Klas 1a

Klas 1a

WELCOME

Welkom Klas 1A!

Leuk dat je Engels wilt gaan leren met WikiWijs!

Deze WikiWijs gaat jij begeleiden om je aankomende toets van Unit 4 te kunnen halen.

Voor vragen kun je altijd terecht bij je docent.

Succes!

De lesdoelen en voorkennis

De lesdoelen

Aan het einde van het digitaal leerarrangement weten jullie over de Engelse woorden, expressions en de grammaticavormen 'to be going to' en 'present continuous'. Tevens hebben jullie dit kunnen toepassen in de verkregen opdrachten, hierdoor zijn jullie ook voldoende voorbereid voor jullie toets van Unit 4.

Voorkennis activeren

Padlet

Unit 4: Canada

Kennisclip

Lesson 2

To be going to

Je gebruikt het als:

- je van plan bent om iets te gaan doen (in de toekomst).

- er een vermoeden is dat er iets gaat gebeuren.

 

+ Pers. vnw + am/are/is + going to + het hele werkwoord.

- Pers. vnw + am/are/is + not + going to + het hele werkwoord.

? Am/Are/Is + pers. vnw + going to + het hele werkwoord + ?

 

Example:

I am going to go to the gym.

I am not going to go to the gym.

Am I going to go to the gym?

 

Anna and John are going to walk to school.

Anna and John are not going to walk to school.

Are Anna and John going to walk to school?

 

Practice Game - To be going to (TEAM GREEN)

Practice Game - To be going to (TEAM YELLOW)

Practice Game - To be going to (TEAM RED)

Vocabulary

Lesson 3

Expressions


A Je vraagt iemands mening
Vind je groenten lekker? / Do you like vegetables?
Denk je dat het te pittig is? / Do you think it is too spicy?
Wat vind je van je eten? / How do you like your food?
Wat vind je van vis? / What do you think of fish?


B Je geeft je mening
Ik vind dit erg lekker. / I think this is really tasty!
Het smaakt te zout. / It tastes too salty.
Ik vind eieren (niet) lekker. / I (don’t) like eggs.
Het is (niet) mijn favoriete gerecht. / It’s (not) my favourite dish.
De kip is geweldig! / The chicken is amazing!


C Je biedt iemand iets aan
Wil je wat eten / drinken? / How about something to eat / drink?
Alsjeblieft! / Here you are!
Is er iets anders wat je zou willen? / Can I get you anything else?
Welke frisdrank zou je willen? / What soda would you like?
Wil je daar ketchup op? / Would you like ketchup on it?


D Je neemt een aanbod (niet) aan
Ja, graag. / Yes, please.
Nee, bedankt, ik heb genoeg gehad. / I’ve had enough, thank you.
Ik zou graag cola willen, alsjeblieft. / I’d like a coke, please.
Dat zou geweldig zijn. / That would be great!
Nee, bedankt, ik heb geen trek / dorst. / No thanks, I’m not hungry / thirsty.

Vocabulary

Lesson 4

Present continuous

Als er een activiteit of gebeurtenis nu bezig is.

De regel is: pers vnm. + am/are/is + het hele werkwoord + -ing.

 

Examples:

I am talking.

You are talking.

He/She/It is talking.

We/They/ You are talking.

 

Stel het werkwoord eindigt op een -e, dan mag je deze weglaten

Dus: I am making.

 

Stel het werkwoord heeft één lettergreep en eindigt op een klinker en medeklinker, dan mag je de laatste letter verdubbelen.

Dus: stop wordt stopping.

Vocabulary

Lesson 5

Present continuous part 2

Ontkennende zinnen met de present continuous

De regel is: Pers. nvm. + am/are/is + not + het hele werkwoord + -ing.

 

Vragen met de present continuous

De regel is: Am/Are/Is + pers. nvm + het hele werkwoord + -ing + ?

 

Examples:

They are not playing soccer.

Are they playing soccer?

 

We are not watching TV.

Are we watching TV?

 

I am not working.

Am I working?

 

Practice Game - Present Continuous (TEAM GREEN)

Practice Game - Present Continuous (TEAM YELLOW)

Practice Game - Present Continuous (TEAM RED)

Expressions
E Je schrijft hoe het met jou of iemand anders gaat
Mijn vader is verkouden. / My dad has a cold.
Ik heb erge hoofdpijn. / I have a really bad headache.
Ik heb koorts. / I have a fever.
Ik voel me misselijk. / I’m feeling sick.
Jason voelt zich niet goed. / Jason’s not feeling well.
Mijn been doet erg veel pijn. / My leg is really hurting.
Jacob ziet bleek. / Jacob looks pale.

Vocabulary

Padlet ondervragen

Test jezelf

https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=zrpvyrp8U02GgaBihPf_RrfcFz-QBvJEnYIu6TAyiaJUQlZRMkRHMVFZMFZSQjJPNE4zTTBWWEVBTy4u

De behaalde lesdoelen

Padlet

Nu weten jullie over de Engelse woorden, expressions en de grammaticavormen 'to be going to' en 'present continuous'. Tevens hebben jullie dit kunnen toepassen in de verkregen opdrachten, hierdoor zijn jullie ook voldoende voorbereid voor jullie toets van Unit 4.