bij de klas dat ik het ermee eens ben dat de inzet omhoog moet, maar ook dat er zeker een fout bij ons ligt als wij verschillende dingen vertellen. Ik ben hierna samen met mijn collega gaan zitten om te kijken voor een oplossing. Het kwam er inderdaad op neer dat mijn collega bijvoorbeeld 'beste meneer,' goedkeurt en dat ik heb gezegd dat het ze niet moeten gebruiken, omdat het in het vierde jaar wordt fout gerekend.

Resultaat/reflectie

Sommige opmerkingen waren niet leuk om te lezen, ik kon dit natuurlijk wel verwachten door de leerlingen een enquête te geven die zij anoniem mochten invullen. Ondanks dat je niet alles serieus moet nemen, is het niet leuk om te zien. Degene die het wel serieus hebben ingevuld, vond ik wel heel fijn om te hebben, omdat je toch achter dingen komt die zij normaal niet zouden zeggen en je hier ook echt wat aan kan doen. Ik las meerdere keren dat Nevi (mevrouw Quirindoongo) en ik soms wat anders zeggen met de uitleg, ik heb dit goed met haar besproken en we hebben alles op 1 lijn getrokken om het te voorkomen. Daarnaast hebben we nu een wekelijks momentje om wat dingen door te kunnen nemen en de voortgang te bespreken.

Bewijs

Ik heb een enquête toegevoegd die is ingevuld door een leerling van 3zw3

Ingevulde enquête
Ingevulde enquête

Bewijs 2

Titel

Bewijs 8: feedback aan de hand van mijn lesbezoek

Datum

10 januari 2024

Relevantie

Met dit bewijs laat ik zien dat ik professioneel omga met het ontvangen van feedback.

Context

10 januari heb ik lesbezoek gehad van Janneke, na de les hadden wij gelukkig nog tijd om dit meteen te bespreken. Er is voor mij een kijkwijzer ingevuld en er is met name gelet op het differentiëren. De kijkwijzer heb ik al als bewijs toegevoegd bij de vakdidactische leeruitkomst, maar hier wil ik nog even terugkomen op de feedback die ik ontvangen heb. Janneke gaf aan dat er ruimte voor differentiëren was, dat ik rustig en behulpzaam bleef, humor inzet bij mijn les en duidelijke gedragskaders weet aan te geven. Ik vond dit zelf al mooie punten die ik ontvangen heb, ook omdat ik niet bewust bezig met het inbrengen van humor.

Ik kreeg ook een paar aandachtspunten mee. Ik moet duidelijker zijn met tijdskaders, de leerlingen moeten bepaalde opdrachten afhebben in een les en ik moet hier meer op letten. Verder heb in deze les weinig gebruik gemaakt van samenwerkend leren, dus wil ik kijken hoe ik Wikiwijs hiermee kan combineren. Tot slot moet ik werken aan de manier van feedback vragen, ik kreeg als tip mee om feedback te richten op het collectief groeien als groep.

Resultaat/reflectie

Dit zijn zeker punten waar ik aan wil werken en die je ook terugleest in mijn leer- en ontwikkelvragen voor de volgende fase. Ik probeer hier nu al mee in de lessen te werken, vooral het gebruiken van tijdskaders is iets waar ik de komende tijd goed mee kan oefenen.

 

Na een paar weken dat ik hiermee heb geoefend, gaat het een stuk beter en houd ik er automatisch ook rekening mee. Ik zet nu vaak een timer op het bord en dan moeten bijvoorbeeld de eerste drie opdrachten af zijn. Ik kom kijken zodra de timer is afgelopen om te controleren of iedereen de opdrachten gemaakt heeft.

Bewijs

Ik heb als bewijs de sterkte punten en aandachtspunten toegevoegd die ik van Janneke heb meegekregen tijdens mijn lesobservatie.

Feedback Janneke
Feedback Janneke

Bewijs 3

- Je werkt planmarig aan de ontwikkeling van je competenties, maakt dit inzichtelijk en kan dit verantwoorden.

In bijlage 12 heb ik de tussentijdse en eind leeras toegevoegd. Deze zijn zowel ingevuld voor Yvonne en door mij.

Tussentijds ingevuld door Elianne
Tussentijds ingevuld door Elianne
Tussentijds ingevuld door Yvonne
Tussentijds ingevuld door Yvonne
Eind ingevuld door Elianne
Eind ingevuld door Elianne
Eind ingevuld door Yvonne
Eind ingevuld door Yvonne

Lesopname

Op 14 maart 2023 heb ik een lesopname gemaakt met mijn klas 1F4. De klas vond het toch wel spannend om op de camera te staan, terwijl alleen R. in eerste instantie aan had gegeven dat hij er niet op wilde. Je zal dan ook in de opname terugzien dat er veel leerlingen aan de zijkanten zijn gaan zitten. Toch heb ik mijn leeruitkomsten kunnen aantonen in deze les die ik heb onderverdeeld in bewijs 1 en bewijs 2. 

Lesopname

Het is belangrijk dat je als docent adequaat kan anticiperen op ordeverstoringen en dat je regie hebt in de klas. Eerder noemde ik al een voorbeeld over het gebruik van de drieslagregel (Slooter, 2019). Ook in de lesopname komt dit terug. Ik heb K. al een paar keer aangesproken, omdat hij veel aan het praten was. Ik heb hem aangesproken door gebruik te maken van de drieslagregel. Eerst benoem ik wat ik hoor, vervolgens benoem ik de afspraak en ten slot benoem ik wat mijn verwachting is. Dit is te zien bij minuut 41:20.

 

Daarnaast is het belangrijk dat je de leerling begeleidt met de verwerking van de leerstof, hierbij stimuleer je vragen en maak je gebruik van opbouwende feedback op taak en proces. Bij minuut 19:33 begin ik met de herhalingsvragen van de vorige les om te kijken of de leerlingen de stof nog scherp hebben tot minuut 22:30. Herhaling is ook heel belangrijk bij het verwerken van de stof (Bonset, 2020). Sommige leerlingen noemen soorten fragmenten wat we ook eerder hebben besproken, ik benoem dat het antwoord niet goed is, maar dat het wel een soort fragment is dat we al eerder hebben besproken.

 

Verder kan je zien dat ik bij minuut 58:12 F. bij mij roep. Zij heeft de vorige les gemist wat wel terug gaat komen op de toets. Ik wil haar daarom nog even bijpraten over de les die zij gemist heeft en navragen of ze de opdrachten heeft kunnen maken met de uitleg die ik haar op papier heb gestuurd. Hiermee monitor ik de verwerking van de leerstof bij deze leerling en pas ik mijn handelen aan door extra uitleg te geven over de onderdelen die zij nog niet snapt. 

Ontwikkelpunten

Hoe kan ik ervoor zorgen dat er genoeg opdrachten in de les afgemaakt worden?

Van Janneke kreeg ik mee dat ik duidelijke tijdskaders moet hanteren. Wanneer ik twaalf opdrachten heb klaargezet voor de leerlingen en zij hebben meerdere lessen om hieraan te werken, moet ik per les zeggen wat er af moet, bijvoorbeeld de eerste vijf. Ik ben hier na het lesbezoek ook meteen mee begonnen. De leerlingen die veel aan het praten waren en niet heel hard gingen met de opdrachten, moesten van mij aan het eind van de les zes opdrachten afhebben en anders blijven zitten tot ze af waren. Ik heb gemerkt dat dit goed werkt en meer motivatie geeft om de opdrachten af te werken. Ik kan hier nog wel wat alerter op zijn en eerder in de gaten houden, zodat alle leerlingen het op tijd afhebben.

Hoe kan ik samenwerkend leren volgend schooljaar meer inzetten?

Ik wil meer gebruik maken van samenwerkend leren, leerlingen kunnen namelijk heel veel van elkaar leren. Bij schrijfopdrachten wil ik het met elkaar uitwisselen, zodat leerlingen dit van elkaar nakijken. Soms heb ik de gedachte dan dit te moeilijk voor hen is, maar zij kunnen hier ook alleen maar van leren. Verder wil ik ze wat vaker opdrachten in groepjes laten maken, samenwerken is belangrijk en moeten zij ook leren. Vooral denken-wisselen-uitwerken is snel neergezet en zeer effectief.

Wat kan ik veranderen aan taalgebruik volgend jaar?

Eigenlijk kan ik meerdere dingen veranderen hierin. Ik kreeg van Janneke terug dat ik aan ‘negatieve script-ontwikkeling doe’. Als iemand heel druk is, heb ik de neiging om te zeggen ‘wat ben je druk’, dit moet ik veranderen naar ‘je bent niet druk, je doet druk’. Op deze manier krijgen leerlingen geen negatief idee van zichzelf. Verder probeer ik soms te makkelijke woorden te gebruiken, omdat ik anders denk dat ze het niet begrijpen. Soms mogen er lastigere vaktermen in mijn taalgebruik voorkomen, omdat ze deze woorden ook moeten leren. Vooral de woorden zoals noteren moet ik niet vermijden.

Hoe kan ik ervoor zorgen dat ik consequent mijn eigen grenzen aangeef?

Ik ben niet altijd hetzelfde met waarschuwen, soms geef ik er te veel voordat ik echt actie onderneem. Ik wil een escalatieladder voor mezelf maken waar ik me aanhoud. Dus eerste non-verbaal waarschuwen, dan verbaal, apart zetten en dan eruit sturen. Als ik dit voor mezelf kan aanhouden weten zowel de leerlingen als ik waar we aan toe zijn.

Literatuurlijst

Bonset, H., Boer, de, M. & Ekens, T. (2015). Nederlands in de onderbouw: Een praktische didactiek. Bussum: Uitgeverij Coutinho.

Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2015). Effectief leren. Uitgeverij Noordhoff.

Geerts, W., & Van Kralingen, R. (2020). Handboek voor leraren. Bussum: Uitgeverij Coutinho.

Hajer, M. & Meestringa, T. (2022). Handboek taalgericht vakonderwijs. Bossum: Uitgeverij Coutinho.

Slooter, M. (2019). De zes rollen van de leraar: handboek voor effectief lesgeven. Uitgeverij Pica.

  • Het arrangement Stageportfolio visie is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Elianne Cazander
    Laatst gewijzigd
    30-05-2024 18:17:03
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Hierin vindt u de leesuitkomsten, ondersteunt met de succescriteria en bewijzen.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    https://www.tiktok.com/@defocusberoepsacademie/video/7316452035472149792?is_from_webapp=1&sender_device=pc&web_id=7246709308908815899
    https://www.tiktok.com/@defocusberoepsacademie/video/7316452035472149792?is_from_webapp=1&sender_device=pc&web_id=7246709308908815899
    Link
    Lesopname
    https://www.youtube.com/watch?v=KXPpeIS_-wA
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.