We gaan nu een stapje verder. We hebben het niet meer over feiten, maar over een voorwaarde die haalbaar is. Van zero naar de first conditional.
FIRST CONDITIONAL |
Bij de first conditional gebruik je verschillende tijden in de twee zinsdelen. In de If-zin gebruik je present simple en in de hoofdzin will + een werkwoord:
De first conditional gebruik je als het best waarschijnlijk is dat iets gaat gebeuren, nu of in de toekomst.
|