Nederlands SE Schrijfvaardigheid Spring High

Nederlands SE Schrijfvaardigheid Spring High

Introductie

Belangrijk om te weten, voordat je begint:

  • Voor het SE Schrijfvaardigheid (Betoog) schrijf je in stappen een betoog. 
  • Je werkt deze weken aan verschillende stappen: stap 1 t/m 5, die je terugvindt in deze wikiwijs. 
  • Op de toetszitting maak je je betoog compleet en verwerk je je feedback op je inleiding.
  • Werk regelmatig aan deze opdracht!

 

  • Je vraagt feedback van je docent, maar vraag dit ook altijd eerst aan je medeleerlingen. 

Schrijven: theorie en oefenen

Goede voorbeelden
Schrijfvaardigheid oefen je door zelf veel te lezen en te schrijven. Zoek dus goede voorbeelden uit kwaliteitskranten en tijdschriften. Koop eens (samen) een zaterdageditie van De Volkskrant, NRC Handelsblad, Trouw. In De Correspondent (online, met een proefmail kun je enkele artikelen gratis lezen) en tijdschriften De Groene Amsterdammer, Elsevier en HP/De Tijd vind je ook grote betogende en beschouwende stukken. Je kunt deze tijdschriften lezen/lenen in de bieb, of bij je docent. Aanrader: koop samen een zaterdagkrant en wissel dit af. Je kunt via je docent soms ook een krant lenen.

Je hebt al geoefend met het schrijven van een column. Om een prettig leesbaar stuk te schrijven, moet ook spelling en formuleren van goede kwaliteit zijn. Hiervoor kun je bijvoorbeeld oefenen op: 

www.cambiumned.nl/ 
 

Om een goede tekst te schrijven, is het handig om goed te kunnen samenvatten. Dan kun je je bronnen goed benutten. Je kunt hiervoor de Cornell-methode gebruiken. Zie hiervoor deze video:

 

 

 

Het betoog

Herhaling: beschouwing en betoog


Beschouwing
Een beschouwing laat meerdere kanten van een vraagstuk zien en de conclusie wordt meer aan de lezer zelf overgelaten. Je geeft dus misschien meerdere antwoorden op de vraag, maar trekt geen sluitende conclusie. Je geeft als schrijver geen concluderend antwoord.

Betoog
In een betoog geef je als schrijver wél een antwoord of conclusie: als schrijver wil je met jouw argumentatie de lezer overtuigen. Je zult dus als schrijver goed beslagen ten ijs moeten komen. Hiervoor moet je je dus goed inlezen en een heldere argumentatie opzetten. Met argumenteren heb je al geoefend toen je een column of essay schreef. De belangrijkste zaken hiervan worden herhaald in de les. Het komt ook terug bij argumentatie en leesvaardigheid, verderop in het jaar.

Herhaling:

Bij het beoordelen van een betoog of een betogend tekstgedeelte moet je kijken naar de aanvaardbaarheid van de argumentatie. Argumenten zijn meestal bedoeld om te overtuigen, soms worden ze ter overweging aangeboden.

 

Tekstsoorten en argumentatie

Argumenten komen voor in betogende teksten (of tekstgedeelten), maar ook in beschouwende teksten (of tekstgedeelten).

 

  • In een betogende tekst wordt een standpunt ingenomen dat in die tekst beargumenteerd wordt. Het betoog heeft als doel de lezer van het standpunt te overtuigen.
  • In een beschouwing worden interpretaties, verklaringen en opinies ter overweging aangeboden. De beschouwing heeft als doel de lezer over een kwestie te laten nadenken. Een beschouwing kan ook de argumenten voor en tegen een of meer standpunten behandelen, maar is er niet op gericht de lezer van een van die standpunten te overtuigen.
  • In een uiteenzettende tekst wordt iets uitgelegd, beschreven, verklaard of meegedeeld. De lezer moet geïnformeerd worden over een stand van zaken of een gang van zaken. In een uiteenzetting zullen nauwelijks argumentaties voorkomen.

 

Een betoog beoordelen

Voordat een betoog op aanvaardbaarheid beoordeeld kan worden, moet de argumentatie in kaart worden gebracht:

 

  • Welke argumenten worden er gebruikt?
  • Zijn het feitelijke of waarderende argumenten?
  • Hoe worden de argumenten ondersteund?
  • Zijn de argumenten geen drogredenen?
  • Worden er tegenargumenten genoemd?
  • Zo ja, worden die tegenargumenten dan (afdoende) weerlegd?

 

Argumentatie is aanvaardbaar als de argumenten

  • op zichzelf aanvaardbaar zijn, en
  • relevant zijn, en
  • onderling consistent zijn, en
  • samen toereikend zijn voor het ingenomen standpunt.

 

De argumenten zijn op zichzelf aanvaardbaar

Als het argument een waarderende uitspraak is, is het een aanvaardbaar argument wanneer het in overeenstemming is met de kennis en de opvattingen van de lezer.

Als het argument een feitelijke uitspraak is, is het argument aanvaardbaar voor de lezer als het

  • in overeenstemming is met zijn kennis van de wereld, of
  • direct controleerbaar is en daarbij waar blijkt te zijn, of
  • afkomstig is uit een betrouwbare bron.

 

Een bron is betrouwbaar als deze

  • deskundig is, en
  • geen belang heeft bij de kwestie, en
  • zichzelf niet tegenspreekt.

 

De argumenten zijn relevant

Als een standpunt aannemelijker wordt door een argument, dan is dat argument relevant. Als er een drogreden wordt gebruikt, is dat geen relevant argument.

 

De argumenten zijn onderling consistent

Argumentatie is consistent wanneer de geleverde argumenten elkaar niet tegenspreken.

 

De argumenten zijn samen toereikend voor het ingenomen standpunt

Argumentatie is toereikend (voldoende) wanneer de argumenten samen het standpunt aanvaardbaar maken.

 


 

Vanaf 4.53 gaat het over de aanvaardbaarheid van argumentatie

 

1 Voorbereiding

De voorbereiding 

In de les: maatschappelijk vraagstuk kiezen

Eerder heb je een column geschreven over een zogeheten maatschappelijk vraagstuk. Zo'n vraagstuk is geschikt voor een beschouwing of betoog. Het heeft meerdere van onderstaande kenmerken:

  • Er is sprake van een sociaal probleem. Mensen vinden een situatie niet wenselijk of in strijd met waarden en/of normen.
  • Er zijn verschillende meningen over de oplossing van het probleem. Daarbij spelen verschillende waarden en belangen een rol.
  • Het probleem kan door gezamenlijke actie (door burgers of politiek) worden opgelost.
  • Het vraagstuk is zichtbaar in de media. Er wordt over gepraat.

    Kom je er niet uit?
    Kies dan bijvoorbeeld uit een van onderstaande onderwerpen:
  • 'Middelbare scholen moeten in het eindexamenjaar geen enkele les meer verplicht stellen'
  • 'Het schoolsysteem in Nederland moet op de schop'
  • 'Gezond eten moet goedkoper worden'
  • 'Elke school zou een gezonde lunch moeten aanbieden'
  • 'Het OV moet gratis worden'

 

OPDRACHT
Kies een maatschappelijk vraagstuk. Onderzoek je al iets leuks/interessants voor een ander vak? Overleg of je dit onderwerp kunt inzetten voor je schrijfopdracht. LET OP: Je mag samenwerken in de voorbereiding, maar ieder schrijft een eigen betoog. Je kunt ook een literair werk koppelen aan je onderwerp. Kijk voor thema's ook op http://lezenvoordelijst.nl en litlab.nl.

Laat je onderwerp goedkeuren door je docent, tijdens de les. Noteer je onderwerp, groepsgenoten en je eventuele gekozen literaire werk en mail dit naar je vakdocent.

 

1. 

In de les heb je een maatschappelijk vraagstuk (onderwerp) en eventueel bijpassend literair werk (boek) gekozen. Misschien heb je gekozen voor een onderwerp dat met een ander vakgebied te maken heeft, zoals natuurkunde of geschiedenis.
a. Welk maatschappelijk vraagstuk heb je gekozen?
b. Beschrijf waarom je voor dit onderwerp hebt gekozen. Wat weet je er al over?
c. Indien van toepassing:
- Welke bijpassend literair werk heb je gekozen? Noteer titel en schrijver.
- Met welk vakgebied heeft jouw gekozen onderwerp vooral te maken? Welke bronnen kun jij gebruiken? Noteer dit beknopt.

2. 
a. Ga op zoek naar de kenmerken van een betoog en een beschouwing. Maak een schema, waarin je per tekstsoort in elk geval aandacht besteedt aan de volgende kenmerken: tekstdoel, hoofdgedachte, tekststructuur, rol van de schrijver, toon, tekstopbouw (inleiding, middenstuk, slot), overige aandachtspunten, etc. Gebruik hierbij deze wikiwijs, een Blink-handboekje (te leen bij je docent), een examenbundel en je aantekeningen .
b. Zoek in een kwaliteitskrant (bijvoorbeeld NRC Handelsblad, Volkskrant, Trouw) of –tijdschrift (Elsevier, De Groene Amsterdammer, HP/De Tijd, De Correspondent) een voorbeeld van een betoog en een beschouwing over je maatschappelijke thema. Knip en plak je gevonden betoog en beschouwing over je maatschappelijke thema in je schrijfportfolio.
 

 

OPDRACHT Schrijf of markeer de kenmerken van een betoog of beschouwing bij jouw gekozen artikel. Dit kan handmatig in de kantlijn, of op een apart blaadje (mag dit keer getypt en geprint).

 

2 Het maatschappelijk vraagstuk


Het maatschappelijke vraagstuk

3. 

Bij opdracht 1 heb je een maatschappelijk vraagstuk gekozen en kort uitgelegd aan de hand van actuele bronnen en eventueel een ander vakgebied en/of een literair werk. Daarna heb je in opdracht 2 de kenmerken van het betoog en de beschouwing geleerd.

a. Formuleer je (vraag)stelling bij je gekozen maatschappelijk thema. Deze vraagstelling is het uitgangspunt van je betoog over dit maatschappelijk thema.

b. Kies een geschikte tekststructuur en maak een schrijfplan voor je betoog. De tekststructuur die je kiest, hangt natuurlijk samen met de (vraag)stelling die je eerder geformuleerd hebt. Over tekststructuren hoor je nog meer tijdens de les. De meest voorkomende bij een betoog zijn:

Argumentatiestructuur:

  • inleiding (aandacht, onderwerp, standpunt)
  • kern/middenstuk: 3 argumenten + evt. tegenargument en weerlegging
  • slot: conclusie/samenvatting, uitsmijter

Probleem-oplossingstructuur:

  • inleiding: probleem
  • kern: gevolgen, oorzaken, oplossingen
  • slot: conclusie (= de beste oplossing)

Vraag-antwoordstructuur:

  • inleiding: centrale vraag
  • kern: antwoorden
  • slot: conclusie of samenvatting

In de praktijk zijn tekststructuren vaak gemengd, bijvoorbeeld een argumentatiestructuur met een probleem-oplossingsstructuur.


Een schema voor het schrijfplan krijg je van de docent. Pas dit zelf aan naar de gekozen tekststructuur.


OPDRACHT
Kies welke structuur het beste bij jouw onderwerp voor je betoog past. Bekijk hiervoor ook de vorbeelden van structuren in je Samengevat-bundel. Vul daarna je schrijfplan in. 

3 Inleiding

4. 

Bij opdracht 3 heb je een (vraag)stelling geformuleerd, een tekststructuur gekozen en een schrijfplan gemaakt. Dat schrijfplan gebruik je bij de volgende stap:

  • Eerst schrijf je de inleiding  van je betoog. Gebruik de kenmerken uit het schrijfplan.

  • Tijdens een les krijg je feedback van een medeleerling. Wissel uit en geef twee punten aan waar jij feedback op wilt hebben. Jij geeft ook feedback op het werk van een andere leerling.

  • Daarna geeft je vakdocent feedback op je schrijfplan en je inleiding. De feedback van je vakcoach krijg je terug tijdens de schrijfzitting (toetsmoment) in de SE-week. Dit mag je erbij houden en gebruiken om je uiteindelijke betoog af te schrijven.


    OPDRACHT
    Werk opdracht 4 uit en lever het in bij je vakdocent, samen met je schrijfplan.
    Je schrijfportfolio (in snelhechter/mapje), inclusief schrijfplan, artikelen, opdracht 1 t/m 4 en je inleiding lever je in voor . De DEADLINE is dinsdag 8 oktober. Zie ook handboek!

4 Het betoog: de schrijfzitting



​5.

In de SE-toets voeg je de kennis en ervaring die je hebt opgedaan in de afgelopen weken (of jaren!). Je schrijft een betoog van minimaal 500 tot maximaal 550 woorden. Volg de onderstaande stappen precies. Succes!

  1. Tijdens de toetszitting:
    Je noteert je naam, examengroep en vak op je toetsblad. Schrijf met een blauwe of zwarte pen. Je schrijft je versie eerst in het klad, daarna in het net (als je kladversie perfect is, hoeft dit niet). Noteer heel duidelijk: KLADVERSIE en NETVERSIE.

  2. Je krijgt bij aanvang van het SE je schrijfplan EN inleiding terug (die in je schrijfportfolio zit). Je DOCENT heeft hier feedback op gegeven. Lees die feedback eerst goed door en herschrijf dan je verbeterde versie hiervan.

  3. Je schrijft daarna je betoog af met het middenstuk en het slot. Let daarbij goed op de kenmerken van een betoog, zoals je die hebt geleerd. Let op spelling en formuleren.

  4. Lees je tekst rustig door en maak de nodige laatste correcties. Staan er kromme zinnen? Is alles correct gespeld? Schrijf dan je netversie.

  5. Tel het aantal woorden en noteer dit onder je betoog. Tip: tel een aantal zinnen of een alinea en vermenigvuldig dit met het aantal regels. Dit werkt alleen als je handschrift regelmatig is (dus altijd bijvoorbeeld 10/12 woorden per regel).

  6. Lever je betoog in: stop het overzichtelijk in je mapje/snelhechter (definitieve versie, kladversie, opdracht, inleiding en schrijfplan) en lever dit in bij de surveillant. Zorg ervoor dat je naam duidelijk op je mapje staat!

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: Reid, J., Geleijnse, B. & Tol, J.M. van

 

Bronnen vermelden

Als je verwijst naar bronnen in je tekst, doe je dit op een vaste manier, volgens de APA-richtlijnen. Hier heb je al eerder mee gewerkt, bijvoorbeeld voor je profielwerkstuk.

Ook als je een bronnenlijst hebt, kun je niet zomaar schrijven: 'zoals in De Volkskrant staat, heeft dit type woning al eerder ventilatieproblemen gehad....'. Noem altijd de precieze gegevens. Als je weet dat de journalist van je gebruikte artikel Jansen heet, noteer je dit zo in je tekst: '... dit type woning heeft al eerder ventilatieproblemen gehad (Jansen, 2022), daarom is het opmerkelijk dat ....'

Een handige website met tips over hoe je verwijst en bronnen vermeldt, is Scribbr. Doe er je voordeel mee!

Heb je een artikel gedownload van internet en staat er geen datum bij? Noteer dan de datum waarop je dit hebt gedaan. Doe dit als volgt: 

geraadpleegd op 10 september 2024. 

Bron: Reid, J., Geleijnse, B. & Tol, J.M. van (2003)
Fokke en Sukke hebben geen idee. [Soest]: Catullus



(Deze site is mede mogelijk gemaakt door: ter beschikking gesteld materiaal SE Schrijfvaardigheid, Koning Willem II College, november 2019)

  • Het arrangement Nederlands SE Schrijfvaardigheid Spring High is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Linda Sigmond Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2024-09-10 15:59:48
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Betoog schrijven, schrijfvaardigheid, argumentatie
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Sigmond, Linda. (z.d.).

    Nederlands 5-havo Schrijfvaardigheid

    https://maken.wikiwijs.nl/198811/Nederlands_5_havo_Schrijfvaardigheid

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.