Conditionals
Voorkennis activeren
Conditionals zijn voorwaardelijke zinnen met 'if', oftewel zinnen met een als-dan constructie
Dus: als dit gebeurt, dan gebeurt dat, of als dit gebeurt, dan zal dat waarschijnlijk gebeuren. Je gaat daarbij steeds een stapje verder in de (on)waarschijnlijkheid dat iets zal gebeuren.
Op het moment dat je ze gaat mixen wordt het lastiger. De tijden worden door elkaar gebruikt. In deze les leer je de juiste mix te maken door goed te kijken wat er in de zin gebeurt.
Maar eerst blikken we nog een keer terug.

Zero Conditional

Wat is ook alweer de 'zero conditional' in Engels?
Kijk goed naar de uitleg hieronder. In welke tijd staat de 'If' - zin? En in welke tijd de hoofdzin?
ZERO CONDITIONAL
|
Bij de zero conditional gebruik je in beide zinsdelen de Present Simple. Kijk maar naar het voorbeeld:
- If you speed up, you go faster.
De zero conditional gebruik je bij zaken die absoluut gebeuren. Het gaat hier bijvoorbeeld om (wetenschappelijke) feiten of algemene waarheden.
- If you get to close to the sun, you melt
- If you touch fire, you burn yourself
- If you cross a border, you enter another country
|
First Conditional

We gaan nu een stapje verder. We hebben het niet meer over feiten, maar over een voorwaarde die haalbaar is. Van zero naar de first conditional.
FIRST CONDITIONAL
|
Bij de first conditional gebruik je verschillende tijden in de twee zinsdelen. In de If-zin gebruik je present simple en in de hoofdzin will + een werkwoord:
- If you prepare properly, you will pass the test.
De first conditional gebruik je als het best waarschijnlijk is dat iets gaat gebeuren, nu of in de toekomst.
- If he gets the day off, we will go to the mall
- If Daniel leaves, we will all be sad
- If she runs real fast, she will catch the bus
|
Second Conditional

De second conditional gaat weer een stapje verder in waarschijnlijkheid dat iets gaat gebeuren.
SECOND CONDITIONAL
|
Ook bij de second conditional gebruik je verschillende tijden in de twee zinsdelen. In de If-zin gebruik je past simple en in de hoofdzin would + een werkwoord:
- If I won the lottery, I would buy a car.
De second conditional gebruik je als het niet, of zeer onwaarschijnlijk is dat iets gaat gebeuren, nu of in de toekomst.
- If he was/were a billionaire, he would buy a mercedes
- If Daniel left, we would all be sad (not going to happen)
- If she lived in Brazil, she would be very happy
|
Third Conditional

De laatste voorwaardelijke zin wordt gebruikt als iets niet gebeurd is in het verleden. Je kijkt dan terug om te zeggen dat als iets in het verleden was gebeurd, dat andere ook zou zijn gebeurd.
THIRD CONDITIONAL
|
Ook bij de third conditional gebruik je verschillende tijden in de twee zinsdelen. In de If-zin gebruik je past perfect en in de hoofdzin would have + een voltooid deelwoord:
- If you had prepared properly, you would have passed the test.
De third conditional gebruik je voor zaken die (absoluut) niet zijn gebeurd in het verleden.
- If we had gotten time off, we would have gone to London
- If she had waited longer, she would have seen him
- If Daniel had left, we would have been sad
|
Tot zover duidelijk? Dan volgen nu een paar oefeningen. Kijk steeds goed naar de waarschijnlijkheid van de gebeurtenis in de zin, Is het een feit? Is het zeer onwaarschijnlijk dat iets gaat gebeuren? Pas de juiste tijd toe in zowel de If-zin als de hoofdzin.
Toets: Conditionals
Start
Mixed conditionals
De second and third conditional kunnen ook gemengd in een zin voorkomen. Je spreekt dan van mixed conditionals
Er zijn twee soorten:
1. Een onwerkelijke voorwaarde in het verleden en het onwaarschijnlijke resultaat ervan in het heden.
Deze zinnen drukken een situatie uit die tegengesteld is aan de werkelijkheid.
Een onwerkelijke voorwaarde in het verleden => 3e conditional. Hierbij hoort in de niet gemixte vorm een onwerkelijk resultaat in het verleden.
Nu wordt er een mix gemaakt en is de tweede zin een onwaarschijnlijk resultaat in het heden => 2e conditonal
In deze gemengde conditionele zinnen, staat de tijd in het verleden in de "if"-zin en in het heden in de hoofdzin.
(je kunt in de hoofdzin bijvoorbeeld het woordje 'now' of 'today'of 'at present' erbij plaatsen, dat geeft ook aan dat het in het heden plaatsvindt).
Bijvoorbeeld:
- If I had studied, I would have my driving license (now). (but I didn't study and now I don't have my license)
- If I had taken that job, I would be a millionaire (now). (but I didn't take the job and I'm not a millionaire)
- If you had spent all your money, you wouldn't buy this jacket. (but you didn't spend all your money and now you can buy this jacket)
Als we nog een keer naar deze zinnen kijken, zien we een mix van 2e en 3e conditonals
- If I had studied (3e conditional, want past perfect en in het verleden) I, would have (2e conditional, would + werkwoord, niet waarschijnlijk, want niet gestudeerd) my driving license now. (but I didn't study and now I don't have my license).
- If I had taken (3e conditional) that job, I would be (2e conditonal) a millionaire now. (but I didn't take the job and I'm not a millionaire)
- If you had spent (3e conditional) all your money, you wouldn't buy (2e conditional) this jacket. (but you didn't spend all your money and now you can buy this jacket)
2. Een onwerkelijke huidige situatie (onwaarschijnlijk) en het waarschijnlijke (maar onwerkelijke) resultaat in het verleden ervan.
In deze gemengde voorwaardelijke zinnen is de tijd van de if-zin past simple (= 2e conditional) en de tijd in de hoofdzin is would + have + voltooid deelwoord (3e conditional).
Bijvoorbeeld:
If I wasn't afraid of spiders, I would have picked it up.
"If I wasn't afraid of spiders" is tegengesteld aan de huidige werkelijkheid. I am afraid of spiders. "I would have picked it up" is tegenstrijdig aan de verleden werkelijkheid. I didn't pick it up.
Bijvoorbeeld:
- If she wasn't afraid of flying she wouldn't have travelled by boat. (But she is afraid of flying, so she has travelled by boat)
- I would have been able to translate the letter if my Italian was better. (But her Italian is not good, so she has not been able to translate the letter) Zie je het patroon?
- If I was a good cook, I would have invited them to lunch.
- If the elephant wasn't in love with the mouse, she would have trodden on him by now.
Als we deze zinnen nog een keer bekijken, zie je ook de niet voorwaardelijke tegengestelde zin die erachter zit. (Weet je nog oefening 7, bladzijde 95 uit het boek?)
- If she wasn't afraid of flying (2, niet waarschijnlijk, ze is bang om te vliegen) she wouldn't have travelled by boat (3, niet gebeurd in het verleden)
She is afraid of flying so she (has) travelled by boat.
- I would have been able (3) to translate the letter if my Italian was (2) better.
I have not been able to translate the letter, because my Italian is not that good.
- If I was (2) a good cook, I would have invited (3) them to lunch.
I am not a good cook, so I have not invited him to lunch.
- If the elephant wasn't (2) in love with the mouse, she'd have trodden (3) on him by now.
The elephant was in love with the mouse, so she did not tread on him.
Onthou dus deze twee combinaties (mixen) van voorwaardelijke zinnen en kijk goed naar de betekenis van de niet voorwaardelijke zin (zoals de voorbeelden in blauw) als je er een voorwaardelijke zin van moet maken.
Nu een paar oefeningen
Toets: Mixed Conditionals
Start