Les Argumenteren

Les Argumenteren

Welkom

Welkom bij de wikiwijs argumenteren! In deze wikiwijs gaan we aan de slag met Feiten en Meningen en Argumenteren. Dit is ter voorbereiding op het examen gesprekken, waarbij jullie een debat voeren. Deze wikiwijs maken we tijdens 2 lessen, maar je kan er ook voor kiezen om er thuis alvast aan te werken of om na de lessen nog eens terug te kijken als je iets niet nog niet helemaal snapt.

Veel plezier bij het maken!

Mevrouw Kroonwijk.

Intro

Stappenplan

Waarom deze wikiwijs? 

Uit de toets bleek dat veel van jullie nog moeite hebben met feiten en meningen en argumenten. Het is wel belangrijk dat jullie dit goed kunnen, omdat dit terugkomt in het examen spreken en gesprekken. Deze wikiwijs is bedoeld om jullie op weg te helpen met de voorbereiding op het examen! 

Wat gaan je doen in deze wikiwijs?

STAP 1: Eerst maak je de instaptoets, deze kan je vinden onder het kopje "Waar sta ik nu?". Aan het einde van de toets krijg je feedback. Maak een screenshot van het resultaat, of print het uit, en lever het bij mij in.

Heb je 100% op de toets? Dan kan je alles al en hoef je deze wikiwijs niet te maken. Stuur het naar mij toe, dan teken ik het af en krijg je een andere opdracht.

Heb je minder dan 100%? Dan maak je de onderdelen waarop jij minder goed op hebt gescoort. Dit kan alleen argumenteren zijn, of ook feiten en meningen.

STAP 2: Feiten en meningen. Lees eerst de uitleg bij feiten en meningen en daarna de bijbehorende oefeningen. Ga daarna door naar de diagnostische toets. LET OP: Maak een foto van je score en lever die aan het eind in (Print het of stuur het via de mail) Heb je goed gescoort op de diagnostische toets? Ga door naar het volgende onderdeel. Vind je feiten en meningen nog moeilijk? Maak dan het extra onderdeel. Hier kan je een video van de uitleg en extra oefeningen vinden!

STAP 3: Argumenten. Lees eerst de uitleg bij standpunten, argumenteren en tegenargumenten en maak daarna de bijbehorende oefeningen. Ga daarna door naar de diagnostische toets.LET OP: Maak een foto van je score en lever die aan het eind in (Print het of stuur het via de mail) Heb je goed gescoort op de diagnostische toets? Ga door naar het volgende onderdeel. Vind je feiten en meningen nog moeilijk? Maak dan het extra onderdeel. Hier kan je een video van de uitleg en extra oefeningen vinden!

STAP 4: Begrippenlijst. In dit onderdeel staan er begrippen. Schrijf de begrippen over en geef bij elk begrip een definitie. Oefen daarna in quizet de begrippen.

STAP 5: Eindtoets. Je bent bijna klaar! Maak de eindtoets en neem een foto van het eindresultaat.

STAP 6: Feedback geven en inleveren. Vul mijn google forms in voor feedback. Stuur daarna al jouw toetsresultaten en de begrippenlijst naar mij op. Heb je dit gedaan? Dan teken ik dit onderdeel af, en krijg je +1 punt op je toets.  


CHECKLIST voor wat je moet inleveren

O Resultaten van de instaptoets (Heb je hier 100%?, dan hoeft de rest er niet bij.) 

O Resultaten van de 1e deeltoets

O Resultaten van de 2e deeltoets 

O Resultaten van de eindtoets 

O De begrippenlijst

Leerdoelen

Aan het eind van de 2 lessen en dit arrangement: 

-  Kan je de begrippen "Feit" en "Mening" aan een andere student uitleggen.

-  Kan je bepalen of een gegeven zin een feit of mening is.

-  Kan je uitleggen wat de begrippen "Stelling"," Standpunt", "Argument", "Tegenargument" en "Weerlegging" betekenen aan een andere student.

-  Kan je een standpunt over bij een stelling geven.

-  Kan je een argument bedenken om je standpunt te onderbouwen.

-  Kan je een tegenargument weerleggen.

Waar sta ik nu?

Feit of mening?

Leerdoelen

Na het maken van het onderdeel "Feit of mening" weet jij:

-  Kan je de begrippen "Feit" en "Mening" aan een andere student uitleggen.

-  Kun je bepalen of een gegeven zin een feit of mening is.  

Uitleg Feit

Wat is een feit?

Een feit is iets wat voor iedereen waar is. Een feit is niet voor het ene persoon wel waar en voor het andere persoon niet. Denk hierbij aan iets wat je kunt meten en iets wat je kunt zien. Je kunt feiten gebruiten om iemand te informeren. Al bij al: Je kunt een feit checken.

Voorbeelden van een feit:

- De muur is wit.

Dit is een feit, omdat je naar de muur kunt kijken en kunt zien of hij wit is of niet.  

- Feienoord heeft 3 - 0 gewonnen van Ajax.

Dit is een feit, omdat dit een gebeurtenis is en het kan controleren op google.

- De afstand van mijn huis naar school is 5 kilometer

Dit is een feit, omdat je met een meetlat kunt nagaan hoeveel kilometer het is.

 

Uitleg Mening

Wat is een mening?

Een mening is iets wat jij zelf vind, dit kan dus anders zijn voor iedereen. Je kunt over een mening discussieren. Je kunt iemand overhalen of overtuigen om dezelfde mening als jij te hebben.

Voorbeeldingen van een mening:

- Pizza's zijn lekker

Niet iedereen vind pizza's lekker. Nergens op google kan ik dit terug vinden, en het is niet meetbaar.

- Konijnen zijn lief

Niet iedereen vind konijnen lief. Ook dit kan ik nergens op google vinden. Dit verschilt per persoon, en per konijn.

 

 

Oefentoets A

Toets:Feit of mening?

Extra uitleg + oefeningen

Extra uitleg feit en mening

Heb je een goed op oefentoets A? Ga door naar het volgende onderdeel. 

Heb je minder op oefentoets A? Maak de extra uitleg en extra vragen.

Argumenten

Argumenten gebruik jij om je mening te onderbouwen. Vaak gebruik je argumenten in een debat, of als je iemand probeert te overtuigen of activeren. Bij jullie examen spreken en gesprekken krijgen jullie een stelling en een standpunt, waarbij jullie argumenten moeten bedenken. Daarna geeft jouw tegenstander een tegenargument, die jij moet weerleggen.  

"Huh?! Wacht? Wat betekenen al die woorden?" Geen zorgen, in dit onderdeel vind je de uitleg!


Leerdoelen: 

Aan het eind van dit onderdeel kan je: 

- uitleggen wat de begrippen "Stelling"," Standpunt", "Argument", "Tegenargument" en "Weerlegging" betekenen aan een andere student. 

- een standpunt over bij een stelling geven. 

- een argument bedenken om je standpunt te onderbouwen. 

- een tegenargument weerleggen. 

Uitleg standpunten

Argumenten gebruik jij om je mening te onderbouwen. Vaak gebruik je argumenten in een debat, of als je iemand probeert te overtuigen of activeren. Bij jullie examen spreken en gesprekken krijgen jullie een stelling en een standpunt, waarbij jullie argumenten moeten bedenken. Daarna geeft jouw tegenstander een tegenargument, die jij moet weerleggen.  

"Huh?! Wacht? Wat betekenen al die woorden?" Geen zorgen, hier komt de uitleg!


Het debat begint bij een stelling. Dit is het onderwerp van het debat.

Voorbeelden van een stelling:

- Er moeten kerncentrales in Nederlands komen.

- Drinken moet verboden worden tot 21 jaar.

- Vlees eten moet illegaal worden.


Bij die stelling heb jij een standpunt. Een standpunt is jouw mening over een stelling. Ben jij het eens of oneens met de stelling?

Voorbeelden van een standpunt:

- Ik ben het er mee eens dat er kerncentrales in Nederlands moeten komen.

- Ik vind dat iedereen gratis naar de sportschool moet kunnen gaan.

- Ik ben het er niet mee eens dat vlees eten moet illegaal worden.


 

Uitleg Argumenten

Wat is een argument? 

Je gebruikt een argument om een standpunt te onderbouwen. Je baseert jouw argumenten op feiten, omdat je op die manier mensen kan overhalen, overtuigen of activeren. 

 

Uitleg Tegenargumenten

Weerleggen

Oefentoets B

Extra uitleg

Extra oefeningen

Begrippen

Begrippenlijst maken

Begrippenlijst maken:

Wat? Je gaat een begrippenlijst maken.

Hoe? In je eentje of in duo's

Tijd? Zolang je nodig hebt

Hulpmiddelen? De wikiwijs en het internet

Klaar? Sla het op of maak er een foto van, stuur het aan het eind naar mij op.

 

 

Ken je de begrippen?

Eindtoets

Feedback op de wikiwijs