Op deze pagina vindt je alle informatie die je nodig hebt voor het groene vak - dier. Let goed op welke les je aan moet klikken van de docent. Bij ieder onderdeel zitten ook oefeningen, zo kun je altijd even wat extra oefenen als dat nodig is. Let er wel op dat het programma je antwoorden niet opslaat voor een volgend bezoek aan deze site.
Tijdens de lessen van dier werk je in de klas aan theorieopdrachten en ben je buiten in stal aan het werk met praktijkopdrachten.
Op deze pagina ga je verschillende aandachtspunten tegen komen. De onderstaande figuurtjes betekenen het volgende:
Leerjaar 1
1. Ben jij een dierenvriend? - introductie
1.1 Wat weet ik allemaal van dieren?
Waar denken jullie aan bij het vak Dier? En welke dieren hebben wij op school allemaal? In deze opdracht maak je een mindmap van alles wat met dier te maken heeft. Je mag ook tekenen als je dat leuk vindt. Open op je iPad of laptop een tekenprogramma en maak een mindmap. Zet in het midden: dier, en zet hier een cirkel omheen. Wanneer je de opdracht klaar hebt lever je deze via teams in.
1.2 Huisdieren, wat zijn ze toch leuk!
Huisdieren zoals honden en katten vinden het vaak fijn om geaaid of opgepakt te worden. Maar een pappegaai en sommige knaagdieren zijn daar niet zo dol op. Het is daarom heel belangrijk dat je weet hoe je verschillende dieren moet hanteren. Hanteren betekent het dier op een zo veilig mogelijke manier vasthouden. Bij hanteren let je er goed op dat je het dier geen pijn doet en zorg je ervoor dat het dier jou niet kan krabben, bijten of prikken.
In sommige gevallen is het nodig een dier te fixeren. Fixeren betekent dat je het dier zo vastpast dat het dier geen kant op kan. Je doet dit bijvoorbeeld als je de nagels van een cavia knipt of als het dier een prikje krijgt bij de dierenarts. Je wilt jezelf en het dier natuurlijk niet verwonden. Op de juiste manier fixeren is dus heel belangrijk voor je eigen veiligheid en de veiligheid van het dier.
Het populairste huisdier in Nederland is…. de goudvis! Er zwemmen in ons land bijna 10 miljoen siervissen in aquariums rond.
Mar hoe zit het nu met de andere dieren? Veel mensen houden ook honden of katten... waar staan die dan in het lijstje van populaire huisdieren?
Wat weet jij al over gezelschapsdieren en productiedieren? Gezelschapsdieren zijn dieren die mensen voor hun plezier houden, zoals cavia’s, konijnen, honden of katten. Misschien heb je wel dieren die je zelf verzorgt? Productiedieren zijn dieren die door mensen worden gehouden voor de producten die ze ons leveren, zoals een koe die melk levert of een kip die vlees en eieren levert.
Productiedieren
Een varken, kip en een koe zijn voorbeelden van productiedieren. Deze dieren leveren ons producten die ons geld leveren.
Koe - melk, vlees, vacht
Kip - vlees, eieren, veren
Varken - vlees, huid
Gezelschapsdieren
Honden, katten, cavia's en konijnen zijn voorbeelden van gezelschapsdieren. Gezelschapsdieren zijn dieren die we voor de gezelligheid en het plezier houden. Deze dieren kosten ons geld. Denk bijvoorbeeld aan de aanschafkosten, dierenartskosten, speeltjes, kleedjes etc.
Maak nu de opdracht hieronder over het verschil tussen productiedieren en gezelschapsdieren.
In de mensen wereld heb je voor man en vrouw allemaal verschillende benamingen, namelijk een man kan je namelijk ook anders uitspreken: jongen, meneer en heer. Een vrouw kan je: mevrouw, meisje en juffvrouw noemen. In de dierenwereld hebben we dat ook. Een mannetje, vrouwtje en baby hebben namelijk allemaal een andere benaming. Die van een hond ken je waarschijnlijk wel:
Mannetjes hond = Reu
Vrouwtjes hond = Teef
Baby hond = Puppy
Misschien ken je er wel veel meer. In de opdracht die hoort bij de diernamen ga je op zoek naar alle benamingen van dieren. Het is belangrijk om deze goed uit je hoofd te leren.
2.2 Opdracht 2 Haar in een staart en geen ongelukjes
2.3 Opdracht 3 Waarom doen we dat eigenlijk?
3. Gereedschap en materialen schoonmaken
4. Konijn
Een konijn een geliefd gezelschapsdier, vooral in de sportfokkerij. Zo zijn er veel rassen en kleuren ontstaan. Konijnen worden ook vaak als proefdieren gehouden. Een proefdier betekent dat het dier gebruikt wordt om proefjes op uit te oefenen. Denk aan het testen van medicijnen, make-up, schoonmaakmiddelen en nog veel meer. Jaarlijks worden er namelijk bijna 18.00 dierproeven op konijnen gedaan in ons land. Maar waarom worden er nu eigenlijk konijnen gebruikt voor dierproeven?
Net zoals knaagdieren, is een konijn klein, sociaal en makkelijk te verzorgen;
Konijnen planten zich snel voort
Konijnen maken snel anitlichamen aan in hun lijf. Hierdoor zijn ze ook heel waardevol.
Konijnen zijn geen knaagdieren. Gek he?! Konijnen hebben namelijk een ander gebit. Wanneer je naar het gebit van een konijn kijkt zul je zien dat een konijn een extra tantje heeft, genaamd: stifttand. De stifttand vind je bij de voorste tanden aan de bovenkant. Een konijn behoort dus tot de haasachtigen en niet tot een knaagdier.
Tamme konijnen zijn ontstaan uit wilde. De mensen zijn ze al vele honderden jaren geleden gaan houden, soms om de vacht, soms om het vlees. De laatste 100 jaar wordt het konijn vooral voor de gezelligheid en voor de sportfokkerij gehouden.
In de sportfokkerij worden konijnen ingedeeld in de volgende groepen:
1. Grote rassen (minsterns 5 kg)
2. Middenrassen (tussen 3-5 kg)
3. Rassen met een bijzondere vacht
4. Kleine rassen (tussen 1,5 - 3 kg)
5. Dwergrassen (minder dan 1 kg)
4.2 Huisvesting
Konijnen kun je op veel manieren huisvesten: in een traliekooi, houten buitenhok of konijnenheuvel. Waar het hok ook staat, het moet droog en goed geventileerd zijn, zonder kans op tocht. Regen, wind en felle zon zijn slecht voor konijnen. Als het hok buiten staat, kun je het hok het beste met de opening naar het zuidoosten zetten. (Zon en schaduw en weinig wind!) Als bodembedekking is stro op een laagje houtvezel zeer geschikt. Het hok moet minstens 1 x per week uitgemest worden.Een buitenren is natuurlijk fijn, als je maar wel bedenkt dat konijnen echte gravers zijn. De ren moet dus een "bodem" van grof gaas hebben. Dan kan het konijn gewoon gras eten, maar niet graven.
Een konijn is een gemakkelijke eter. Je kunt ze met een gerust hart alleen maar konijnenkorrels voeren. Konijnen lusten ook graag hooi, gras, groenten, wortels, brood, appels en schillen. Je moet het soort voedsel niet te plotseling veranderen en niet in één keer te veel groenvoer geven. Ze kunnen dan darmstoornissen krijgen. Per kilogram lichaamsgewicht is ongeveer 40 gram konijnenkorrels per dag voldoende (een konijn van 3 kg heeft dus 3 x 40 gram is 120 gram voer per dag nodig). Zorg altijd voor voldoende vers drinkwater.
Hooi en gras noem je ookwel ruwvoer. Ruwvoer is voer dat direct van het land af komt. Het is niet bewerkt. Brokken noem je ookwel krachtvoer. Krachtvoer is voer dat uit de fabriek komt en gemaakt is door de mens.
Het vrouwtje heet voedster en het mannetje rammelaar. Als de voedster gedekt is, is het beter om de voedster weer bij de ram weg te halen. De kans is aanwezig dat de ram de jongen dood maakt. De voedster maakt een nest van haren uit haar vacht, hooi en stro. De draagtijd is ongeveer 30 dagen en er worden 4 - 12 jongen geboren. Een jong konijn noemen we een lamprei. De jongen zijn nestblijvers. Dat betekent dat ze doof, blind en kaal geboren worden en dat ze niet kunnen lopen. In de eerste 2 weken na de geboorte gaan ogen en oren werken en krijgen ze een vacht. Na 6 - 8 weken kunnen we de jongen bij de moeder weghalen (= spenen). De gemiddelde leeftijd is 7 tot 8 jaar, met een maximum van 15 jaar.
Wanneer je gaat kijken of een dier een mannetje of een vrouwtje is noem je dat sexen. Hoe je precies moet sexen, dat legt de docent uit.
Dit is de praktijkopdracht van konijn. Leg eerst alle op je tafel klaar voordat je aan de slag gaat.
Benodigde materialen:
Dier matje;
Weegschaal;
Meet-materiaal;
Geplastificeerde rassenlijst;
Konijn.
5. Gerbils
De gerbil of woestijnrat is de laatste jaren een populair huisdiertje geworden. Daarvoor werd de gerbil door de mensen gehouden als proefdier en voor de sportfokkerij. Ze werden vooral bekend door proeven in de ruimtevaart. Net als muizen zijn gerbils knaagdieren.
5.1 Herkomst en rassen
Herkomst
In het wild leven gerbils in woestijnen en woestijnachtige gebieden van o.a. Mongolië, China, India, Pakistan en in de noordelijke Sahara. Ze hebben een zandkleurige vacht met een witte buik (schutkleur). De klauwtjes zijn zwart.
In de woestijn komen grote temperatuurverschillen voor tussen dag en nacht en ook tussen zomer en winter. Gerbils kunnen hier overleven doordat ze holen graven. In zo'n hol in het zand zijn ze beschermd tegen hoge én lage temperaturen. In het hol ongeveer 0,5 meter onder de grond blijft de temperatuur aardig constant en voor de gerbil goed te verdragen in zomer en winter.
Onder de grond graven gerbils een heel netwerk van gangen, nesten en voorraadkamers, waarin voedsel voor de winter wordt opgeslagen. Ze eten grassen, gierst of door de wind vervoerde zaden en groene planten die kort na een regenbui uit de grond schieten.
Rassen
De Mongoolse gerbil
Deze gerbil weegt ongeveer 50 gram en komt in veel kleuren voor, zoals wildkleur, agouti, zwart en albino. Staart en lichaam zijn ongeveer even lang ( 12 / 12 cm). De kop is breed en kort. De ogen zijn groot en hebben een ronde vorm. De oren zijn in verhouding klein en zijn ovaal van vorm.
De Egyptische gerbil
De Egyptische gerbil weegt ook ongeveer 50 gram. Hij komt (nog) alleen voor in wildkleur. De staart is langer dan het lichaam (16 / 13 cm) De ogen van de Egyptische gerbil zijn groter dan die van de Mongoolse gerbil. De kop is smal en lang met een spitse snuit. De ogen zijn opvallend groot. De oren zijn puntig van vorm.
Shawi gerbil
Deze gerbil is groter en zwaarder dan de Egyptische en Mongoolse gerbils. Hij komt (nog) alleen voor in wildkleur. De vacht is kort en glanzend. Het haar zit dicht tegen het lichaam aan. De Shawi gerbil weegt ongeveer 45 gram en heeft een lichaamsgrootte van 12-14 cm. De Shawi gerbil leeft het liefst alleen.
5.2 Huisvesting
De gerbil is een diertje dat als huisdier erg gemakkelijk te houden is. Gerbils zijn beweeglijk, opgewekt, rustig en goed tam te maken. Ze hebben weinig last van ziekten. Ze produceren weinig urine en hun bak zal dus niet snel gaan stinken.
Je kunt gerbils het beste houden in een glazen of kunststoffen bak. Op de bodem doe je zand met wat stro en takjes, zodat ze gangen kunnen graven en hun nest kunnen bekleden. Gerbils spelen en klimmen graag. Met een wc-rolletje, draaimolentje of een grote tak doe je ze veel plezier.
Je hoeft de bak niet zo vaak schoon te maken, omdat de gerbil weinig plast en de poep erg droog is. Eén keer per maand zeven of verschonen is meestal voldoende.
5.3 Voeding
Gerbils zijn knaagdieren en hebben dus hardvoer nodig om hun tanden kort en scherp te houden. Een hoeveelheid van 6 - 10 gram knaagdierenvoer is voor een volwassen gerbil voldoende. Verder kun je ze wat fruit, groente, hooi en brood geven. Gerbils drinken weinig, maar hebben wel iedere dag vers water nodig.
Krachtvoer Fruit Brood
5.4 Gedrag en voortplanting
Normaal gesproken is een gerbil rustig, handelbaar en dus goed tam te maken. Ze zullen alleen bijten of krabben als ze ruw behandeld worden. Tamme gerbils kun je op je hand laten klimmen terwijl je andere hand beschermend over de rug van de gerbil wordt gelegd. Je kunt ze ook bij de staartbasis oppakken.
Als er te veel dieren in een bak zitten, gaan ze meestal vechten. Ze worden dan agressief en verwonden de ander met hun scherpe klauwen of met hun snijtanden.
Als je meerdere gerbils in één bak wilt houden, moet je ze vóór de leeftijd van tien weken bij elkaar zetten, anders is de kans op vechten te groot. Een fokpaartje moet je ook al heel jong bij elkaar zetten. De diertjes blijven hun hele leven een paartje. De meeste vrouwtjes krijgen 6 à 7 keer in hun leven jongen. De draagtijd is ongeveer 24 dagen.
Het mannetje en het vrouwtje maken samen een nest. Er worden meestal 4-6 jonge gerbils geboren. De jongen worden kaal en blind geboren (nestblijvers) en worden 3 tot 4 weken door de moeder gezoogd. Na 3 tot 4 weken kunnen ze gespeend worden. Dat betekent dat je ze dan bij de moeder weg kunt halen. Gerbils worden gemiddeld 2-3 jaar oud.
Test je kennis - Gerbil
Hier vindt je een test je kennis pagina. Dit is een mooie oefening voor de toets die je gaat krijgen van dier.
Praktijk opdracht - Gerbil
6. Cavia's
Cavia’s zijn er in alle soorten en maten: cavia’s met één kleur vacht of met meerdere kleuren. Cavia’s met een gladde vacht, rechtopstaande haartjes (Teddy), stugge krulharen (Rex), borstelharig, langharig of gekruind (gladharig met een kruin op de kop). Er zijn zelfs bijna kale (Skinny) of helemaal kale cavia’s (Baldwin). Welke caviasoort je ook hebt, iedere cavia vraagt om goede verzorging. Hoe verzorg je cavia’s? Hoe ziet hun kooi eruit? Hoe leven cavia’s? Op al deze vragen ga je antwoord krijgen.
6.1 Herkomst en rassen
Herkomst
De cavia komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika. Bijna 10.000 jaar geleden aten de Inca’s al cavia’s. Ze zijn er dus al een tijdje. Cavia’s worden inmiddels ook al honderden jaren gehouden als huisdier. Spaanse ontdekkingsreizigers namen cavia’s rond 1500 mee naar Europa. Koningin Elisabeth I uit Engeland had rond 1600 een cavia, dat was destijds een enorme luxe. Vooral na de Tweede Wereldoorlog werd de cavia plots een populair huisdier.
Rassen en soorten
Cavia zonder haar
De cavia zonder haar is een bijzonder verschijning. De cavia's zonder haar worden steeds populairder en komen dan ook steeds vaker voor in Nederland. De cavia zonder haar vraagt wat extra maatregelen daar ze geen bescherming hebben op het lichaam. Denk hierbij aan voldoende warmte in de vorm van een warme bodembedekker zoals stro, en zachte materialen in de caviakooi zodat de huid van deze cavia niet beschadigd. Onder de afbeelding hieronder beschrijven we de verschillende soorten naakt cavia's.
Skinny cavia – We beginnen direct met een vrij speciale cavia; de Skinny cavia ook wel Skinny Pig genoemd. Deze cavia is ontstaan in 1978 als mutatie in een laboratorium in Canada. Deze naakt cavia kenmerkt zich door zijn vacht, of beter gezegd zijn ontbrekende vacht. De Skinny cavia heeft namelijk enkel beharing op de neus maar is verder kaal. De meeste skinny cavia’s zijn vrij druk in de kooi maar vinden het wel fijn te knuffelen en de warmte van jouw handen op te zoeken.
Baldwin cavia – De Baldwin cavia is een geheel naakte cavia, in tegenstelling tot de Skinny cavia heeft de Baldwin cavia totaal geen beharing. Een leuk weetje van de Baldwin cavia; deze cavia wordt niet kaal geboren! Hij heeft een vacht welke enkele dagen na de geboorte uitvalt, vanaf een leeftijd van ongeveer 1 a 2 maanden is de Baldwin cavia volledig kaal.
Cavia met kort haar
De meeste cavia soorten zien we terug bij de kortharige cavia's. Deze cavia's zijn ook de meest voorkomende exemplaren welke als huisdier gehouden worden. Een cavia met kort haart behoeft geen speciale vachtverzorging. Wel is het natuurlijk belangrijk dat deze cavia's zoals elk huisdier een goede huisvesting heeft, voldoende aandacht en verzorging en natuurlijk uitdaging in het cavia verblijf! Onder de afbeelding hieronder vind je de verschillende soorten kortharige cavia's.
Gladhaar cavia – De gladhaar cavia is de meest voorkomende en bekendste in cavia land, deze cavia heeft gladhaar en komt in talloze kleuren. De gladhaar cavia is overigens ook de grootste in cavia land gezien zijn formaat. Een gladhaar cavia is een gespierde, stevige cavia met een krachtig ontwikkelde kop. Gladhaar cavia’s zijn soms wat wild maar over het algemeen goed tam te krijgen met voldoende aandacht plezier en een goede huisvesting.
Engelse gekruinde cavia – De Engels gekruinde cavia komt in grote lijnen overeen met de hierboven genoemde gladhaar. Echter is deze cavia trotse bezitter van een grote opvallende ronde kruin op de kop. Deze cavia komt in verschillende kleurslagen waarbij de kruin dezelfde kleur heeft dan de rest van het lichaam van deze cavia.
Amerikaans gekruinde cavia – De Amerikaanse variant is in grote lijnen vergelijkbaar met de Engelse cavia, echter wijkt de kruin bij deze cavia gezien kleur af van de rest van het lichaam. De kruin van een Amerikaans gekruinde is namelijk altijd wit van kleur. Terwijl de rest van het lichaam zowel rood, goud als zwart kan zijn.
Ridgeback cavia – De Ridgeback cavia is een relatief nieuw ras, in Nederland wordt er dan ook vrijwel niet gefokt met deze cavia’s. In Engeland, Canada en Amerika wordt er meer specifiek gefokt op dit bijzonder ras. De Ridgeback cavia heeft een lange vacht richel welke vanaf de kop doorloopt over de ruggengraat. Een bijzonder vachtje heeft deze cavia dus.
Borstel cavia – Deze cavia heb je vast al eens vaker gezien, de weelderige bos haren van deze cavia springt direct in het oog. De borstel cavia is voorzien van een lichaam vol beharing én haarborstels, dit geeft de cavia een wild uiterlijk. De borstel cavia staat bekend om zijn nieuwsgierige karakter en kan soms wat pittig uit de hoek komen, niet elke borstel cavia vind het leuk om te knuffelen of geborsteld te worden. Hier dien je dan ook rekening mee te houden, toch is het zoals bij elk hier ook afhankelijk van de mate van positieve aandacht.
US Teddy cavia – De US teddy cavia en een populair veel voorkomend ras in Nederland. De cavia heeft een rechtopstaande vacht welke niet stug is maar ook niet super zacht. De beharing van deze cavia is kort en dicht en tussen het voorhoofd en de oren heeft deze leuke cavia een kleine kam. Sommige Teddy cavia’s met name de US Teddy zijn wat pittiger, er wordt gezegd dat dit met name de vrouwtjes zijn. De CH Teddy hiertegen staat bekend om zijn knuffelig karakter.
Rex cavia – De rex cavia heeft gezien uiterlijke kenmerken het meeste weg van de US teddy cavia. Echter is de vacht van een Rex cavia wat stugger. De Rex cavia heeft over het algemeen een rustig en vriendelijk karakter waardoor hij vaak gehouden wordt in een gezin met kinderen.
Zwitserse Teddy cavia – Deze cavia heeft een aandoenlijk uiterlijk en is vrij nieuw in Nederland. De cavia kenmerkt zicht door zijn pluizige vacht en heeft over het algemeen een rustig karakter. De Zwitserse Teddy cavia kan na zijn geboorte beharing verliezen, soms wel met plukken tegelijk. Gelukkig komt dit allemaal goed zodra de cavia is uitgegroeid.
Cavia met lang haar
De cavia met lang haar heeft wat meer vachtverzorging nodig dan zijn soortgenoten. Deze cavia's krijgen namelijk sneller last van klitten in de vacht en hebben meer kans dat vuil in de vacht blijft hangen. Het is dan ook aan te raden een langharige cavia een aantal keren per week te borstelen met een knaagdierborstel en hiernaast de vacht regelmatig te ontdoen van bodembedekking en vuil. Onder de afbeelding hieronder vind je de verschillende soorten cavia's met lang haar.
Sheltie cavia – Deze langharige schoonheid staat bekend om zijn, je raad het al: Langeharige vacht. De Sheltie cavia heeft lange lokken over het gehele lichaam maar op de snuit zijn de haren een stuk korter. De glanzende vacht van een Sheltie cavia is heerlijk zacht maar vraagt wel wat meer verzorging dan de kortharige cavia. De meeste Sheltie cavia’s zijn vrij rustig in en rondom de caviakooi.
Coronet cavia – De Coronet cavia is te vergelijken met de Sheltie cavia met zijn lange vacht. Het voornaamste verschil tussen deze twee cavia’s is het feit dat de Coronet cavia een kruin heeft midden op het hoofd. De haren van deze cavia kunnen tot wel 20 a 25 cm lang worden! Deze cavia houdt wel van aandacht en is dan ook vrij makkelijk tam te maken.
Langhaar cavia – Een langhaar cavia was de eerste cavia in Nederland met een lange vacht. Deze cavia wordt ook wel Peruvian genoemd en kenmerkt zich door de kruin op de kop, de haren vallen bij deze cavia naar voren waardoor hij een soort van pony krijgt. Een mooie cavia welke wel de nodige vachtverzorging vraagt.
Texel cavia – De Texel cavia is als het ware een gekrulde Sheltie. Deze cavia heeft een lange gekrulde vacht welke zijdezacht maar stevig aanvoelt. Doordat deze cavia snel last krijgt van klitten is het een must de vacht goed te verzorgen. De lichaamsbeharing van deze cavia wordt ongeveer 12 centimeter lang.
Merino cavia – De Merino cavia is in grote lijnen een Coronet cavia met krullen. Zoals deze combinatie ook terug te zien is bij de Sheltie en Texel cavia’s. De Merino cavia is niet erkend in Nederland maar wel in onze buurlanden België en Duitsland. Ook deze cavia vraagt de nodige vachtverzorging daar de vacht van een Merino cavia vrij snel kan gaan vilten.
Alpaca cavia – De alpaca cavia heeft een lange vacht met krullen. Deze cavia is vrij zeldzaam, er zijn maar weinig fokker welke zich toeleggen op het fokken van een Alpaca cavia. Hiernaast is dit ras niet erkend in Nederland. Deze cavia heeft de genen van de Peruvian cavia maar heeft ook kenmerken van de Rex cavia. Een bijzonder exemplaar dus.
Lunkarya cavia – Deze bijzondere verschijning heeft een uitzonderlijk en opvallend uiterlijk. De Lunkarya cavia heeft een lange vacht met een speciale krul welke afwijkt van alle andere cavia’s met krulvacht. Deze cavia heeft een vacht welke vetter en stugger aanvoelt dan de andere gekrulde cavia’s. De Lunkarya cavia wint populariteit en komt steeds vaker voor in fokprogramma’s, ook omdat deze cavia een rustig en vriendelijk karakter heeft.
Cavia’s zijn echte groepsdieren, iedere cavia vervult binnen de groep zijn eigen rol. Zo kunnen ze veilig samenleven en beter vluchten of optreden tegen roofdieren. Het grootste deel van de dag zoeken cavia’s naar eten. Ze zijn vooral actief in de ochtend en avond, als het schemert. Cavia’s dutten in holletjes die ze zelf maken of vinden.
Een hok voor twee cavia’s moet minimaal 120 x 50 cm zijn. Het hok hoeft niet hoger te zijn dan 50 cm, want cavia’s kunnen niet hoog springen of klimmen. Een cavia moet wel voldoende ruimte hebben om te kunnen rennen. Je kunt ook een ren aan het hok vastmaken of de cavia’s regelmatig in een aparte ren zetten.
Allereerst heeft een kooi bodembedekking nodig. Je kunt hier hennepvezel of zaagsel voor gebruiken. Verder heeft je cavia een voerbakje, drinkfles en een schuilplaats nodig (zoals een huisje). Cavia’s moeten zich kunnen verstoppen. Zorg ervoor dat het hok van een cavia lekker schoon is zodat de dieren niet in hun eigen uitwerpselen hoeven te leven, maar hoe vaak moet je dan het hok schoonmaken? Verschoon de kooi, drinkfles (inclusief nippel) en voerbakjes minstens een keer per week. Geef je cavia’s dagelijks schoon water en haal de restjes groenvoer iedere dag weg.
6.3 Voeding
Voeding
6.4 Gedrag en voortplanting
Voortplanting
Een mannetjes cavia noem je een beertje. Een vrouwtjes cavia noem je een zeugje. Een cavia kan op een leeftijd van vier weken al vruchtbaar zijn. Als je niet wilt dat het beertje (mannetjes cavia) nog baby’s kan maken dan moet je de cavia laten castreren bij een dierenarts. Het beertje mag pas gecastreerd worden vanaf 4 maanden. Een cavia heeft een draagtijd van 65 tot 72 dagen.
Let op: na het werpen is de cavia direct weer vruchtbaar. Wanneer de cavia jongen krijgt, krijgt zij gemiddeld 2 tot 4 jongen. Een pasgeboren cavia weegt tussen de 60 en 110 gram. Als de kleintjes 300 gram wegen is het verstandig ze van de moeder weg te halen. Zeugjes en beertjes moeten na vier weken ook van elkaar gescheiden worden.
Test je kennis - Cavia's
Praktijk opdracht - Cavia's
7. Geiten
Vandaag gaan we aan de slag met het onderwerp geit.
Informatie
Theorievragen
Praktijkopdracht
8. Paard
Informatie
Huisvesting
Theorievragen
Praktijkopdracht
Leerjaar 2
1. Konijn
2. Geit
3. Schaap
4. Vijf vrijheden van Brambell
5. Gezondheidscheck
Leerjaar 3
Leerjaar 4
Profiel module 1 - Groene productie
Diersoorten, rassen en typen
Diersoorten, rassen en typen
Wereldwijd zijn er miljoenen diersoorten, van groot (olifant) tot klein (mier). Diersoorten kun je in dierrassen onderverdelen. En dat is heel nuttig. Als je iets wilt weten over een dier, bijvoorbeeld over zijn gedrag, de verzorging of de voeding, is het handig als je weet met welke diersoort of wel ras je te maken hebt.
Diersoorten
Dieren kun je onderverdelen in soorten. Voorbeelden van diersoorten zijn: varkens, schapen, koeien, konijnen, cavia's en nog veel meer. Dieren behoren tot dezelfde soort als ze vruchtbare nakomelingen kunnen voortbrengen.Sommige dieren kunnen wel met elkaar paren en kinderen krijgen, maar kunnen geen vruchtbare nakomelingen krijgen. Deze dieren behoren dan niet tot dezelfde soort. Neem bijvoorbeeld een paard en een ezel. Deze dieren kunnen paren, maar krijgen geen vruchtbare nakomelingen.
Rassen
Een diersoort kun je onderverdelen in rassen. Een ras is een groep dieren met grootendeels dezelfde eigenschappen, maar ze kunnen wel van elkaar verschillen qua grootte, kleur, vachttype etc. Soms lijken rassen van hetzelfde soort niet op elkaar. Dit heeft vaak ook te maken met waar het dier vandaan komt.
Typen bij productiedieren
Bij productiedieren (dieren die producten leveren en ons geld opleveren) zijn ras en raszuiverheid net zo belangrijk. Er wordt vooral gelet op het doel waarvoor het dier ingezet wordt. Productiedieren worden dan vaak ook ingedeeld naar type. Het type geeft het doel aan waarvoor het dier gehouden wordt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een melktype (een dier dat wordt gehouden voor de melk) of een vleestype (een dier dat wordt gehouden voor het vlees. Uiteraard kan een dier ook meerdere typen/doelen hebben. Denk bijvoorbeeld aan een melk-vleestype koe. Dit is een koe die voor zowel de melk als het vlees wordt gehouden. Soms worden dieren ook als gezelschapsdier gehouden (dieren die ons geld kosten en gezelligheid bieden). Zo'n dier heeft als type: hobbytype.
Het wassen van je handen na het aanraken van een dier is heel belangrijk. Weet jij ook waarom? Na het aanraken van dieren zitten er allemaal bacterin op je handen. Als je daarna een boterham of iets anders gaat eten neem je deze bacteriën in je op. Daar kan je ziek van worden. Als een ziekte van dier naar een mens over kan gaan noem je dit een zoönose. Het is dus belangrijk dat je altijd na het werken met dieren je handen goed wast.
Eigenlijk is er ook nog een stap 6. Bij stap 6 gooi je papieren wegwerpdoek in de juiste prullenbak.
Het wassen van je handen na het aanraken van een dier is heel belangrijk. Weet jij ook waarom? Na het aanraken van dieren zitten er allemaal bacterin op je handen. Als je daarna een boterham of iets anders gaat eten neem je deze bacteriën in je op. Daar kan je ziek van worden. Als een ziekte van dier naar een mens over kan gaan noem je dit een zoönose. Het is dus belangrijk dat je altijd na het werken met dieren je handen goed wast.
Het arrangement Profiel groen - Dier is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Populaire huisdieren
Test jezelf - Productiedier of gezelschapsdier?
Diernamen
Algemeen konijn
Dierverblijven
Voeding
Gedrag en voortplanting
Test je kennis - konijn
Test
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.