Nederlands HVX 3-kader/mavo lezen periode 4 2023-2024
Nederlands HVX 3-kader/mavo lezen periode 4 2023-2024
Infographic
LEES DIT EERST periode 4
Waar werken we naartoe?
In de toetsweek heb je een toets leesvaardigheid. Je leert voor de toets en je oefent in Blink/Plot 26. Maak volgens de planning:
Alle lessen van 'lezen 7' in Blink/Plot26.
Alle lessen van 'Kennismaking met het examen' in Blink/Plot26.
Je leest je vierdeleesboek uit voor je fictiedossier. Ook heb je de mindmap bij je vierde boek af.
We oefenen met het fictie-mondeling dat je over een half jaar hebt in leerjaar 4. In de blox heeft iedereen daarom een mini-mondelingen fictie in groepjes over je leesboeken tot nu toe. Je krijgt een beoordeling in rood, oranje of groen.
Als je de planning volgt, ben je goed op voorbereid op de toets en het mini-mondeling.
Tijdbesteding
Met Nederlands ben je zo'n 4-6 uur per week bezig. Je hebt 1 verplichte blox per week. Daarnaast zul je je ook zelf moeten inschrijven voor blox Nederlands.
Planning
Aan het eind van deze periode heb je:
Een toets leesvaardigheid in de toetsweek (over de theorie en opdrachten van lezen 7 in Blink/Plot26).
Kennisgemaakt met het centraal examen (opdrachten in Blink/Plot26)
Je vierde leesboek uit en de bijbehorende mindmap over het boek af.
Een mini-mondeling fictie in groepjes over je leesboeken tot nu toe.
Als je de planning volgt, ben je hier goed op voorbereid.
Week
Data
Maken/leren
1
26 feb – 1 mrt
In de verplichte blox:
Uitleg periode
We maken samen les 1 van 'Lezen 7' in Blink/Plot26.
Lezen in je boek: Leesboek kiezen/lenen, maak leesplanning, start met lezen.
Leren: leer punt 1 en 2 van de leerstof.
2
4 – 8 mrt
In de verplichte blox: We maken samen les 2 van 'Lezen 7' in Blink/Plot26.
In de andere blox (echt inschrijven!):
we herhalen en oefenen samen de fictiebegrippen. Je hebt dit nodig voor je mindmap en mini-mondeling.
Leer punt 1 t/m 3 van de leerstof
Lezen in je boek: Lees het aantal bladzijdes dat je hebt ingepland.
3
11 – 15 mrt
In de verplichte blox: We maken samen les 3 van 'Lezen 7' in Blink/Plot26.
In de andere blox (echt inschrijven!):
Je maakt les 1 van 'Kennismaken met het examen' in Blink/Plot26.
Leer punt 1 t/m 4 van de leerstof.
Lezen in je boek: Lees het aantal bladzijdes dat je hebt ingepland.
4
18 – 22 mrt
In de verplichte blox: We maken samen les 4 van 'Lezen 7' in Blink/Plot26.
In de andere blox (echt inschrijven!):
Je maakt les 2 van 'Kennismaken met het examen' in Blink/Plot26.
Leer punt 1 t/m 5 van de leerstof
Lezen in je boek: Lees het aantal bladzijdes dat je hebt ingepland.
5
25 – 29 mrt (vrijdag vrij;
goede vrijdag)
In de verplichte blox: We maken samen les 5 van 'Lezen 7' in Blink/Plot26.
In de andere blox (echt! inschrijven):
Je maakt les 3 van 'Kennismaken met het examen' in Blink/Plot26.
Leer punt 1 t/m 6 van de leerstof
Lezen in je boek: Lees het aantal bladzijdes dat je hebt ingepland.
6
1 – 5 apr (maandag vrij;
1e Paasdag /
In de verplichte blox: OEFENTOETS maken en nakijken + uitleg mini-mondeling
In de andere blox (zelf inschrijven):
Je maakt les 4 van 'Kennismaken met het examen' in Blink/Plot26.
Je bereidt je mini-mondeling fictie voor over je gelezen boeken.
Leer punt 1 t/m 7 van de leerstof
Lezen in je boek: Lees het aantal bladzijdes dat je hebt ingepland.
7
8 – 12 apr
In de verplichte blox: Mini-mondeling fictie in groepjes over gelezen boeken tot nu toe.
In de andere blox (zelf inschrijven):
Je maakt les 5 van 'Kennismaken met het examen' in Blink/Plot26. Vraag RNU het mini-examen te printen voor je.
Je bereidt je mini-mondeling fictie voor.
Leer punt 1 t/m 8 van de leerstof
Lezen in je boek: Lees het aantal bladzijdes dat je hebt ingepland.
8
15 – 19 apr (18 apr: herkansingsdag
/ 19 apr: STARTTOETSWEEK
In de verplichte blox: Mini-mondeling fictie in groepjes over gelezen boeken tot nu toe.
In de andere blox (zelf inschrijven): Leer punt 1 t/m 9 van de leerstof voor de toets.
Lezen in je boek: Maak de mindmap bij je (vierde) leesboek.
9
22 – 26 apr (TOETSWEEK)
Deadline day: mindmap inleveren bij (vierde) leesboek.
Toetsweek: toets leesvaardigheid over theorie en opdrachten van lezen 7 in Blink/Plot26.
Meivakantie
Leesboek en mini-mondeling
In je examenjaar heb jij een mondeling over de 6 boeken die jij in de bovenbouw gelezen hebt. Een heel boek onthouden is best lastig. Je maakt daarom een opdracht bij elk gelezen boek. Zo heb jij een fijne spiekbrief voor tijdens je mondeling!
Hoe kies ik een boek?
Welke boeken kan ik kiezen?
Lees boeken die zijn geschreven voor de doelgroep van 15 tot 18 jaar. We noemen dit young adult.
In de bovenbouw willen we dat je steeds iets moeilijkere boeken gaat lezen. Hierdoor train jij jouw leesvaardigheid en woordenschat. Daar heb je in je verdere leven echt heel veel aan.
Lees je graag boeken uit een reeks? Dan is het de de bedoeling dat je na één boek uit de reeks toch voor iets anders gaat. Voor je mondeling kun je dus niet meerdere boeken uit één reeks lezen.
Tips voor het kiezen van een boek:
Ga naar Lezen voor de lijst | 15-18 jaar | Jeugdbibliotheek. Hier kun je allerlei boeken vinden die jij sowieso voor Nederlands mag lezen. We dagen je uit om te beginnen bij een boek van niveau 1 en in de bovenbouw op te bouwen naar niveau 3. Op deze website kun je de boeken sorteren op niveau, maar ook op genre of onderwerp. Vind jij voetbal interessant of lees je graag over liefde? Vink dit dan aan op de website. Je vindt dan alle boeken die hierover gaan.
Op leesadviezen.nl kun je via een stappenplan boeken vinden die bij jou passen. Klik door de stappen heen en je ziet de boeken die wel wat voor jou zijn!
Hebban.nl is een website waarop je allerlei reviews van boeken kunt lezen en ook hier kun je sorteren op genre. Je kunt ook gratis een account aanmaken en leeslijsten maken voor jezelf.
Een boek lezen via Blink/Plot26?
Er staat een aantal boeken online in de blinkotheek via Blink/Plot26. Je komt in de blinkotheek door in te loggen op Blink, selecteer Plot26, selecteer vervolgens in het menu de blinkotheek.
Op leesapp.online kun je gratis een account aanmaken en verschillende boeken lezen. Selecteer wel eerst op fictie en het juiste niveau. Gebruik als browser op je iPad microsoft edge voor de leesapp.online.
Twijfel je of jij je boek mag lezen voor Nederlands? Vraag het dan aan je vakcoach!
De bieb bezoeken
Je kunt je boek op verschillende manieren bemachtigen: het boek kopen, het boek van iemand lenen (bijvoorbeeld uit een kast op HVX) of het boek lenen bij de bibliotheek.
Bij de bibliotheek kan iedereen tot 18 jaar gratis boeken lenen. Het enige dat je nodig heb is een bibliotheekpas. Waarschijnlijk heb je die al, want in de onderbouw bieden we leerlingen ook de mogelijkheid om deze pas via HVX te bestellen.
Heb je nog geen pas, dan kan je dit heel makkelijk zelf aanvragen. Ga naar onderstaande website om lid te worden van de bibliotheek Haarlemmermeer. Deze zit o.a. in Nieuw-Vennep. Het is GRATIS (!).
Wil je hier hulp bij? Kom dan langs bij een vakcoach.
Het lezen plannen
Net als al het andere huiswerk moet je lezen ook plannen. We leven nu eenmaal in een wereld waarin er heel veel afleiding is en waarin het steeds lastiger wordt om rustig met een boek te gaan zitten.
Maak met jezelf een afspraak over hoeveel bladzijdes je per week of per dag wilt lezen en zit dit in je eigen planning.
Rekenvoorbeeld:
We gaan uit van 5 weken (35 dagen).
200 bladzijden
40 per week
6 per dag
300 bladzijden
60 per week
9 per dag
400 bladzijden
80 per week
12 per dag
Over een bladzijde lezen doet een gemiddelde leerling 2 minuten. Een boek van 300 bladzijdes lezen komt dus uit op ongeveer 20 minutenper dag.
Wanneer jij het liefst leest, is heel persoonlijk. Wat wij terugkrijgen van leerlingen zijn de volgende momenten:
- Tijdens het ontbijt.
- Aan het begin of einde van een blox.
- Direct als je thuiskomt.
- In bed, voordat je gaat slapen.
Hoe maak ik een mindmap?
In je examenjaar heb jij een mondeling over de 6 boeken die jij in de bovenbouw gelezen hebt. Een heel boek onthouden is best lastig. Je maakt daarom een mindmap bij elk gelezen boek. Zo heb jij een fijne spiekbrief voor tijdens je mondeling! In deze periode houden we een mini-mondeling, zodat je weet of je op de goede weg bent voor je echte mondeling.
Wat werk je uit op je mindmap?
In het midden van je mindmap komt de titel van het boek te staan.
De begrippen die je vervolgens met takken uitwerkt in je mindmap, staan in het document hieronder.
Geef bij de uitwerking in je mindmap per begrip altijd voorbeelden uit het boek. Daar vragen we ook naar in je fictiemondeling.
Uitleg fictiebegrippen
Je kunt het document gebruiken met 'begrippen fictie' hieronder.
In de blox kan ik je helpen met het uitwerken van de mindmap/
In de Toolbox van Blink/Plot26 staat een duidelijke uitleg van de fictiebegrippen hieronder. Ga in de toolbox naar 'Fictie 4: literaire termen' of zoek de begrippen los op met de zoekfunctie.
Aan het eind van de periode heb je in de verplichte blox een mini-mondeling fictie. Dit doen we als voorbereiding op je fictiemondeling in leerjaar 4.
Wat kun je verwachten tijdens het mini-mondeling?
Net als je echte fictiemondeling zit je tijdens je mini-mondeling in een groepje van 4. Je mag dit groepje zelf samenstellen. Anders deelt RNU je in.
Het mini-mondeling staat in de planning. Je hebt het in een van de laatste bloxen van de periode.
RNU stelt allerlei vragen over de gelezen boeken. In je antwoorden op de vragen vergelijk jij de boeken met elkaar.
Je kunt overeenkomsten en verschillen benoemen tussen de boeken per fictiebegrip. Het is ook belangrijk dat je dit kunt uitleggen met voorbeelden uit je boek.
Hoe bereid je je voor?
Je heb je mindmaps uitgewerkt en nog eens goed doorgenomen.
Je kunt overeenkomsten en verschillen benoemen tussen de boeken (per fictiebegrip). Het is ook belangrijk dat je dit kunt uitleggen met voorbeelden uit je boek. Bekijk de fictiebegrippen onder 'Hoe maak ik een mindmap?'
We merken dat leerlingen in fictiemondelingen de neiging hebben om het boek samen te vatten. Dat is niet waar we naar zoeken in een mondeling. We zien juist graag dat je ook andere fictiebegrippen dan de gebeurtenissen in het boek kunt uitleggen met voorbeelden.
Beoordeling mini-mondeling
Je krijgt een groen/oranje/rood voor het mondeling.
Groen, oranje of rood geeft aan in hoeverre je op de goede weg bent voor je echte mondeling.
Leren voor de toets
Leren in Blink/Plot26
Hoe leren voor de toets?
Je vindt de leerstof in de toolbox van Blink/Plot26. Dit moet je leren voor de toets. Je moet het ook kunnen toepassen.
LEERSTOF TOETS LEZEN 7
Alleen het lijstje hieronder leer je voor de toets. Je vindt de leerstof in de Toolbox onder 'Lezen 7' of via de zoekfunctie. Klik op 'meer weten', want dan zie je de hele theorie.
Bronnen > Leer alleen punt 2. Bronnen beoordelen op nut, kwaliteit en betrouwbaarheid.
Feiten en meningen
Inleiding en slot
Onderwerp en en hoofdgedachte
Signaalwoorden (en tekstverbanden)
Tekstdoelen en tekstsoorten
Tekstopbouw
Titel en tussenkopje
Tien vragen voor tekstbegrip
Vind je leesvaardigheid of sommige onderdelen ervan lastig? Leer dan ook 'Extra uitleg toets' in het menu hieronder.
Oefentoets maken
Vanaf 1 april biedt RNU in de blox een oefentoets aan. Deze helpt je voor te bereiden op je echte toets. Door het maken en nakijken van de oefentoets zie welke onderdelen je wel en (nog) niet goed beheerst.
Hoe maak je de oefentoets?
Schrijf je in voor de blox NE. (RNU biedt de oefentoets alleen in de blox NE aan.)
Maak de oefentoets op lijntjespapier. Zet een kruisje voor de vragen van 'Kennis over lezen' die je niet snapt. Zoek bij deze vragen nadat je klaar bent in Plot26 de juiste antwoorden op (met de Toolbox).
Klaar? Vraag RNU naar het nakijkblad. Kijk streng na. Schrijf in de kantlijn bij iedere vraag het aantal punten dat je hebt gekregen.
Voer in: totaal aantal punten +
Kader: 6.0 is voldoende met 60% lineair / Mavo: 6.0 is voldoende met 65% lineair.
Maximaal te behalen punten: 40
Extra uitleg toets
Hoofdzaken, bijzaken en hoofdgedachte van de tekst
Een tekst heeft belangrijke zaken en minder belangrijke. De belangrijke noemen we hoofdzaken. Tussenkopjes en vetgedrukte woorden wijzen je ook vaak op de hoofdzaken.
Een hoofdgedachte is eigenlijk een soort mini-samenvatting van een tekst, in een zin. Je ontdekt die door goed te kijken naar de inleiding, het slot en de kernzinnen van alinea's (die staan meestal vooraan, soms als laatste). Een kernzin is de belangrijkste zin van een alinea. Soms vind je geen duidelijke kernzin. Die moet je dan zelf maken door het belangrijkste woord, het kernwoord, in een eigen zin te zetten.
Soms staat de hoofdgedachte letterlijk in de tekst, bijvoorbeeld in de inleiding of in een slot. Vaker moet je 'm zelf formuleren. Dit doe je door de belangrijkste boodschap van de tekst in een zin op te schrijven. Om de hoofdgedachte te vinden, stel je de volgende vraag:
Wat is het belangrijkste wat in deze tekst over het onderwerp wordt gezegd?
Alle andere zaken die buiten de hoofdzaak worden verteld, noemen we bijzaken. Je laat die bijzaken weg in een samenvatting.
Tekstdoel en publiek
Een tekstdoel is datgene wat de schrijver met zijn/haar stuk wil bereiken. Dat kan zijn:
instrueren (uitleggen),
adviseren
informeren
overhalen (activeren, aanzetten om iets te doen)
Verbanden en signaalwoorden (1):
Je kunt met behulp van signaalwoorden opsommingen, tegenstellingen en voorbeelden in een tekst herkennen en begrijpen.
Bekijk hiervoor zeker het volgende filmpje:
Herhaling: inleiding, middenstuk, slot
Een goede tekst bestaat uit een inleiding, middenstuk en slot. De inleiding zorgt ervoor dat je als lezer verder wilt lezen. In het middenstuk staan de deelonderwerpen. Dat zijn de verschillende aspecten van het onderwerp, bijvoorbeeld: 'aula' of 'lestijden' bij het onderwerp 'school'.
Functie van de inleiding, middenstuk en slot
De inleiding vertelt op een boeiende manier waar de tekst eigenlijk over gaat. Naast het onderwerp, kan bijvoorbeeld de aanleiding van het schrijven worden genoemd.
Hieronder volgen verschillende zaken die in een inleiding kunnen staan (niet allemaal tegelijk, soms wel meer dan één):
voorbeelden
anekdote (kort verhaaltje)
belangrijke vraag
mening over het onderwerp
hoofdgedachte van de tekst
een expert (deskundige) over het onderwerp wordt geïntroduceerd
korte samenvatting
In het middenstuk (kern) vind je meestal meerdere alinea's. Elke alinea vertelt iets nieuws over het onderwerp. Elke alinea kan een tussenkopje hebben. Zo'n kopje staat er heel vaak niet!
Het slot is de afronding van de tekst. Hierin vind je bijvoorbeeld:
hoofdgedachte
advies
conclusie
korte samenvatting
toekomstverwachting
antwoord op een vraag uit de inleiding
Bekijk ook onderstaande filmpjes en maak aantekeningen voor jezelf.
Tekstverbanden en signaalwoorden
Tekstverbanden en signaalwoorden.
Je kunt met behulp van signaalwoorden opsommingen, tegenstellingen, conclusies, voorbeelden, tijd, oorzaken, redenen, doel-middel, samenvattingen, vergelijkingen en voorwaardes in een tekst herkennen en begrijpen.
Hoe leren?
Alle tekstverbanden en hun signaalwoorden vind je terug in de toolbox in Blink/Plot26 Lezen 5.
In deze Padlet vind je de tekstverbanden overzichtelijk weergegeven met signaalwoorden en voorbeeldzinnen erbij.
Dit filmpje kan ook helpen het beter te begrijpen:
Gedeeld tijdens de blox
Als we iets delen tijdens de blox (LessonUp, extra materiaal etc.), dan komt het na afloop ook hier te staan.
Let op, niet alles is zonder uitleg helemaal duidelijk. Kom dus elke week naar de blox Nederlands.
Het arrangement Nederlands HVX 3-kader/mavo lezen periode 4 2023-2024 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.