NE Lezen voor gevorderden

NE Lezen voor gevorderden

0. Info startweek

Inhoud en eXplore miles

Waar gaat deze quest over?

Deze quest gaat over het ontwikkelen van je leesvaardigheid.

Hij hoort bij het domein Nederlands.

 

Je leert...

  • ... wat samenvatten tot een nuttige vaardigheid maakt;
  • ... vragen stellen over een tekst;
  • ... hoofd- en bijzaken onderscheiden;
  • ... wat een kernzin is;
  • ... hoe je een kernzin kan herkennen;
  • ... wat tekstverbanden zijn;
  • ... wat de functie is van signaalwoorden;
  • ... hoe je signaalwoorden kunt herkennen en verklaren;
  • ... hoe je samenhang aanbrengt d.m.v. signaalwoorden

 

Welke producten moet je leveren?

Voor deze quest moet je de volgende producten leveren:

  • Motivatiemotor - Tegel in Egodact;
  • Alle opdrachten bij stap 1a, 1b, 1d, 1e, 1f, 2a, 2b, 2c, 2d, 2e en 3;
  • Feedback van je vakcoach na stap 1f, 2e en 3. Reflecteer op de feedback die je hebt gekregen. Wat heb je ervan geleerd en wat heb je ermee gedaan?
  • Refective journal - Alle vragen op deze pagina zijn beantwoord.

 

 

VERWACHTING VOORDAT JE BEGINT

Deze quest wordt ondersteund met bloX.

  • Houd de informatie van de blox Nederlands in de gaten, zodat je weet wat wanneer wordt uitgelegd. Zorg dat je jezelf inschrijft voor de bloX als je daar bij wilt zijn.

  • Laat bij de vakcoach weten dat je deze quest gekozen hebt.

 

eXplore miles

 

Deze quest levert jou 10 eXplore miles op als je hem helemaal doorloopt, alle stappen zet en alle deliverables op tijd levert. Je werkt individueel. Liever samenwerken? Overleg het met je vakdocent.

Routeplanner

Jij begint

Motivatiemotor

Maak een tegel aan in Egodact. Beschrijf daarin waarom jij het belangrijk vindt om aan jouw leesvaardigheid te werken. Je kunt de vragen onderaan deze pagina daarbij gebruiken.

 

Verderkijker

Door veel te lezen, leer je jezelf, anderen en de wereld beter kennen. Je ontwikkelt een grotere woordenschat en het helpt je om je gevoelens en gedachten beter onder woorden te brengen. Het ontwikkelen van jouw strategische leesvaardigheid helpt je niet alleen een beter lezer te worden, maar ook om je concentratievermogen te verbeteren.

In deze quest voor de gevordere lezer leer je belangrijke strategieën die je een effectievere lezer maken. Dat betekent dat je niet alleen tijd wint, maar vooral ook dat je beter leert begrijpen wat er staat. Zo leer jij steeds moeilijkere teksten zelfstandig te lezen. En wie op een hoger niveau gaat lezen, gaat ook op een hoger niveau denken.
En als jij bewust leert kijken naar hoe een goede tekst in elkaar zit, is de kans bovendien groot dat jij zelf ook betere teksten gaan schrijven.

Voorafgaand aan deze quest denk je eerst na over hoe het nu gesteld is met jouw leesvaardigheid. Hoe zou je jezelf beoordelen?

➜ Beoordeel jouw eigen leesvaardigheid. Hoe is het gesteld met jouw strategisch lezen? Leg je antwoord uit. De volgende vragen kunnen je helpen om een goed antwoord te geven:

  • Hoe is je woordenschat? Wat doe je als je een woord tegenkomt dat je nog niet kent?
  • Welke begrippen komen in je op als je denkt aan leesvaardigheid / strategisch lezen?
  • Zie jij op tegen een lange tekst, of ken je manieren om ze te lijf te gaan? Vertel hoe jij dat aanpakt.
  • Heb je diatoetsen gemaakt? Zo ja, hoe scoorde je op leesvaardigheid en woordenschat?
  • Wat heb je al gedaan om aan je leesvaardigheid te werken? Bijvoorbeeld op de basisschool of in het vorige schooljaar?

1 - Kernzinnen en samenvatten

Introductie

In dit eerste onderdeel van de quest leer je in vijf stappen hoe je de kernzinnen in een tekst kan herkennen. In de laatste stap schrijf je zelf een samenvatting. Dit onderdeel is voor alle niveaus gelijk.

 

Je werkt in dit onderdeel aan de volgende leerdoelen:

  • Je begrijpt waarom samenvatten een nuttige vaardigheid is;
  • Je kunt vragen stellen over een tekst die je helpen bij het
    vinden van belangrijke informatie;
  • Je onderscheidt hoofd- en bijzaken;
  • Je weet wat een kernzin is;
  • Je kunt een kernzin herkennen.

 

Je maakt heel opdracht 1 in één bestand in Pages. Maak nu een bestand aan en noem hem 'Gevorderde lezer - opdracht 1'. Wanneer je opdracht 1 hebt afgerond, vraag je om feedback.

Stap 1a - Waarom samenvatten?

➜ Open je bestand 'Gevorderde lezer - opdracht 1'. Zet hier de antwoorden op de opdrachten
  in. Vergeet niet de opdrachten nummers te geven. Je begint met "Opdracht 1 - stap a".

 


Waarom zou je leren samenvatten?

Wanneer je een lange tekst voor je neus hebt liggen, zie je er misschien wel eens tegenop om te gaan lezen. Je vraagt je wellicht af hoe je al die informatie moet onthouden, of je twijfelt of je de concentratie wel op kan brengen.

Dat is allemaal heel begrijpelijk en je bent niet de enige. Gelukkig zijn er manieren om het gemakkelijker en leuker te maken. Als je herkent welke informatie belangrijk is, hoef je minder aandacht te besteden aan de onbelangrijke informatie. Wie dus goed kan samenvatten, kan veel tijd winnen. Je houdt dan bovendien meer ruimte over in je hoofd, die je kan gebruiken om na te denken over wat je hebt gelezen.

Weet je nog hoe je hebt leren fietsen? In het begin ben je heel erg geconcentreerd op het fietsen. Om niet om te vallen, moest je op heel veel dingen tegelijk letten en je volle aandacht erbij houden. Maar als je nu naar school fietst, kun je waarschijnlijk zonder nadenken op je fiets blijven zitten, op het verkeer letten en je route bepalen. Tegelijkertijd kun je nog bedenken wat je gaat eten als je thuis komt.

Net als voor fietsen, geldt hier: hoe meer je het samenvatten oefent, hoe beter je erin wordt. En als je eenmaal hebt geleerd om onbelangrijke informatie te filteren, fiets jij straks op de automatische piloot door een tekst heen.

Opdracht 1 - stap a
➜ Lees de theorie hierboven aandachtig door. Beantwoord daarna de vraag:

Waarom zou je willen leren samenvatten? Schrijf je antwoord op in ongeveer drie zinnen en zet het in je Pages bestand. Je kunt bovenstaande tekst gebruiken voor je antwoord, maar je mag ook zelf redenen bedenken, om te leren samenvatten.

 

 

Stap 1b - Vragen stellen

➜ Open je bestand 'Gevorderde lezer - opdracht 1'. Je gaat verder met "Opdracht 1 - stap b".

 

We beginnen met een korte oefening:
Probeer je in te leven in de volgende situatie: je zit in de bioscoop en er komt een filmtrailer voorbij.

 

➜ Bekijk onderstaande trailer:

 

Je komt thuis van de bioscoop en je denkt nog eens aan de trailer die je hebt gezien. Je bent nieuwgierig geworden naar Michiel de Ruyter. Wie is dat eigenlijk? Je besluit zijn naam te googlen en je komt onderstaande tekst tegen.

 

➜ Bedenk voordat je de tekst bekijkt, wat je zou willen weten over Michiel de Ruyter. Waar ben je nieuwsgierig naar? De antwoorden op jouw eigen vragen, bevatten waarschijnlijk belangrijke informatie.

 

Het leven van Michiel de Ruyter

Michiel Adriaenszoon de Ruyter werd op 24 maart 1607 in Vlissingen geboren. Hij was een zoon van een zeeman. Als kind was hij een gewone jongen, die meer van spelen hield dan van leren. Zijn ouders lieten hem op jonge leeftijd werken in een touwslagerij. Hier werd touw gemaakt door verschillende draden in elkaar te draaien met behulp van een wiel.

Op elfjarige leeftijd mocht Michiel de Ruyter als scheepsjongen mee naar zee. In de periode 1618 tot 1650 kreeg hij steeds belangrijker functies op handelsschepen. Zo werd hij stuurman en later kapitein.

In 1650 besloot De Ruyter te stoppen als zeeman om te gaan rentenieren. Hij kocht een huis en ging op in het gezinsleven.

Aan het begin van de Eerste Engelse Oorlog (1652-1654) liet De Ruyter zich toch overhalen om bij de marine van de Republiek te gaan werken. Daar werd hij benoemd tot opperbevelhebber van de oorlogsvloot.

In de Tweede (1665-1667) en Derde Engelse Oorlog (1672-1674) behaalde Michiel de Ruyter met zijn schip de Zeven Provinciën vele overwinningen voor de Republiek. Hij werd steeds beroemder. Zo behaalde hij veel overwinningen tijdens de Vierdaagse Zeeslag in 1666, de tocht naar Chatham in 1667 en de zeeslag bij Schooneveld in 1673.

Tijdens een zeeslag in de Middellandse Zee op 22 april 1676 werd hij door een kanonskogel in beide benen geraakt en stierf hij aan zijn verwondingen. De plechtige begrafenis volgde bijna een jaar later. Zijn graf in de Nieuwe Kerk in Amsterdam is tot op de dag van vandaag te bewonderen.

(Naar: Memo. Handboek 2 vmbo-t/havo)

Opdracht 1 - stap b
Welke vragen heb je voor jezelf gesteld? Stonden de antwoorden in de tekst?
Op deze vraag kunnen veel verschillende antwoorden gegeven worden. Je kunt jouw antwoord bespreken met je vakcoach.

Stap 1c - Kernzinnen

Lees de theorie op deze pagina aandachtig door. Er zijn in deze stap geen opdrachten voor in je Pages bestand.

 

We gaan nu de hoofdzaken (belangrijke informatie) en bijzaken (onbelangrijke informatie) van elkaar scheiden. In de tabel hieronder vind je een kort overzicht. Je kunt voor meer uitleg hierover ook deze video bekijken.

Hoofdzaken Bijzaken
Feiten Voorbeelden
Jaartallen Grapjes en verhaaltjes (anekdotes)
Kenmerken van het onderwerp Extra uitleg / toelichtingen

 

De hoofdzaken vind je in de kernzin van de alinea. Deze zin geeft een overzicht van wat er in de hele alinea verteld wordt.


Hoe vind je de kernzin in een alinea?

  • De kernzin is vaak de eerste zin. Daarna volgt de uitleg. Zoals je hierboven hebt gelezen, hoort een uitleg niet thuis in je samenvatting.
  • De kernzin kan ook de tweede of de derde zin zijn, gevolgd door de uitleg. In dat geval begint de alinea meestal met een inleidende zin of een zin die de alinea verbindt aan de voorgaande.

Voorbeeld 1:
Nu de Boekenweek in volle gang is, staat de Nederlandse literatuur in de schijnwerpers. Maar als je het de Nederlandse jongeren vraagt, krijgen Engelse boeken massaal de voorkeur. De verkoopcijfers schieten door het dak en op sociale media worden filmpjes van Engelstalige boeken gedeeld voor een miljoenenpubliek. (Bron: NOS)

Voorbeeld 2:

Jan Willem Poot, oprichter van Yes We Can Clinics, die veel jeugdige gameverslaafden behandelt, gaat nog een stap verder. Hij pleit voor een verbod op games met "verslavende elementen voor minderjarigen", zoals hij ze noemt. (Bron: NOS)

  • De kernzin kan ook de laatste zin van de alinea zijn. In dat geval is de kernzin vaak een conclusie. Je herkent die zin vaak aan signaalwoorden, zoals dus, of kortom.
    In onderstaand voorbeeld herken je hem aan het woord 'conclusie'.

Voorbeeld 3:
Maar juist deze soorten zijn vaak belangrijk voedsel voor insecten, die uit kunnen sterven als ze niet meer genoeg voedsel hebben. En dat is dan weer erg lastig voor vogels, want ook zij hebben daardoor minder eten en kunnen uitsterven.

Ook vissen hebben last van stikstof omdat waterplanten er zo hard van groeien dat er weinig zuurstof in het water meer over is voor de dieren. Conclusie: teveel stikstof is slecht voor de biodiversiteit, er komen steeds minder verschillende planten en dieren. (Bron: NOS)

 

 

Stap 1d - Kernzin eerste alinea

Open je bestand 'Gevorderde lezer - opdracht 1'. Je gaat verder met "Opdracht 1 - stap d".

 

Lees hieronder eerste alinea van de tekst:

 

Michiel Adriaenszoon de Ruyter werd op 24 maart 1607 in Vlissingen geboren.

Hij was een zoon van een zeeman.

Als kind was hij een gewone jongen, die meer van spelen hield dan van leren.

Zijn ouders lieten hem op jonge leeftijd werken in een touwslagerij.

Hier werd touw gemaakt door verschillende draden in elkaar te draaien met behulp van een wiel.

 

➜ Opdracht 1 - stap d
In deze eerste alinea introduceert de schrijver het onderwerp en we krijgen feiten en jaartallen. Er staat ook een verhaaltje en een toelichting in deze alinea. Zet de kernzin in je Pages bestand.

 

Je hebt nu de kernzin van alinea 1 bepaald. Dit is het begin van je samenvatting! Nu kun je verder met de rest van de tekst.

Stap 1e - Kernzinnen rest van de tekst

Open je bestand 'Gevorderde lezer - opdracht 1'. Je gaat verder met "Opdracht 1 - stap e".

 

Je gaat straks de kernzinnen van de andere alinea's bepalen. Als je bent vergeten welke informatie thuis hoort in een kernzin, ga dan nog eens terug naar de theorie.

Het leven van Michiel de Ruyter

Michiel Adriaenszoon de Ruyter werd op 24 maart 1607 in Vlissingen geboren. Hij was een zoon van een zeeman. Als kind was hij een gewone jongen, die meer van spelen hield dan van leren. Zijn ouders lieten hem op jonge leeftijd werken in een touwslagerij. Hier werd touw gemaakt door verschillende draden in elkaar te draaien met behulp van een wiel.

Op elfjarige leeftijd mocht Michiel de Ruyter als scheepsjongen mee naar zee. In de periode 1618 tot 1650 kreeg hij steeds belangrijker functies op handelsschepen. Zo werd hij stuurman en later kapitein.

In 1650 besloot De Ruyter te stoppen als zeeman om te gaan rentenieren. Hij kocht een huis en ging op in het gezinsleven.

Aan het begin van de Eerste Engelse Oorlog (1652-1654) liet De Ruyter zich toch overhalen om bij de marine van de Republiek te gaan werken. Daar werd hij benoemd tot opperbevelhebber van de oorlogsvloot.

In de Tweede (1665-1667) en Derde Engelse Oorlog (1672-1674) behaalde Michiel de Ruyter met zijn schip de Zeven Provinciën vele overwinningen voor de Republiek. Hij werd steeds beroemder. Zo behaalde hij veel overwinningen tijdens de Vierdaagse Zeeslag in 1666, de tocht naar Chatham in 1667 en de zeeslag bij Schooneveld in 1673.

Tijdens een zeeslag in de Middellandse Zee op 22 april 1676 werd hij door een kanonskogel in beide benen geraakt en stierf hij aan zijn verwondingen. De plechtige begrafenis volgde bijna een jaar later. Zijn graf in de Nieuwe Kerk in Amsterdam is tot op de dag van vandaag te bewonderen.

(Naar: Memo. Handboek 2 vmbo-t/havo)

➜ Opdracht 1 - stap e
➜ Bepaal nu de kernzinnen van de andere alinea's. Neem alle kernzinnen die je hebt gevonden over in je Pages bestand. Begin met de kernzin die je in de inleiding al gevonden had. Vind je dit nog moeilijk, vraag je vakcoach dan om hulp.

Stap 1f - Volg je nieuwsgierigheid

Open je bestand 'Gevorderde lezer - opdracht 1'. Je gaat verder met "Opdracht 1 - stap f".

Let op: na stap f  moet je om feedback vragen.

Volg nu jouw nieuwsgierigheid! Welk onderwerp vind jij interessant? In deze stap ga je zelf een artikel zoeken om samen te vatten. Dit kan een informatief artikel zijn over een thema dat jou interesseert, of een nieuwsartikel dat jouw aandacht trekt. Voor veel krantenartikelen heb je een (online) abonnement nodig. Misschien hebben je ouders zo'n abonnement, maar je mag ook je vakcoach vragen tijdens een bloX.

 

Waar kun je gratis artikelen vinden?

  • NOS.nl
  • NU.nl
  • Websites van tijdschriften

 

➜ Opdracht 1 - stap f
Zet een link naar je gekozen artikel in je Pages bestand. Is je artikel niet online te vinden, omdat het bijvoorbeeld uit een tijdschrift komt, link dan in Egodact naar een foto.
Voordat je begint met je samenvatting, is het handig om voor jezelf duidelijk te hebben wat het onderwerp van je tekst is. Waar gaat jouw tekst over? Zet dit in je Pages bestand.
Wat denk je te weten te komen als je dit artikel leest? Welke vragen heb je over dit thema? Zet ook deze vragen in je Pages bestand.
Zoek de kernzinnen in jouw artikel en maak in je Pages bestand een samenvatting van je artikel. Als je het even niet meer weet, kun je altijd terug naar het kopje 'Kernzinnen - Hoe vind je ze?' in deze quest.

 

➜ Zet je Pages bestand (Gevorderde lezer - opdracht 1) in Seesaw en zet een link in je logboek in Egodact.

 

Let op: vraag nu om feedback.

Reflectie

In onderdeel 1 werkte je aan de volgende leerdoelen:

 

1. Je begrijpt waarom samenvatten een nuttige vaardigheid is;

 

 

 

2. Je kunt vragen stellen over een tekst die je helpen bij het
vinden van belangrijke informatie;

 

 

 

3. Je onderscheidt hoofd- en bijzaken;

 

 

 

4. Je weet wat een kernzin is;

 

 

 

5. Je kunt een kernzin herkennen.      

 

➜ Neem de tabel over. Geef per leerdoel aan met een kruisje in hoeverre jij vindt dat je dit behaald hebt.
➜ Zet je reflectie  (opdracht 1 - reflectie) in Seesaw en zet een link in je logboek in Egodact.

 

2 - Tekstverbanden

Introductie

In opdracht 2 leer je in vijf stappen wat tekstverbanden zijn, wat signaalwoorden zijn en wat je eraan hebt. Opdracht 2a t/m 2d is voor alle niveau's hetzelfde. Let op: bij opdracht 2e kies je de opdracht die past bij je ambitieniveau.
Uiteindelijk ga je in opdracht 3 zelf een schrijfopdracht maken, waarin je de kennis die je hebt opgedaan gaat toepassen.

 

Je werk in dit onderdeel aan de volgende leerdoelen:

  • Je weet wat tekstverbanden zijn;
  • Je begrijpt wat de functie is van signaalwoorden;
  • Je kunt signaalwoorden herkennen en verklaren;
  • Je weet hoe je samenhang aanbrengt d.m.v. signaalwoorden.

 

Je maakt heel opdracht 2 in één bestand in Pages. Maak nu een bestand aan en noem hem 'Gevorderde lezer - opdracht 2'. Wanneer je opdracht 2 hebt afgerond, vraag je om feedback.

Stap 2a - Waarom tekstverbanden?

➜ Open je bestand 'Gevorderde lezer - opdracht 2'. Je gaat verder met "Opdracht 2 - stap a".

 

Voordat je gaat leren welke tekstverbanden en signaalwoorden er allemaal zijn, wil je waarschijnlijk wel weten waarom dat handig is om te weten.

Daarom gaan we kijken naar de verschillen tussen een tekst zonder en mét signaalwoorden. Daarvoor gebruiken we een tekst van de website van de NOS.

 

➜  Bekijk de titel en het plaatje.

 

Waarom mag je pas stemmen als je 18 bent?

 


Je krijgt nu twee alinea's te zien, waarin de signaalwoorden ontbreken:


VERSIE A:

Waarom is de leeftijd om te stemmen 18 jaar?

Op je achttiende ben je in de ogen van de wet volwassen. Je moet belastingaangifte doen. Je wordt berecht als volwassene. Je moet allerlei besluiten nemen. Je ben dan ook nog juridisch aansprakelijk. Over (bijna) de hele wereld werd bepaald dat 18 jaar de leeftijd is waarop je mag gaan stemmen.

 

➜ Hieronder zie je de eerste alinea opnieuw (versie B). Vergelijk de twee versies van de tekst en zoek de verschillen.

 

VERSIE B:

Waarom is de leeftijd om te stemmen 18 jaar?

Op je achttiende ben je in de ogen van de wet volwassen: je moet belastingaangifte doen, je wordt berecht als volwassene en je moet allerlei besluiten nemen, waarvoor je dan ook nog juridisch aansprakelijk bent. Daarom is over (bijna) de hele wereld bepaald dat 18 jaar ook de leeftijd is waarop je mag gaan stemmen.

 

Opdracht 2 - stap a
➜ Welke woorden zie je in versie B, die niet in versie A staan? Dat zijn de signaalwoorden! Zet deze in je Pages bestand.
➜ Welke versie vind je duidelijker, versie A of versie B? Probeer onder woorden te brengen waarom je dat vindt. Wat is precies duidelijker geworden? Hebben de signaalwoorden daarbij een rol gespeeld?

 

Hieronder staat de tweede alinea van versie B. De volgende signaalwoorden ontbreken nog:

- bijvoorbeeld

- ook

Over die stemleeftijd is nu wel discussie. Steeds meer deskundigen vinden dat-ie omlaag moet, ............... naar 16 jaar. Politicoloog Sarah de Lange is één van die deskundigen. Ze gaf daarover ............... advies aan het kabinet.

 

Opdracht 2 - stap a (vervolg)
➜ Neem bovenstaande tekst over in je Pages bestand.
➜ Plaats de twee signaalwoorden op de juiste plaats in de tekst.

 

 

 

Stap 2b - Welke tekstverbanden zijn er?

➜ Open je bestand 'Gevorderde lezer - opdracht 2'. Je gaat verder met "Opdracht 2 - stap b".

Je hebt nu gezien hoe signaalwoorden een tekst duidelijker maken. Ze geven aan wat zinnen of hele alinea's met elkaar te maken hebben. Ze geven dus het tekstverband aan.

In deze stap maak je kennis met verschillende tekstverbanden.

➜ Om te beginnen bekijk je onderstaande video. Als je de uitleg liever leest, kun je ook de pdf downloaden:

Theorie over signaalwoorden en tekstverbanden

 


Je hebt nu kennis gemaakt met de theorie door de video te bekijken, of de pdf te lezen. Om zeker te weten dat je de belangrijkste twee begrippen kent, beantwoord je nu twee vragen.

Opdracht 2 - stap b
➜ Hoe noem je het verband tussen twee zinnen die met elkaar verbonden zijn?
➜ Hoe noem je het woord dat twee zinnen met elkaar verbindt?
➜ Zet je antwoorden in je Pages bestand.

Stap 2c - Signaalwoorden herkennen

➜ Open je bestand 'Gevorderde lezer - opdracht 2'. Je gaat verder met "Opdracht 2 - stap c".

 

In de vorige stap heb je een video bekeken. Je weet nu wat tekstverbanden zijn en je hebt een aantal signaalwoorden voorbij zien komen. Die woorden kwamen je vast wel bekend voor. Je komt ze namelijk overal tegen! Luister bijvoorbeeld maar eens naar het nummer Nos Baranca van de Eindhovense rapper Fresku.

 

Beluister het nummer in onderstaande video.

 

Misschien heb je tijdens het luisteren al een paar signaalwoorden kunnen ontdekken. De volgende oefeningen zullen je helpen om er nog meer te leren herkennen.

 

Opdracht 2 - stap c
➜ In het eerste gedeelte van de tekst zijn veel signaalwoorden weggelaten en vervangen door een nummer. Luister goed naar wat Fresku rapt en zet de ontbrekende woorden in je Pages bestand. Vergeet niet de woorden het juiste nummer te geven.

 

FreskuNos Baranka


Ze was verre van een pure vrouw

Nooit in Nederland geweest ze kende alleen maar Curaçao

  1   ze was arm, deze vrouw was straatarm

Niet af te zien van haar kleding, nee, het type die het duurste wou

  2   ook al had ze niks, wilde ze dat niet laten zien aan haar omgeving

Uit schaamte   3   ze arm is

Haar rijkdom is dat ze verstandig is

En dat wilde ze delen met haar dochter die koppig en   4  
opstandig is

  5   ze mist een vaderfiguur,

  6   de jongens waar ze op valt

  7   dat het haar nog steeds niet opvalt

Hoe een jongen omgaat met de vrouwen op straat

Dat hij niet beter weet als hij zwangere vrouwen verlaat

  8   haar moeder heeft ook fouten gemaakt

Ze is een product van die fouten en ze wordt steeds ouder, nou is het laat

  9   is ze zestien met een grote zwak voor boys, materialistisch opgevoed en papa was er nooit

Ook al was ze mooi, kende ze haar waarde niet

  10   dat ze haar leven voor een gozer had verklooid

Mama zei haar: “zoek een jongen die voor jou de rekening betaalt.”

Ze werd verliefd op een dealer,   11   had ze enigszins gefaald

Want deze jongen brengt wel brood op de plank

  12   hij doet er niks voor, hij blowt op de bank

En mama vond haar met hem bloot op de bank

  13   maakte ruzie met hem en zij koos voor zijn kant

En trok bij hem in terwijl hij   14   woont bij z’n mams

Ze dacht alleen maar met haar hart

Niet met haar hoofd en verstand

Hij dacht en handelde niet op het niveau van een man

Hij zag haar zwak voor hem,   15   hij bekokstoofde zijn plan

Een kruimeldief op zoek naar een grotere vangst

Dus hij bood haar een kans

  16   opportunisten zoeken mensen die een optie missen

Om ze op te lichten, maar ze brengen het als optimisten

Dus hij zei: “Maak je niet druk, no worry dushi, dit is vaker gelukt.”

Schijnheilig praatte hij rustig en boekte   17   de vlucht

Bespeelde haar met een kus

En streelde haar op d’r rug en zei: “Doe die zaken met drugs voor mij

En kom daarna terug, zo makkelijk klaar je de klus.”

 

Alle signaalwoorden die je in de vorige oefening hebt getypt, geven een tekstverband aan. Welke tekstverbanden zijn dat?

Opdracht 2 - stap c (vervolg)
➜ Neem het onderstaande schema over in je Pages bestand en vul links alle signaalwoord in die je in Nos Baranca hebt gevonden. Rechts typ je de bijbehorende tekstverbanden. Een aantal woorden is alvast voor je ingevuld.

 

Tip: voor een overzicht van de theorie kun je terug naar stap 2b, of kijk eens op deze padlet.


Je kunt steeds kiezen uit de volgende tekstverbanden: opsomming, reden, vergelijking, tegenstelling, tijdsvolgorde, conclusie, oorzaak-gevolg

 

Signaalwoorden Tekstverbanden
en opsomming
want reden
omdat  
   
   
net als  
   
  tegenstelling
   
vandaar  
   
   
   
  opsomming
   
   
   

 

Opdracht 2 - stap c (vervolg)
➜ Zoek nu zelf een tekst uit die je aanspreekt. Dat kan bijvoorbeeld een bladzijde zijn uit je favoriete boek, een couplet uit je favoriete Nederlandstalige nummer, een gedicht of een artikel.
Neem de tekst over in je Pages bestand. Je kunt ook naar de tekst of een foto linken.
Welke signaalwoorden en tekstverbanden zie je in jouw tekst? Neem onderstaand schema over in je Pages bestand en zet de eerste tien erin.

 

Signaalwoord Tekstverband
   
   
   
   
   
   
   
   
   

 

 

Stap 2d - Signaalwoorden verklaren

➜ Open je bestand 'Gevorderde lezer - opdracht 2'. Je gaat verder met "Opdracht 2 - stap d".

Je hebt nu geoefend met het herkennen van signaalwoorden en het benoemen van de bijbehorende tekstverbanden. Je hebt tekstverbanden leren herkennen om informatie beter te kunnen begrijpen. Daarom gaan we nu oefenen met het verklaren van tekstverbanden. Dat doen we door te luisteren naar gesprekken en andere geluidsopnames.

Je krijgt een aantal fragmenten te horen en er worden vragen gesteld. Een aantal vragen gaat over het benoemen van tekstverbanden. Bij andere vragen ga je iets zeggen over wat je hebt begrepen over de inhoud. De signaalwoorden die je hebt geleerd, kunnen je daarbij helpen.

 

Scan de QR-code en luister naar het fragment:

Opdracht 2 - stap d
Je hoort een stukje uit een interview tussen twee journalisten. Journalist Peter Pim Windhorst komt aan het woord. Welk signaalwoord voor tegenstelling gebruikt hij? Kies uit: maar, echter, daarentegen.
Welke twee zaken stelt hij tegenover elkaar?
Zet je antwoorden in je Pages bestand.

 

Scan de QR-code en luister naar het fragment:

Opdracht 2 - stap d (vervolg)
Welke signaalwoord hoor je?
Welk tekstverband hoort er bij het signaalwoord dat je hebt gehoord? Kies uit: reden, oorzaak-gevolg, conclusie, volgorde van tijd.
De zanger zingt: Ik verander voor jou. Welke reden geeft hij daarvoor?
Zet je antwoorden in je Pages bestand.

Stap 2e - Artikelen VWO

➜ Open je bestand 'Gevorderde lezer - opdracht 2'. Je gaat verder met "Opdracht 2 - stap e".

Let op: na stap e moet je om feedback vragen.

 

Lees de theorie op deze pagina en maak daarna de vragen.

Je hebt in stap c geoefend met het herkennen van signaalwoorden en in stap d heb je signaalwoorden gebruikt om informatie beter te begrijpen. Om zelf heldere teksten te kunnen schrijven, ga je zelf ook verbanden aangeven met signaalwoorden. Waarschijnlijk doe je dat al een beetje. Zonder signaalwoorden heb je namelijk alleen maar losse zinnen. Je hebt je signaalwoorden dus echt nodig om de zinnen met elkaar in verband te brengen.

In deze stap ga je leren hoe je dezelfde tekstverbanden kunt herkennen in een nieuwsartikel. Daarnaast doe je kleine schrijfoefeningen. Als je deze stap hebt afgerond, ben je helemaal klaar om zelf een tekst te schrijven!


Bij de volgende oefening heb je een tekst nodig van NU.nl. Klik op onderstaande knop om de tekst te lezen:

Artikel NU.nl

 

 

Opdracht 2 - stap e
Bekijk de titel, de plaatjes en de tussenkopjes. Lees ook de eerste en de laatste alinea. Typ daarna in een paar woorden het onderwerp van de tekst in je Pages bestand.

 

Hieronder staat alinea 10 van het artikel.

 

Meer water dan ooit in de Maas, en dat in de zomer

De waterschade als gevolg van lokaal gevallen regen lijkt erg genoeg. Zo treedt de Geul buiten de oevers. Daardoor raken in de plaats Valkenburg 2.300 huizen beschadigd en stort er een brug in. De totale schade in die plaats wordt geschat op 400 miljoen euro.

Opdracht 2 - stap e (vervolg)
➜ Welke signaalwoord voor het tekstverband 'voorbeeld' vind je in bovenstaande tekst?
➜ Welk voorbeeld wordt gegeven?
➜ Waar is het een voorbeeld van?
Zet je antwoorden in je Pages bestand.

 

In alinea 13 zie je onderstaande tekst:

Bij Maastricht dreigt een stuw het te begeven en bezwijkt later een kanaaldijk, maar het grootste deel van het water kan wegstromen dankzij maatregelen die na een dreigende watersnood in de jaren negentig waren genomen.

Kijk eens naar het dikgedrukte signaalwoord 'maar'. Dit signaalwoord geeft een tegenstellend verband aan.

Opdracht 2 - stap e (vervolg)
➜ Neem het stuk tekst over in je Pages bestand. Daarbij gebruik je in plaats van het woord 'maar' het signaalwoord 'toch'.
Tip: je hebt nu twee zinnen nodig.

 

 

➜ Lees de drie alinea's onder het kopje Drievoudig verband met klimaatverandering.

 

Er is een drievoudig verband. Daarmee wordt bedoeld dat er drie klimaatgerelateerde zaken zijn, die iets te maken hebben met de watersnood. Die drie zaken worden in deze drie alinea's opgesomd. We gaan die drie zaken straks opschrijven. Signaalwoorden kunnen je helpen om alle belangrijke informatie te vinden.

 

➜ Welke signaalwoorden voor opsomming heb je ook alweer allemaal geleerd? Noem er een aantal.
➜ Welke signaalwoorden voor opsomming zie je staan in de drie alinea's?
➜ Welke drie zaken die te maken hebben met klimaatverandering, worden hier opgesomd (in andere woorden: noem drie dingen die te maken hebben met klimaatverandering)?

Tip: Maak gebruik van de signaalwoorden voor opsomming die je hebt gevonden!

➜ Zet de antwoorden op deze drie vragen in je Pages bestand.

 

➜ Lees verder.

 

 

Je komt de volgende zin tegen:

Westenwinden nemen bij ons in de zomermaanden dan af, waardoor we langer achtereen hetzelfde weertype kunnen krijgen.

Het signaalwoord 'waardoor' is dikgedrukt. Dit is een signaalwoord voor het tekstverband oorzaak-gevolg.

➜ Zoek een ander signaalwoord voor hetzelfde tekstverband en zet hem in de plaats van het woord 'waardoor'. Zet de nieuwe zin in je Pages bestand.
Tip: je moet waarschijnlijk de volgorde van de zinnen veranderen.

 

➜ Zet je Pages bestand (Gevorderde lezer - opdracht 2) in Seesaw en zet een link in je logboek in Egodact.

 

Let op: vraag nu om feedback.

Stap 2e - Artikelen Kader/Mavo/Havo


Je hebt in stap 2 geoefend met het herkennen van signaalwoorden en in stap drie heb je signaalwoorden gebruikt om informatie beter te begrijpen. Om zelf heldere teksten te kunnen schrijven, ga je zelf ook verbanden aangeven met signaalwoorden. Waarschijnlijk doe je dat al een beetje. Zonder signaalwoorden heb je namelijk alleen maar losse zinnen. Je hebt je signaalwoorden dus echt nodig om de zinnen met elkaar in verband te brengen.

In deze stap ga je leren hoe je dezelfde tekstverbanden kunt herkennen in een artikel. Daarnaast doe je kleine schrijfoefeningen. Als je deze stap hebt afgerond, ben je helemaal klaar om zelf een tekst te schrijven!

➜ Zet de antwoorden op alle vragen in je Pages bestand. Noem het bestand (Gevorderde lezer - opdracht 2)

Bij de volgende oefening heb je een tekst nodig van het magazine 'Quest'. Klik op onderstaande knop om de tekst te bekijken:

 

Artikel 1: Waarom heb je niet door dat je droomt terwijl je droomt?

 

Opdracht 2 - stap e
Bekijk de titel, de plaatjes en de tussenkopjes. Lees ook de eerste en de laatste alinea. Typ daarna in een paar woorden het onderwerp van de tekst in je Pages bestand.

 

Lees nu de eerste alinea (dikgedrukt) en de tweede alinea.

Opdracht 2 - stap e (vervolg)
➜ Welk signaalwoord voor het tekstverband 'voorbeeld' vind je in de tweede alinea?
➜ Welke voorbeelden worden gegeven?
➜ Waar zijn het voorbeelden van?
➜ In dezelfde alina zie je het signaalwoord 'doordat'. Dit signaalwoord geeft een oorzaak-gevolg verband aan. Hoe kan het nou dat je de gekste dingen beleeft tijdens het slapen? Gebruik in je antwoord een signaalwoord.

 

Lees nu de vijfde alinea van het artikel.

Opdracht 2 - stap e (vervolg)
In de vijfde alinea vind je de volgende zin: Er zijn wel speculaties over, maar dat weten we eigenlijk niet. Speculeren betekent 'mogelijkheden bedenken'.
➜ Welk signaalwoord voor het tekstverband 'tegenstelling' zie je staan?
➜ Neem de zin over in je Pages bestand. Je maakt een aanpassing: gebruik in plaats van het signaalwoord 'maar' het signaalwoord 'toch'.
Tip: je hebt nu twee zinnen nodig.

 

Lees nu de laatste alinea van het artikel.

Opdracht 2 - stap e (vervolg)
➜ In de laatste alinea staat een signaalwoorden voor het tekstverband 'conclusie'. Welk signaalwoord is dit?
➜ Welke conclusie wordt er getrokken in de laatste alinea? Gebruik in je antwoord het signaalwoord voor conclusie 'dus'.

 

Bij de volgende oefening heb je een andere tekst nodig van het magazine 'Quest'. Klik op onderstaande knop om de tekst te bekijken:

Artikel 2 - Waarom zijn er verschillende talen?

 

Opdracht 2 - stap e vervolg
Er staan moeilijke woorden in de tekst. Kun jij toch het onderwerp bepalen? Bekijk de titel, de plaatjes en de tussenkopjes. Lees ook de eerste en de laatste alinea. Typ daarna in een paar woorden het onderwerp van de tekst in je Pages bestand.

 

Lees de twee alinea's onder het kopje Zo ontstaat een nieuwe taal.

Opdracht 2 - stap e vervolg
➜ Welke signaalwoorden voor opsomming heb je ook alweer allemaal geleerd? Noem er een aantal.
➜ Welk signaalwoord voor opsomming zie je staan in de twee alinea's?
➜ Welke twee oorzaken voor het ontstaan van nieuwe talen worden genoemd?

Tip: Maak gebruik van het signaalwoord voor voorbeeld en opsomming die je hebt gevonden!

 

➜ Zet je Pages bestand (Gevorderde lezer - opdracht 2) in Seesaw en zet een link in je logboek in Egodact.

 

 

Let op: vraag nu om feedback.

Reflectie

In onderdeel 2 werkte je aan de volgende leerdoelen:

 

1. Je weet wat tekstverbanden zijn;

 

 

 

2. Je begrijpt wat de functie is van signaalwoorden;

 

 

 

3. Je kunt signaalwoorden herkennen en verklaren;

 

 

 

4. Je weet hoe je samenhang aanbrengt d.m.v. signaalwoorden.

 

 

 

 

➜ Neem de tabel over. Geef per leerdoel aan met een kruisje in hoeverre jij vindt dat je dit behaald hebt.
➜ Zet je reflectie  (opdracht 2 - reflectie) in Seesaw en zet een link in je logboek in Egodact.

3 - Zelf schrijven

Introductie

In deze afsluitende opdracht ga je toepassen wat je hebt geleerd. Dat doe je door een tekst te schrijven, waarin je tekstverbanden gaat aangeven met signaalwoorden. De opdracht is niet voor iedereen hetzelfde. Je kiest in het menu de opdracht die hoort bij jouw ambitie. Er zijn twee mogelijkheden: Kader/Mavo en Havo/VWO.


Je werk in dit onderdeel aan het volgende leerdoel:

  • Je kunt samenhang in een tekst aanbrengen d.m.v. signaalwoorden.

 

Doe je de opdracht voor Kader/Mavo, dan krijg je daar een schema voor, online of op papier.

Doe je de opdracht voor Havo/VWO, maak dan nu een Pages bestand aan en noem hem 'Gevorderde lezer - opdracht 3'.

Wanneer je opdracht 3 hebt afgerond, vraag je om feedback.

Kader en mavo

Deze opdracht is voor leerlingen die Kader of Mavo ambitie hebben.

Je gaat een handleiding schrijven voor het in elkaar zetten van een boekenkast van Ikea. Om je tekst samenhangend te maken, heb je meerdere signaalwoorden nodig. Hieronder zie je een voorbeeld van een van de stappen in de handleiding. De signaalwoorden die zijn gebruikt, zijn onderstreept.

 


Jij gaat de rest van de handleiding schrijven. Je maakt deze opdracht op een werkblad. Je kunt dat digitaal doen (download dan hieronder het pagesbestand), maar je mag ook aan je vakcoach een papieren versie vragen.

Werkblad downloaden

 

➜ Zet je digitale werkblad in Seesaw en zet een link in je logboek in Egodact.
Bespreek jouw opdracht met je vakdocent. Verwerk de feedback die je krijgt in egodact.

Havo en VWO

Deze opdracht is voor leerlingen die Havo of VWO ambitie hebben.

Als afsluitende opdracht ga je zelf een artikel schrijven. Je bedenkt eerst een onderwerp waar je nieuwsgierig naar bent. Daarna ga je een tekst schrijven, waarbij je gebruik maakt van signaalwoorden, om verbanden aan te geven. Eerst moet je nog wat voorbereidend werk doen.

 

 

➜ Bedenk eerst een onderwerp waar je nieuwsgierig naar bent. Als je zelf iets hebt meegemaakt, waar je een artikel over kan schrijven, kun je dat natuurlijk ook gebruiken.

Tip: Als je het nog moeilijk vindt om zelf informatie te zoeken, kun je een artikel schrijven naar aanleiding van een item op het (jeugd)journaal.

 

➜ Kies nu de tekstsoort die je wilt schrijven: een informatief (nieuws)artikel of een betogend artikel.
Ga je informatie geven over een onderwerp of een gebeurtenis? Dan schrijf je een informatief nieuwsartikel. Wil je liever je mening geven over je onderwerp en je mening onderbouwen? Dan schrijf je een betogend artikel.

Onderstaande schema's kun je gebruiken, om je informatie te structureren. Zo kun je jouw artikel op de juiste manier opbouwen: je schrijft een inleiding, een kern en een slot. Je mag het schema downloaden en gebruiken. Je kunt je ingevulde schrijfschema aan je docent laten zien en om feedback vragen.

Download schrijfschema - informatief (nieuws)artikel

Download schrijfschema - betogend artikel

Tip: als je een artikel schrijft naar aanleiding van een video (bijvoorbeeld een item op het journaal), maak dan eerst een samenvatting van het item, waarin je alleen de hoofdzaken noteert. Zet die informatie vervolgens in het schrijfschema.

 

➜ Je hebt net informatie verzameld. Daar ga je straks een tekst mee schrijven. Welke signaalwoorden je nodig hebt, hangt af van wat je gaat vertellen. Kijk nog eens naar de theorie uit stap 2b en lees ook onderstaande theorie.


Welke tekstverbanden heb je nodig in jouw tekst? Ga je bijvoorbeeld in een informatief artikel uitleggen wat er met je lichaam gebeurt als rookt? Dan heb je signaalwoorden nodig voor oorzaak-gevolg. Als je dan meerdere gevolgen gaat noemen van roken, heb je ook signaalwoorden voor opsomming nodig.

Je kunt er ook voor kiezen je mening uiteen te zetten. Je bent bijvoorbeeld vóór of tegen huiswerk voor middelbare scholieren. Dan zul je argumenten (redenen) gaan geven die je mening ondersteunen. Daarvoor heb je signaalwoorden voor reden nodig:

"Huiswerk is belangrijk, omdat je de leerstof beter kan onthouden, wanneer je het herhaalt", of: "Huiswerk zou moeten worden afgeschaft, want vrije tijd is belangrijk voor scholieren".

Als je meerdere argumenten aan elkaar wil verbinden, heb je ook weer signaalwoorden voor een opsomming nodig.

 

Je maakt de rest van opdracht 3 in één bestand in Pages. Maak nu een bestand aan en noem hem 'Gevorderde lezer - opdracht 3'.

Opdracht 3
➜ Je hebt nu het voorbereidend werk gedaan en kunt de volgende vragen beantwoorden. Zet de antwoorden in je Pages bestand.
1. Over welk onderwerp ga je schrijven?
2. Wat voor soort tekst ga je schrijven? (Ter herinnering: ga je iets uitleggen over een onderwerp of een verschijnsel? Dan schrijf je een informatief artikel. Ga je je mening geven over een stelling? Dan schrijf je een betogend artikel.)
3. Welke signaalwoorden verwacht je nodig te hebben in jouw tekst?
➜ Typ je artikel in je Pages bestand.

 

➜ Zet je Pages bestand in Seesaw met een link in je logboek in Egodact.
Bespreek jouw opdracht met je vakdocent. Verwerk de feedback die je krijgt in egodact.

 

Reflectie

In onderdeel 3 werkte je aan het volgende leerdoel:

 

1. Je kunt samenhang in een tekst aanbrengen d.m.v. signaalwoorden.

 

 

 

 

➜ Neem de tabel over. Geef aan met een kruisje in hoeverre jij vindt dat je dit behaald hebt.
➜ Zet je reflectie (opdracht 3 - reflectie) in Seesaw en zet een link in je logboek in Egodact.

4. Afronding en reflectie

Reflective journal

➜ Werk je reflective journal bij door in je logboek in Egodact antwoord te geven op de volgende vragen:

  • Heb je in deze quest geleerd wat je hoopte te leren? Waarom wel/niet?
  • Wat vond je het leukste aan deze quest?
  • Wat vond je het meest uitdagende onderdeel?
  • Hoe had je deze quest nog beter kunnen doen?
  • Heb je een tip voor de docent die deze quest gemaakt heeft? Zo ja, vertel!

Een laatste check: heb jij alles uit deze quest netjes en verzorgd ingeleverd? Heb je eraan gedacht feedback te vragen na opdracht 1, 2 en 3 (zie de rode pijltjes)?

 
  • Motivatiemotor - Tegel in Egodact;
  • Alle opdrachten bij stap 1a, 1b, 1d, 1e, 1f, 2a, 2b, 2c, 2d, 2e en 3 zijn gedaan;
  • Feedback van je vakcoach na stap 1f, 2e en 3. Reflecteer op de feedback die je hebt gekregen. Wat heb je ervan geleerd en wat heb je ermee gedaan?
  • Refective journal - Alle vragen op deze pagina zijn beantwoord.

 

Heb je al bovenstaande onderdelen in Egodact staan? Vraag dan direct je vakdocent om feedback en xm!
  • Het arrangement NE Lezen voor gevorderden is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2023-06-29 14:30:58
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Samenvatten en tekstverbanden voor onderbouw VO. Vak: NE
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    lezen, samenvatten, teksten, tekstverbanden

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Herbert Vissers eXplore. (2022).

    NE Lezen uit nieuwsgierigheid - gevorderde lezer

    https://maken.wikiwijs.nl/189426/NE_Lezen_uit_nieuwsgierigheid___gevorderde_lezer

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.