M&N - Hoe maak ik de beste hamburger? (Erfelijkheid & evolutie)

M&N - Hoe maak ik de beste hamburger? (Erfelijkheid & evolutie)

0. Info startweek

Uitleg inhoud en eXplore miles

Waar gaat deze quest over?

In deze quest gaan we leren waarom soorten eruit zien zoals ze doen (evolutie + DNA) en hoe wij als mens daar invloed op hebben (kruisingen).

Hij hoort bij het domein M&N (bij het vak biologie).

Aan het einde van deze quest kan je:

•Beschrijven hoe evolutie werkt

•Zelfstandig kruisingschema’s maken

 

Welke producten moet je leveren?

Voor deze quest moet je de volgende producten leveren:

  • Opdrachten over evolutie
  • Opdrachten over erfelijkheid (DNA)
  • Eindopdracht (kort verslag over een zelfbedachte kruising)

 

VERWACHTINGEN VOORDAT JE BEGINT

Deze quest is zelfstandig doorloopbaar.

  • Er zijn geen speciale BloX voor deze quest. Je kunt langskomen voor je checkpoints, vragen, etc. in alle BloX die door de begeleidende docent wordt gegeven.

  • Wel moet je je minimaal 1x inschrijven als je nog nooit een quest over DNA gedaan hebt voor een korte uitleg (kan in iedere BloX)

 

 

eXplore miles

 

Deze quest levert jou 15 eXplore miles op als je hem helemaal doorloopt, alle stappen zet en alle producten op tijd levert.

 

Leerdoelen en Rubric

Leerdoelen

Leerdoelen (je kunt jezelf scoren op de rubric hieronder):

  • Je kan de verschillen tussen natuurlijke en kunstmatige selectie toelichten.
    • HAVO/VWO: ook seksuele selectie.
  • Je kan een monohybride kruising uitvoeren (1 erfelijke eigenschap).
  • Je kan een gekoppelde dihybride kruising uitvoeren (2 erfelijke eigenschappen).
  • HAVO/VWO: Je kan een ongekoppelde dihybride kruising uitvoeren (2 erfelijke eigenschappen).

 

Rubric

Onderdeel

Beginnend

Gevorderd

Expert

Begrippen

Ik begrijp de meeste begrippen nog niet (helemaal). Ik kan ze moeilijk toelichten en als ze in teksten worden gebruikt, heb ik er veel moeite mee.

Ik begrijp de meeste begrippen best ok. Ik kan ze enigszins toelichten en als ze in teksten worden gebruikt, begrijp ik die vaak toch.

Ik begrijp de begrippen goed. Ik kan ze makkelijk toelichten en als ze in teksten worden gebruikt, heb ik er totaal geen moeite mee.

Evolutie

Ik weet eigenlijk nog niet zo goed wat dit is/hoe het komt. Ik zou je ook niet kunnen uitleggen welke soorten selectie hierbij een rol spelen.

Ik kan enigszins uitleggen wat evolutie is en hoe dit gebeurt. Ik kan ook meestal de verschillende soorten selectie uit elkaar houden.

Ik kan je goed uitleggen wat evolutie is en hoe het gebeurt. Ook kan ik je vertellen welke soorten selectie hierbij een rol spelen en enkele voorbeelden hierbij noemen.

Kruisingen

Ik kan niet/met heel veel moeite zelfstandig een monohybride kruising uitvoeren (1 erfelijke eigenschap). Ook heb ik veel moeite met het aflezen van een kruisingsschema.

Ik kan meestal zelfstandig een monohybride kruising uitvoeren (1 erfelijke eigenschap). Ook gaat het aflezen van een kruisingsschema meestal goed.

Ik kan zelfstandig een monohybride kruising (1 erfelijke eigenschap) en een dihybride kruising (2 erfelijke eigenschappen) uitvoeren. Ook heb ik geen moeite met het aflezen van een kruisingsschema.

Routeplanner

Planning

Opdracht

Geschatte tijdsduur

Voorbereiding (lezen, motivatiemonitor, etc.)

30 minuten

Opdrachten evolutie

4 uur

Korte uitleg erfelijkheid (voor opdracht 3 & 4)

Deze uitleg moet je alleen volgen als je nog nooit een quest over erfelijkheid hebt gedaan (je kan er wel vrijwillig voor kiezen hem te volgen als je wel al een quest erover hebg gedaan). Het bespaart je namelijk een hoop opzoektijd en verwarring.

15 minuten

Opdrachten erfelijkheid

8 uur

Eindopdracht

2 uur

Reflectie

15 minuten

 

1. Jij begint

Voorbereiding

Motivatiemotor + Verderkijker

➜ Maak een tegel aan in Egodact met de titel van deze quest en het aantal XM dat erbij hoort.
➜ Beschrijf daarin bij 'Mijn Motivatie' waarom je deze quest tot een goed einde zou willen brengen.
➜ Beschrijf bij 'Wat ik er al over weet' waar jij jezelf zou scoren op de rubric.
➜ Beschrijf bij 'Hoe ga ik het aanpakken' hoe je te werk denkt te gaan, bijv deelname BloXen / vaak contact met coach zoeken / zelfstandig doorwerken / etc.
➜ Als je samen gaat werken, geef dat aan bij 'Met wie werk je samen'. Pas op! Maak van tevoren afspraken met de begeleidende coach over het samenwerken, omdat het effect kan hebben op de hoeveelheid werk die je verzet en de bijbehorende XMs.

 

Uitvoering

Checklist

➜ Kopieer de checklist hieronder in je logboek in je Egodact-tegel.
➜ Link gedurende de quest de onderdelen van de checklist aan je werk in Seesaw.

 

  • Evolutie
    • Inleidende opdracht: Evolutie
    • Opdracht 1: Selectie
    • Opdracht 2: Mens & evolutie
  • Erfelijkheid (DNA)
    • Inleidende opdracht: DNA
    • Opdracht 3: Monohybride kruisingen
    • Opdracht 4: Gekoppelde dihybride kruisingen
    • Opdracht 5 (alleen H/V/Enthousiastelingen): Ongekoppelde dihybride kruisingen
  • Eindproduct
  • Afronding
    • Reflectie

De quest

2a. Evolutie

Inleidende opdracht evolutie

Bekijk de volgende video en beantwoord daarna de bijbehorende vragen: https://youtu.be/NPZ2y5tI68Q

  1. Beschrijf in je eigen woorden wat er met ‘survival of the fittest’ werd bedoeld.

 

In het filmpje werden geloof en evolutie tegenover elkaar gezet. In het echte leven hoeft dat echter niet altijd. Er zijn zat mensen die in 1 van beide geloven, maar er zijn ook vele mensen die tegelijk in beide geloven.

b. Zoek een voorbeeld op van mensen die in God en evolutie geloven: hoe noemen die mensen zichzelf en hoe kan het dat ze in God en evolutie tegelijk geloven?

Er zijn meer bewijzen voor evolutie naast Darwins bevindingen.

c. Zoek minstens 2 van deze bewijzen op.

 

Opdracht 1: Selectie

  1. Natuurlijke selectie is net al voorbij gekomen in de inleidende opdracht. Maar wat betekent kunstmatige selectie eigenlijk? Schrijf dit kort op in je eigen woorden.
  2. Bedenk een denkbeeldig dier en teken deze.
  3. Teken nu 2 stripjes over/maak 2 animaties over dit dier. In de ene laat je zien hoe jouw bedachte dier ontstaan zou kunnen zijn volgens natuurlijke selectie. In de andere doe je hetzelfde, maar dan voor kunstmatige selectie.
  4. (Alleen voor HAVO/VWO/Enthousiastelingen) Noteer in je eigen woorden wat seksuele selectie is.
  5. (Alleen voor HAVO/VWO/Enthousiastelingen) Teken een strip/maak een animatie over hoe jouw dier uit 1b zou kunnen zijn ontstaan volgens seksuele selectie.

 

Opdracht 2: Mens & evolutie

Ook mensen zijn niet immuun voor evolutie.

  1. Zoek een voorbeeld op van een groep mensen die zich aangepast hebben aan hun omgeving (bv. goed kunnen duiken, tegen hoogtes kunnen, etc.).

Er worden ook prijzen uitgereikt voor het ‘bijdragen aan de menselijke evolutie’. Deze worden de Darwin awards genoemd.

b. Wat moet iemand doen om een Darwin award te krijgen?

c. Zoek wat voorbeelden op van iemand die een Darwin award heeft gewonnen. Kies er 1 uit en beschrijf wat die persoon beter wel/niet had kunnen doen om die award NIET te hebben gekregen.

 

2b. DNA

Opdracht 3: monohybride kruisingen

ALS JE NOG GEEN EERDERE QUEST OVER ERFELIJKHEID HEBT GEDAAN, VRAAG DAN NU EERST OM UITLEG BIJ DE COACH VAN DEZE QUEST. DIT KAN IN ALLE BLOX VAN DEZE COACH GEDAAN WORDEN. NA DE UITLEG MAG JE VERDER WERKEN.

Tijdens een kruising geven de ouders slechts de helft van hun chromosomen door in hun eicel/zaadcel. Dus 1 van ieder chromosoompaar en dus 1 allel per eigenschap.

  1. Hoeveel allelen heb je in totaal voor een erfelijke eigenschap?
  2. Zijn deze allelen altijd even sterk? Kies de juiste hoofdletter.

A Ja, ze zijn altijd even sterk. De eigenschap bij de nakomelingen is dus altijd het gemiddelde van dat van de ouders.

B Nee, die van de vader is altijd sterker bij jongens en die van de moeder bij meisjes. Dus zonen lijken op hun vader en dochters op hun moeder.

C Nee, sommige allelen zijn sterker, deze noem je dominant (weergegeven met hoofdletters). De zwakkere noem je recessief (weergegeven met kleine letters) en zie je dus alleen als iemand geen dominant allel heeft voor die eigenschap.

D Nee, anders, namelijk…………………………………………………………………

c. Hoe noem je het als iemand 2 dezelfde allelen heeft? En hoe als iemand 2 verschillende heeft?

 

Stel dat iemand met 2 allelen voor de dominante eigenschap (AA) zwarte vlekken heeft en iemand zonder dit dominante allel geen vlekken heeft…

d. …wat is dan het genotype van iemand die geen vlekken heeft? Kies uit: AA, Aa en aa.

e. En wat is het genotype van iemand die heterozygoot is voor deze eigenschap? Kies uit: AA, Aa en aa.

f. En wat is het fenotype van iemand die heterozygoot is voor deze eigenschap? Kies uit: wel vlekken en geen vlekken.

 

Om een kruising te voeren, moet je eerst noteren wat de genotypes van de ouders zijn. Dit doe je op de volgende manier-> P: genotype ouder 1 x genotype ouder 2.

g. Hoe ziet de kruising er dus uit als de moeder homozygoot is voor het hebben van vlekken en de vader homozygoot is voor het niet hebben van vlekken?

h. Vervolgens noteer je de mogelijke eicellen en zaadcellen (iedere ouder geeft slechts 1 van zijn/haar allelen door). Doe dit nu voor deze kruising.

- Mogelijk allelen in de eicel:………….

- Mogelijk allelen in de zaadcel:………….

  1. Vervolgens vul je dit in in een tabel:

 

[Mogelijke eicel 1]

[Mogelijke eicel 2]

[Mogelijke zaadcel 1]

[Combinatie van zaadcel 1 + eicel 1]

[Combinatie van zaadcel 1 + eicel 2]

[Mogelijke zaadcel 2]

[Combinatie van zaadcel 2 + eicel 1]

[Combinatie van zaadcel 2 + eicel 2]

 

j. Er zijn dus 4 mogelijke nakomelingen. Hoeveel % van de nakomelingen zal vlekken hebben (tel hiervoor hoeveel nakomelingen vlekken hebben en deel dit door het totale aantal nakomelingen x 100%)?

k. Stel dat beide ouders heterozygoot zijn. Wat is dan de kans dat ze een nakomeling krijgen die geen vlekken heeft? Onderbouw je antwoord met een kruisingsschema.

 

Opdracht 4: Gekoppelde dihybride kruisingen

  1. In deze soort liggen de genen voor de eigenschap vlekken hebben  (A of a) en vachtlengte op hetzelfde chromosoom (B of b). Een mannetje heeft op het ene chromosoom 4 de allelen A en B, en op het andere chromosoom 4 de allelen a en b. Zullen de allelen A en B dan vaak in dezelfde zaadcel belanden? Kies de juiste letter.

A Ja, want ze zitten op hetzelfde chromosoom, dus eindigen ze samen in dezelfde zaadcel.

B Ja, want dominante allelen eindigen altijd samen in een zaadcel.

C Nee, want de kans is altijd 50%, ongeacht of het op hetzelfde chromosoom ligt of niet.

D Nee, want………………………………………………………………………………………..

De moeder heeft geen vlekken en een lange vacht. Zij heeft op haar ene chromosoom aB en op de ander ab. De vader heeft Ab en Ab.

De kruising werkt eigenlijk hetzelfde als met een monohybride kruising. Alleen nu schrijf je bijvoorbeeld het genotype van de moeder op als aaBb, aangezien je nu naar beide eigenschappen kijkt. Haar mogelijke eicellen zijn nu dus aB en ab.

b. Voer deze kruising uit en bereken de kans dat een nakomeling vlekken en een korte vacht heeft.

c. Wat is de kans op een nakomeling met een korte vacht zonder vlekken als de moeder heterozygoot is voor beide eigenschappen (AB en ab) en de vader geen vlekken en een korte vacht heeft? Onderbouw je antwoord met een kruisingsschema.

 

Opdracht 5 (Alleen HAVO/VWO/Enthousiastelingen): Ongekoppelde dihybride kruisingen

Nu liggen de genen voor de eigenschappen op 2 verschillende chromosomen: ze zijn ongekoppeld.

  1. Eindigen de allelen nu ook veelal samen in een geslachtscel? Leg je antwoord uit.

 

Ongekoppelde dihybride kruisingen kun je op 2 manieren uitwerken.

b. De eerste manier is door ipv een kruisingsschema met 4 opties, er een te maken met 16 opties. Neem het schema hieronder over en vul het in voor de volgende kruising – P:AaBb x AaBb.

 

Mogelijke eicellen:……………….., …………………., ………………. en ……………………

Mogelijke zaadcellen: ……………….., …………………., ………………. en ……………………

 

 

[Mogelijke eicel 1]

[Mogelijke eicel 2]

[Mogelijke eicel 3]

[Mogelijke eicel 4]

[Mogelijke zaadcel 1]

 

 

 

 

[Mogelijke zaadcel 2]

 

 

 

 

[Mogelijke zaadcel 3]

 

 

 

 

[Mogelijke zaadcel 4]

 

 

 

 

 

Bij deze soort wordt de vachtkleur weergegeven met de letter A of a en de lengte van de staart met B of b. De eigenschappen bruine vacht en lange staart zijn dominant over het hebben van een blonde vacht en een korte staart.

c. Wat is de kans dat de nakomelingen uit deze kruising een bruine vacht hebben en een korte staart?

 

De andere manier is iets sneller. Je kruist hiervoor namelijk de eigenschappen apart (dus als een monohybride kruising) en vermenigvuldigt daarna de kansen. Stel dat de kruising nu P: AAbb x AaBb is…

d. …wat is de kans dat de nakomeling een blonde vacht heeft? Onderbouw je antwoord met een kruisingsschema.

e. …en wat is de kans dat de nakomeling een lang staart heeft? Onderbouw je antwoord met een kruisingsschema.

f. Vermenigvuldig nu de kansen op het krijgen van een blonde vacht en een lange staart met elkaar. Wat is dus de kans op het krijgen van een blonde vacht én een lange staart?

2c. Eindproduct

Eindproduct: maak je eigen hamburger

Je gaat nu zelf een burger ontwerpen (mag zowel vlees als vega zijn). Beschrijf hiervoor:

  • Welk organisme je als basis gaat gebruiken.
  • Welke eigenschap je wil verbeteren voor het maken van je burger.
  • Hoe deze eigenschap volgens natuurlijke selectie zou kunnen zijn ontstaan in het verleden.
  • Hoe jij deze eigenschap door middel van kunstmatige selectie gaat verbeteren.
  • Voer een monohybride kruising uit (bedenk zelf of je eigenschap dominant/recessief is). De enige eis is dat de ouders een ander genotype hebben. Als extra uitdaging mag je ook een extra eigenschap bedenken en er een dihybride kruising van maken (noteer wel even of je een ongekoppelde of een gekoppelde kruising uitvoert)
  • Geef de kans op het krijgen van een nakomeling met de verbeterde eigenschap gebaseerd op je kruisingsschema.
  • Natuurlijk ook een recept om met jouw burger een lekkere hamburger te maken.

3. Afronding

➜ Schrijf in Egodact onderaan je tegel bij 'Terugkijker' een evaluatie aan de hand van de vragen en rubric hieronder waarin je onderstaande vragen beantwoordt:

 

  • Wat vond je het leukst/interessants om te leren?
  • Heb je nog iets geleerd dat je in het dagelijks leven kan toepassen? Zo ja, wat?
  • Hoe lang heb je aan deze quest gewerkt?
  • Is de quest 100% gegaan zoals je had verwacht? Leg uit waarom wel/niet.
  • Scoor jezelf nogmaals op de rubric. Waar ben je in gegroeid?
  • Heb je nog feedback voor de docent over deze quest?
  • Het arrangement M&N - Hoe maak ik de beste hamburger? (Erfelijkheid & evolutie) is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Jochem Rijk Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    In deze quest ga je leren waarom soorten eruit zien als ze doen (evolutie + DNA) en gaan we verder in op hoe de mens dit kan veranderen (kruisingen uitvoeren).
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    darwin, dna, erfelijkheid, evolutie, fenotype, genen, genotype, kunstmatige selectie, natuurlijke selectie, seksuele selectie

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Herbert Vissers eXplore. (2023).

    M&N - Hoe maak ik de beste hamburger? (Erfelijkheid & evolutie)

    https://maken.wikiwijs.nl/195096/M_N___Hoe_maak_ik_de_beste_hamburger___Erfelijkheid___evolutie_

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.