0. Info startweek
1. Jij begint
Comunicación
Schrijf de antwoorden van deze vragen op een document, maak een foto en zet het op Seesaw.
- Als je aan communicatie denkt, waar moet je aan denken?
- Wat begrijp je voor communicatie?
- Hoeveel manieren van communiceren ken je?
- Hoe comuniceer je het meest, denk je? en Waarom denk je dat?
1.1 Motivatiemotor
➜ Vul de vragen in die onder het kopje 'voorbereiding' vallen in je Egodact tegel.
➜ Maak een Pages document aan waarin jij je logboek bij gaat houden. In jouw logboek ga je beschrijven hoeveel jij hebt gemaakt per blox dat jij hebt gewerkt aan deze quest.
➜ Beschrijf daarnaast wat je al weet over comunicatie (gebruik de vragen van hierboven). Je mag ook een woordweb maken.
➜ Zet dit in Seesaw en Egodact.
1.2 Doelen en rubrics
Voordat je aan deze quest begint is het belangrijk om goed in beeld te hebben wat er precies van je wordt verwacht.
Dit zijn de doelen:
- Aan het einde van de quest weet je hoe je een omschrijving van personen en objecten in het Spaans kan geven.
- Aan het eind van deze quest weet je het verschil tussen de werkwoorden SER en ESTAR. Weet je de voortzetsels in het Spaans. Ken je beroepen en werkplekken en kan plaatsen aanduiden.
- Aan het eind van deze quest kan je vertellen waar iets of iemand is. Weet je de dagindeling en kan je klokkijken.
- Aan het einde van de quest heb je kennis gemaakt van delen van een huis.
- Aan het einde van de quest ga je reflecteren over wat je geleerd hebt.
- Aan het einde van de quest lever je een makelaarsadevertentie in zoals die op Funda.nl. Het huis van je advertentie is het huis van jouw dromen.
- Aan het einde van de quest heb je geleerd hoe je een eindproduct kan neerzetten die past bij jouw ambitie en doel.
Rubrics
- Begrijp alledaagse uitdrukkingen zoals begroeten, bedanken, zich voorstellen, hoe laat het is.
- Begrijp eenvoudige vragen, opdrachten, aanwijzingen van mijn docent.
- Versta duidelijk gesproken woorden zoals getallen, de tijd, dagen, maanden.
- Stel mezelf voor/groet iemand/neem afscheid/ vraag hoe het met iemand gaat/reageer op hun verhaal.
- Schrijf een paar korte eenvoudige zinnen over mezelf als introductie/ tekst bij een cartoon of foto.
- Vind online informatie over eten, namen, begrijp eenvoudige informatie op posters, mededelingenborden.
1.3 Schema per week
Het onderste schema bevat de onderwerpen die we per week gaan behandelen om deze quest te maken. Daarnaast geef ik een indicatie van de tijd die je nodig zou kunnen hebben.
LET OP: deze tijdens zijn een indicatie, misschien werk je sneller waardoor je tijd over houdt. Misschien heb je meer tijd of uitleg nodig waardoor jij je aan deze schema ga houden.
Vergeet niet minimaal één keer per week naar de bloX Spaans te komen, in de bloX krijg je feedback en extra ondersteuning waar nodig.
Week 1: 9 t/m 13 januari
1 uur
Quest introduceren
Eindproducten bespreken
Woordenschat: huis
Week 2: 16 t/m 20 januari
2 uur
Soorten woningen (omschrijven), delen van een huis, meubels.
Cultura: ecologische huizen, huizen in Nederland, Spanje en Zuid-Amerika
Hoe ziet het huis van je droom eruit?
Hay (herhaling)
Verschil tussen Ser en Estar
Week 2: 23 t/m 27 januari
1 uur
Waar iets/iemand zich bevindt
Lezen en luisteren
Aan eindproduct beginnen
Week 4: 30 t/m 3 februari
2 uur
Woordenschat: winkels en gebouwen
Plaatsaanduiding
Tegenwoordige onregelmatige werkwoorden
Vragen waar ga je heen, hoe je naar school gaat, etc.
Werken aan eindproduct
Week 5: 6 t/m 10 februari
2 uur
Beroepen en werkplekken
Imperativo (gebiedende wijs)
Dagindeling, klokkijken en openingstijden
Week 6: 13 t/m 17 februari
1 uur
Eindproduct afmaken en inleveren
Week 7: 20 t/m 24 februari
1 uur
Expoweek
Feedback verwerken en eindproduct nog inleveren
De uren die ik per week bereken heb zijn voor de tijd in de Spaanse bloX en voor het uitwerken van het eindproduct buiten de Spaanse bloX.
2 Eindproducten en tussenproducten
De volgende producten ga je inleveren: lees deze informatie goed door!!
Tussenproducten:
- Logboek per week: waar heb je aangewerkt deze week tijdens of buiten de Blox Spaans?
- Foto's/screenshots van de oefeningen die je maakt (van de links in de thema's of papieroefeningen die je van mevrouw Acosta krijgt). Dit zet je op Seesaw.
Eindproduct:
Je levert een digitale of op papier makelaarsadvertentie in aan het eind van deze quest. Het huis is het huis van jouw dromen en bevindt zich in de buurt van jouw dromen. Je onderzoekt de buurt goed en vertel waarom jij daar zou willen wonen.
In de advertentie verwerk je de volgende onderwerpen/punten:
- Foto's van het huis.
- Waar het huis zich bevindt, land, stad, straat.
- Informatie: prijs, vierkantemeters, aantal kamers, badkamer, keuken, achter- en voortuin, voorzieningen zoals scholen supermarkten, enzovoort. Bouwjaar van het huis en recente renovaties als het van toepassing is.
Daarnaast lever je een korte reflectie met de volgende onderdelen:
Hoe is het huis van je dromen anders dan het huis waar je nu woont? In het Spaans
Hoe is de buurt van jouw dromen anders dan de buurt waar je nu woont? In het Spaans
Welke leerspieren heb je gebruikt om deze quest te maken? In het Nederlands
LET OP!!
Zowel de tussenproducten als het eindproduct zijn in het Spaans. Als je ondersteuning met betekenissen of vertaling van woorden nodig hebt vraag je mevrouw Acosta om hulp.
Om je advertentie te maken onderzoek je verschillende makelaarswebsites om te kijken hoe een advertentie eruit ziet en welke informatie gegeven wordt.
Voorbeeld website: http://www.funda.nl/koop/
3. Tipos de viviendas
Tipos de vivienda
Ken je namen van deze soorten woningen?
Vocabulario sobre viviendas/woordenschat huizen
Hieronder een aantal kamers en plattegronden. Schrijf de namen in Spaans en zet ze op Seesaw. Ook van de kamers in de plattegronden.
Als je klaar bent zoek je de Spaanse namen van meubels en elektrische aparateur op. Zet ze op Seesaw.
Plattegrond
3.1 Cultura
La vivienda verde
Voor dit onderwerp krijg je een tekst van mevrouw Acosta.
3.2 Hay, Ser (herhaling) en Estar
Hay (herhaling)
Weet je dit nog van vorige periode?
HAY (er is/er zijn) NO HAY (er is geen/er zijn geen)
In Spaans gebruiken we het woord Hay wanneer het onderwerp onbepaald is.
Voorbeeld:
En la nevera hay zanahorias pero no hay tomates
In de koelkast zijn er wortels maar er zijn geen tomaten
En la nevera hay queso pero no hay jamón
In de koelkast is er kaas maar er is geen ham
¿Hay zanahorias en la nevera?
Zijn er wortels in de koelkast?
Sí, si hay zanahorias.
Ja, er zijn wortels.
¿Hay jamón en la nevera?
Is er ham in de koelkast?
No, no hay jamón
Nee, er is geen ham.
Verbo Ser
Met dit werkwoord geven we aan wie we zijn. Denk aan bijvoorbeeld:
Yo soy Marco - ik ben Marco.
Dit werkwoord gebruiken we ook om te vertellen wat voor beroep we hebben, denk aan bijvoorbeeld:
Yo soy panadera - ik ben bakker.
Daarnaast gebruiken we SER om kenmerken aan te geven, denk aan bijvoorbeeld:
Yo soy alta - ik ben lang
Él es delgado - hij is dun
Ella es amable - zij is aardig
Conjugación del verbo SER en presente - vervoeging van het werkwoord SER in de tegenwoordige tijd
Verbo Estar
Je gebruikt Estar:
Om aan te geven waar iemand of iets zich bevindt: het huis bevindt zich in Rotterdam = la casa está en Rotterdam.
Om te vertellen hoe oud je bent: ik ben dertien jaar oud = (yo) tengo trece años.
Om te vertellen hoe je je voelt: ik heb het warm = (yo) tengo calor. Ik ben ziek = (yo) estoy enfermo/a. Ik ben moe = (yo) estoy cansada/o.
Om te vertellen wat je aan het doen bent: ik ben aan het zingen = (yo) estoy cantando.
Hieronder een paar links om Hay en Estar te oefenen. Je maakt foto's van de gemaakte oefeningen en zet ze op Seesaw. Oefeningen zijn een onderdeel van de quest!
Ejercicios
https://aprenderespanol.org/ejercicios/verbos/presente-estar.htm
https://aprenderespanol.org/ejercicios/verbos/estar/presente-pronombres-formas
Oefeningen Hay, Estar y Ser
3.3 Describir/omschrijven
Wanneer we willen weten hoe iets eruit ziet maken we gebruik van de vragendvoornaamwoorden welk(e), wat, wie en wiens; of van de vragend bijwoorden waar, wanneer en hoe; of van het vragend telwoord hoeveel.
Stel voor dat ik wil weten hoe jouw huis eruit ziet, dan vraag ik bijvoorbeeld, hoeveel kamers heeft jouw huis? Waar staat jouw huis? Welke kleur is jouw huis?
Let op: in het Spaans maken we gebruik van de open vraagteken ¿ wanneer we een vraag stellen. Voorbeeld: ¿Dónde está tu casa?. Daarnaast wordt het een accent gezet op het vragendwoord. Voorbeeld: ¿Dónde?
Hieronder de vraagwoorden in het Spaans:
- Wat= qué, de qué
- Wie= quién
- Welk(e)= cuál(es)
- Wiens= de quién
- Waar= dónde
- Wanneer= cuándo
- Hoe= cómo
- Hoeveel= cuánto(s)
- Waarom= por qué
De bovenste vraagwoorden zijn niet de enige maar tijdens deze periode gaan we deze leren en gebruiken.
3.4 La casa de tus sueños/het huis van jouw dromen
La casa de tus sueños
Hoe ziet het huis van jouw dromen eruit?
Mijn droomhuis ziet er zo uit:
Schrijf op in een tekst hoe het huis van jouw dromen eruit ziet. Hiervoor ga je gebruiken wat je tot nu toe hebt geleerd. De tekst hoeft niet lang te zijn maar wel in het Spaans. Probeer geen gebruik te maken van een vertalingsmachine, ik heb liever korte zinnen en foutjes dan iets dat volledig vertaald door een programma is.
Ejemplo (voorbeeld):
La casa de mis sueños está frente a una playa de agua azul y tibia. Es una casa grande con cinco dormitorios para poder invitar a toda mi familia de vacaciones. Esta casa tiene una cocina muy muy grande y un jardín con una piscina. La casa es de color blanco. Tiene muchas ventanas para que entre la luz del sol. La casa de mis sueños tiene un cuarto de juegos y una mesa de billar. Esta casa tiene paneles solares y todo lo necesario para ser una casa ecológica.
Je tekst plaats je op Seesaw.
4 Tiendas y edificios (winkels en gebouwen)
Vocabulario sobre tiendas y edificios
Hieronder zijn er 2 plaatjes van een stad en en paar gebouwen. Schrijf de namen in het Spaans en Nederlands, zet ze op Seesaw. Welke andere gebouwen vind je in een stad? Denk aan voorzieningen, recreatie, etc. Zet wat je bedenkt/vindt op Seesaw (in het Spaans en Nederlands).
4.1 Marcadores de lugar (plaatsaanduidingen)
Waar is de plant? Waar is de lamp?
5 Profesiones y lugares de trabajo/beroepen en werkplekken
6 Presente verbos irregulares/tegenwoordige tijd onregelmatige werkwoorden
We gaan leren hoe we een aantal onregelmatige werkwoorden vervoegen. Eerst even de persoonlijke voornaamwoorden herhalen.
- IK= YO
- JIJ= TÚ
- HIJ= ÉL
- ZIJ= ELLA
- U= USTED
- WIJ= NOSOTROS/-AS
- JULLIE= VOSOTROS/-AS
- ZIJ= ELLOS, ELLAS, USTEDES
Onregelmatige werkwoorden
Cerrar= dichtdoen/dichtmaken
(Yo) cierro la puerta= ik doe de deur dicht
(Él) cierra la puerta= hij doet de deur dicht
Ir= gaan
(Yo) voy a casa= ik ga naar huis
(Ella) va a casa= zij gaat naar huis
Venir= komen
(Yo) vengo a la escuela= ik kom naar school
(Tú) vienes a la escuela= jij komt naar school
Hacer= doen
(Yo) hago los deberes= ik maak het huiswerk
(Usted) hace los deberes= u maakt het huiswerl
Jugar= spelen
(Yo) juego con el perro= ik speel met de hond
(Nosotros) jugamos con el perro= wij spelen met de hond
Dormir= slapen
(Yo) duermo muy poco= ik slaap heel weinig
(Vosotros) dormís muy poco= jullie slapen heel weinig
7. El imperativo/de gebiedende wijs
El imperativo (ik-vorm)
De gebiedende wijs is een werkwoordsvorm die we gebruiken om een gebod of een bevel uit te drukken. In zinnenn met een gebiedende wijs ontbreekt het onderwerp en staat de werkwoordsvorm steeds alleen.
De gebidende wijs in het Spaans wordt op deze manier gemaakt:
Je pakt een regelmatigewerkwoord zoals Comer (eten) en vervoeg het in de tegenwoordigetijd tweedepersoon enkelvoud: (tú) comes. Daarna doe je de S weg en klaar. Gebiedende wijs= come. Deze vorm COME correspondeert met de tegenwoordige tijd derde persoon enkelvoud: él come= hij eet.
Voorbeeld:
Leef= vive
Speel= juega
Slaap= duerme
Een carriére waar de gebiedende wijs voortdurend gebruikt wordt is in marketing. Met de gebiedende wijs wordt geprobeerd om de consument producten te laten kopen of iets te laten doen.
Hieronder een paar voorbeelden van reclame met gebiedende wijs
8. ¿A dónde vas?/waar ga je heen?
Voor dit onderwerp krijg je een tekst van mevrouw Acosta. Aan de hand van deze tekst ga je een aantal vragen beantwoorden; dit wordt tijdens een bloX gedaan.
8.1 Partes del día/dagindeling
Las partes del día en español Dagindeling
8.2 La hora/de tijd
9. Reflective journal
Onder het kopje '1.2 Doelen en rubrics' zien jullie de rubrics staan die horen bij het niveau A1, daar werken we naar. Vul deze rubric in en beschrijf per doel en rubric wat je ervan geleerd hebt en geef aan of je je een beginner, bevorderd of expert vindt. Ook vertel je waarom je vindt dat je bij die categorie hoort.
Voordat je mevrouw Acosta een bericht stuurt voor feedback controleer nog even of alles in jouw tegel klaar staat met de juiste links!
- De motivatiemotor
- Voorbereiding in Egodact
- Foto's van de gemaakte oefeningen
- De link naar jouw advetentie
- Het reflective journal in Egodact
Bronnen & literatuur