Als onderwijsassistent is het van belang dat je passende leeractiviteiten kunt voorbereiden die aansluiten op het niveau van leerlingen waarmee je werkt. Leerlingen beheersen de lesstof op verschillende niveau's, waardoor het vorobereiden van lesactiviteiten van groot belang is. Het is belangrijk dat je als onderwijsassistent de inhoud van de leeractiviteiten en de didactische aanpak ervan voorafgaand aan de uitvoering bedenkt. Op die manier kan de leeractiviteit juist uitgewerkt worden in een lesvoorbereiding.
Nadat je als onderwijsassistent leeractiviteiten hebt voorbereid, ga je aan de slag met het uitvoeren van deze leeractiviteiten. Je voert leeractiviteiten uit in overleg met je stagebegeleider. Als onderwijsasistent neem je leeractiviteiten over of voer je leeractiviteiten uit tijdens de les van je begeleider. Je geeft individuele leerlingen en/of groepen instructies, uitleg en /of demonsteert een aanpak en volgt daarbij de aanwijzigngen op van een leraar. Je laat zien dat je leerlingen kunt motiveren, stimuleren en flexibel kunt reageren op veranderingen en daarbij pedagogische/didactische beslissingen kunt nemen.
De werkprocessen
Hierover gaan de examens in deze module:
P3-K1-W2 Bereidt de uitvoering van leeractiviteiten voor
P3-K1-W3 Voert leeractiviteiten uit
|
De vakken
De lessen die je krijgt geven je genoeg houvast om de examens goed te kunnen maken. Je krijgt les in de volgende onderdelen:
Periode 7
Lesactiviteiten: Taal, Rekenen & wiskunde en Wereldoriëntatie
Periode 8
Lesactiviteiten: Kunstzinnige oriëntatie, bewegingsonderwijs en VMBO & MBO
Het overgrote deel van de studenten ‘onderwijsassistent’ (OA) wil aan de slag in het basisonderwijs.
Een klein deel kiest bewust voor vo of mbo. We gaan daarom vooral uit van het primair onderwijs, maar nemen waar dat mogelijk is de taken in andere onderwijsvormen mee.
Lesactiviteiten in het primair onderwijs zijn gebaseerd op de kerndoelen. In de praktijk heb je echter vooral te maken met verschillende uitwerkingen van die kerndoelen. Er zijn uitwerkingen op landelijk niveau, uitwerkingen van uitgevers van lesmethoden en natuurlijk uitwerkingen van scholen en leerkrachten zelf.
De verschillende leergebieden kun je ook prima (en bij voorkeur) met elkaar combineren.
Als je dat doet, werk je aan de brede vorming van je leerlingen of studenten.
Bij het uitwerken van lesactiviteiten werk je methodisch.
Je brengt achtereenvolgens de beginsituatie, de leerdoelen, de activiteit zelf, de uitvoering en de evaluatie in beeld.
Je lesactiviteiten ontwikkel je gericht op een specifieke doelgroep. Dat kan een hele klas zijn, een individuele leerling of een zorgleerling. Een zorgleerling is een leerling die vanwege een beperking of ontwikkelingsstoornis, zonder extra zorgbegeleiding niet of moeilijk mee kan komen op school.
Taal
Taal is voor alle mensen van groot belang. Door taal kun je contact maken met anderen. Daarom is het misschien wel het belangrijkste vak in het basisonderwijs. Overigens gaat er ook in vo en mbo veel onderwijstijd naar mondelinge én schriftelijke taalvaardigheid. Basisschoolleerlingen leren taal actief te gebruiken in situaties die zij dagelijks tegenkomen. Bij taal gaat het dan niet alleen om Nederlands, maar ook om Engels en Fries.
Rekenen en wiskunde
Kunnen rekenen is in ieders leven belangrijk. Denk aan kunnen inschatten hoeveel iets met korting kost en kunnen rondkomen met geld.
Wereldoriëntatie
In het leergebied ‘Wereldoriëntatie’ leren leerlingen over zichzelf, hun plek in de samenleving, dieren en planten, verre landen, andere tijden en nog veel meer. Wereldoriëntatie heeft in het basisonderwijs verschillende domeinen.
Planning
Lesweek |
Onderwerp |
1 |
Introductieles |
2 |
Taal |
3 |
Taal |
4 |
Taal |
5 |
Rekenen |
6 |
Rekenen |
7 |
Rekenen |
8 |
Wereldoriëntatie |
9 |
Wereldoriëntatie |
10 |
Inleveren opdrachten |
Opdrachten
Opdracht 1: Verkenning van de lesmethodes taal- en rekenen
Bestudeer een taal- en rekenmethode die in je stageklas wordt gebruikt. Bespreek met je stagebegeleider hoe deze methode wordt gebruikt. Maak hier aantekeningen en/of een beknopt verslag van.
Opdracht 2: Inventariseer didactische instructie- en werkvormen
Zet op een rijtje welke didactische instructie- en werkvormen er in de taal- en rekenmethode in je stageklas worden gebruikt. Ga daarnaast op zoek naar een bron op Internet en zoek hierop nog drie werkvormen voor taal en drie werkvormen die je voor een rekenles goed zou kunnen gebruiken.
Werk in totaal 5 werkvormen uit die je kunt gebruiken in je taalles en 5 die je kunt gebruiken in je rekenles.
Opdracht 3: Bereidt twee leeractiviteiten voor
Bereidt 2 leeractiviteiten voor. Gebruik hierbij het DA-model.
Eén leeractiviteit is gericht op leesbevordering van leerlingen. Het tweede leergebied is (voorbereidend) rekenen. Gebruik hierbij de lesmethodes die in je stageklas worden gebruikt.
Opdracht 4: Voor twee leeractiviteiten uit en geef daarbij gepaste begeleiding aan leerlingen
De twee leeractiviteiten die je hebt voorbereidt in het oefenexamen P3-K1-W2 ga je nu uitvoeren in overleg met je stagebegeleider.