Welkom bij het leerarrangement voor onregelmatige werkwoorden!
Dit leerarrangement is ontworpen om jou te helpen met het voorbereiden voor het Engels examen.
Er wordt in dit arrangement vooral gefocust op vocabulaire en grammatica. Naast de lessen die je op school krijgt biedt dit jou de mogelijkheid om extra te oefenen op je eigen tempo en niveau.
Klik nu op het pijltje onder 'Welkom' links in de balk. Klik vervolgens op 'Leerdoelen'.
Leerdoelen
In dit leerarrangement ga je aan de slag met het behalen van meerdere doelen:
I know all the irregular verbs
I can pronounce the irregular verbs
I know the difference between base form, past simple and past participle
I can use verbs in the base form
I can use verbs in the past simple form
I can use verbs in the past participle form
Deze doelen sluiten aan op de leerstof in je Stepping Stones boek en het voorbereidend examenmateriaal. In het onderdeel "grammar survey" uit je Stepping Stones boek kun je de lijst met onregelmatige werkwoorden terugvinden.
Klik nu op het kopje onder 'leerdoelen'; 'instructie'
Instructies
Hoe gebruik je dit leerarrangement?
Deze leeromgeving is opgebouwd uit verschillende onderdelen om ervoor te zorgen dat jij alle doelen aan het einde hebt behaald.
Deze onderdelen staan (<) links in de bar onder elkaar. Wanneer je op een onderdeel klikt, bijvoorbeeld 'Grammatica', zie je meerdere kopjes eronder staan.
Werk van boven naar beneden. Klik dus eerst na het lezen van deze tekst op het volgende onderdeel 'Vocabulaire', werk de tussenkopjes uit en ga dan door naar het volgende onderdeel!
Vocabulaire
Woordenlijst
Leerdoelen:
I know all the irregular verbs
I know the difference between base form, past simple and past participle
Dit onderdeel biedt een overzicht van de onregelmatige werkwoorden. Deze werkwoorden zijn verwerkt in een woordenlijst dat bestaat uit het hele werkwoord (base form), verleden tijd (past simple) en voltooide tijd (past partciple). Deze onregelmatige woorden moet je te kennen, zowel in de verleden tijd als voltooide tijd, voor het Engels examen. Neem de woordenlijst dus goed door!
Werkwoorden (Verbs)
De meeste werkwoorden hebben een verleden tijd en voltooide tijd dat eindigt in -ed:
worked
played
listened
Maar de meest frequente werkwoorden die dagelijks worden gebruikt zijn onregelmatig. Zie hieronder:
Onregelmatige werkwoorden (Irregular verbs)
hele werkwoord
verleden tijd
voltooide tijd
vertaling
be
was/were
been
zijn, worden
beat
beat
beaten
(ver)slaan
become
became
become
worden
begin
began
begun
beginnen
bet
bet
bet
wedden
bite
bit
bitten
bijten
bleed
bled
bled
bloeden
blow
blew
blown
blazen, waaien
break
broke
broken
breken
breed
bred
bred
fokken, kweken
bring
brought
brought
brengen
broadcast
broadcast(ed)
broadcast(ed)
uitzenden
build
built
built
bouwen
burn
burned/burnt
burned/burnt
(ver)branden
buy
bought
bought
kopen
catch
caught
caught
vangen
choose
chose
chosen
kiezen
come
came
come
komen
cost
cost
cost
kosten
cut
cut
cut
snijden, knippen
deal
dealt
dealt
handelen, uitdelen, omgaan met
dig
dug
dug
graven
do
did
done
doen
draw
drew
drawn
tekenen, trekken
dream
dreamt
dreamt
dromen
drink
drank
drunk
drinken
drive
drove
driven
rijden (auto)
eat
ate
eaten
eten
fall
fell
fallen
vallen
feed
fed
fed
(zich) voeden, voeren
feel
felt
felt
voelen
fight
fought
fought
vechten
find
found
found
vinden
flee
fled
fled
vluchten
fly
flew
flown
vliegen
forbid
forbade
forbidden
verbieden
forget
forgot
forgotten
vergeten
forgive
forgave
forgiven
vergeven
freeze
froze
frozen
(be)vriezen
get
got
got
krijgen, worden
give
gave
given
geven
go
went
gone
gaan
grow
grew
grown
groeien, worden
hang
hung
hung
hangen
have
had
had
hebben
hear
heard
heard
horen
hide
hid
hidden
(zich) verbergen
hit
hit
hit
slaan, raken
hold
held
held
(vast)houden
hurt
hurt
hurt
pijn doen
keep
kept
kept
houden, blijven
know
knew
known
weten
lead
led
led
leiden
learn
learnt
learnt
leren
leave
left
left
(ver)laten
lend
lent
lent
(uit)lenen
let
let
let
laten, verhuren
lie
lay
lain
liggen
lose
lost
lost
verliezen
make
made
made
maken
mean
meant
meant
menen, bedoelen
meet
met
met
ontmoeten
pay
paid
paid
betalen
put
put
put
zetten, leggen
quit
quit
quit
ophouden (met)
read
read
read
lezen
ride
rode
ridden
rijden (fiets/paard)
ring
rang
rung
(op)bellen
rise
rose
risen
(op)staan, stijgen, opkomen
run
ran
run
rennen, leiden
say
said
said
zeggen
see
saw
seen
zien
sell
sold
sold
verkopen
send
sent
sent
(ver)zenden, (ver)sturen
set
set
set
(in)stellen, plaatsen
shake
shook
shaken
schudden
shoot
shot
shot
schieten, opnemen (film)
show
showed
shown
laten zien
shut
shut
shut
sluiten, dichtdoen
sing
sang
sung
zingen
sink
sank
sunk
zinken
sit
sat
sat
zitten
sleep
slept
slept
slapen
smell
smelled/smelt (Br Eng)
smelled/smelt (Br Eng)
ruiken
speak
spoke
spoken
spreken
spell
spelled/spelt (Br Eng)
spelled/spelt (Br Eng)
spellen
spend
spent
spent
doorbrengen, uitgeven (geld)
split
split
split
splijten, delen
stand
stood
stood
staan
steal
stole
stolen
stelen
stick
stuck
stuck
plakken, blijven, steken
sting
stung
stung
prikken, steken
strike
struck
struck
slaan, raken; staken
swear
swore
sworn
vloeken, zweren
sweep
swept
swept
vegen
swim
swam
swum
zwemmen
take
took
taken
nemen
teach
taught
taught
onderwijzen
tear
tore
torn
scheuren, trekken
tell
told
told
zeggen, vertellen
think
thought
thought
denken
throw
threw
thrown
gooien
understand
understood
understood
begrijpen
wake up
woke up
woken up
wakker worden
wear
wore
worn
dragen (kleding)
win
won
won
winnen
write
wrote
written
schrijven
Deze woordenlijst kun je terugvinden in het Stepping Stones werkboek; vmbo 4 kader op bladzijde 185 en 186.
Oefenen met irregular verbs
Leerdoel:
I can pronounce the irregular verbs
In dit onderdeel gaat de aandacht uit naar de uitspraak van de onregelmatige werkwoorden waaronder het hele werkwoord (base form), verleden tijd (past simple) en voltooide tijd (past participle). Luister goed mee naar hoe de onregelmatige werkwoorden worden uitgesproken.
Voor de beste resultaten zing mee en herhaal het liedje zo vaak als dat nodig is om tot de perfecte uitspraak te komen.
De video in dit onderdeel voelt misschien een beetje gek maar ik vraag je het een kans te geven. The song will (hopefully) grow on you :)
YouTube video: crazy irregular verbs song
Extra oefening
Leerdoelen:
I can pronounce the irregular verbs
I can use verbs in the past simple form
I can use verbs in the past participle form
In dit onderdeel kun je extra oefenen met de uitspraak en daarnaast ook de vervoegingen (verleden tijd en voltooide tijd) van de onregelmatige werkwoorden.
Klik op het "geluid" icoontje om de uitspraak van de onregelmatige werkwoorden te horen.
Irregular verbs: flashcards with pronunciation
Grammatica
Kennisclip: Past simple and past participle
Leerdoelen:
I know the difference between base form, past simple and past participle
I can use verbs in the base form
I can use verbs in the past simple form
I can use verbs in the past participle form
In dit onderdeel kun je ervoor kiezen om de kennisclip te beluisteren of om de theorie door te nemen onder de knop "Past simple" en "Past participle". De keuze ligt bij jou!
Kennisclip Irregular verbs
Past simple
Verleden tijd
Regelmatige werkwoorden (Regular verbs)
Je gebruikt de past simple om te praten over het verleden. De actie of gebeurtenis is gestopt. Er is geen link naar nu. Om de past simple te maken, voeg je -ed of -d toe aan het werkwoord.
I
waited
at the gate.
My mum
liked
my new swimsuit a lot.
We
changed
flights in London.
Onregelmatige werkwoorden (Irregular verbs)
Bij onregelmatige werkwoorden verandert de vorm van het werkwoord. Zo wordt bijvoorbeeld go - went, think - thought en take - took. Je vindt een overzicht van onregelmatige werkwoorden in het onderdeel "vocabulaire: woordenlijst".
I
went
to Europe.
We
thought
about going to Japan.
Izzy and James
took
the wrong bus.
Deze uitleg kun je terugvinden in het Stepping Stones werkboek; vmbo 4 kader op bladzijde 183.
Past participle
De "past participle" wordt gebruikt voor de present perfect, past perfect en future perfect tense. In dit onderdeel wordt alleen de "present perfect tense" behandeld voor het Engels examen.
Voltooid tegenwoordige tijd
De present perfect wordt gebruikt om aan te geven dat iets in het verleden gebeurd is en het nu nog belangrijk of aan de gang is. Er is dus een link tussen toen en nu.
I have washed the car. It is clean now.
We have lived in this house since January.
They have never visited a zoo before.
Om de present perfect te maken gebruik je: have/has + voltooid deelwoord (past participle).
Het voltooid deelwoord van regelmatige werkwoorden maak je door -ed of -d achter het werkwoord te zetten.
De past participle van onregelmatige werkwoorden hebben een eigen vorm. Je vindt een overzicht in het onderdeel "vocabulaire: woordenlijst".
You have watched TV for three hours now.
We have already received the tickets.
He has lost his keys. He can’t get into the house.
Deze uitleg kun je terugvinden in het Stepping Stones werkboek; vmbo 4 kader op bladzijde 182.
Oefenen met irregular verbs
Leerdoelen:
I can use verbs in the base form
I can use verbs in the past simple form
I can use verbs in the past participle form
In dit onderdeel oefen je met het vervoegen van de onregelmatige werkwoorden op drie niveaus:
De verleden tijd (past simple)
De voltooide tijd (past participle)
De hele werkwoorden, verleden tijd (past simple) en voltooide tijd (past participle)
Tip: Alle drie oefeningen hebben twee vormen - klassiek en meerkeuze vragen. Kies voor meerkeuze vragen als je wat extra hulp nodig hebt en kies voor klassiek als je behoefte hebt aan uitdaging!
Niveau 1 - Past simple form
Klik op de link en maak de oefening; vul in de verleden tijd van het onregelmatige werkwoord.
In dit onderdeel wordt er getoetst op drie niveaus:
De verleden tijd (past simple)
De voltooide tijd (past participle)
De hele werkwoord (base form), de verleden tijd (past simple) en de voltooide tijd (past participle)
Begin bij toets 1. Als je de toets hebt behaald kun je overstappen naar toets 2 en vervolgens toets 3. Als je een toets niet hebt behaald, ga je weer terug naar de lesstof van dat onderdeel om te oefenen. Vervolgens maak je de toets opnieuw totdat je de onregelmatige werkwoorden voldoende beheerst.
Tip: Neem de stof goed door voordat je aan de toetsen begint!
Toets: Niveau 1 - Past simple form
0%
Fill in the blanks with the past simple form of the verb in parentheses (tussen haakjes).
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement Irregular verbs is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Pris de Vries
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2024-05-14 23:17:45
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Niveau 1 - Past simple form
Niveau 2 - Past participle form
Niveau 3 - Base, past simple and past participle form
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.