De lesdoelen
Les 1: de Griekse Polis en kolonisatie
- De kenmerken van een polis kunnen benoemen en terugvinden in een bron.
- Uitleggen waarom de Grieken gingen koloniseren.
- Uitleggen hoe de Griekse kennis werd verspreid over de wereld.
- Uitleggen waarom onze kennis van Griekenland tijdens de ‘’donkere eeuwen’’ beperkt is.
- Benoemen welke bestuursvormen er waren in de stadstaten.
Les 2: verdieping van de polis; Athene en Sparta
- De kenmerken van een polis kunnen benoemen en terugvinden in een bron.
- Benoemen welke bestuursvormen er waren in de stadstaten; aristocratie, democratie en oligarchie.
- De kenmerken en tegenstellingen tussen Sparta en Athene benoemen.
Les 3: democratie en politiek in de Griekse stadstaat
- Uitleggen hoe Athene de eerste democratie werd.
- Uitleggen waarom filosofie opbloeide in de Griekse stadstaten
- overeenkomsten en verschillen benoemen tussen de huidige democratie in Nederland en de democratie in het oude Athene.
- De sociale verschillen binnen de Atheense stadstaat benoemen.
- Uitleggen hoe er een einde kwam aan de democratie in Athene.
- Uitleggen hoe de Griekse kennis is verspreid over de wereld onder Alexander de Grote.
Les 4. van mythe naar wetenschap
- Je kunt de 6 kenmerken van mythes benoemen en herkennen in bestaande mythes.
- Je kunt verschillende Griekse goden noemen en herkennen.
- Je kunt uitleggen hoe de mythologische denkwijze en wetenschappelijke denkwijze botsten.
- Je kunt voorbeelden geven van waar filosofen over dachten en discussieerden.
De huiswerkvragen
Les 1: De Griekse polis en kolonisatie
- Wat voor samenleving, periode en in welk tijdvak leefden de klassieke Grieken?
- Benoem de zeven kenmerken van een Griekse polis.
- In Egypte ontstond één grote staat. In Griekenland ontstonden allemaal kleine stadstaten. Leg uit waardoor dit verschil ontstond.
- Benoem een oorzaak van de kolonisatie van Griekse stadstaten.
- Hoe komt het dat wij zoveel weten over de Griekse wereld?
- Waarom weten historici en archeologen niet veel over Griekenland tijdens de donkere eeuwen?
- Leg de volgende begrippen in je eigen woorden uit: cultuur, mythes, stadstaat, polis, kolonisatie, filosoof.
Les 2: Verdieping van de polis: Athene en Sparta
- Benoem welke bestuursvormen er waren in het oude Griekenland en welke Sparta en Athene hadden?
- Leg uit waarom Sparta juist Aris (God van de oorlog) koos als beschermgod en Athene juist Pallas Athena (Godin van de wijsheid).
- Waar zou jij het liefste willen opgroeien, in het oude Sparta of Athene? Leg je antwoord uit.
- Leg uit waardoor aartsvijanden Sparta en Athene toch samen moesten werken.
Les 3: democratie en politiek in de Griekse stadstaat
- Geef de betekenis van de volgende begrippen: aristocratie, democratie, monarchie, tirannie, ostracisme, burgerschap, politiek, volksvergadering.
- Hoe werd Athene de eerste democratie? Benoem in jouw antwoord welke staatsvorm Athene eerst had.
- Leg uit hoe Ostracisme een tirannie moest voorkomen.
- Leg uit wat burgerschap in de stadstaat inhield en wie er politieke macht had.
- Maak een schema van twee tabellen met boven de ene kant "Oude Athene" en boven de ander "Nederland". Vul daarin de volgende woorden op de goede plaats: directe democratie, indirecte democratie, volksvergadering, burgerschap, politiek, parlement. Let op: sommige begrippen kunnen zowel bij ‘’Oude Athene’’ als bij ‘’Nederland’’ worden geplaatst.
Oude Athene - Nederland
------------------------------------------------------------
I
I
I
- Benoem met hulp van het schema een voorbeeld van continuïteit én een voorbeeld van verandering tussen het oude Atheneense en Nederlandse democratie.
Les 4: van mythe naar wetenschap
- Leg de volgende begrippen in je eigen woorden uit: mythe, filosofie, wetenschap, orakel, natuurgodsdienst.
- Wat zijn de zes kenmerken van een Griekse mythe?
- Noem drie Griekse goden en waar jij hen aan herkent.
- Wat waren twee onderwerpen waar Grieken onderzoek naar deden?
- Als iedereen in een Griekse polis tegelijkertijd ziek zou worden, hoe zou dat worden verklaard in een mythe?
- Stel je voor: jij bent een Griekse wetenschapper in het oude Griekenland. Iedereen in een polis wordt ziek. Hoe zou jij dat verklaren?
- Wat zijn twee onderwerpen waar filosofen over dachten en discussieerden?
De powerpoints
Drie stappen van bronvragen beantwoorden
Om bronvragen (met tekst of afbeelding) te beantwoorden, zijn hier de drie stappen:
1. Leid jouw antwoord in door een stukje van de vraag te herhalen. Op die manier heb je duidelijk voor jezelf wat de vraag precies van jou wil weten.
2. Zoek en beschrijf een relevant bronelement (stukje van de bron). Het antwoord zit namelijk verstopt in de bron, dus geef duidelijk aan wat je ziet dat met de vraag te maken kan hebben.
3. Conclusie: leg uit hoe jouw gevonden bronelement de vraag beantwoordt.
Werkblad les 3; de Atheense weg naar democratie