0. Info startweek
1. Jij begint
Vaak bij quests bedenken de coaches voor jou wat je gaat leren. Bij deze quest ligt dat even anders. Jij gaat voor jezelf minimaal twee doelen vaststellen:
1. Een doel waarbij je focust op jou vaardigheden in onderzoek doen.
2. Jouw onderzoeksvraag.
Hierbij horen de volgende producten die je moet inleveren:
1. Jij begint
- Doel voor onderzoeksvaardigheden
- Woordweb over de Tweede Wereldoorlog
2. Onderzoek
- Oefen tabel onderzoeksvraag
- De tabellen voor jouw eigen onderzoeksvraag
- Jouw onderzoeksvraag
- Jouw onderzoek
3.
- Plan van aanpak verwerking
- Verwerking
4.
- Reflectie
1.1 Kennisoogst
De Tweede Wereldoorlog kent veel verschillende kanten en je kan in boeken, series, films, documentaires, musea en een onderzoek op het internet echt een hele hoop hierover vinden. Soms weet je niet waar je moet beginnen! Wat helpt is een overzicht maken van wat je wel al weet.
➜ Maak een woordweb waarin jij laat zien wat jij al weet over de Tweede Wereldoorlog.
➜ Bekijk de onderstaande filmpjes en de tijdlijn en vul jouw woordweb aan.
➜ Markeer twee of drie onderwerpen van jouw woordweb waar jij meer over wilt weten.
➜ Kies er één uit. Dit onderwerp ga jij verder uitpluizen.
2. Onderzoek
Jij hebt net een keuze gemaakt in het onderwerp waar jij meer aandacht aan wilt besteden. Super! Vind je dit nog lastig of wil je liever iets leren waar je zelf nog niet aan hebt gedacht? Zoek mevrouw Scheringa dan even op, dan kunnen wij samen kijken naar een onderwerp waar jij onderzoek naar wilt doen!
➜ Maak een doel voor het ontwikkelen van jouw onderzoeks vaardigheden, gebruik de onderstaande vragen om je hiermee verder te helpen:
1. Wat zou je willen leren over onderzoeken?
2. Weet jij al van alles wat zou je dan verder willen ontwikkelen?
2.1 De onderzoeksvraag
Hoe doe je nou een onderzoek?
Om een goed onderzoek te maken zijn er een aantal dingen belangrijk. Je moet een gerichte onderzoeksvraag hebben die richting geeft aan jouw onderzoek. Je moet meerdere bronnen gebruiken die jij vooraf hebt beoordeeld, is hij wel betrouwbaar en relevant? Je maakt een verslag en jouw onderzoek geef je ook vorm in een product. Laten we dit stap voor stap samen bekijken.
En gerichte onderzoeksvraag maken is niet appeltje eitje. Een proces waarin jij verschillende onderdelen van een vraag bekijkt zal hieraan voorafgaan, maar dan heb jij ook een vraag waar jij echt wat mee kan!
Het maken van een onderzoeksvraag vereist een aantal kenmerken waaraan het moet voldoen. Dit noemen wij SMART:
- Specifiek (wie, wat, waar en hoe?)
- Meetbaar (wat wil ik zien, voelen, horen als dit doel bereikt is?)
- Aanvaardbaar (wat wil ik niet zien, ervaren? Kan ik het alleen?)
- Realistisch (is dit haalbaar in overeenstemming met de rest van de agenda?)
- Tijdsgebonden (de deadline)
Dit is misschien nog best lastig om voor je te zien. Om een beetje bekend te raken met het idee van SMART heb je hier een voorbeeld van een onderzoeksvraag die SMART is:
In hoeverre heeft social media invloed gehad op de Nederlandse jeugd in de afgelopen 10 jaar?
Om hier mee te oefenen ga je nu het onderstaande schema invullen. Het is aan jou om te kijken of per vraag alle SMART kenmerken in de vraag zitten verwerkt. Dit doe je door per SMART onderdeel (zoals hierboven aangegeven) aan te geven of het er wel in zit of niet. Daarbij noteer je ook het zinsonderdeel dat dit aangeeft.
|
Vraag
|
Specifiek
|
Meetbaar
|
Aanvaardbaar
|
Realistisch
|
Tijdsgebonden
|
|
In hoeverre heeft social media invloed gehad op de Nederlandse jeugd in de afgelopen 10 jaar?
|
Ja
Wie: Nederlandse Jeugd
Wat: de invloed van social media
Waar: Nederland
Hoe: in hoeverre
|
Ja
In de afgelopen 10 jaar
|
Ja
Duidelijk wat het doel is door: In hoeverre en het is specifiek. Je kan dit dus toelichten.
|
Ja
(Ligt aan je eigen planning)
|
Ja
(Eigen deadline)
|
|
Wat is de achternaam van koning Willem Alexander?
|
|
|
|
|
|
|
Hoe word je voor je 18eOlympisch kampioen kogelstoten?
|
|
|
|
|
|
|
Hoe kan ik mij de volgende periode beter concentreren?
|
|
|
|
|
|
|
Wat kan je doen om te voorkomen dat je ziek wordt?
|
|
|
|
|
|
Goed nu je hebt geoefend ga jij je eigen onderzoeksvraag schrijven! Eerst ga jij oefenen met het schrijven van een onderzoeksvraag met alle onderdelen. Om er een gevoel bij te krijgen ga je drie onderzoeksvragen schrijven over jezelf (dus bedenk dat iemand onderzoek naar jou gaat doen en diegene dan een onderzoeksvraag over jou gaat bedenken). Vul de onderstaande tabel stap voor stap in!
|
Wat
|
Wie
|
Wanneer
|
Waarom
|
Waar
|
Hoe
|
Volledige vraag
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Nu kan je de vraag beoordelen op SMART:
|
Vraag
|
Specifiek
|
Meetbaar
|
Aanvaardbaar
|
Realistisch
|
Tijdsgebonden
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ben jij nog niet helemaal zeker of dit goed is gegaan? Zoek mij op voor een controle en feedback!
Nu je zo goed hebt geoefend is het tijd om jouw onderzoeksvraag te maken.
|
Wat
|
Wie
|
Wanneer
|
Waarom
|
Waar
|
Hoe
|
Volledige vraag
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Vraag
|
Specifiek
|
Meetbaar
|
Aanvaardbaar
|
Realistisch
|
Tijdsgebonden
|
|
|
|
|
|
|
|
Voor je verder gaat moet jij je vraag laten controleren door mevrouw Scheringa! Kom bij haar langs in een Blox om er samen naar te kijken.
2.2 Het onderzoek op papier
Het format van het verslag.
Om een overzichtelijk verslag te maken kan je de volgende opbouw gebruiken:
- Voorblad: de titel van je onderzoek, je naam, je klas en een leuk plaatje.
- Inhoud: overzicht van de hoofdstukken en op welke bladzijde die te vinden zijn.
- Inleiding: benoem je onderzoeksvraag en benoem wat er per hoofdstuk te lezen valt.
- Onderzoek: hierin schrijf je in eigen woorden alle informatie die je hebt gevonden (deze informatie moet wel van belang zijn voor jouw onderzoeksvraag).
- Conclusie: een antwoord op jouw onderzoeksvraag
- Bronnenlijst: Linkjes van alle artikelen die je hebt gebruikt voor jou onderzoek
Kopieër dit lijstje en plak dit in een nieuw pages document
Start van je verslag
Nu jij goed in beeld hebt wat jouw onderzoek is ga jij beginnen aan je verslag.
➜ Maak als allereerst het voorblad. Zorg dat de titel overeenkomt met jouw onderzoeksvraag en zoek een passend plaatje hierbij.
➜ Daarna maak je een pagina waar de inhoudsopgaven komt, die vul je in nadat je je hele verslag hebt gemaakt.
➜ Daarna ga jij de inleiding schrijven. Benoem kort wat er in elk hoofdstuk komt en onthoud dat je dit altijd nog kan aanvullen wanneer je verslag klaar is.
Het onderzoek
Het grootste gedeelte van je verslag zal bestaan uit het opzoeken van informatie. Maar hoe doe je dat?
Het begint allemaal bij de juiste zoektermen in google te zetten. Hoe breder de zoekterm (bijvoorbeeld: Tweede Wereldoorlog, Adolf Hitler, Nazi’s, Jodenvervolging) hoe breder het aanbod. Dit kan er wel voor zorgen dat je lang bezig bent met de juiste informatie te vinden. Stel je wilt iets weten over concentratiekampen in Duitsland. Als je op google alleen zoekt naar ‘concentratiekamp’ dan zal je vele links tegenkomen die je allemaal informatie tonen over concentratiekampen. Deze informatie zal niet alleen over de concentratiekampen in Duitsland zijn. Zet je in jouw zoekopdracht: ‘Duitsland’ erbij krijg je al meer hits die jou verder kunnen helpen. Maar misschien is dit nog niet genoeg en weet je nu even niet hoe je het beste kan zoeken. Geen zorgen! Google heeft namelijk een hulpmiddel. Als je op de eerste pagina helemaal naar beneden scrolt vind je een kopje met: ‘gerelateerde zoekopdrachten’. Als je op één van de acht links drukt kom je op een hele hoop andere hits. Super handig!
Bronnen beoordelen op hun betrouwbaarheid
Zo je hebt nu een aantal bronnen (kijk altijd verder dan de eerste paar links). Wat nu? De informatie die jij hebt gelezen die jou gaan helpen met antwoord geven op je onderzoeksvraag. Maar hoe ga je dit nou verwoorden? Informatie in je eigen woorden zetten is niet altijd makkelijk, vaak is het sneller en prettiger om informatie gewoon te knippen en te plakken. Helaas is dat niet de bedoeling.
Als allereerst is het belangrijk dat je alleen de informatie gebruikt die echt belangrijk is voor jouw onderzoek. Hierbij zorg jij dat de informatie te begrijpen zal zijn voor iemand die helemaal niks van het onderwerp afweet! Dus schrijf de informatie helemaal in jouw eigen taal.
De conclusie
Je sluit jouw verslag af met de conclusie. In de conclusie geef jij een korte samenvatting van de informatie die we in het vorige hoofdstuk hebben gelezen. Met die informatie ga jij ook antwoord geven op jouw onderzoeksvraag. Je gebruikt in dit onderdeel geen nieuwe informatie.
Op de allerlaatste bladzijde zet jij al jouw bronnen op een rij door de linkjes in het verslag te zetten.
Voordat je verder gaat met deze quest moet je feedback vragen aan mevrouw Scheringa
3. Verwerking
Voor de verwerking van jouw geschreven verslag ga je op een creatieve manier aan de slag met de informatie. Per verwerkingsvorm gelden andere eisen en XM aantallen. Kijk dus goed naar jouw periodeplan en ambitie.
Dit zijn de keuzes:
Aan de volgende eisen moeten alle verwerkingsvormen voldoen:
➜ Je gebruikt alleen informatie die in jouw verslag terug te lezen is.
➜ Je laat zien wat je geleerd hebt zonder stukken informatie direct uit je verslag te kopiëren en te plakken
➜ De informatie is zo gebracht dat iemand die helemaal geen kennis heeft over het onderwerp begrijpt wat er staat.
➜ Voor de rest van de invulling van jouw verwerking ga je langs bij mevrouw Scheringa om te kijken wat passend is bij jouw onderzoek en je ambitie.
4. Reflectie
Beantwoord de volgende vragen voor je reflective journal:
- Benoem drie dingen die je hebt geleerd over onderzoek doen.
- Benoem drie dingen die je hebt geleerd over jouw onderwerp
- Welke leerspieren heb jij gebruikt? Leg uit hoe je ze hebt gebruikt
- Zou je deze quest bij anderen aanraden? Waarom wel/niet?
- Wat ga je de volgende keer hetzelfde doen en wat ga je anders aanpakken?
