LOT MZA

LOT MZA

Inleiding

EHBO Basisvaardigheden

In deze Wikiwijs ga je de theorie van de basisvaardigheden van EHBO leren. Deze Wikiwijs is dan ook alleen de basis van het boek 'Voorkomen van ongevallen en EHBO' en bevat niet alle theorie die het boek ook bevat. Deze Wikiwijs is ter ondersteuning en voor het verwerken van de leerstof.

Met deze Wikiwijs kun je jezelf voor een groot deel voorbereiden op de theorietoets.

In deze Wikiwijs zijn verschillende digitale tools opgenomen. Dit zijn: YouTube, Educaplay en Nearpod.

 

Leeruitkomsten

Aan het einde van de les ben je in staat om:

  • te noemen wat bewusteloosheid is en wat de gevolgen hiervan zijn.
  • te weten hoe je moet handelen in een noodsituatie.
  • te herkennen wanneer iemand zich verslikt en te beschrijven welke eerste hulp je moet toepassen.
  • uit te leggen wat een hartstilstand is en welke stappen je moet nemen om eerste hulp te verlenen, zoals reanimatie en het gebruik van een AED.

Ik hoop dat deze Wikiwijs leerzaam is en goed gebruikt kan worden voor het voorbereiden op je theorietoets. Veel succes met de e-learning!

Alle informatie is afkomstig uit het boek 'Voorkomen van ongevallen en EHBO' van Thieme Meulenhoff.

Wat zijn de basisregels van EHBO

Neem de theorie van de basisregels kort door. Aan het eind volgt een filmpje met controle vragen. 

Wat zijn de basisregels van EHBO?

  • 1: Let op gevaar.
  • 2: Achterhaal wat er gebeurd is.
  • 3: Geruststellen en beschutten.
  • 4: Schakel hulpdiensten in.
  • 5: Zorg voor het slachtoffer.

Let op gevaar

Wanneer je hulp verleent aan een slachtoffer, is het belangrijk dat de omgeving veilig is. Als de omgeving gevaarlijk is, kun je niet goed helpen. Bijvoorbeeld:

  • Bij een drukke weg: Als het slachtoffer langs een drukke weg ligt, moet je zorgen dat je niet in gevaar komt door verkeer. Je kunt pas helpen als het veilig is.

  • Op het spoor: Als het slachtoffer op het spoor ligt, moet je het snel verplaatsen om te voorkomen dat er een trein aankomt.

  • Bij brand of explosiegevaar: Als er brand is of gevaar van explosies, moet je eerst zorgen dat je zelf veilig bent en het gebied verlaten voordat je hulp biedt.

Kortom, je moet altijd eerst kijken of de situatie veilig is voordat je het slachtoffer helpt.

 

Stumbling Man Icon in Red Drieangle. Een Waarschuwingssignaal Voor Het  Gevaar. Gevaar Voor Bijsnijden. Let Op Uw Stappensymbool Stock Illustratie  - Illustration of gekwetst, gevaar: 206388026

Achterhaal wat er gebeurd is

wanneer er omstanders in de buurt zijn, kan je hen vragen wat er gebeurd is. Dit helpt je te begrijpen wat er precies is gebeurd en hoe je het slachtoffer het beste kunt helpen. Door deze informatie te verzamelen, kun je beter inschatten welke hulp er nodig is, of het nu gaat om het verlenen van eerste hulp, het bellen van een ambulance, of het verplaatsen van het slachtoffer naar een veiligere plek.

Bijvoorbeeld:

  • Vraag omstanders of ze weten hoe het ongeluk is gebeurd.

  • Vraag of het slachtoffer bewusteloos is of pijn heeft.

  • Vraag of iemand al hulp heeft gebeld of iets geprobeerd heeft te doen.

Het is belangrijk om kalm te blijven en omstanders te vragen om relevante informatie, zodat je snel en effectief kunt handelen.

 

Rondkijken-PSD's, gratis PSD-sjablonen van hoge kwaliteit om te downloaden  | Freepik

Stel gerust en zorg voor beschutting

Op het moment dat jij paniekerig gaat doen bij de patiënt, zal dit zijn weerslag hebben op de patiënt. Door rustig te blijven, empathie te tonen, zal dit de patiënt gerust stellen. Je zorgt ook voor beschutting, hierbij denk je aan een paraplu boven iemands hoofd wanneer het regent of een felle zon. Of gebruik te maken van de reddingsdeken, deze zit in de EHBO- koffer. Probeer in een noodgeval creatief te denken zodat je de patiënt zoveel mogelijk kan helpen

 

EHBO tip onderkoeling

Schakel de hulpdiensten in

Blijf bij het slachtoffer en laat iemand anders de huisartsenpost of 112 bellen. Vraag wel altijd of diegene terug wil komen. De beller kan je dan vertellen hoe lang het nog gaat duren voordat de hulp er is. Je kan uiteraard ook zelf hulp inschakelen als je alleen bent, let er dan wel op dat je de telefoon op luidspreker zet, zodat je eigen handen vrij zijn om het slachtoffer te helpen mocht dat nodig zijn.

Je belt 112 bij oncontroleerbare problemen met de luchtwegen, ademhaling of circulatie. Bij de volgende situaties bel je 112:

- Ernstige problemen op straat, bedrijven of openbare ruimte;

- Bewusteloosheid;

- Hevige benauwdheid;

- Pijn op de borst;

- Shock, ophoesten/braken van bloed;

- Hevige hoofdpijn na ongeval/beroerte of epileptische aanval

- Suf worden bij onderkoeling/oververhitting

- Ernstige verbranding

 

Zorg voor het slachtoffer

Probeer het slachtoffer niet te verplaatsen, anders kan je het letsel nog erger maken. Soms wil het slachtoffer omhoog komen, leg dan uit waarom het beter is om nog te blijven liggen totdat professionele hulp is. Verplaats alleen een slachtoffer in noodsituaties (denk aan rijdend verkeer, brand, giftige stof e.d.)

Korte herhaling van de basisregels van EHBO
In deze korte video herhaal je de 5 basisregels van EHBO met een controlevraag

Handelen in noodsituatie

Greep van Rautek

De greep van Rautek is bedoeld om iemand te verplaatsen van een plek waar het slachtoffer niet op een goede of veilige manier geholpen kan worden. Deze techniek zorgt ervoor dat je het slachtoffer verplaatst op een manier waarop je en goed voor je eigen lichaam zorgt en het slachtoffer op een voorzichtige manier vervoerd.

 

Greep van Rautek

Verslikking

Verslikking

Verslikking
gebruik voor deze link de volgende code om het spel te starten: 7GS2M7N

Bewusteloosheid

Bewusteloosheid

Bewusteloosheid

Bij bewusteloosheid is het slachtoffer zich helemaal niet meer bewust van zijn omgeving en kan hij niet meer gewekt worden.

Hoe herken je bewusteloosheid?

Een bewusteloos slachtoffer reageert niet op zijn omgeving. Ook niet na luid aanspreken, voorzichtig schudden aan de schouders en een pijnprikkel. De ogen van het slachtoffer zijn meestal dicht en hij heeft verslapte spieren. Ook de tong kan verslappen en in de keelholte zakken. Daardoor kan de ademhaling zwaar en moeilijk worden of zelfs stoppen.

Wat doe je bij bewusteloosheid?

  • Reageert het slachtoffer niet op aanspreken en schudden? Bel dan direct 112.

  • Laat een AED halen als die beschikbaar is en volg de aanwijzingen van de meldkamercentralist op.

  • Controleer de ademhaling. Ademt het slachtoffer normaal? Leg hem dan op zijn zij (het liefst in de stabiele zijligging) of volg de aanwijzingen van de centralist.

  • Controleer elke minuut of de ademhaling normaal blijft.

  • Zorg voor beschutting van het slachtoffer.

  • Stopt de ademhaling? Draai het slachtoffer dan op de rug en start de reanimatie.

 

Drie dingen die je kunt doen als iemand flauwvalt - Damespraatjes

Stabiele zijligging

Stabiele zijligging

Stabiele zijligging

Hartstilstand

Wat doe je bij een hartstilstand

Het was een gewone dinsdagmiddag. Emma zat op een bankje in het park, genietend van haar koffie, toen ze een man van middelbare leeftijd plotseling zag neervallen op het gras. Mensen om hem heen keken verschrikt, maar niemand leek meteen te weten wat te doen.

Emma sprong op en rende naar hem toe. Ze riep: "Gaat het met u?" — maar de man gaf geen reactie. Ze merkte dat hij niet bewoog, niet ademde en zijn huid grauw werd.

Ze herkende de tekenen meteen:
Geen reactie. Geen normale ademhaling. Dit was een hartstilstand.

Emma riep naar iemand in de buurt: "Bel 112! Zeg dat het om een hartstilstand gaat!"
Ondertussen begon ze meteen met borstcompressies. Ze plaatste haar handen midden op zijn borst, duwde stevig en snel – ongeveer 100 tot 120 keer per minuut – net als het ritme van "Stayin’ Alive".

Na een paar minuten kwam er een andere voorbijganger met een AED (Automatische Externe Defibrillator). Emma volgde de gesproken instructies van het apparaat, plakte de elektroden op de borst van de man en liet de AED analyseren. Er was een schok nodig, en die werd toegediend.

Niet veel later arriveerde de ambulance. De hulpverleners namen het over en vertelden Emma dat haar snelle handelen waarschijnlijk het verschil had gemaakt tussen leven en dood.

Wat is een hartstilstand?

Hartstilstand

Bij een hartstilstand pompt het hart geen bloed meer door het lichaam. De bloedsomloop staat dus stil waardoor het hele lichaam geen zuurstof en voedingsstoffen meer kan krijgen. Dit is daarom een levensbedreigende situatie.

Hoe herken je een hartstilstand?

Het slachtoffer:

  • is bewusteloos en reageert niet meer op aanspreken of schudden;

  • ademt niet of ademt niet normaal.

Wat doe je bij een hartstilstand?

Wanneer je denkt dat iemand een hartstilstand heeft, handel je als volgt.

  • Spreek het slachtoffer aan en schud hem voorzichtig heen en weer.

  • Bel 112.

  • Zet je telefoon op de luidspreker.

  • Controleer de ademhaling van het slachtoffer.

  • Laat een AED halen (als die in de buurt is).

  • Volg de instructies van de centralist op.

  • Start de reanimatie.

hartstilstand

Wat is reanimatie?

Reanimeren

Vermoed je dat een slachtoffer een hartstilstand heeft? Begin dan zo snel mogelijk met reanimeren.

  • Bel 112 of laat iemand anders 112 bellen. Zet de telefoon op de luidspreker.

    • Vraag om een ambulance en zeg dat het om reanimatie gaat.

  • Vraag om een AED of haal zelf een AED.

  • Controleer de ademhaling.

    • Open de luchtweg van het slachtoffer door de kinlift uit te voeren.

    • Kijk, luister en voel maximaal 10 seconden of er een ademhaling is.

  • Begin direct met 30 borstcompressies

    • Ga naast het slachtoffer zitten (ter hoogte van de schouders).

    • Plaats je ene hand midden op de borstkas.

    • Zet je andere hand bovenop de eerste hand. Haak je vingers in elkaar. Zorg ervoor dat je geen druk zet op de ribben van het slachtoffer.

    • Zorg ervoor dat je schouders recht boven de borstkas van het slachtoffer staan. Duw met gestrekte armen het borstbeen 5 à 6 cm recht naar beneden.

    • Laat de borstkas na iedere compressie weer helemaal naar boven komen. Zo kan het bloed terugstromen naar het hart. Houd je handen altijd goed op het borstbeen, ook wanneer dat omhoog komt.

    • Geef 30 borstcompressies in een tempo van ten minste 100 keer per minuut (maximaal 120 per minuut).

  • Beadem twee keer.

    • Kantel het hoofd naar achteren en voer de kinlift uit om de luchtweg open te maken.

    • Knijp de neus dicht.

    • Pas mond- op mond beademingen toe: adem hiervoor zelf normaal in, buig voorover en sluit je mond goed over de mond van het slachtoffer.

    • Blaas 1 seconde gelijkmatig lucht in de mond (dus niet te hard!). Kijk of de borstkas omhoog komt.

    • Geef nog een beademing als de borstkas inzakt.

    • Beadem in totaal twee keer.

  • Voer na het beademen weer borstcompressies uit.

    Ga door met reanimeren tot er hulp is!

    • Eventueel kun je elke 2 minuten afwisselen met iemand anders.

Is er een AED? Onderbreek de borstcompressies dan zo kort mogelijk om hem in te zetten. Ontbloot de borstkas en zet de AED aan. Bevestig de elektroden en volg de aanwijzingen van het apparaat.

Een AED gebruiken

Een AED is een apparaat dat bij een hartstilstand gebruikt kan worden. Door een elektrische schok te geven, kan het apparaat het hartritme van het slachtoffer herstellen.

Om een AED te gebruiken handel je als volgt.

  • Haal de AED alleen zelf als deze binnen onmiddellijk bereik is. Moet je ver lopen voor de AED? Laat iemand anders dan het apparaat halen.

  • Ontbloot de borstkas van het slachtoffer.

  • Zet de AED aan.

  • Plak de twee elektroden van de AED op de borstkas van het slachtoffer.

  • Volg de aanwijzingen van de AED onmiddellijk op. De AED geeft je directe aanwijzingen. Het apparaat onderzoekt het hartritme van het slachtoffer zodra de elektroden op de borstkas geplakt zijn. Door dit onderzoek kan het apparaat je vertellen of je door moet gaan met reanimeren of een schok moet toedienen. Volg deze aanwijzingen op!

De AED geeft geen schokopdracht als:

  • het slachtoffer geen hartstilstand heeft (hij is wel bewusteloos, maar het hart werkt nog wel goed);

  • het hart al helemaal stil staat.

Wonden

Welke soorten wonden kennen we?

 

Open wonden

Bij een wond is de huid opengegaan. Dit kan op verschillende manieren gebeuren. Zo kan iemand bijvoorbeeld een wond oplopen door een val, een snee of een steek. Bij een grote open wondmoet je anders handelen dan bij een kleine open wond.

 

Wond in de borst of in de buik

In de borst en de buik van het slachtoffer zitten vitale delen van het lichaam. Hier bevinden zich veel organen. Daarom moet je bij een wond in de borst of de buik heel alert zijn.

 

Bijtwonden en krabwonden

Bijtwonden en krabwonden kunnen ontstaan door een beet of krab. Het slachtoffer kan bijvoorbeeld gebeten zijn door een hond, een kat, een vos of een vleermuis. Maar het is ook mogelijk dat het slachtoffer door een mens gebeten is. Door een bijtwond is er een risico op besmetting met tetanus of hondsdolheid. Daarom moet je bij een bijtwond altijd de huisarts of huisartsenpost bellen.

Hoe behandel je welke wond?

Wat doe je bij een grote open wond?

Is er een bloeding? Oefen dan druk uit op de wond en bel 112.

  • Zitten er voorwerpen in de wond? Grote voorwerpen laat je in de wond zitten. Maar bij weinig risico’s (zoals bij een splinter) kun je het voorwerp wel verwijderen.

  • Dek grote wonden direct af, zonder met water te spoelen.

Wat doe je bij een kleine wond?

  • Spoel de wond schoon met lauw stromend water. Is er geen water in de buurt? Dan kun je ook een waterig, niet-gekleurd, ontsmettingsmiddel gebruiken zoals Sterilon of alcohol 70%.

  • Droog de omgeving van de wond voorzichtig met een schone doek.

  • Zit er na het spoelen nog oppervlakkig vuil (zoals steentjes of autoglas) in de wond? Gebruik dan een pincet om dit te verwijderen.

  • Dek een kleine wond af met steriel kompres, snelverband of schone doek. Zorg ervoor dat het verband niet over de wond schuift of eraf kan vallen.

 

Wat doe je bij een wond in de borst of de buik?

Bij een diepe wond in de borst of buik moet je altijd 112 bellen.

  • Is er sprake van een bloeding? Geef dan druk op de wond. Doe dit met een steriel kompres als je dit hebt. Vervang het kompres door een ander kompres zodra het vol zit met bloed.

  • Zit er een voorwerp in de wond? Laat dit dan in de wond zitten. Je kunt beweging van het voorwerp wel beperken door twee rolletjes verband aan weerszijden als een steun tegen het voorwerp aan te leggen. Zet deze rolletjes verband dan vast met kleefpleister.

  • Zie je organen uit de wond komen? Dek deze dan steriel of zo schoon mogelijk af.

  • Houd het verband of de doek bij de organen nat met schoon water. Zo voorkom je dat de organen uitdrogen.

 

Wat doe je bij een bijtwond of een krabwond?

Bij een bijt- of krabwond handel je als volgt.

  • Is er een bloeding? Druk dan goed op de wond.

  • Spoel de bijtwond of krabwond goed schoon met lauw stromend water. Is er geen water in de buurt? Dan kun je ook een waterig, niet-gekleurd, ontsmettingsmiddel gebruiken zoals Sterilon of alcohol 70%.

  • Droog de omgeving van de wond voorzichtig met een schone doek.

  • Dek de wond af met een steriel kompres, snelverband of schone doek.

  • Bel de huisarts of huisartsenpost.

 

Wat doe je niet bij een wond in de borst of buik?

Als je verkeerd handelt bij het verlenen van EHBO kun je de schade in het lichaam erger maken.

  • Dek een diepe borstwond niet af.

  • Probeer uitpuilende organen nooit terug te plaatsen.

  • Haal een voorwerp nooit uit de wond.

  • Geef het slachtoffer niets te eten en te drinken.

 

Wanneer moet een slachtoffer met een wond naar de huisarts?

Bij een vervuilde wond of een erg diepe wond moet het slachtoffer naar de huisarts of de huisartsenpost. De wond moet namelijk behandeld worden door deze bijvoorbeeld te laten hechten, nieten of met huidlijm vast te zetten. Ook kan een vaccinatie nodig zijn.

Het slachtoffer moet naar de huisarts of huisartsenpost wanneer:

  • de wond groot is;

  • de wond niet schoon te krijgen is;

  • er wonden zijn in het gezicht, aan ogen of geslachtsdelen;

  • de wond ontstaan is door een beet;

  • de wond ontstaan is door een steek met een vuil voorwerp;

  • er botten, spieren of andere onderhuidse weefsels te zien zijn;

  • er voorwerpen vastzitten in de wond;

  • de wond niet geneest;

  • de vaccinatie tegen tetanus langer dan 10 jaar geleden is.

Gaat het slachtoffer naar de huisarts? Dan hoeft de wond alleen afgedekt te worden. Je hoeft de wond dan dus niet schoon te maken.

Verbranding

Soorten brandwonden

De verbranding van de huid kan eerstegraads, tweedegraads en derdegraads zijn. Dit heeft te maken met hoe diep de huid verbrand is. De diepte van de brandwond hangt af van de oorzaak van de verbanding, de temperatuur, de tijd dat de warmtebron kon inwerken op de huid, de plaats op het lichaam en de leeftijd van het slachtoffer. Het is belangrijk dat je de verschillende soorten brandwonden herkent. Zo weet je precies wat je moet doen.

Eerstegraads verbranding

Eerstegraads brandwond - Wikipedia

Een eerstegraads verbranding kan ontstaan door te lange blootstelling aan een warmtebron. Denk bijvoorbeeld aan verbranding door de zon. Een eerstegraads verbranding herken je als volgt:

  • de huid is niet stuk;

  • de huid is rood of roze;

  • de huid is licht gezwollen;

  • de huid is droog;

  • de huid is prikkelend tot pijnlijk.

Tweedegraads brandwonden

Brandwonden, eerst water de rest komt later! | EHBOcursus.nl

Bij tweedegraads brandwonden is de huid kapot of zijn er blaren op de huid. Een tweedegraads verbranding herken je als volgt:

  • de huid is kapot of er zijn blaren;

  • de huid is nat;

  • de huid voelt soepel;

  • de huid is glanzend rood, roze of wit;

  • de huid is pijnlijk.

Derdegraads brandwonden

Derdegraads brandwond: genezing en nazorg

Bij een derdegraads brandwond voelt het slachtoffer geen pijn. De zenuwen onder de huid zijn namelijk ook beschadigd. De huid om de wond doet vaak wel pijn omdat er een tweedegraads wond omheen zit. Een derdegraads brandwond herken je als volgt:

  • zowel de opperhuid als de lederhuid is volledig beschadigd tot in het onderhuids vetweefsel;

  • de huid is wit, beige/bruin of zwart;

  • de huid is stug, droog en leerachtig;

  • de wond zelf is nauwelijks pijnlijk.

Wat doe je bij verbranding

Bij tweedegraads en derdegraads brandwonden moet je het spoednummer van de huisarts of huisartsenpost bellen. Een eerstegraads verbranding kun je zelf verzorgen.

Bij brandwonden handel je als volgt.

  • Koel brandwonden onmiddellijk 10 tot 20 minuten met lauw kraanwater. Richt de straal niet rechtstreeks op de wond, maar erboven zodat het water over de wond loopt. Pas de temperatuur van het water aan tot wat het slachtoffer prettig vindt.

  • Verwijder kleding en sieraden als deze niet aan de huid vastkleven. Zitten ze wel aan de huid vast? Laat de kleding en sieraden dan zitten! Je kunt vastzittende kleding wel nathouden.

  • Laat iemand 112 of de huisarts bellen. Of bel zelf en zet je telefoon op de luidspreker.

  • Dek tweede- en derdegraads brandwonden steriel af met niet-verklevende verbanden. Heb je geen verband bij de hand? Gebruik dan plastic huishoudfolie, een schone plastic zak, schone theedoeken of lakens.

  • Na het afdekken van de wond kun je eventueel nog verder koelen.

Voorkom onderkoeling door niet met koud water of ijs te koelen. Koel ook alleen de brandwond en niet het hele slachtoffer

 

Verbranding

Toetsing

Feedback

De feedback kan via de onderstaande link achter gelaten worden.

https://forms.gle/rnM7RB7aC16vpkRb8