Wanneer je het profiel van een bodem bekijkt zul je vaak in meer of mindere mate lagen tegenkomen. Deze lagen noemen we horizonten. Hieronder staan 5 hoofdhorizonten kort beschreven:
O-horizont = strooisellaag, rijk aan organische stof. Een organische horizont die is ontstaan (of ontstaat) als gevolg van de opeenhoping van organische stof op het minerale deel van de bodem. Het minerale deel van de bodem bestaat in Nederland doorgaans uit grind, zand, leem of klei. De O-horizont maakt dus geen deel uit van de minerale bodem, maar bevindt zich hier bovenop. Met name in loofbossen is de O-horizont duidelijk herkenbaar als een bladerdek waarin het bladmateriaal van boven naar onder toe steeds verder gefragmenteerd (vergaan) is.
A-horizont = minerale bovengrond Een minerale horizont die aan het oppervlak is gelegen. Het organische koolstofgehalte is in deze horizont lager dan in een O-horizont. Een A-horizont wordt gekarakteriseerd door een opeenhoping organische stof, intensief met minerale bestanddelen gemengd.
E-horizont = eluviatie/uitspoelingshorizont Een minerale horizont waarvan het belangrijkste kenmerk het verlies is aan klei, mineralen, ijzer, aluminium of een combinatie daarvan (eluviatie genoemd). Dit betekent dat in deze horizont met name kwarts en andere resistente mineralen in de zand- en siltfractie aanwezig zijn. De E-horizont bevindt zich vaak onder een O- of A-horizont. De E-horizont bevat minder organische stof en is meestal lichter van kleur dan de bovenliggende O- of A-horizont. Meestal verschilt de E-horizont van de onderliggende B-horizont door een wat lichtere kleur en/of een wat grovere textuur.
B-horizont = inspoelingshorizont Een horizont wat wordt gekenmerkt door een concentratie van ingespoelde kleimineralen, ijzer, aluminium of organische stof, afzonderlijk of in combinatie
C = onveranderd moedermateriaal Een minerale horizont (of laag) van ongeconsolideerd materiaal waaruit de bodem is opgebouwd. Deze horizont vertoont geen kenmerken van één van de andere hoofdhorizonten. In de C-horizont kan verwering zijn opgetreden (buiten bereik van de zone van biologische activiteit) en enkele andere – geringe – veranderingen.
Bekijk zelf, of met je docent de volgende presentatie.
We weten inmiddels dat we in Noord-Brabant vooral (dek)zand tegen komen. Toch vind je niet overal hetzelfde bodemprofiel. In de volgende presentatie wordt aangegeven welke verschillen je kan tegenkomen.
Als we een beeld willen krijgen van het bodemprofiel, kunnen we gebruiken maken van twee vormen van (veld)onderzoek; een profielkuil en een grondboring.
Opdracht 1:
Maak, aan de hand van onderstaande filmpjes een stappenplan voor een grondboring en voor een profielkuil.
Grondboring
Profielkuil
Opdracht 2:
Voer in groepjes van 3 beide onderzoeken uit. Maar daarbij foto's van de uitvoering en van het profiel.
Bepaal de conditie van de bodem
Zet de foto's en je conclusie (bodemconditie) in een Worddocument en lever dat (via Teams) in.
Les 4: Bodemstructuur
Inleiding
Als we het hebben over de textuur van grond, dan praten we eigenlijk over de eigenschappen van de (minerale) delen (zand, silt, lutum). Deze deeltjes liggen zelden los op elkaar. Wanneer je naar een schep grond kijkt, zie je dat deze vaak uit kluiten bestaat.
Als we daar naar kijken hebben we het over de structuur van de bodem.
Een slechte bodemstructuur ontstaat meestal door menselijk handelen. De docent zal de volgende oorzaken kort bespreken:
Onbedekte of kale grond
Bewerking op natte grond
Zware belasting
Te sterke verkruimeling
Veelvuldige grondbewerking (> 1/jaar)
Casus: Een klant heeft een nieuw huis gerkocht en dat huis laten verbouwen. Het terrein rondom het huis ligt wat laag ten opzichte van het huis. Op het terrein is redelijk wat insporing. De bodem bestaat uit een matig humusrijke zandgrond.
Welke problemen geeft de insporing?
Hoe kan je dat herstellen?
Waarmee zou je het terrein ophogen?
Je kan voor deze casus gebruik maken van onderstaande slides
We gaan in deze les de structuur van de bodem beoordelen. We doen dat in twee stappen:
Bepaling bodemdichtheid (mbv een bodemprikstok)
Bepaling bodemstructuur (mbv de kluitproef en valproef)
Ad. 1 Met een bodemprikstok kan je globaal vast stellen wat de bodemdichtheid is. Duw de stok met je duim de grond in. Bij een weerstand van ongeveer 1,5 mPa lukt dit niet meer. Duw dan met je vlakke hand. Wanneer ook dat niet meer gaat heb je een weerstand van ongeveer 3 mPa. Wortels gaan het moeilijk krijgen bij 2 mPa. Bij 3 mPa of meer is de wortelgroei ernstig belemmerd.
Ad. 2 Bij de kluitproef steken we voorzichtig een kluit uit van 1 steek breed en 1 steek diep. Doe het voorzichtig zodat deze niet uit elkaar valt. Kijk naar de wortelgroei, zie je veel of juist weinig wortels, groeien die wortels mooi recht of zitten er rare knikken in en hoe ruikt de grond? Krab met een mesje of een pen een kluitje uit de zijwand. Is deze hard en hoekig, mooi kruimelig of valt het als los zand uit elkaar?
Voor de valproef neem je weer een kluit (mag nu iets dieper) en laat deze vanaf ongeveer 1 m op de grond vallen. Bekijk hoe deze uit elkaar valt.
Het arrangement Bodem per 2 HO31/TL41 donor is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Maurice van Bijnen
Laatst gewijzigd
2023-11-16 06:08:20
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0
Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of
bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.