Vroeg of laat maak je kennis met verschillende culturen in deze wereld. Het is nuttig als je gevoel krijgt voor rituelen en feesten uit deze culturen zodat je de mensen om je heen beter begrijpt.
Waar gaat deze quest over?
In deze quest leer je:
dat er verschillende soorten grenzen zijn: natuurlijke, kunstmatige en politieke grenzen.
wat een volk en wat een staat is. Je leert over cultuur en over cultuurgebieden.
dat er een aantal kenmerken van het westers cultuurgebied zijn en deze kun je benoemen.
dat regionale identiteit te maken heeft met taal, economische activiteiten, feesten, religie en streekproducten.
over een feest van een cultuur naar keuze.
Welke producten moet je leveren?
Voor deze quest moet je de volgende producten leveren:
Je Keynote met alle opdrachten
Je poster over een feest naar keuze
Routeplanner:
wat
hoe lang
concrete opbrengst / bewijs
Info Startweek doorlezen
15 minuten
Jij begint
20 minuten
goed gevulde Egodact-tegel
1. Cultuurgebieden
60 minuten
vragen beantwoorden
2. Cultuur en identiteit
30 minuten
vragen beantwoorden
3. Cultuur en geloof
150 minuten
vragen beantwoorden
4. Regionale identiteit
30 minuten
vragen beantwoorden
5. Grenzen
80 minuten
vragen beantwoorden
6. Wereldgodsdiensten
80 minuten
vragen beantwoorden
7. Feest in verschillende culturen
125 minuten
poster maken
Afronding
10 minuten
Terugkijker in Egodact-tegel ingevuld
eXplore miles
Deze quest levert jou 10 eXplore Miles op als je hem helemaal doorloopt, alle stappen zet en alle producten optijd inlevert.
Jij begint
Motivatiemotor
➜ Maak een tegel aan in Egodact. Vul alle onderdelen in bij voorbereiding en beschrijf daarin waarom je deze quest tot een goed einde zou willen brengen.
Verderkijker
➜ Maak een Keynote bestand aan die je noemt 'Feest in verschillende culturen ' Voornaam Achternaam. In deze keynote verwerk je alle opdrachten van deze quest, tenzij anders aangegeven.
Stap 1. Cultuurgebieden
Typisch Hollands
Onderzoek
Cultuur
Een cultuur (= alles wat is aangeleerd) leer je aan doordat je op een bepaalde plek bent geboren en opgroeit. Mensen in een cultuur hebben taal, eetgewoonten en andere gebruiken met elkaar gemeen. Als je in Nederland opgroeit, krijg je de gewoonten en tradities mee van een westerse cultuur.
Bekijk deze video van Schooltv over dominante cultuur en subculturen. Lees daarna de tekst over dominante cultuur onder de video.
Dominante cultuur
Een cultuur kenmerkt zich door een geheel van gedragsregels, omgangsvormen, waarden en normen, tradities, taal, kunstuitingen en religie. Toch is niet iedereen binnen een cultuur precies hetzelfde, niet iedereen eet hetzelfde, kleedt zich hetzelfde of hangt dezelfde ideeën aan. Er zijn meerdere subculturen in een samenleving. Wel is er in elke samenleving een bovenstroom zichtbaar, dat is de dominante cultuur.
Regionale identiteit Binnen Nederland zijn er regio's met een eigen cultuur. Dit noem je regionale identiteit.
Een voorbeeld van regionale identiteit is het Fries in Friesland en het carnaval in Vlaanderen en Zuid-Nederland. Dit is wat typisch is voor een bepaalde regio, maar niet perse bij de cultuur van een het gehele land hoort.
Bekijk onderstaande video van Schooltv over regionale identiteit. Lees daarna de tekst over regionale identiteit onder de video.
Regionale identiteit
Veel mensen voelen zich verbonden met de streek, dorp of stad waar zij leven of waar zij geboren zijn. De bewoners van een regio hebben hun eigen dialect of streektaal, lokale geschiedenis en streekgerechten. Elke streek kent zijn plaatsgebonden feesten en lokale helden. Het landschap en bouwstijl van oude gebouwen bepalen het gezicht van de plek. Ook een religie kan specifiek voor een regio zijn. Het zijn allemaal criteria die de regionale identiteit van een streek bepalen.
Etnische minderheid Een etniciteit is een sociaal-culturele identiteit die een bepaalde groep mensen verbindt.
Ze delen bijvoorbeeld nationaliteit, ras, taal en religie met elkaar. Een etnische minderheid is een benaming voor een bevolkingsgroep die een minderheid vormt in het land waarin ze verblijft. In Nederland verwijst de term etnische minderheid doorgaans naar immigranten die recent naar Nederland zijn gekomen.
Verwerking
➜ Maak onderstaande opdrachten.
Vraag 1. Bij welke cultuur en subculturen hoor jij?
Vraag 2. Kun je meerdere subculturen in jouw klas onderscheiden? Welke cultuur en/of subculturen hebben jullie allemaal gemeen?
Vraag 3. Je woont in een dorp, streek of stad in Nederland: omschrijf een aantal kenmerken van de regionale identiteit van die plek.
Cultuurgebieden
Onderzoek
Als je in Nederland opgroeit, krijg je de gewoonten en tradities mee van een westerse cultuur.
Een cultuurgebied bestrijkt een groter gebied en gaat over landsgrenzen heen. Het is een gebied waarin de bewoners dezelfde dominante cultuur met elkaar delen.
Nederland behoort tot het westerse cultuurgebied. Net zoals Canada bijvoorbeeld, of België.
Als je over de wereld reist, zie je dat er naast de vele overeenkomsten, ook grote verschillen zijn tussen mensen en landen.
Het verschil tussen Nederland en België is minder groot dan dat tussen Nederland en Bolivia bijvoorbeeld. De Zuid-Amerikaanse landen Bolivia en Peru lijken wel weer op elkaar. De Verenigde Staten van Amerika hebben meer gemeen met Canada dan met Mexico.
En zo kun je nog wel even doorgaan. Net zolang tot je de wereld in verschillende cultuurgebieden hebt onderverdeeld.
Met de kenmerken van die dominante culturen kun je de wereld in verschillende cultuurgebieden indelen. Op de kaart zie je een indeling van de wereld in acht verschillende cultuurgebieden.
Verwerking
➜ Maak de onderstaande vraag.
Vraag 4. Tot welke cultuurgebieden behoren de volgende landen?
A. Australië
B. China
C. Mexico
D. Turkije
E. India
F. Indonesië
G. Rusland
H. Nigeria
Bekijk onderstaande kaarten.
Op de rechter kaart is een aantal landen blauw gekleurd. In de donkerblauwe landen is Frans de officiële voertaal. In de landen met een lichtblauwe kleur is het Frans, naast een of meer andere talen, een officiële taal. Wat is de reden dat in deze landen Frans gesproken wordt?
Vraag 5. Dano vertelt over zijn land: "Ik woon in Callao, een grote haven aan de Stille Oceaan. Hier spreken de meeste mensen Spaans. Maar het is niet de enige officiële taal in ons land. Veel indianen in het hoger gelegen gedeelte van ons land spreken Quechua of Aymara." Uit welk land komt Dano?
Vraag 6. Kies vier cultuurgebieden uit die je nog niet zo goed kent. Laat met tekst en plaatjes zien welke kenmerken de verschillende cultuurgebieden hebben.
Hebben ze ook kenmerken met elkaar gemeen?
Wat zijn duidelijke verschillen?
Stap 2. Cultuur en identiteit
Onderzoek
We zijn allemaal deel van een groep en elke groep heeft zo zijn gemeenschappelijke kenmerken.
In het oog springende kenmerken van een groep zijn taal, dialect en kleding. Veel kledingstukken horen thuis in een bepaalde omgeving, daarbuiten vallen ze op. Denk aan klederdracht of aan religieuze kledingvoorschriften.
De mensen in een groep hebben een of meerdere dingen met elkaar gemeen.
Zo zijn Nederlandse burgers allemaal Nederlands, spreken Friesen met elkaar een eigen taal, vieren Nederlanders van onder de rivieren carnaval, hebben moslims een religie met elkaar gemeen en zie je in Staphorst nog steeds veel vrouwen gekleed in traditionele klederdracht.
Veel groepen delen met elkaar bepaalde leefregels. Die regels kunnen te maken hebben met omgangsvormen, taal of dialect of gerechten. In het oog springt de manier waarop mensen zich kleden. Aan de kleren van mensen kun je soms zien wie ze willen zijn, bij welke groep ze horen en waar ze voor staan. Vaak hangt kleding nauw samen met de identiteit van een individu of een groep mensen.
De mensen op deze foto's behoren allemaal tot een groep.
Verwerking
➜ De mensen op de foto's horen bij een groep.
Vraag 7. Wat kun je over deze mensen vertellen aan de hand van hun kleren?
Vraag 8. Stel je voor dat je op reis gaat naar Iran, Vaticaanstad, Israël of India. Dit zijn landen met kledingvoorschriften. Zoek uit welke kleding je daar kunt dragen en welke beslist niet. Zoek ook afbeeldingen van kleding die in deze landen gedragen wordt.
Stap 3. Cultuur en geloof
Etniciteit
Onderzoek
In Nederland wonen veel mensen uit verschillende landen en cultuurgebieden. Er wonen nu bijna 3,3 miljoen mensen uit ongeveer 160 verschillende landen in Nederland. Dat is bijna 20% van de bevolking. Een op de vijf Nederlanders heeft zijn of haar wortels buiten Nederland.
Deze mensen zijn zelf immigrant of hebben ouders die naar Nederland zijn verhuisd.
Een immigrant is iemand die vanuit het buitenland naar Nederland komt. Een ander woord voor immigrant is Nederlander met een migratie achtergrond. Voorbeelden van landen waaruit veel mensen naar Nederland zijn geïmmigreerd:
Indonesië
Suriname
Marokko
Turkije
Nederlanders met een migratie achtergrond behoren tot een etnische minderheid. Een etnische minderheid kan een bevolkingsgroep zijn, die soms zelfs langer in het land woont dan de huidige meerderheid. Denk bijvoorbeeld aan de oorspronkelijke bewoners van Amerika (Indianen) of Australië (Aboriginals).
In Nederland wordt met de term etnische minderheid doorgaans verwezen naar recente immigranten, zoals de Surinamers, Molukkers, Marokkanen, Turken en Antillianen. De term etnische minderheid is dan in hoge mate gelijk aan de term allochtonen.
Verwerking
Vraag 9. Kun je aangeven tot welke cultuurgebieden genoemde landen horen? En welke godsdiensten in die landen dominant zijn?
A. Indonesië
B. Marokko
C. Turkije
D. Suriname
Nationale feestdagen
Onderzoek
In Nederland kennen we een aantal erkende feestdagen. Dit zijn dagen waarop veel mensen een vrije dag hebben. Het gaat om de volgende feestdagen:
Nieuwjaarsdag
Goede Vrijdag
Pasen: eerste (valt altijd op zondag) en tweede paasdag
Koningsdag
Bevrijdingsdag (eens in de vijf jaar)
Hemelvaartsdag
Pinksteren: eerste (valt altijd op zondag) en tweede pinksterdag
Kerstmis: eerste en tweede kerstdag
Verwerking
➜ Maak onderstaande vragen.
Vraag 10. Zoek op wat er op deze feestdagen echt gevierd wordt.
Vraag 11. Het christendom is in Nederland al heel lang de godsdienst met de meeste aanhangers.
Welke van de erkende feestdagen zijn christelijke feestdagen?
Religieuze feestdagen
Onderzoek
Hieronder zie je enkele belangrijke feesten van het jodendom, de islam, het hindoeïsme en het boeddhisme.
Feestdagen van deze religies zijn:
Jodendom:
Grote Verzoendag, Het Loofhuttenfeest, Chanoeka.
Islam:
Het Suikerfeest (Eid-al-Fitr), Het Offerfeest (Eid-Al-Adha), De Bedevaart naar Mekka (Hadj).
Hindoeïsme:
Het Holifeest, Het Lichtfeest (Divali).
Boeddhisme:
Songkran, Boeddha-dag, Feest van de tand.
Verwerking
➜ Maak onderstaande opdrachten.
Vraag 12. Je ziet hieronder een omschrijving van een feest uit een ander cultuurgebied. Kun je aangeven om welk feest het gaat?
Het feest is ter ere van de inwijding van de Tempel.
Het wordt gevierd ter herinnering aan de heugelijke dag dat de Makkabeeën de Tempel in Jeruzalem opnieuw inwijdden, nadat zij de Syriërs verslagen hadden, in het jaar 165 voor de gewone jaartelling. Het is een joods feest. In het Hebreeuws is het חנכה of חנוכה wat 'inwijding' betekent. Het feest staat ook wel bekend als 'het feest van de lichtjes' of inwijdingsfeest. Het feest duurt acht dagen.
Vraag 13. Kies minimaal zes feesten uit het overzicht met religieuze feestdagen. Zoek op internet een korte omschrijving van het feest. Probeer ook te achterhalen wanneer het feest gevierd wordt.
Zoek bij de feesten die je hebt uitgekozen een passende afbeelding.
Stap 4. Regionale identiteit
Streekgerechten
Onderzoek
Lees onderstaande tekst en het bijbehordende artikel. Beantwoord daarna de vragen in je Keynote.
Veel mensen voelen zich verbonden met de streek, dorp of stad waar zij leven of waar zij geboren zijn. De bewoners koesteren hun dialect of streektaal, lokale geschiedenis en streekgerechten.
Plaatsgebonden feesten en lokale helden zijn populair. En het landschap en bouwstijl van oude gebouwen bepalen het gezicht van de plek. Het zijn allemaal aspecten die deel uitmaken van de regionale identiteit van een streek. Dat mensen veel belang hechten aan de bijzonderheden van hun eigen regio illustreert onderstaand artikel:
PostNL: lekkernijenvel ontwerp Overburen
Utrechtersontstemd: hun streekgerecht ontbreekt op de nieuwe postzegels
Elke poging om de Nederlandse identiteit te definiëren is vragen om moeilijkheden - daar kan de ontwerper van een nieuwe serie postzegels over meepraten.
Joost Overbeek ontwierp voor PostNL een vel van tien zegels met typische Nederlandse lekkernijen, dat sinds maandag in omloop is. Streekproducten uit tien provincies zijn vertegenwoordigd: van de Bossche bol, Limburgse vlaai en Zeeuwse bolus tot Fries suikerbrood, het Drentse kniepertje en de vermaarde Groninger eierbal.
Twee provincies vissen echter achter het net: delicatessen uit Utrecht en Flevoland ontbreken.
Met name inwoners van de provincie Utrecht laten van zich horen.
Zij zijn van mening dat een Vockingworst - een grauwkleurige leverworst die sinds 1891 in de provincie gemaakt wordt - niet had misstaan op de zegels, meldt RTV Utrecht. Of dan toch op zijn minst een Domtorentje; een bonbon in de vorm van het symbool van de Domstad.
De Amsterdamse ontwerper Joost Overbeek reageert laconiek op de ophef. 'Dat is het leuke van postzegels, mensen kijken er met een loep naar', zegt hij tegen Het Parool. Bovendien betrof de opdracht tien zegels en geen twaalf en werden de lekkernijen geselecteerd door het Kenniscentrum voor Immaterieel Erfgoed.
Overbeek en zijn collega-ontwerpers Maarten Geurink en Ayla Maagdenberg fotografeerden het veelal plakkerige lekkers op een bordje, in een theedoek of direct in de hand.
Rondom het postzegelvel is van alle lekkernijen een omschrijving gegeven. Zo is te lezen dat Groningers zich voornamelijk tijdens het uitgaan tegoed doen aan de eierbal en dat Fries suikerbrood voor 40 procent uit suiker bestaat.’
Noot: PostNL koos niet uit alle twaalf provincies een gerecht omdat een postzegelvel slechts tien postzegels heeft. Ook koos PostNL voor gerechten die ook een landelijke bekendheid hebben, acht gerechten zijn zelfs landelijk verkrijgbaar.
Verwerking
➜ Een streekgerecht maakt deel uit van de regionale identiteit.
Vraag 14. Bedenk nog vier concrete voorbeelden waarmee een regio zijn eigenheid laat zien. Misschien ken je een aantal voorbeelden uit je eigen omgeving of kun je op het internet voorbeelden vinden. Omschrijf de activiteit en geef aan in welke regio/provincie deze plaatsvindt of aanwezig is.
Promotiecampagnes
Onderzoek
Reisbureau's en streekgebonden en plaatselijke VVV's promoten de stad of streek met bijzondere activiteiten in hun omgeving. Deze video promoot Zutphen in de Achterhoek met de jaarlijkse Nationale Bokbierdag. Bekijk de video en beantwoord daarna de vragen, die over deze video gaan.
Verwerking
Vraag 15. Welke criteria van de regionale identiteit van de Achterhoek zie je terug in deze reclamevideo?
Stap 5. Grenzen
Grenzen
Onderzoek
Bestudeer onderstaande tekst over 'Grenzen' en 'Volk en staat'.
Grenzen
Een grens is een zichtbare of onzichtbare lijn in het landschap. Het scheidt fysiek of denkbeeldig groepen mensen van elkaar. Een zichtbare grens is bijvoorbeeld een rivier, een zee, een bergketen of een woestijn. Zo'n grens is een natuurlijke grens.
Er zijn ook grenzen die je niet kunt zien of die niet natuurlijk zijn.
Die grens is er omdat mensen hem gemaakt hebben. Zo'n grens heet een kunstmatige grens. Een voorbeeld van een kunstmatige grens zie je in België waar een taalgrens het land in tweeën deelt. Aan de noordkant van de grens spreekt men Nederlands en aan de zuidkant spreekt men Frans.
Politieke grenzen zijn ook vaak kunstmatige grenzen. Voorbeelden van politieke grenzen zijn grenzen tussen landen, grenzen tussen provincies en grenzen tussen gemeenten.
Afbeelding: De Chinese muur, een van de meest bekende kunstmatige grenzen.
Volk en staat Een volk is een groep mensen die al eeuwenlang samenwoont. Ze hebben overeenkomsten op het gebied van godsdienst, kleding en muziek: ze hebben dezelfde cultuur. Elk volk leeft in een woongebied dat het graag duidelijk afgrenst. Binnen de grenzen vind je dezelfde taal, godsdienst en cultuur. Binnen de grenzen voelt een volk zich thuis.
Een staat is een gebied dat door landsgrenzen is afgebakend. Een staat onderscheidt zich van een andere staat doordat het een eigen bestuur heeft. Een ander woord voor "staat" is vanzelfsprekend "land".
In een staat kunnen verschillende volken wonen. In Kosovo wonen bijvoorbeeld Albanezen en Serviërs. Het komt ook voor dat het woongebied van een volk verdeeld is over verschillende landen. Zo strekt het woongebied van de Lappen zich uit over de landsgrenzen van Noorwegen, Zweden, Finland en Rusland.
Verwerking
➜ Maak onderstaande vragen in je Keynote.
Vraag 16.Bekijk deze kaart van Nederland. Welk soort grens is hier heel duidelijk op te zien?
Vraag 17. Bekijk deze kaart van Europa. Welke natuurlijke grenzen kent Europa?
Vraag 18. Bekijk deze kaart van België. Welke soort kunstmatige grens kun je hierop vinden?
Vraag 19. Vormen de Nederlanders een volk? Schrijf een voorbeeld op waaruit blijkt dat we een volk vormen en een voorbeeld waaruit blijkt dat we niet een volk zijn.
Vraag 20. Bekijk deze kaart van Argentinië en Chili. Natuurlijk is er een politieke grens tussen Argentinië en Chili. Het zijn immers twee verschillende landen. Maar met wat voor soort grens valt de politieke grens samen?
Vraag 21. Welk woord moet op de stippellijnen? Kies steeds uit 'volk' of 'staat'.
Als een gebied is afgebakend door landsgrenzen en een bestuur deelt, spreek je van een …. Mensen die al eeuwenlang samenwonen en godsdienst, taal en cultuur met elkaar gemeen hebben noem je een …. In een …. kunnen verschillende volken wonen. Ook kan een …. in meerdere staten wonen.
Onderzoek
Er zijn verschillende redenen te bedenken waarom grenzen zijn waar ze zijn en waarom ze veranderen. Bekijk onderstaande video over de grenzen binnen Europa in de afgelopen 2400 jaar.
Na het bekijken van de video maak je de oefening. De vragen hebben betrekking op deze video.
Verwerking
➜ Maak onderstaande vragen.
Vraag 22. Wat is de belangrijkste reden dat landsgrenzen zo vaak zijn veranderd?
Vraag 23. Wat is het verband tussen een taalgebied, het woongebied van een volk en deze veranderende grenzen?
Stap 6. Wereldgodsdiensten
Wereldgodsdiensten
Onderzoek
Religie speelt in samenlevingen een belangrijke rol.
De vijf grootste en bekendste georganiseerde wereldreligies zijn gerangschikt naar grootte:
Naast de georganiseerde godsdiensten zijn er ook de minder bekende en niet georganiseerde natuurgodsdiensten.
Op deze te downloaden wereldkaart zijn naast de grenzen van de cultuurgebieden de verschillende godsdienstenaangegeven.
De vijf wereldgodsdiensten zijn in verschillende perioden van de geschiedenis ontstaan.
Het hindoeïsme, met veel aanhangers in India, is de oudste godsdienst.
Het jodendom ontstond ongeveer 2000 jaar voor Christus. De verspreiding van het boeddhisme vanuit India begon waarschijnlijk zo rond 400 voor Christus tijdens het leven van Guatama Boeddha.
Het christendom werd na de dood van Jezus (32 na Christus) verspreid door zijn twaalf apostelen.
En in 570 na Christus begint de islamitische jaartelling: de geboorte van de profeet Mohammed.
Elke wereldreligie begon met een kleine groep volgelingen die geloofden in de ideeën van de stichter(s) van de godsdienst. De verspreiding heeft plaatsgevonden door bekering van niet-gelovigen en door migratie van gelovigen.
In het filmpje hieronder zie je dat de godsdiensten in verschillende perioden van de geschiedenis zijn ontstaan en dat de godsdiensten met verschillende aanleidingen en op verschillende plekken in de wereld zijn ontstaan.
Met de geboorte van Krishna ontstond het hindoeïsme ruim voor de andere godsdiensten.
Ongeveer in het jaar 2000 voor Christus ontstond het jodendom met de geboorte van de profeet Abraham.
Het boeddhisme verspreidde zich net als het hindoeïsme vanuit India, na de geboorte van de prins Siddharta Gautama, die later ‘Boeddha’ werd genoemd.
Het christendom ontstond vanaf het jaar 32 na Christus, met de dood van de profeet Jezus.
In 570 na Christus werd de profeet Mohammed geboren waarna de islam ontstond.
Het jodendom, christendom en de islam hadden profeten. De profeten vertelden dat ze boodschappen van God ontvingen en gaven deze door aan de mensen om hen heen. Ze noemden deze boodschappen ‘openbaringen’. Sommige mensen geloofden wat de profeten vertelden en overtuigden daarna ook anderen van het bestaan van hun God. Zo verspreidden de volgelingen de godsdiensten onder de mensen.
Het hindoeïsme en het boeddhisme had geen profeten. Maar ook deze religies verspreidden zich doordat mensen overtuigd raakten van wat Krishna (de grondlegger van het hindoeïsme) en Boeddha (de grondlegger van het boeddhisme) en hun volgelingen aan hen vertelden.
Verwerking
Vraag 24. Vul in de volgende tekst de lege plekken in met de namen van de vijf wereldgodsdiensten.
Als laatste van de vijf wereldgodsdiensten ontstond de ... ruim vijf eeuwen na Christus nadat de profeet Mohammed openbaringen ontving en deze deelde met andere mensen. De aanhangers van deze godsdienst heten moslims. In het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Indonesië wonen veel moslims. Het ... verspreidde zich vanuit India na de geboorte van de prins Siddharta Gautama. Er leven nu veel aanhangers van deze religie in China, Mongolië, Tibet en Zuidoost-Azië. In India was al eerder ontstaan ... met als grondlegger Krishna. Rond het jaar 2000 voor Christus, in de tijd van de profeet Abraham, ontstond het ... . Na de dood van Jezus kwam het op.
Bekering en migratie
Onderzoek
Elke godsdienst begint met een kleine groep van volgelingen die geloven in de ideeën of openbaringen die de stichters van de godsdienst met hen deelden.
In de afgelopen eeuwen zijn de wereldgodsdiensten – met uitzondering van het jodendom – erg gegroeid in het aantal gelovigen en verspreid over grote gebieden.
Deze verspreiding heeft op verschillende manieren plaatsgevonden, door middel van bekering van niet-gelovigen en andersgelovigen en door migratie van gelovigen.
Verwerking
Vraag 25. Zoek informatie over de volgende begrippen en schrijf het in je eigen woorden op:
- vrijwillige bekering
- gedwongen bekering
- (joodse) diaspora
- missionaris
Spreiding
Onderzoek
Bekijk de onderstaande afbeelding over cultuurgebieden en godsdiensten.
Verwerking
➜
Vraag 26. Geef aan welke wereldgodsdiensten passen bij de volgende landen
1. In Oost en Zuidoost-Azië, dicht bij het gebied waar de godsdienst is ontstaan.
2. In het islamitische cultuurgebied, delen van Afrika en Azië, en van de Voormalige Sovjetunie. Vanuit het ontstaansgebied heeft deze godsdienst zich verspreid.
3. Het westerse cultuurgebied, in Latijns Amerika en delen van Afrika. Door de kolonisatie is de westerse godsdienst verspreid.
4. India, waar de religie van oorsprong vandaan komt.
5. Vooral in Israël: Hier wonen tegenwoordig de meeste joden.
Vraag 27. Wat is de reden dat deze godsdiensten juist daar dominant zijn?
Stap 7. Feest in verschillende culturen
Voor deze laatste stap ga je je verdiepen in een feest uit een andere cultuur. Je maakt daar een poster over. Beantwoord in ieder geval de volgende vragen:
Wanneer wordt dit feest gehouden?
Hoe wordt dit feest gevierd?
Wie vieren dit feest? Is het een bepaalde bevolkingsgroep, cultuur of religie?
Wordt dit feest gevierd in een bepaald cultuurgebied?
Hoe ziet dit feest eruit? Zoek afbeeldingen die bij dit feest passen.
Hebben wij een vergelijkbaar feest in Nederland?
Voeg verdere informatie toe die relevant is voor dit feest.
Afronding
In de eXpoweek lever je bewijs door je keynote samen met je poster te presenteren.
Terugkijker
➜ Werk je reflective journal bij door in je logboek in Egodact antwoord te geven op de volgende vragen:
Hoe lang heb je aan deze quest gewerkt?
Had je van tevoren zin in deze quest? Waarom wel/niet?
Wat had je verwacht van deze quest? Hoe zijn die verwachtingen uitgekomen?
Wat vond je de leukste opdracht tijdens deze quest? Wat vond je de saaiste?
Hoe vond je je werkhouding tijdens deze quest? Heb je eruit gehaald wat erin zat?
Het arrangement M&M - Feesten in verschillende culturen! is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.