hoe ontstaat wind
Je voelt het als je buiten loopt.
Het strijkt langs je gezicht en het trekt aan je paraplu.
Wind is iets waar je al bijna niet meer bij nadenkt...
Maar wat is het eigenlijk?
Oefening: wat is de betekenis van wind ?
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
Wind is een verplaatsing van lucht.
Lucht kun je niet zien of ruiken...Het is net alsof het eigenlijk niet bestaat.
toch is het er...we voelen het in ons haar als we het raampje van de auto opendraaien.
Misschien helpt het om aan lucht te denken net als water.
Water stroomt omdat het van hoger naar lager wil komen.
Lucht doet dat ook en die stroom, dat is wind.
Maar hoe komt het dan dat die lucht ongelijk wordt, zodat hij gaat stomen.
Daarvoor moet er eerst ergens meer lucht gestapeld zijn dan ergens anders.
Dat heeft met warmte en koude te maken:
Warme lucht stijgt op: kijk maar naar het volgende filmpje:
Wind is dus niets anders dan de verplaatsing van lucht. De lucht warmt op en stijgt omhoog. Warme lucht zet namelijk uit, dan wordt het lichter en wil omhoog. Als de lucht omhoog stroomt betekent dit dat er beneden minder lucht overblijft. Beneden ontstaat dus een lage drukgebied, dat is een gebied met weinig lucht. Boven is een hoge drukgebied ontstaan met veel lucht. Lucht is altijd opzoek naar evenwicht. Dit betekent dat de lucht in een hoge drukgebied naar een gebied met een lage druk zal stromen, om zo evenveel lucht te krijgen in de twee gebieden. Die beweging van lucht voelen wij als de wind.
De schaal van Beaufort
In 1805 werd er door meneer Francis Beaufort een schaal bedacht die aangeeft hoe hard de wind waait.
Beaufort was een Engelse marinecommandant die vond dat de logboeken van de schepen te onduidelijk waren.
Als er stond geschreven: We hadden een krachtige wind...hoe krachtig was die dan precies? En wat jij misschien een harde wind vindt, vind een ander wellicht een zacht briesje.
Dat moest veranderd worden en dus werd deze tabel gemaakt.

Dat was handig omdat hij nu kon voorschrijven hoeveel zeilen je kon gebruiken bij welke windkracht.
Je kunt er uit aflezen hoe snel (kilometer per uur) de wind waait, maar ook gewoon wat je ziet bij welke windkracht.
Het begint bij 0; windstil en eindigt bij 12, orkaankracht.
Als het bijvoorbeeld windkracht 0 is, is de wind niet, tot bijna niet aanwezig. Bij windkracht 1 is het een heel licht briesje, waar wij als mensen ook nog niet heel veel van merken. Windkracht 2 is ook nog zwak, maar deze voelen wij mensen wel lichtelijk in ons gezicht. Zo gaan we door naar windkracht 3, waar losliggend stof opwaait. Hier waait de wind gemiddeld met 12-19 km/u. Vanaf windkracht 4 begint je haar in de war te zitten en voel je jouw kleding wapperen in de wind. Bij windkracht 5 kunnen vuilnisbakken omvallen, je kan hierbij ook al last krijgen van waaiend stof in je ogen. Dit is het punt waarbij de wind al vrij krachtig is.
Vanaf windkracht 6 noemen we de wind krachtig en gaat de wind met 39-49 km/u, dit is het moment dat je al liever niet meer met een paraplu over straat loopt, die waait dan namelijk bijna uit je handen. Windkracht 7 wordt al een harde wind genoemd. Vanaf dit punt krijgen wij mensen al lichte problemen om tegen de wind in te lopen of fietsen. Nu zijn we aangekomen bij windkracht 8, het moment waarop wij ons eigenlijk niet meer lekker kunnen voortbewegen.
Windkracht 9, het punt waarbij we de wind een ‘storm’ kunnen noemen. Vanaf dit moment is het af te raden (als ouders zijnde) om met je jonge kind over straat te gaan. Hier gaat de wind al met 75-88 km/u. Bij windkracht 10 is het voor volwassenen af te raden om over straat te gaan, want vanaf dit punt hebben mensen, maar ook gebouwen mogelijkheden op schade. Dit is een zware storm. Vanaf dit punt wordt het alleen nog maar gevaarlijker om naar buiten te gaan, dus als mens zijnde zou ik ten alle tijden binnen blijven als je hoort dat het weerbericht zegt dat de wind een windkracht heeft van 10+. Nu zijn we bij windkracht 11 aangekomen, dit is een zeer zware storm. Zelfs bossen zijn slachtoffer aan de kracht van de wind vanaf windkracht 11. Dit zijn dan ook windsnelheden van maar liefst 103-117 km/u.
En dan nu als laatste, zeker ook als krachtigste de ‘orkaan’, windkracht 12. We noemen de wind pas een orkaan als de wind een snelheid bereikt van meer dan 117 km/u. Vanaf dit moment kan eigenlijk alles slachtoffer worden van de destructieve kracht van de wind. Vanaf deze snelheden zijn er nog meer categorieën, maar deze vallen niet meer binnen de schaal van Beaufort.
Kracht* |
Benaming |
Windgemiddelde
snelheid over
10 minuten (km/u) |
Windgemiddelde
snelheid over
10 minuten (m/sec) |
Uitwerking boven land en bij mens |
0 |
stil |
0-1 |
0-0,2 |
rook stijgt recht of bijna recht omhoog |
1 |
zwak |
1-5 |
0,3-1,5 |
windrichting goed af te leiden uit rookpluimen |
2 |
zwak |
6-11 |
1,6-3,3 |
wind merkbaar in gezicht |
3 |
matig |
12-19 |
3,4-5,4 |
stof waait op |
4 |
matig |
20-28 |
5,5-7,9 |
haar in de war, kleding flappert |
5 |
vrij krachtig |
29-38 |
8,0-10,7 |
opwaaiend stof hinderlijk voor de ogen, gekuifde golven op meren en kanalen en vuilcontainers waaien om |
6 |
krachtig |
39-49 |
10,8-13,8 |
paraplu's met moeite vast te houden |
7 |
hard |
50-61 |
13,9-17,1 |
lastig tegen de wind in te lopen of fietsen |
8 |
stormachtig |
62-74 |
17,2-20,7 |
voortbewegen zeer moeilijk |
9 |
storm |
75-88 |
20,8-24,4 |
schoorsteenkappen en dakpannen waaien weg, kinderen waaien om |
10 |
zware storm |
89-102 |
24,5-28,4 |
grote schade aan gebouwen, volwassenen waaien om |
11 |
zeer zware storm |
103-117 |
28,5-32,6 |
enorme schade aan bossen |
12 |
orkaan |
>117 |
>32,6 |
verwoestingen |
Windrichting
Windwijzers
De windrichting is de richting waaruit de wind komt. Westenwind komt uit het westen.
Bij een noordenwind komt de wind uit het noorden en waait in de richting van het zuiden. Bij een oostenwind komt de wind uit het oosten en waait in de richting van het westen. Bij een zuidenwind komt de wind uit het zuiden en waait in de richting van het noorden en bij een westenwind komt de wind uit het westen en waait in de richting van het oosten.
Naast deze vier windrichtingen zijn er nog twaalf windrichtingen waar de wind vandaan kan komen en die gebruikt worden in het weer. De volgende vier zijn noordoost, zuidoost, zuidwest en noordwest.
Je kunt de windrichting ook bepalen door je vinger nat te maken en in de lucht te steken.
De kant die sneller koud en droog wordt is dat de richting waaruit de wind waait.
Ook zijn er windwijzers in alle soorten en maten.
Die zie je vaak op daken van huizen.
Ze hebben een pijl die de windrichting aangeeft.
de grote windstromen op aarde
Zon
Windrichtingen kunnen steeds veranderen en ze brengen ook steeds weer ander weer met zich mee. Maar er zijn een aantal grote luchtstromen op aarde die gemakkelijk zijn te voorspellen, en dat heeft alles met de zon te maken.
Windgordels
De windsystemen zorgen voor een soort gordels om de aarde waarin de lucht
circuleert. Met het verschuiven van de seizoenen verschuiven die gordels
ook en veranderd de windrichting en daarmee het weer ook.

De winden hebben ook een eigen naam:
De passaatwinden zijn de winden die naar de evenaar stromen in oostelijk
richting, altijd met nagenoeg dezelfde windkracht.
De westenwinden zijn de winden in westelijke richting die vanuit de
subtropen naar het noorden blazen.
De doldrums die ook beschreven zijn hiernaast is het gebied om de evenaar
waar de hete lucht met name opstijgt. Hier kan het vaak windstil zijn.
2 Stel je bent de kapitein van een zeilschip en je wil zo snel mogelijk van
Nederland naar Cuba varen en weer terug. Welke route zou je dan
afleggen?. teken het kaartje van de Atlantische Oceaan hiernaast
schetsmatig over en teken je route er in.
Leg uit waarom dit de snelste route is.


Straalstromen
Waar de koude lucht uit de pool en de warme lucht de tropen elkaar tegenkomen
ontstaan sterke winden, boven de gewone windgordels.
Deze heten de straalstromen. Als een soort slang gaan ze de aarde rond.
Er zijn er twee, op het noordelijk halfrond gaat hij van west naar oost en op het zuidelijk halfrond van oost naar west.
De straalstromen werden pas in de 2e wereld oorlog ontdekt toen Amerikaanse bommenwerpers ongemerkt naar Japan probeerden te vliegen.
Ze vlogen daarom heel hoog, maar kwamen soms in zo'n sterke wind terecht
dat ze achteruit vlogen.
Eeuwige winden
De straalstroom is niet recht. Hij wordt beïnvloed door de lage en hoge drukgebieden, maar ook door obstakels op aarde, zoals bergen.
Gebergten kunnen winden dwingen om een bepaalde koers te gaan.
Soms blazen ze dus altijd een enkele kant op.
De bekendste in Europa zijn de Mistral in Frankrijk en de Föhn in Duitsland.
De Mistral waait van noord naar zuid, en de Föhn van zuid naar noord.

stormen en orkanen
Storm in Nederland
In Nederland kan het flink stormen.
Als de wind tenminste windkracht 10 bereikt en een uur land aanhoud spreken we van een zware storm. Januari is de maand met de meeste zware stormen.
In de zomer stormt het ook wel eens, maar dan komt de windkracht meestal niet boven kracht 8 uit.
Hoe ontstaat een storm?
Stormen worden veroorzaakt door lage drukgebieden.
Hoe groter het drukverschil, hoe harder de wind gaat waaien.
Een storm ontstaat gewoonlijk op zee.
Als het ver op de Atlantische oceaan gebeurt dan is de storm meestal al sterk afgezwakt eer hij in Nederland aankomt.
Ontstaat hij echter op de Noordzee dan is hij nog "vers" als hij aan land komt en kunnen de windsnelheden enorm oplopen.
De stormen van 7 september 1944 en 25 januari 1990 zijn daar voorbeelden van.
Bij deze stormen ontstonden windstoten van meer dan 140 kilometer per uur, genoeg om gebouwen mee plat te blazen.
Wervelwinden
Veel winden zijn wervel of draaiwinden.
Ze kunnen klein en zacht zijn of groot en gevaarlijk.
Een windhoos komt in Nederland ook wel eens voor, met name in de zomer op het strand. Het is eigenlijk een soort tornado in het klein.
Ze ontstaan doordat er heel plaatselijk een groot drukverschil is, bijvoorbeeld omdat het heel erg zonnig is. De wind gaat in een krachtige draaiende beweging naar het gebied van lage druk en er ontstaat een wervelwind.
Waterhoos
Als een wervelwind boven water ontstaat noemen we het een waterhoos.
Het lijkt net op een grote slang die vanuit de wolken naar beneden in het water steekt. We zien hier de snel draaiende wind die water "opzuigt"
Tornado
Een tornado is een heel sterk geconcentreerde wervelwind.
Ze komen het meest voor op de Amerikaanse vlakten in de lente. Koude lucht uit de bergen in het noorden schuift over warme lucht uit het zuiden. De lucht wil dit corrigeren, de lichtere warme lucht wil bovenop komen te liggen en de koude wil juist naar beneden. Dat gaat met zo'n kracht gepaard dat er een zeer sterke wervelwind ontstaat met enorme kracht, een tornado.
Orkanen en tropische stormen.
In de zomer is het rond de evenaar zo warm dat er grote hoeveelheden water boven de zee verdampen en de lucht vlug opstijgt. Opnieuw zorgt het grote drukverschil voor de harde wind,
De Orkaan is dus een Wervelwind, maar dan in het groot.
Hij kan vele kilometers omvatten en heeft een "oog" van lage druk waar het
vrijwel windstil is. Zolang dit oog boven een warme zee is kan de orkaan blijven groeien, maar boven land verliest hij snel kracht, wordt een tropische storm en
lost uiteindelijk op.
Opdracht:
Maak een samenvatting van alle informatie uit deze les. Schrijf het netjes in je periodeschrift en maak er tekeningen bij. Dit moet er allemaal in staan:
- ontstaan van wind
- wat is luchtdruk en hoe ontstaat wind
- schaal van Beaufort
- windrichting
- windstromen
- stormen/orkanen