Lesoverzicht
Nu jullie al kennis hebben gemaakt met de Nederlandse Politiek, mogen jullie eindelijk zelf aan de slag!
Nadat de meester/juf groepjes heeft gemaakt gaan jullie een eigen politieke partij oprichten waarbij jullie rekening gaan houden met dezelfde regels als die in het echt gelden.
Daarna gaan jullie de opgerichte politieke partij aan de andere groepjes presenteren en mogen jullie allemaal tijdens een echte verkiezing stemmen op wat jij de beste politieke partij vindt. De politieke partij die de meeste stemmen heeft gekregen wint de verkiezing.
Opdrachten
Opdracht 1
In de vorige lessen hebben we het gehad over politieke partijen en hebben jullie ervaring opgedaan met verschillende politieke partijen. Nu is het de bedoeling dat jullie een naam en een doel bedenken voor jullie eigen politieke partij. Je naam en standpunten schrijf je op een blaadje waar jullie handtekening op komt. Dit blaadje laat je goedkeuren bij de juf/meester.
Stappen:
1. Eerst kiezen jullie 3 standpunten uit de stapel met kaartjes
2. Vervolgens bedenken je zelf nog 1 standpunt wat jullie belangrijk vinden
3. Daarna bedenken jullie een naam voor de partij
Klaar? Ga verder naar opdracht 2.
Opdracht 2
Nu gaan jullie aan de slag met een partijprogramma. Dit is een blad met de belangrijkste punten van een politieke partij.
Wat moet erop staan?
1. De naam van de partij
2. De ingenomen standpunten
3. Onderaan een handtekening van ieder lid van de partij
Laat je partijprogramma nakijken door de leerkracht.
Goedgekeurd = naar opdracht 3
Afgewezen = opdracht 2 opnieuw uitvoeren.
Opdracht 3
Als je kijkt naar de kaartjes zie je onderaan 3 verschillende woorden terugkomen:
- Vrijheid (iedereen is vrij om te denken wat hij wilt)
- Gelijkwaardigheid (iedereen is gelijk)
- Solidariteit (iedereen moet elkaar helpen om de samenleving te versterken)
Deze drie woorden staan voor de kern in Nederland. Dit vindt Nederland het meest belangrijk.
Welke woord staat het meest onderaan jullie kaartjes? Vinden jullie dit het belangrijkste?
Ga nu samen met je groepje een poster maken waarbij dit woord goed naar voren komt. Dat kan in woorden, tekst of juist plaatjes.
Wat moet er op de poster staan?
- Naam van de partij
- Het belangrijkste woord uit de kaartjes
* Let op; een poster moet het publiek aanspreken en gelijk duidelijk zijn.
Opdracht 4
Wanneer de partijprogramma's en de posters gemaakt zijn gaan jullie per groepje de politieke partijen presenteren aan de andere groepjes. Jullie doen dit als groepje en het is niet zo dat 1 persoon steeds aan het woord is en de rest niks zegt. Tijdens de presentatie vertellen jullie de naam en het doel van jullie politieke partij. Verder laten jullie de poster zien en vertellen jullie hoe jullie van plan zijn het doel te gaan bereiken. Zorg ervoor dat je de presentatie leuk maakt om naar te kijken en je de andere leerlingen probeert over te halen op jullie politieke partij te laten stemmen.
Presentatie:
- Rolverdeling (wie vertelt wat)
- Presentatie hoeft maar 2 minuten te zijn.
Opdracht 5
Nadat ieder groepje een presentatie heeft gegeven is het tijd voor de verkiezing. Tijdens de verkiezing mag iedereen één stem uitbrengen op de politieke partij die jou het meeste aanspreekt. je mag hierbij niet op je eigen politieke partij stemmen. De meester/juf legt jullie verder uit hoe de verkiezing in zijn werk gaat.