Decimale getallen delen

Delen met de hapmethode voor decimale getallen

De hapmethode heb je eerder gebruikt in thema 1 basisrekenen. Dat gaan we nu ook toepassen bij decimale getallen. Dat werkt eigenlijk hetzelfde als het delen met de snoepjes. Maar dan met grote getallen.

Je neemt eigenlijk steeds een hap uit het grote getal en rekent dan uit wat er overblijft. Dan neem je weer een hap, net zolang tot je zo dicht mogelijk bij de nul bent.

Neem de voorbeeldsommen hieronder over in je schrift en voer de stappen hieronder ook zelf uit in je schrift. Dan onthoud je ze het beste.

Voorbeeld: \(\small 4,25 : 5 =\)

a.

Zet de getallen als volgt in een schema en maak een kladblaadje.

 

Omdat je in deze som gaat delen door \(\small 5\), schrijf je op een kladblaadje een aantal sommen uit de tafel van \(\small 5\). Je gaat dus hetzelfde doen als voorheen, de komma heeft geen invloed, er verandert dus niets. De komma zie je bij het voorbeeld ook niet terug. Dat klopt, die komt pas bij het eindantwoord weer tevoorschijn.  

De volgende zijn in de praktijk vaak heel handig:

\(\small 1 \times 5 = 5\)

\(\small 5 \times 5 = 25\)

\(\small 10 \times 5 = 50\) (de vijf met een nul erachter, weet je nog?)

\(\small 50 \times 5 = 250\)

\(\small 100 \times 5 = 500\) (de vijf met twee nullen erachter)


b.

Zoek nu de grootste “hap” die je vanaf het grote getal kan aftrekken op in je kladblaadje.

 
 

Een hap van \(\small 100 \times 5 = 500\) lukt niet, want dat is meer dan \(\small 425\). Maar een hap van \(\small 50 \times 5 = 250\) lukt wel.

 

 

 


c.

Verwerk de genomen hap in je schema.

 
 

Eerst noteer je de genomen hap in je schema onder het grote getal en zet je er een minteken achter.

 

Dan zet je achter de genomen hap het aantal keer \(\small 5 \) waar het om gaat. Volgens ons kladblaadje is dat \(\small 50 \times 5 \).

 

Vervolgens trek je de hap van het grote getal af. Let op: in dit geval moet je lenen, zoals je in de paragraaf aftrekken hebt geleerd.


d.

Herhaal de stappen b) en c) zolang het nodig is.

 
 

Je kunt nu een hap van \(\small 50\) aftrekken.

   

En nog twee keer een hap van \(\small 50\).

 

En als laatst nog een hap van \(\small 25\).


e.

Tel de rechterkolom op.

 
 

Je moet alleen nog de rechterkolom optellen en je hebt het antwoord van de deelsom. Je ziet hier \(\small 85\) staan. Maar we hadden natuurlijk de som \(\small 4,25 : 5 =\) Hier zie je \(\small 2\) getallen achter de komma staan, dus het eindantwoord heeft ook \(\small 2\) getallen achter de komma. \(\small 85\) wordt dus \(\small 0,85\) Dat is het eindantwoord.  

Het antwoord is dus \(\small 4,25 : 5 = 0,85\)

 


 

Nog een voorbeeld: \(\small 1,87 : 3 =\)

a.

Zet de getallen als volgt in een schema en maak een kladblaadje.

 

 

\(\small 1 \times 3 = 3\)

\(\small 5 \times 3 = 15\)

\(\small 10 \times 3 = 30\)

\(\small 50 \times 3 = 150\)

\(\small 100 \times 3 = 300\)

 


b.

Zoek nu de grootste “hap” die je vanaf het grote getal kan aftrekken op in je kladblaadje.

 
 

Een hap van \(\small 50 \times 3 = 150\) lukt.

 

 

 


c.

Verwerk de genomen hap in je schema.


d.

Herhaal de stappen b) en c) zolang het nodig is.

 
 

Je kan een hap van \(\small 30\) aftrekken en daarna een hap van \(\small 6\). Die \(\small 6\) staat niet in je kladblaadje, maar die weet je vast uit je hoofd, want \(\small 6 : 3 = 2\)

Daarna kan je niet verder, want er is er nog maar \(\small 1\) over en die kan je niet delen door \(\small 3\).

 

 


e.

Tel de rechterkolom op.

 
 

Je moet alleen nog de rechterkolom optellen en je hebt het antwoord van de deelsom.

Maar we hadden natuurlijk de som \(\small 1,87 : 3 = \) Hier zie je \(\small 2\) getallen achter de komma staan, dus het eindantwoord heeft ook \(\small 2\) getallen achter de komma. \(\small 62\) wordt dus \(\small 0,62\) rest \(\small 0,01\). Dat is het eindantwoord.  

 

Delen

Soms moet je getallen delen.
Het antwoord is het quotiënt van deze getallen.

  • \(20:5 = \frac{20}{5} =4 \)
    \(4\) is het quotiënt van \(20\) en \(5\).
     
  • \(64:10=\frac{64}{10}=6,4\)
    \(6,4\) is het quotiënt van \(64\) en \(10\)
     
  • \(4,5:0,9=5\)
    \(5\) is het quotiënt van \(4,5\) en \(0,9\)


Bij delen kun je je rekenmachine gebruiken.

Delen - Voorbeeld 1

Een ijsje kost \(€1,25\).

Je hebt \(€10,-\).
Hoeveel ijsjes kun je kopen?

  • \(10:1,25=\frac{10}{1,25}=8\)

Je kunt dus 8 ijsjes kopen.

Delen - Voorbeeld 2

Je moet een muur schilderen.
De oppervlakte van de muur is \(15\) \(\text{m}^2\).

Met \(1\) liter verf kun je \(4\) \(\text{m}^2\) schilderen.
Hoeveel liter verf heb je nodig?

  • \(15:4=\frac{15}{4}=3,75\)

Je hebt dus \(3,75\) liter verf nodig.

  • Het arrangement Decimale getallen delen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2024-10-16 12:11:47
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Rekenen/wiskunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    kennisbank, leerlijn, rearrangeerbare
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.