Deze periode zijn we begonnen met het hoofdstuk 'kosten van duurzame productiemiddelen'. Afgelopen tijd hebben we geleerd wat investeren inhoud en hebben we de eerste manier van afschrijven behandeld. Vandaag gaan we daar mee verder en leren we ook twee andere manieren van afschrijven.
Jullie kunnen starten met de instaptoets. Deze toets herhaalt de lesstof van vorige les en checkt of je dit nog naar behoren weet. Daarna kan je verder met de nieuwe lesstof en je kan de les afsluiten met een korte toets. Studenten die erg snel werken of de lesstof makkelijk begrijpen, jullie kunnen ook nog aan de verdiepende opdrachten werken.
Heel veel succes vandaag!
Wat ga je leren?
Tijdens deze les komen de volgende leerdoelen aanbod:
- Je leert waar afschrijving voor dient
- Je leert de afschrijving berekenen
- Je leert overige kosten van duurzame productiemiddelen berekenen
Lesmateriaal kosten van duurzame productiemiddelen
De lesmateriaal kan je op twee verschillende manieren bestuderen: je kan gebruik maken van de kennisclip waarin door middel van een video uitleg gegeven wordt of je kan onderstaande theorie doorlezen. Kies wat jij het fijnste vindt, of doe het beide als je het echt goed wilt begrijpen! Helemaal onder aan de pagina is ook nog een extra kennisclip toegevoegd, zodat je ook nog van een andere docent uitleg kan krijgen.
Afschrijvingskosten
Een van de kosten die horen bij duurzame productiemiddelen zijn afschrijvingskosten.
Afschrijvingskosten zijn kosten die voortkomen uit de waardevermindering van van duurzame productiemiddelen. Door het gebruik ervan wordt een productiemiddel ieder jaar minder waard. Deze waardevermindering neemt een onderneming jaarlijks als kosten op in de exploitatiebegroting.
Afschrijvingskosten zijn een voorbeeld van constante kosten. Het maakt voor de hoogte van de afschrijvingskosten niet uit hoeveel de ondernemer produceert. De afschrijvingskosten heeft hij vooraf vastgesteld, en zijn daar niet van afhankelijk.
Afschrijven kan op basis van de volgende vier methoden:
Met een vast bedrag per jaar. => Afschrijvingsbedrag = (aanschafwaarde - restwaarde) / economische levensduur
Met een vast percentage van de aanschafwaarde.
Met een afnemend percentage van de aanschafwaarde.
Met een vast percentage van de boekwaarde.
Om afschrijvingskosten te kunnen uitrekenen, stel je een afschrijvingsplan op. Een afschrijvingsplan kent de volgende inhoud:
jaar
boekwaarde begin
afschrijvingskosten
boekwaarde eind
De boekwaarde begin van jaar 1 is gelijk aan de aanschafwaarde van onderwerp waarover afgeschreven wordt. Dit is vanzelfsprekend een bedrag exclusief btw!
Rentekosten en complementaire kosten
Naast afschrijvingskosten kunnen ook nog rentekosten en complementaire kosten behoren tot de kosten die bij een duurzaam productiemiddel horen.
Complementaire kosten zijn bijvoorbeeld kosten voor onderhoud van een machine.
De afschrijvingskosten, rentekosten en complementaire kosten vormen samen de totale kosten die bij een duurzaamproductie middel horen!
Wil je de uitleg over afschrijvingskosten ook nog op een andere manier horen van een andere docent? Kijk dan hieronder de instructiefilm over afschrijvingskosten van Meester Patrick
Instaptoets
Je begint met het maken van deze instaptoets. Deze toets laat zien of je de theorie rondom afschrijven goed begrepen hebt. Als je 4 of 5 vragen goed hebt, kan je doorgaan met de reguliere opdrachten. Als je minder dan 4 vragen goed hebt, is het belangrijk om nog extra met de begrippen te oefenen. Je maakt dan de herhalingsoefeningen voordat je aan de reguliere opdrachten begint.
Deze herhalingsoefeningen hoef je alleen te maken als je minder dan 4 vragen goed hebt bij de instaptoets. Had je 4 of 5 vragen goed bij de instapttoets? Dan kan je meteen doorgaan naar de opdrachten.
Voordat je de herhalingsoefeningen maakt, is het handig om de theorie nog een keer goed door te lezen of om een van de kennisclips te bekijken.
Oefenmateriaal
Voor deze opdrachten zul je afschrijvingstabelen moeten maken. Deze worden niet automatisch nagekeken, maar de juiste antwoorden worden wel gegeven. Kijk zelf of je het goed hebt. Je mag er ook voor kiezen om deze opdrachten in je schrift te maken, als je dat fijner vindt. Kijk het wel altijd na en controleer of je de lesstof beheerst!
Let er goed op welke afschrijvingsmethode er gebruikt wordt. Hierbij nog even de drie verschillende die we kennen:
- Afschrijven met een vast bedrag per jaar (lineair afschrijven)
- Afschrijven met een percentage van de aanschafwaarde (lineair afschrijven)
- Afschrijven met een percentage van de boekwaarde
Verdiepend materiaal (facultatief)
Ben je al klaar met de reguliere opdrachten? Je kan je overige tijd gebruiken aan onderstaande extra opdrachten, hier wordt extra stof behandeld. Deze zijn niet verplicht.
De extra opdrachten gaan onderandere over rentekosten en complementaire kosten. Dit zijn kosten die ook bij de kosten van een duurzaamproductiemiddel horen. Lees hiervoor eerst de theorie nog maals een keer goed door zodat je weet hoe je rentekosten en hoe je complementaire kosten uit moet rekenen.
Eindtoets
Voor de eindtoets moet je minimaal 7 van de 10 vragen goed hebben. Dan weet je dat je de lesstof voldoende beheerst en je je leerdoelen hebt behaald. Als je minder dan 7 vragen goed hebt, is het goed dat je thuis nog met de lesstof gaat oefenen. Dit kan door de opdrachten van hoofdstuk 2 te maken uit je werkboek.
Evaluatie
Klaar met de les? Vergeet niet te evalueren via onderstaande link:
Het arrangement Kosten van duurzame productiemiddelen is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Anne van Esch
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2023-01-23 15:54:32
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Instaptoets
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.