Je gaat dit onderzoek in 8 stappen uitvoeren. Het onderzoeken doe je samen met medeleerlingen, je werkt dus in een team. Voor deze lessen heb je een stappenplan, een werkboek en basiskenniskaarten nodig. In het werkboek schrijf je de antwoorden op vragen en de resultaten van het onderzoek met je team.
Deze quest wordt ondersteund met een aantal vaste bloxen waarvoor je automatisch ingedeeld wordt.
Welke producten moet je leveren?
Voor deze quest moet je de volgende producten leveren:
1. Oriëntatie op duurzame ontwikkeling bij bedrijven en organisaties
2. Formuleer de onderzoeksvraag
3. Maak een onderzoeksplanplan, beschrijf je manier van onderzoek doen
4. Verzamel gegevens (data)
5. Analyseer de gegevens (data)
6. Trek jullie conclusies
7. Geef advies aan bedrijf of organisatie
8. Deel je bevindingen met medeleerlingen
9. Terugblik op het geheel
Hieronder zie je vier producten: een scooter, een mobiele telefoon, een afhaalpizza en een pak luiers.
Kies één van deze producten uit en beantwoord voor dat product de volgende vragen:
Wordt het product vooral gekocht door ouderen of door jongeren?
Is er in ieder dorp of iedere stad een winkel waar je het product kunt kopen?
Maakt de verkoper van het product veel reclame?
Wordt het product verkocht in een zelfbedieningswinkel of is het belangrijk dat je goed advies krijgt?
Zijn er van het product verschillende merken met verschillende prijzen te koop?
eXplore miles
Deze quest levert jou 15 eXplore miles op als je hem helemaal doorloopt, alle stappen zet en alle producten op tijd levert.
Leerdoelen en Rubric
Leerdoelen
In deze quest leer je hoe je een onderzoek moet uitvoeren samen met medeleerlingen.
Je leert hoe je een onderzoeksplan op moet stellen, hoe je data moet verzamelen, hoe je de gegevens moet analyseren en hoe je hier uiteindelijk een conclusie uit kunt trekken.
Ook ga je leren hoe je een advies op kunt stellen voor een bedrijf of organisatie.
► Je kunt verschillende voorbeelden geven van het beinvloeden van het koopgedrag van consumenten
Leerdoelen:
- Je legt uit welke marketinginstrumenten er zijn en hoe ze gebruikt kunnen worden.
- Je legt uit wat een doelgroep is en hoe bedrijven die doelgroep proberen over te halen om producten te kopen.
- Je legt uit wat e-commerce is.
- Je legt uit wat de rol is van technologische ontwikkelingen binnen de marketing. Hierbij leg je de productlevenscylclus uit.
Rubric
In de rubric hieronder zie je hoe je werk beoordeeld gaat worden.
Routeplanner
wat
hoe lang
concrete opbrengst / bewijs
0. Info Startweek doorlezen
15 minuten
1. Jij begint
20 minuten
goed gevulde Egodact-tegel
2. Stap 1. Oriëntatie op duurzame ontwikkeling bij bedrijven en organisaties
125 minuten
Informatie verzamelen + opdrachten werkboek maken
2. Stap 2. Formuleer de onderzoeksvraag
70 minuten
Onderzoeksvragen formuleren
2. Stap 3. Maak een onderzoeksplanplan, beschrijf je manier van onderzoek doen
75 minuten
Onderzoeksplan maken
2. Stap 4. Verzamel gegevens (data)
45 minuten
Gegevens verzamelen
2. Stap 5. Analyseer de gegevens (data)
20 minuten
Gegevens analyseren
2. Stap 6. Trek jullie conclusies
120 minuten
Onderzoeksvragen beantwoorden
2. Stap 7. Geef advies aan bedrijf of organisatie
150 minuten
Advies schrijven
2. Stap 8. Deel je bevindingen met medeleerlingen
225 minuten
Presentatie maken + geven
2. Stap 9. Terugblik op het geheel
20 minuten
Opdrachten werkboek maken
3. Afronding
15 minuten
Terugkijker invullen
1. Jij begint
Voorbereiding
Motivatiemotor + Verderkijker
➜ Maak een tegel aan in Egodact met de titel van deze quest en het aantal XM dat erbij hoort.
➜ Beschrijf daarin bij 'Mijn Motivatie' waarom je deze quest tot een goed einde zou willen brengen.
➜ Beschrijf bij 'Wat ik er al over weet' of je al eens eerder een onderzoek gedaan hebt en wat je al weet over de vier verschillende thema's (groen, energie, gezondheid, voeding) waar je uit kan kiezen om je onderzoek over te doen.
➜ Beschrijf bij 'Hoe ga ik het aanpakken' hoe je te werk denkt te gaan. Hier schrijf je ook de namen van je groepsgenoten op.
Uitvoering
Checklist
➜ Kopieer de checklist hieronder in je logboek in je Egodact-tegel.
➜ Link gedurende de quest de onderdelen van de checklist aan je werk in Seesaw.
1. Jij begint
Voorbereiding
2. Aan de slag!
Antwoorden werkboek (individueel!)
3. Afronding
Rubric
Terugkijker
2. Marketing communiceren
Doelgroepen
► Bestudeer uit de Kennisbank economie de eerste pagina van het volgende onderdeel:
Het marketingbeleid wordt ook wel het beleid van de 5 P's genoemd. Leg uit waarom.
In het marketingbeleid van een ondernemer staat de doelgroep centraal. De ondernemer probeert met de marketinginstrumenten de doelgroep over te halen om zijn product te kopen.
Omschrijf zo nauwkeurig mogelijk de doelgroep van de volgende vier producten.
luiers
brommers/scooters
mobiele telefoons
kant-en-klaarmaaltijden
► Doelgroepen
De marketinginstrumenten horen goed op elkaar afgestemd te zijn en moeten goed aansluiten bij de doelgroep.
De doelgroep is een groep potentiële klanten waar een bedrijf zich op richt.
Een onderneming die zich bijvoorbeeld richt op mensen met veel geld, moet een product leveren met een unieke en goede kwaliteit, de prijs mag hoog zijn, het moet exclusief te verkrijgen zijn en ook de reclame moet afgestemd zijn op deze doelgroep, bijvoorbeeld door advertenties in dure tijdschriften
► Wie vormt de doelgroep?
Maak de oefening. Je bepaalt per situatie wie de doelgroep is. De antwoorden kun je direct controleren.
Beantwoord de volgende vragen. Doe het samen met een klasgenoot.
Als je een paar sportschoenen wilt kopen, kun je dat doen bij een winkel als V&D, bij een schoenenwinkel of bij een sportwinkel.
In welke winkel is, volgens jullie, de keuze het grootst?
In welke winkel kun je het beste advies krijgen?
Waar kopen jullie sportschoenen? Waarom kopen jullie ze in die winkel?
Bekijk de negen winkels hieronder. Maak twee kolommen. Zet boven de eerste kolom 'speciaalzaak' en boven de tweede kolom 'parallelzaak'. Verdeel de winkels over de kolommen.
slager
supermarkt
Hema
De Bijenkorf
beddenwinkel
computershop
kaaswinkel
V&D
rijwielshop
► Productbeleid
Bij productbeleid gaat het om de vraag welke soort en kwaliteit goederen een bedrijf aanbiedt.
Als ondernemer moet je ervoor zorgen dat jouw product of jouw assortiment net even anders is dan dat van je concurrent. Belangrijke manieren om je product te onderscheiden (productdifferentiatie) zijn het uiterlijk, de kwaliteit en de verpakking van de producten. In verband met de snelle veroudering van sommige goederen (zoals mobiele telefoonns, iPads en computers) is steeds vernieuwing van het assortiment nodig.
Behalve om het product zelf gaat het bij productbeleid ook om zaken als merknaam, service en garantie. Een goede merknaam kan al klanten trekken. A-merken zijn merken die iedereen kent. A-merken zijn merken die iedereen kent. Voorbeelden zijn Persil, Douwe Egberts, Shell en Nike. B-merken zijn iets minder bekende, vaak iets goedkopere merken, zoals Witte Reus (waspoeder) en Kanis&Gunnik (koffie). Daarnaast verkopen veel supermarkten ook eigen merken of huismerken. Producten met zo'n merknaam zijn alleen te koop in die winkel.
Bekijk onderstaande filmpje en beantwoord de volgende vragen:
3. Wat is een andere naam voor 'huismerk'? 4. Huismerken zijn vaak goedkoper dan A-merken. Verklaar dit. 5. Noem, behalve de prijs, nog een verschil tussen een A-merk en een huismerk.
Prijsbeleid
► Prijsbeleid
Het prijsbeleid is gericht op het vaststellen van de hoogte van de verkoopprijzen.
De prijs van een product hoeft niet altijd laag te zijn.
Voor merken met een goede reputatie (zoals A-merken) willen mensen een hogere prijs betalen.
Als de kwaliteit goed is, mag het wel wat meer kosten.
Andere ondernemingen willen juist graag de laagste prijs bieden, zoals de supermarktketens Aldi en Lidl.
Een bekende vorm van prijsbeleid is het geven van kortingen.
Winkeliers geven korting om meer te verkopen.
Veel kledingzaken geven aan het eind van het seizoen korting om oude voorraden kwijt te raken.
En markthandelaren verlagen bij het sluiten van de zaterdagmarkt de prijzen van groenten en bloemen.
Ondernemers moeten in verband met de concurrentie goed letten op elkaars prijsverhogingen en prijsverlagingen. soms maken ze prijsafspraken. Dat is echter verboden.
Ook moeten ondernemers volgens de prijzenwet producten duidelijk van een prijs voorzien.
Op producten die per gewicht verkocht worden, moet ook de prijs staan naar een standaard meteenheid, zodat prijzen met elkaar vergeleken kunnen worden.
Er zijn allerlei prijsstrategieën die een ondernemer kan volgen.
Bekijk deze website.Hier worden diverse manieren van prijsbepalen beschreven.
Je hoeft deze prijsstrategieën niet te kennen voor het examen.
1. Kies één strategie uit en geef een voorbeeld van een bedrijf of product waarbij deze strategie wordt toegepast.
Leg je antwoord uit.
Een speciaal soort prijsbeleid is prijsdiscriminatie. Verschillende groepen consumenten betalen voor hetzelfde product een verschillende prijs. Zo heeft een dierentuin lagere tarieven voor kinderen en 60-plussers.
Bekijk deze pagina en maak de volgende opdrachten: 2. Onder welke twee voorwaarden kan prijsdiscriminatie toegepast worden? Leg je antwoord uit. 3. Maak de oefening op de website
Plaatsbeleid
► Plaats
Bekijk de advertentie. De Burg. Mooystraat is de drukste winkelstraat van Brughoven. In de straat zijn al drie schoenenwinkels. Vind jij het verstandig van Het Schoenenpaleis om zich in die straat te vestigen? Leg je antwoord uit.
Bestudeer nu pagina 3 van het onderdeel marketingmix:
Waarom is het belangrijk dat een winkel waar je de dagelijkse boodschappen doet, goed bereikbaar is?
Waarom vind je in een winkelstraat vaak meerdere kledingwinkels?
In sommige plaatsen is er een 'meubelboulevard': een aantal meubelzaken die zich vlak bij elkaar hebben gevestigd.
Leg uit waarom een meubelboulevard voor consumenten prettig kan zijn.
Extra ► Plaats- of distributiebeleid
Bij het plaats- of distributiebeleid gaat het om de keuze van de vestigingsplaats en de wijze waarop een product of dienst wordt aangeboden.
Als ondernemer moet je uitzoeken waar en hoe je de goederen het best kunt aanbieden. Daarbij moet je bijvoorbeeld rekening houden met de bereikbaarheid en parkeermogelijkheden voor klanten en leveranciers, maar ook met gemeentelijke bestemmingsplannen. Zelfs de looproute in de winkel is belanrijk voor verkoopmogelijkheden. Nieuwe vormen van distributie zoals E-commerce worden steeds belangrijker. E-commerce is het kopen en verkopen van goederen via internet.
Bij plaatsbeleid gaat het er ook om hoe je als ondernemer het product naar de klant 'brengt'. Als een fabrikant het product zelf verkoopt aan de consument is er sprake van directe distributie. Als het product via één of meer tussenschakels wordt aageboden, is sprake van indirecte distributie. Dit is bijvoorbeeld als een fabrikant zijn product verkoopt aan een winkelier en de winkelier het doorverkoopt aan de consument.
Een groothandel is een handelsonderneming die goederen verkoopt aan andere bedrijven.
Detailhandel zijn bedrijven die hun goederen verkopen aan de eindgebruiker, de consument.
3. Beschrijf het plaatsbeleid van IKEA. Kijk hierbij niet alleen naar de locatie, maar ook naar de inrichting van de winkel en of er sprake is van directe of indirecte distributie.
Promotiebeleid
► Promotiebeleid
Het promotiebeleid is de wijze waarop een onderneming het product of het bedrijf onder de aandacht wil brengen.
Het gaat hierbij dus om de communicatie met de klanten. Reclame is een onderdeel van het promotiebeleid.
Met reclame willen bedrijven de consument vertrouwd maken met het product om de verkoop te stimuleren.
Bekijk de volgende website en maak de volgende opdrachten: 1. Welke 5 soorten reclames worden er op de site genoemd? Licht ze allemaal kort toe. 2. Maak de oefening op de site. Je kunt direct je antwoorden controleren.
Extra:
Als ondernemer moet je je houden aan de Nederlandse Reclame Code.
Dit is een veelheid van regels waar reclame aan moet voldoen. Zo is misleidende reclame verboden.
Hiervan is sprake als ondernemers bewust onjuiste of onvolledige informatie verstrekken.
Klachten over reclame-uitingen kunnen worden ingediend bij de Reclame Code Commissie.
Foodwatch reikt ieder jaar het Gouden Windei uit aan het meest misleidende product in de supermarkt.
Kijk maar eens welke producent de winnaar van het Gouden Windei was in 2016.
Bekijk de volgende reclame:
3. Waarom vindt de Consumentenbond deze reclame misleidend? Ben je het met de Consumentenbond eens? Leg uit waarom wel/niet.
Oefening: welke p?
Welke p?
Maak de oefening welke p?
Je krijgt direct feedback op je antwoorden.
Maar let op, in deze oefening wordt er van uitgegaan dat er vier p's zijn,
de vijfde p van personeel wordt hierna behandeld.
Personeel
► Personeel
Yasmin werkt als verkoopster in een kledingzaak. Paul werkt als vakkenvuller in een supermarkt. Yasmin en Paul werken beide in een winkel. Toch zijn er wat betreft het werk wel verschillen. Schrijf zoveel mogelijk verschillen op.
Bestudeer nu pagina 4 van het onderdeel marketingmix:
Bekijk de negen winkels hieronder. Maak twee kolommen. Zet boven de eerste kolom 'zelfbediening' en boven de tweede kolom 'bediening'. Verdeel de winkels over de kolommen.
slager
supermarkt
Hema
De Bijenkorf
beddenwinkel
computershop
kaaswinkel
V&D
rijwielshop
Bespreek de antwoorden op de vragen met een klasgenoot.
Hebben jullie de winkels op dezelfde manier over de kolommen verdeeld?
Bespreek verschillen.
► Personeel
Lees de vijf zinnen hieronder. Welke zinnen passen het best bij een winkel met zelfbediening en welke het best bij een bedieningswinkel?
Het personeel mag bij zijn werkzaamheden de klanten niet in de weg lopen.
Het personeel moet productkennis hebben.
Het personeel wijst klanten de weg in de winkel.
Het personeel vraagt de klanten waar hij ze mee van dienst kan zijn.
Het personeel moet de schapvoorraden regelmatig aanvullen.
Een winkel in Volendam zoekt een verkoopmedewerkster. In de advertentie staat dat de nieuwe verkoopmedewerkster tenminste één vreemde taal vloeiend moet kunnen spreken.
Zal het hier om een een winkel met zelfbediening of om een bedieningswinkel gaan?
Leg je antwoord uit.
Sylvia vindt de eis dat de verkoopmedewerkster een vreemde taal moet spreken vreemd.
Als zij in het buitenland iets koopt, spreekt de verkoopster toch ook geen Nederlands.
Ben je het met Sylvia eens? Leg je antwoord uit.
E-marketing en E-commerce
► De e-commerce story van Paul
E-commerce is het kopen en verkopen van goederen via internet.
Ondernemers in de E-commerce bieden hun producten dat niet aan op een fysieke markt, maar op internet.
Als ondernemers binnen de E-commerce bezig zijn met marketing dan wordt het E-marketing genoemnd.
E-marketing is dus het marketingondereel van E-commerce.
Het bestaat uit online communicatie- en promotie-activiteiten om producten via het internet te verkopen.
Lees meer over de voordelen van marketing op internet.
Let op: onderstaande video is in het engels.
Productlevenscyclus
► Technologische ontwikkelingen de productlevenscyclus
Bekijk de onderstaande video.
Voor het beantwoorden van de vragen heb je deze video ook nodig.
In verband met de snelle veroudering van sommige goederen (zoals mobiele telefoonns, iPads en computers) is steeds vernieuwing van het assortiment nodig.
Toen de zwart-wit televisie werd geïntroduceerd, kocht niet iedereen die direct.
De prijs was hoog en men wilde eerst de kat uit de boom kijken.
Maar de televisie werd steeds populairder, de afzet kende een enorme groei, ook omdat de prijzen langzaam daalden.
Na verloop van tijd werd de groei minder en op een zeker moment was er helemaal geen groei meer.
Je kocht alleen nog maar een nieuwe televisie om de oude te vervangen.
Toen de kleurentelevisie kwam, daalde de afzet enorm. Zwart-wit tv's zijn tegenwoordig zelfs niet meer te koop in Nederland.
De Productlevenscyclus in het engels de Product life cycle, is een begrip uit de marketing en economie. Het wordt gebruikt om te onderzoeken welke marketingstrategieën op een bepaald moment het best kunnen worden toegepast op een bepaald product.
Deze lproductevenscyclus wordt in de volgende afbeelding weergegeven.
Je ziet de verschillende fasen in de levenscyclus.
Van elk product kun je zo'n grafiek tekenen.
Beantwoord de volgende vragen in je eigen woorden: 1. In de introductiefase is het product ontwikkeld en op de markt gebracht.
Het is nog niet uitontwikkeld. Hoe noem je de groep kopers die in deze fase het product koopt? 2. Wat kun je zeggen over de prijs in de introductiefase? 3. Welke P's staan in de groeifase centraal? 4. Een productlevenscyclus kan enkele weken tot tientallen jaren duren.
Leg uit bij welke producten een cyclus kort duurt en bij welke producten een cyclus lang duurt.
Kijk bij het volgende tabblad je antwoorden na. Bekijk de foute antwoorden en leer hiervan.
Reflective journal
Reflective journal
➜ Werk je reflective journal bij door in je logboek in Egodact antwoord te geven op de volgende vragen:
Vraag 1. Stel een vraag over hoe de leerling zichzelf verhoudt tot de inhoud
Vraag 2. Stel een vraag die de omgeving betrekt,
3. Afronding
3a. Rubric
Rubric
In de rubric hieronder zie je hoe je werk beoordeeld gaat worden. Hoe vind je zelf dat je het gedaan hebt?
3b. Terugkijker
➜ Schrijf in Egodact onderaan je tegel bij 'Terugkijker' een evaluatie aan de hand van de vragen hieronder:
Hoe lang heb je aan deze quest gewerkt?
Hoe heb je het gedaan volgens de rubric?
Had je van tevoren zin in deze quest? Waarom wel/niet?
Wat had je verwacht van deze quest? Hoe zijn die verwachtingen uitgekomen?
Wat vond je de leukste opdracht tijdens deze quest? Wat vond je de saaiste?
Hoe vond je je werkhouding tijdens deze quest? Heb je eruit gehaald wat erin zat?
Hoe vond je dat het samenwerken in je groepje ging? Welke rol heb jij op je genomen en hoe heeft dat uitgepakt?
Hoe had deze quest (nog) beter kunnen zijn?
Bronnen
Aanvullende bronnen, links enz. horend bij het onderwerp worden hier op een volgende pagina geplaatst
Controleer de antwoorden productbeleid
Eigen antwoord
Bekijk de acht winkels hieronder. Maak twee kolommen. Zet boven de eerste kolom 'speciaalzaak' en boven de tweede kolom 'parallelzaak'. Verdeel de winkels over de kolommen.
slager (S)
supermarkt (P)
Hema (P)
De Bijenkorf (P)
beddenwinkel (S)
computershop (S)
kaaswinkel (S)
rijwielshop (S)
Huismerken worden ook wel “eigen merken” of “private labels” genoemd.
Voor A-merken worden reclamecampagnes gehouden, voor huismerken niet.
Bijvoorbeeld: Een A-merk zet de trend en loopt voorop, doet aan innovatie, eigen merk of private label is een kopie van het A-merk. A-merken hebben een beter imago. A-merken zijn bij verschillende winkelketens te koop, huismerken alleen bij bepaalde winkelketens.
Controleer de antwoorden prijsbeleid
De innovators
De prijs is hoog
Product en promotie
Bij een hype gaat de cyclus heel snel, bij een trend wat trager en bij producten die we elke dag tegenkomen kan de cyclus (tientallen) jaren duren.
De Toyota Yaris wordt in reclames voor een prijs 'vanaf €12.525' aangeboden. Er wordt geen melding gemaakt van rijklaarmaakkosten en een inruilpremie. Als de Consumentenbond de 'auto van het plaatje' wil kopen blijkt dat alleen mogelijk voor duizenden euro’s meer. Misleiding dus. De Consumentenbond vindt dat autofabrikanten niet meer dit soort reclames moet maken.
Consumenten moeten prijzen van auto's goed kunnen vergelijken. Daarom moeten rijklaarmaakkosten in de aanbiedingsprijs worden opgenomen.
Controleer de antwoorden productlevenscyclus
Let op dit is extra, je hoeft dit niet te kennen voor het examen.
Kies 1 van de volgende.
Afroomprijsstrategie:
Bij de introductie van een product een hoge prijs om de kosten snel terug te verdienen. Na verloop van tijd daalt de prijs geleidelijk
Discount pricing:
hanteren van een (iets) lagere prijs dan de concurrenten
Concurrentiegeoriënteerde prijsstelling:
de prijs van de concurrenten geldt als uitgangspunt
Eindprijsmin methode:
vaststellen van een redelijke prijs die de consument wil betalen. De marge van de tussenhandel eraf halen. Alles dat overblijft is voor de producten.
Dumping:
de aanbieder verkoopt zijn producten voor een aanmerkelijk lager bedrag dan dat gemiddeld opgaat binnen een bepaalde markt.
Follow-the-leader:
volgen van de prijs van de leider in de markt
Penetratieprijsstrategie:
eerst een lage prijs hanteren en na verloop van tijd veranderen in een hogere prijs zodra marktaandeel op de concurrenten is gewonnen
Kostprijsplus methode:
inkoopprijs verhogen met een vast opslagpercentage (winstpercentage of zo).
Premium pricing:
een iets hogere prijs hanteren dan de belangrijkste concurrenten met als doel een hogere kwaliteitsperceptie te bewerkstelligen
Stay-out-pricing:
dusdanig lage prijs hanteren zodat potentiële concurrenten niet in staat zijn de markt te betreden
Price lining:
een aantal modellen of het gehele assortiment aanbieden voor dezelfde prijs
- er zijn gescheiden markten;
- de klant die profiteert van de lagere prijs moet het product niet kunnen doorverkopen aan
iemand die een hogere prijs moet betalen.
voorbeeld: een bakker kan in zijn winkel niet aan prijsdiscriminatie doen. Stel je voor dat jij een andere prijs moet betalen dan de klant die naast jou in de winkel staat.
Het arrangement M&M - Marketing - Communiceren is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Bij het samenstellen van deze leerbron is gebruik gemaakt van een arrangement uit de Stercollecties van VO-Content. Het oorspronkelijke arrangement is eigendom van VO-Content en gedeeld onder de CC-BY SA licentie.
https://maken.wikiwijs.nl/73833/De_marketingmix__vmbo_kgt34
Bij het samenstellen van deze leerbron is gebruik gemaakt van een arrangement uit de Stercollecties van VO-Content. Het oorspronkelijke arrangement is eigendom van VO-Content en gedeeld onder de CC-BY SA licentie.
https://maken.wikiwijs.nl/73833/De_marketingmix__vmbo_kgt34
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.