Expo Gouda Maakt - Transport

Expo Gouda Maakt - Transport

Transport

Van beurtschippers tot bijzonder transport

Jarenlang passeren zeilschepen de stad. De bouw en reparatie van schepen vormt een goede inkomensbron voor Gouda. De passerende binnenvaart maakt het ook mogelijk om buiten Gouda te handelen. Goudse (kaas-)handelaren en beurtschippers varen alle kanten op, nemen post mee en handelen voor Gouwenaars op de beurs in Amsterdam. De komst van de stoomboot, de trein, het Merwedekanaal, de vrachtauto en snelwegen heeft daar verandering in gebracht. De schippers verdwijnen en ‘de Sluis’ wordt na de watersnood van 1953 gesloten. Alles gaat buiten Gouda om. Toch ontwikkelen Goudse transportbedrijven zich verder, ze specialiseren zich en verwerven een sterke positie in het bijzonder transport. EXPO GOUDA MAAKT volgde de ontwikkeling van het transport in Gouda van vroeger, nu en later.

 

Geschiedenis

Scheepvaart en transport

Bijna alle goederen van Amsterdam tot Antwerpen passeerden Gouda, de kortste en veilige vaarweg over plassen en vaarten voor zeilboten die niet over zee gingen.  Op meerdere plaatsen waren jaagpaden aangelegd om ook bij weinig wind de schepen te kunnen laten slepen door paarden of mensen.

Tot aan de Donkere Sluis was er eb en vloed in de Haven waardoor daar hoge kademuren nodig waren. Maar slib uit de rivier bleef achter in de haven. De Havensluis werd in 1615 gebouwd en hield het hoogwater uit de IJssel tegen. Gevolg was wel dat er bij hoogwater geen schepen vanuit de stad naar de rivier konden zeilen.

Door de bodemdaling rondom Gouda liep de afwatering van de Gouwe niet meer vanzelf de Hollandse IJssel in en was de Gouwe de andere kant op gaan ‘stromen’. Het water werd daarna via de Gouwe Sluis bij Alphen op de Oude Rijn geloosd.

Statensluis-1941

Er was nog een sluis van de IJssel naar de Turfsingelgracht, de Statensluis, maar die mocht alleen door oorlogsschepen gebruikt worden. Later werd de Statensluis vervangen door de Mallegatsluis.

De lange wachttijden voor de sluizen was een knelpunt in de binnenvaartverbinding.

Gouda heeft dat zo lang mogelijk uitgebuit. Het schutten van de schepen duurde bewust lang, waardoor de stad aan de schippers kon verdienen en prima aan- en afvoermogelijkheden had voor de producten. Het schutten duurde zes uur en gebeurde met tientallen schepen tegelijk. De schippers klaagden veel over het oponthoud, daarom liet het stadsbestuur in 1869 alle bruggen over de Haven en de Gouwe vervangen door beweegbare bruggen.

Na 1850 groeide de binnenvaart zodanig, dat de toestand onhoudbaar werd. Grotere vrachtschepen kregen toestemming om buitenom te varen over de Turfsingelgracht en door de Mallegatsluis, maar ze moesten eerst drie dagen voor of in de stad aan de wal hebben gelegen.

Aan de Mallegatsluis moest tol worden betaald, dat"armengeld" werd genoemd. Voor de Franse tijd betaalden de schippers zo’n 12% van de steun aan armen in Gouda. Na de komst van de Fransen werden de tollen afgeschaft.

Ondanks het armengeld werd de Mallegatsluis een van de drukste sluizen van Nederland. Nadien kwamen de Gouwerechten van drie cent per ton. Voor een schip van honderd ton was dat omgerekend ±€17.

In 1851 passeerden 50 schepen per dag, in 1876 voeren al 40 stoomboten door de haven, naast de zeilschepen. Toen in 1884 de Mallegatsluis dicht was voor onderhoud voeren er in drie maanden 85 schepen per dag door de Havensluis. In 1890 schutten er meer dan 120 schepen per dag door Gouda. In 1932 gingen er 152 schepen per dag door de Mallegatsluis.

Vaarwegen in Gouda

1800 -1900 De vaarweg door Gouda met de nauwe bochten en lange wachttijden voor de sluizen waren een welvaartsbom voor Gouda.

Bij de sluis lagen de schippers dagenlang voor schut. Het lange wachten bracht ook handel rondom de Veerstal. Alles wat een schipper nodig dacht te hebben was te koop, vooral in de cafés en ander vertier. Er werkten 170 hoeren in Gouda.  

1920

De schepen konden de Mallegatsluis alleen door als het water binnen en buiten even hoog stond. Bij ‘gelijk water’ werden beide deuren opengezet. Omdat schepen die een vaste dienst voeren recht hadden op “voorschutting” moesten anderen op hun hun beurt wachten.  Als de sluis "op gelijk water" open werd gedraaid probeerden ook anderen van de gelegenheid gebruik te maken. Soms ontstond er gedoe tussen de schippers, vechtpartijen waren niet zeldzaam. De sluiswachter werd daarvan wel eens het slachtoffer. Voor de Gouwenaar op de oever was er bij de Mallegatsluis altijd iets te beleven.

Vanaf 1855 had Gouda een station aan de spoorlijn Rotterdam – Utrecht en kwam er een probleem bij in de vaarweg door Gouda: de lage spoorbrug over de Gouwe. De spoorbrug was maar een paar minuten open. Na lang aandringen werd er een draaibrug gebouwd.  Voor vrachtvervoer was de trein van weinig betekenis. De binnenvaart kon door de komst van stoomboten een enorme verbetering in de stiptheid aanbieden. Veel dieren voor de Goudse veemarkten werden per stoomboot aangevoerd.  Slecht 1% van de drie miljoen ton via Gouda ging in 1890 over het spoor.

De klad ontstond na 1892 omdat, onder druk van Amsterdam, het Merwedekanaal werd geopend waardoor er een snellere vaarverbinding met Rotterdam kwam.

Gouda heeft door het graven van de Nieuwe Gouwe in 1903 een paar bochten in de Gouwe afgesneden en geprobeerd de scheepvaart te behouden, maar veel hielp dat niet meer. De spoorwegen, het Merwedekanaal, de autobussen en de vrachtauto's betekenden samen de ondergang van de binnenvaartschippers.

Rond 1929 duurde het nog steeds dertig uur voordat een schip Gouda voorbij was. Uiteindelijk werd besloten tot de aanleg van een grote sluis en een nieuw kanaal tussen de IJssel en de Gouwe. Het werd een werkverschaffingsproject om de crisis van de jaren 1930 te bestrijden.

In 1936 werden het Gouwekanaal en de Julianasluis geopend en ging alle scheepvaartverkeer buiten de stad om.

Gouda had tot de komst van de vrachtwagen een gunstige ligging. Nadat in 1938 de Rijksweg-12 buitenom Gouda klaar was reed het verkeer niet langer door Gouda, maar er omheen. Gouda was geen verkeersknooppunt meer.

Tot 1938 ging alle verkeer van Rotterdam naar Utrecht over de oude Haastrechtse brug. Tot 1946 werd daar tol geheven. Inwoners van Gouda hoefden niet te betalen, de inkomsten kwamen vooral van de kaasboeren uit de Krimpenerwaard die naar de Goudse kaasmarkt wilden.

In 1954 werd een nieuwe Haastrechtse brug gebouwd en werd de oude brug en het tolhuis afgebroken.

Het vrachtvervoer met auto’s nam snel steeds meer lading weg van de schepen.

Bij de watersnood in 1953 dreigde het hoge water door de Havensluis te breken en de binnenstad te overstromen. Dit leidde drie jaar later tot een reconstructie van de Nieuwe Veerstal, waarbij de Haven werd afgedamd en er een einde kwam aan de doorvaart. Gouda staat nu met de rug naar de rivier.

Vaarwegen-foto's

Scheepswerven

Naast kleine scheepstimmerbedrijven voor reparaties aan schepen en boten zijn er twee werven waar ook aan scheepsnieuwbouw werd gedaan.

1904 vanaf de Gouderaksedijk naar de Mallegatsluis

Borkus – Kromhout – Van Vlaardingen

De werf van Dirk Borkus lag buitendijks aan Schielands Hoge Zeedijk, waar nu de Croda/Cargill installaties staan en dat ook Olevaerskade werd genoemd. genoemd. De werf had in 1854 een sleephelling en een dok aan de overkant van de IJssel. In 1857 baggerde Borkus de IJssel uit want er stond een bark -een zeeschip- op stapel dat te water moest worden gelaten.

Een bark was een zeilschip met drie masten. De driemaster was 37 meter lang en 463 ton. De rederij had het eigendom in veertig aandelen gesplitst, die werden verkocht. De lijst met aandeelhouders laat zien dat twintig Gouwenaars meededen, met namen als Viruly, Kortenoever, Lafeber, Hoogendoorn, Jonker, Drooglever en Goedewaagen.

De krant schreef: Gouda, 22 mei 1857: Heden liep met het beste gevolg te water van de werf Het Kromhout van de scheepsbouwmeester Dirk Borkus het barkschip DE STAD GOUDA, groot 250 gemeten lasten, gevoerd zullende worden door kapitein Klaas Doedens Breuning, voor rekening ener rederij van Marinus den Breems uit Vlaardingen, bestemd voor de grote vaart.

  • Taal: te hard van stapel lopen = Eenmaal afgebouwd moesten schepen vanaf de stapel-constructie in het water glijden. Hierbij was het zaak om het vaartuig niet te snel van stapel te laten lopen.

Dirk Borkus gaf de stad 58 gulden [±€600] voor brood en kaas voor de armen en een kinderfeestje in het Bestedelingenhuis. Het schip werd in 1873 verkocht en verging in 1878 bij Pernambuco in Brazilië. Een jaar later werd nog zo’n schip te water gelaten ‘De Gebroeders Houtman’ dat zeven jaar later bij Rangoon in Myanmar is vergaan.

De werf bouwde ook twee kanonneerboten voor de marine. In 1867 had de werf twintig man aan het werk, die per week bijna €80 loon kregen. Ook werd er het pontje gemaakt dat over de Turfsingelgracht heen en weer voer, de kortste verbinding tussen Korte Akkeren en de stad.

Dirk Borkus overleed in 1887, de werf had toen vier hellingen. Schoonzoon en aannemer Willem Bokhoven zette de werf voort ondanks dat er nogal wat schulden waren. Willem verkocht de werf in 1893 aan de andere schoonzoon van Dirk: Hubertus van Vlaardingen (1842-1917) die er al vanaf zijn twaalfde werkte. Toen werkten er vijftig man en men bouwde zo’n zes schepen per jaar.

1955

In 1905 werd de locatie verkocht aan de Stearine Kaarsenfabriek, die buiten de Mallegatsluis wilde uitbreiden. Van Vlaardingen bouwde een nieuwe werf aan de overkant van de Hollandse IJssel op de Gouderaksedijk. In 1905 kwam zijn zoon Jacob (1875-1955) in het bedrijf en wist het tot bloei te brengen. In 1920 werd het grootste schip gebouwd, de Aawang van 720 ton. De werf is tot 1994 in gebruik geweest voor bouw en reparatie van binnenvaartschepen.

Sindsdien stond de werf leeg. In 2018 hebben de broers Maarten en Marius Vroegindeweij het perceel gekocht. Met hun bedrijf Domera bouwen ze er waterwoningen. Bij het verbouwen van de werf vonden ze een collectie ontwerptekeningen van schepen, oude meetinstrumenten, loonzakjes en gereedschap vanuit de Van Vlaardingen tijd.

Schrijver Herman de Man geeft in zijn boek Scheepswerf De Kroonprinces een weinig florissant beeld hoe dat ging. (Zie volgende Tab).

Houten schepen

1960 personeel Van Vlaardingen

Breeuwen was een ambacht om houten schepen waterdicht te maken. Met teer bewerkt hennepvlas werd met beitels tussen de kieren van het schip geslagen. Op de werf werkten vaklieden aan het dichten van de kieren tussen de planken van de romp. Kalefateren, ofwel breeuwen, was zwaar werk. Nadat het oude ‘werk’ was verwijderd en de rotte planken vervangen kon het breeuwen beginnen.

Belangrijk voor het buurtschap Stolwijkersluis was naast de scheepswerf van Vlaardingen de werf van Duijvendijk. Duijvendijk was een van de 35 werven die leden van de familie Duijvendijk in de loop van jaren in Nederland had opgezet. Duijvendijk bouwde de dekschuit De Kukel voor de firma Boekamp voor vervoer van de klei naar de pottenbakkers (zie EGM: Keramiek).

2022 Domera

 

De Kroonprinces - Herman de Man

Schrijver Herman de Man geeft in zijn boek Scheepswerf De Kroonprinces een weinig florissant beeld hoe dat ging. Herman de Man werd geboren als Salomon Herman Hamburger (1898-1946). Zijn vader had een veilinghuis in het Tapijthuis aan de Molenwerf. Zijn vrouw Eva en vijf van hun zeven kinderen (Magdaleentje, Jochie, Pietertje, Anneke en Jan) zijn al in 1942 in Auschwitz vermoord. Herman zat aan het begin van de oorlog in Frankrijk en kon niet terugkeren naar Nederland. Marietje en Joost waren al ondergedoken. Bij terugkeer naar Nederland stortte Hermen met een vliegtuig neer en overleed.  [bron Gé Vaartjes]

Scheepswerf De Kroonprinces uit 1936 gaat over Cato Lefeber, een vrouw die door keihard zakendoen, niets of niemand ontziend, een scheepswerf tot bloei brengt.

  • Schippers, past op voor de Kroonprinces. Want ligt je schuit en woning daar eenmaal droog op de dwarshouten, de lieren gaan niet eer draaien, aleer er geld op tafel leit. Geld, zegt het wijf van de Kroonprinces. Geld! Wij betalen ons ijzer, ons staal. Wij dragen geld naar de bank voor iedere voet hout, wij betalen ons werkvolk, de teer en 't hennipwerk, de cokes en de takelage, glas, verf, politoer en 't koperwerk, wij betalen alles contant uit de hand en we vragen betaling contant. Dat is van ouds geweten. Wij werken goed en niet duur

 

.

Teekens en Kok

Scheepswerf: Schouten - Teekens

foto SAMH- kleur D.J.Thuis

Adrianus Schouten had een kleine scheepswerf aan de Turfsingel, bij wat de Vlaamse Haven en Bleekerskade werd genoemd. De Bleekerskade was een grachtje dat midden door het huidige Croda/Cargill terrein liep. De werf deed scheepsreparatiewerk en bouwde ook nieuwe binnenvaartschepen. Schouten verkocht de werf aan Hendrik Teekens, die er weinig geluk mee had. In 1873 veroorzaakte een brand voor drieduizend gulden schade [±€32.000] en Teekens ging in 1876 failliet.

 

 

Scheepwerf Kok - Lazaruskade

De ingang van de kleine scheepswerk Kok was aan de Lazeruskade. De boeren en tuinders lieten bij deze scheepswerf schouwen en plezierboten bouwen. Via het Moordrechtse Verlaat en de Westerkade, kon men de door de sloten verder naar Waddinxveen of Moordrecht.

Scheepvaart - beurtschippers

Reederij De IJsel v/h G.C. van der Garde

Van 1840 tot 1947 onderhield Reederij De IJsel v/h G.C. van der Garde een stoomvaartdienst voor goederen en personen van Gouda naar Rotterdam. De onderneming werd een succes en de vloot groeide tot zestien schepen. De stoomboot naar Rotterdam vertrok vanaf de Veerstal. Naast het pontje naar de Gouderaksedijk dat tot 1926 de IJssel overstak.

 

 

 

Beurtschippers

 

1897 Guus Slater op de Stad-Gouda-2

Er volgden andere rederijen, zoals De Volharding voor het vervoer over de Gouwe naar Amsterdam en Leiden en de stoombootdienst Rijn en Gouwe tussen Bodegraven, Leiden en Gouda. Er waren meerdere Goudse beurtschippers. In 1910 voer men zes keer per dag naar Rotterdam, drie keer naar Leiden, twee keer naar Amsterdam, Boskoop en Alphen en er waren diensten naar Den Haag, Haarlem, Schiedam, Zaandam en Delft.

Al in 1823 startte Teunis de Hoog het veer Gouda-Zaandam. In 1879 ging werd zijn kleinzoon beurtschipper. De vloot van de Rederij de Hoog heeft bestaan uit: De Stad Gouda 1 & 2 en De tijd zal 't leren I t/m V. De Stad Gouda was een stalen binnenvaartschip van 23 meter, dat in 1910 bij Van Vlaardingen werd gebouwd.

Aan boord waren kratten en vaten die door Guus Slater ‘’op de hand’’ en “met het eigen gerei” gelost en geladen werden. De Hoog was ook betrokken bij het 'Groot Schippersfonds', een broodfonds door en voor schippers.  In de jaren vijftig schafte men enkele vrachtwagens aan. De strenge winter van 1962-1963 betekende het einde voor het varende deel van de firma.

In deze periode hadden honderd schepen Gouda als thuishaven, waarop 250 mensen werkten. In het telefoonboek van 1915 staan twaalf schippers, sleepbootverhuurders en agenten van rederijen.

Kaashandel-Maatschappij ‘Gouda’

In Gouda waren veel kaaspakhuizen. Sommige kaashandelaren hadden eigen vrachtschepen in de vaart. Per jaar werd 7 miljoen kilo kaas naar de pakhuizen gevoerd. Na de Eerste Wereldoorlog was Kaashandel-Maatschappij Gouda van Van Eijk de grootste particuliere kaashandel van Nederland en groeide de Kaashandel-Maatschappij ‘Gouda’ uit tot een kaasexporteur met een eigen binnenvaartvloot. De motorboten voeren met geregelde diensten naar de export-havens en kaasmagazijnen. Een groot aantal personen vond zijn bestaan in opslag en transport.

Stearine Kaarsenfabriek

Voor aan- en afvoer had de Stearine Kaarsenfabriek Gouda een eigen rederij van vrachtschepen opgezet. In 1912 nam de Kaarsenfabriek, die zelf vijf schepen had, een meerderheidsbelang in rederij De IJsel van Van Der Garde die toen vier stoomboten en negen motorschepen had. Bijzonder daarbij was dat de schepen van Van der Garde het recht van voorschutting bij de Mallegatsluis hadden, maar die van de Kaarsenfabriek niet. (bron Wim Vegt).

Voor de productieprocessen had de kaarsenfabriek destijds 10.000 ton steenkool nodig dat per schip werd aangevoerd. Behalve roet stootten de schoorstenen evenveel CO2 uit als 4.800, auto’s, nu rijden er 27.240 auto’s rond in Gouda.

In 1905 kocht de kaarsenfabriek ook de locatie van scheepswerf Van Vlaardingen omdat ze buiten de sluis richting Hollandse IJssel wilde uitbreiden. Van Vlaardingen bouwde een nieuwe werf aan de overkant op de Gouderaksedijk.

Maarten-Servaas-kromhoutmotor

1905 - Veerstal
Aardappelkade

1927-Inconstant-Cor.Heuvelman
1930 de Rotterdam-boot
1910 Rotterdamse Veer

Trein - tram - bus

1895 Station Gouda

Eeuwen lang waren zeilschepen het belangrijkste transportmiddel voor de handel tussen steden en landen. Trekschuiten voor het personenvervoer raakten ook in zwang. Paard en wagen over de meestal onverharde paden waren alleen te doen voor kleine vrachten. Behalve op de Rotterdamsedijk en Gravenweg tussen Gouda en Rotterdam.  Al in 1680 hadden deze twee steden besloten deze weg te bestraten, vandaar het gezegde Zo oud als de weg naar Kralingen.

In Gouda brak de moderne tijd aan in 1855, toen de spoorlijn Utrecht – Rotterdam in gebruik werd genomen. De postdienst over de straatweg naar Rotterdam, die ook passagiers meenam, werd opgeheven. In 1870 was de spoorlijn naar Den Haag klaar.

De uitvinding in 1888 van luchtbanden voor de fiets veroorzaakte een kleine revolutie, de fiets werd in zeer korte tijd populair bij de gewone man.

Naast de grote spoorlijn die werd aangelegd door de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij (NRS) ontstonden er ook lokale smalspoorlijnen, tramlijnen en later, toen er meer wegen waren bestraat, ook autobusverbindingen naar de omliggende dorpen.

1917-Gouda-Bodegraven

Bij het vervoer over land heeft Gouda niet opgelet en was het te laat. De verbindingen met Alphen/Boskoop, Oudewater, Bodegraven en Schoonhoven kwamen gebrekkig tot stand. Tegen de tijd dat die trein- en tramlijnen beschikbaar kwamen kwam de vrachtauto op de weg. Wegen die op veel plaatsen goed berijdbaar werden gemaakt. Die concurrentie kon zowel de trein- en tramlijnen als de binnenschippers niet aan.

  • 1881–1917 De stoomtram van Gouda - Bodegraven was duur en geen succes. (foto Graaf Florisweg). Al na 11 jaar werden de stoomtrams vervangen door paardentrams. De lijn sloot in 1917.
  • 1883-1907 de stoomtramlijn Gouda – Oudewater. De reistijd was een uur. De lijn kreeg het moeilijk nadat Oudewater een paardentram had aangelegd naar station Papekop aan de spoorlijn Gouda – Utrecht. Maar ook omdat de tram over de Markt in Gouda een rijverbod kreeg omdat de tram veel ongelukken veroorzaakte.
  • Er was vanaf 1886 een stoombootdienst van Haastrecht naar Schoonhoven over de Vlist. En vanaf 1911 ging er ook zes keer per dag een stoombootje van Haastrecht naar Gouda, de reis duurde 35 minuten.
  • 1914–1942 Tramlijn Gouda-Schoonhoven. De stoomtrein liep vanaf station Karnemelksloot ten oosten van de Fluwelensingel naar de Haastrechtse brug.De postkoets die tot 1914 drie maal per dag de verbinding onderhield tussen Gouda en Schoonhoven, via Haastrecht en de Vlist, verdween door de ingebruikname van het treintje.
  • Aan de Karnemelksloot, waar nu de Panoramaflat staat, stond het station annex brugwachterswoning “Jan Verzwollebrug”. Voor aanleg van het spoor werd de Jan Verzwollewetering gedempt en het spoor liep verder richting Haastrechtsebrug over de gedempte Kolfwetering. Het treintje kon draaien bij de Beijersche bocht, liep door naar Stolwijk, Bergambacht en Schoonhoven.
  • Men was al in 1902 begonnen, maar door de slappe bodem in de Krimpenerwaard duurde de aanleg twaalf jaar. Het lijntje werd later vanaf de Karnemelksloot achter de Boelekade (over de gedempte Jan Verzwolle wetering) doorgetrokken naar station Gouda. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de lijn op last van de Duitse bezetter afgebroken en het ijzer werd naar Duitsland afgevoerd.

Pas in 1933 ging de spoorlijn tussen Gouda – Waddinxveen – Boskoop en Alphen a/d Rijn open. De vrachtwagen had het toen al gewonnen van de trein.

 

 

Ongelukken:

  • In 1944 werd het spoorwegstation gebombardeerd en geheel verwoest. Er vielen acht doden door bommen op huizen aan de Boelekade. Later dat jaar vielen 17 doden in het St.-Jozefpaviljoen door bommen die bedoeld waren voor het station.
  • In 1953 ontspoorde de olietrein Rotterdam - Schoonebeek tussen Nieuwerkerk a/d IJssel en Moordrecht.
  • In de strenge winter van 1963 botsten twee goederentreinen op de spoorbrug op elkaar. Drie wagons waren door de botsing over de rand van de brug gestort. Een wagon belandde op de weg, de andere twee kwamen op het ijs op de Gouwe.
  • 1n 2008 ontspoorden twee treinen bij station Gouda: de intercity van Den Haag naar Groningen en de Thalys van Parijs naar Amsterdam. De Thalys, die normaal via Den Haag naar Amsterdam reed, had een andere route omdat er bij Delft aan het spoor werd gewerkt.

 

Autobusdiensten

Vanaf de jaren 1920 ontstonden er in verschillende plaatsen rondom Gouda autobusdiensten voor het streekvervoer van passagiers. Het autobusstation was Achter de Waag.

  • In 1923 startte de N.V. Autobusonderneming Gebr. Oosterom met autobussen rond Gouda. In 1931 werd het overgenomen door de firma Van Eldik, die een al lijn reed van Lekkerkerk - Gouda.
  • VAVO (later VIVAVO) - Vereenigde Auto Vervoer Ondernemingen nam in 1946 Van Eldik over en reed de stadsdienst in Gouda onder de naam De Goudsche.
  • Verenigde Autobusdiensten Gouda - Utrecht is in 1942 voortgekomen uit Blom (lijn Gouda-Oudewater) en Zanen (lijn Oudewater-Utrecht). De VAGU werd nog lang Blom en Zanen genoemd.
  • Autobusbedrijf Gebr. Van Gog had de lijndienst tussen Rotterdam en Gouda, ook bekend als Onderlinge Auto Omnibus Maatschappij (O.A.O.M).
  • De NV Vervoermaatschappij De Twee Provinciën had de buslijnen Gouda-Krimpen, Gouda-IJsselstein en Gouda-Lekkerkerk.
  • Autobusonderneming Citosa uit Waddinxveen (1922)  Citosa reed met de Verheul-Leyland autobussen die in Gouda waren geassembleerd. De lijn Boskoop - Reeuwijk-Dorp - Gouda, werd vanaf 1948 uitbesteed aan de firma Trio.

 

De Nederlandse Spoorwegen hebben lang de strategie gevolgd om ook het streekvervoer met bussen te willen regelen. Het NS-dochterbedrijf  Westnederland heeft tot 1994 bestaan.

Na de privatisering van de Spoorwegen besteedt de Provincie Zuid-Holland nu het stad- en streekvervoer uit aan commerciële bedrijven. Tot 2012 werden de stadsdiensten in Gouda uitgevoerd door Connexxion, daarna nam Arriva het over. Connexxion was tot 2007 volledig eigendom van de Nederlandse staat, maar is verkocht aan het Franse Transdev en Arriva is eigendom van de Duitse spoorwegen.

Stallen, uitspanning en opslag

Stalhouders

De veehouders in het veenweidegebied brachten hun producten naar de donderdagmarkt in Gouda. De boeren kwamen met paard en wagen naar de markt. De paarden werden in ‘stalhouderijen’ geparkeerd, de karren (de brikken) met kaas stonden op de Markt.  Het verdwenen café "Het Schaakbord" op de Kleiweg had een stal voor 140 paarden.

Treinreizigers waren voor het vervolg van hun reis op trekpaarden aangewezen. Voor het vervoer met paard en wagen bestonden verhuurbedrijven waar nieuwe paarden konden worden gehuurd voor een paar uur gaans tot de volgende uitspanning. Ook rijtuigen waren te huur. Daarom had het hotel tegenover het station een stalhouderij. Dit hotel van J.N. Both lag op de hoek van de Crabethstraat en de Kattensingel.

Stallingen voor paarden en koetsen hebben hun bestaan lang kunnen rekken. In 1885 was er stalhouderij Blom (foto) op de Kleiweg. Op de hoek van de Lange Tiendeweg en de Geuzenstraat bevond zich nog in het begin van de twintigste eeuw de stalhouderij van Eberveld (waar nu hoedenwinkel Matelotje zit). Stalhouder Verkleij stond aan de Bleekersingel. Werklozen duwden de kaasbrikken naar de Markt.

 

Stalhouderij van Willem Bruijne (1861-1925). Willem kwam uit Weesp en kocht in 1901 een café annex stalhouderij aan de Blekerssingel in Gouda. (hoek Karnemelksloot, waar nu De Beren zit).

Hij liet daarachter in 1908 een nieuwe stal bouwen met een uitgang naar de Boelekade (164-166)  Op de foto staat waarschijnlijk zijn zoon Jan (*1892) en dochter Rimke (*1889). Jan was later koetsier van het Koninklijk huis, hij mende de gouden koets bij het huwelijk van koningin Juliana en prins Bernhard in 1937.

 

1912-Stalhouderij van Willem Bruijne 1861-1925

 

Uitspanning Christensen

1957

Aan de Brugweg in Stolwijkersluis stond rond 1900 een uitspanning en stalhouderij, met klandizie dankzij de wachttijden voor de tolbrug. De tolbrug was de enige brug tussen de Krimpenerwaard en Gouda.

In 1895 werd de uitspanning gekocht door Frederik Christensen (1858-1920) en Jacoba Eijsbroek  (Coba - 1872-1940). Frederik was een Deense stuurman op een stoomschip en Coba woonde in Rotterdam, ze trouwden in 1894.

Boven de deur van de zaak stond in 1905: Kinderspeelplaats en Uitstekende gelegenheid voor kinderpartijtjes, Stalhouderij en uitspanning, Alle Verversingen, Eerste Kwaliteit, Bewaarplaats voor rijwielen en Automobielen, Telephone.

Westelijk van het afgedamde uitwateringssluisje tussen de Goudsche Vliet en de Wijk stond de Stoom-Oliefabriek „DE NIJVERHEID". Eigenaar was de firma H. Lambert & Zonen. De molen werd in 1917 door brand verwoest. De fabriek werd later afgebroken.

Frederik Christensen kwam in 1920 onder de trein. Hij werd met paard en wagen aangereden werd door de stoomtram van Gouda naar Schoonhoven. Daarna werd het een aflopende zaak met de familie Christensen-Eijsbroek in Stolwijk. In 1925 verhuisde weduwe Coba naar Den Haag. Kees van Mullem werd de nieuwe uitbater. [zie: verhaal De Mooie Meiden van Stolwijkersluis].

 

Pakhuis Poldervaart (Van Noort – Poldervaart)

Deze onderneming had een groot aantal panden aan de Turfmarkt en de Naaierstraat in bezit. Het bedrijf voerde boedeltransporten  en verhuizingen uit, maar men kon er ook bakfietsen huren en tot in de jaren zeventig heeft menig Gouwenaar zo zijn eigen verhuizing  geregeld. Het meest bijzondere transport dat deze firma uitvoerde, was wel het vervoer van de Goudse Glazen naar bomvrije bunkers in de  duinen, kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.

Poldervaart werd overgenomen door Van Noort, een van oudsher een Waddinxveens familiebedrijf, opgericht in 1931.

 

1910-Geuzenstraat-NL-GdSAMH_0440_71298                                    1939-Nieuwe-Markt

 

1877 Bunnik

Machiel Bunnik begon in 1877 in Gouda als zandschipper. Hij had een sloep en vervoerde zand, grind, puin en grond naar Gouda. Na verloop van tijd begon hij ook een fouragehandel dat was een handel in paarden- en veevoer, hooi en stro voor boeren en mest voor tuinders. Hij verkocht geperste balen stro die met een goederentrein uit Groningen kwamen. Daarom werden er loodsen voor op- en overslag bij station Gouda gekocht.

Na de Tweede Wereldoorlog kwam daar handel bij in witlofwortels, stro voor de champignonhandel en de handel in doorgedraaide veilinggroente in de regio. Toen het aantal boeren in de Goudse regio afnam verdween de fouragehandel. Ook kwamen er meer auto's in plaats van paarden en in de kassen was de paardenmest niet meer nodig.

Omdat de familie in het bezit is van grote loodsen werd goederenopslag de nieuwe bedrijfsactiviteit. Opslag van: kaarsen, chemicaliën van de Unichema, stoffen, en in de jaren negentig toiletpapier en grondstoffen voor zeep. Aan het eind van de jaren 1960 werd ook ingestoken op transport. Op het hoogtepunt had het bedrijf 43 personeelsleden en elf auto’s. In 2012 werd het transportbedrijf verkocht aan Van Noort. De loodsen voor de opslag worden nu verhuurd worden aan andere bedrijven, waaronder de Voedselbank Gouda. Tegenwoordig zitten de Bunniks in vastgoed: verhuur met extra service. Op de locatie bij het station worden binnenkort zestig woningen gebouwd.

  • Quote: Mick Bunnik = Het risico van oude bedrijven – en dan vooral de bedrijven die binnen één familie blijven – is dat zaken altijd op dezelfde manier blijven gebeuren. Want zo zijn we dat nu eenmaal gewend. Dan slijten slechte gewoontes erin. En heeft men niet door dat de markt verandert. Dan kan het opeens snel voorbij zijn.
  • (bron: Gouda INTO Business herfst 2017)
1900-SAMH-Stolwijkersluis
1890-1900-Vest-GdSAMH_0440_85134

 

De mooie meiden van Stolwijkersluis

1930-Tol-Haastrechtsebrug

Gouda had een gunstige ligging. Alle verkeer van Rotterdam naar Utrecht moest tot 1938 door de stad en over de oude Haastrechtse brug. Tot 1946 werd daar tol geheven. Inwoners van Gouda hoefden niet te betalen. De tolbrug was de enige brug tussen de Krimpenerwaard en Gouda. De zelfkazende boeren kwamen er met hun brikken langs op weg naar de kaasmarkt.

Westelijk van het de afgedamde uitwateringssluisje tussen de Goudsche Vliet en de Wijk stond de Stoom-Oliefabriek „DE NIJVERHEID". Eigenaar was de firma H. Lambert & Zonen. De molen werd in 1917 door brand verwoest.

Het verhaal gaat dat gedurende de Eerste Wereldoorlog illegaal riet werd gemalen om door het meel of veevoer te mengen.  Die fabriek werd later afgebroken. Verderop aan de Brugweg – waar nu Wijngo staat – stond de NV Houthandel en Stoomzagerij De Hoop v/h H.J. Nederhorst Jr.  In 1924 brandde De Hoop voor een groot deel af. Achter de uitspanning lagen de balkengaten voor de houtzagerij.

De Hoop bracht de gezaagde planken met vrachtauto’s naar de bouwwerken. Ook vrachtwagenchauffeur Stubbe werkte bij De Hoop.  De Hoop gaat later samen met houtzagerij van A. Vingerling & Zn aan de Karnemelksloot. [bron: Bregje de Wit]

In 1954 werd een nieuwe Haastrechtse brug gebouwd en werd de oude en het tolhuis afgebroken.

 

Annie, Karen en Marietje Christensen waren  de zogenaamde "mooie meiden" van Stolwijkersluis.

Aan de Brugweg in Stolwijkersluis stond rond 1900 een uitspanning en stalhouderij, met klandizie dankzij de wachttijden voor de geopende tolbrug. In 1895 werd de uitspanning gekocht door Frederik Christensen (1858-1920) en Jacoba Eijsbroek  (Coba - 1872-1940). Frederik was een Deen en stuurman op een stoomschip. Coba woonde in Rotterdam; ze trouwden in 1894.

Hun eerste dochter Johanna (Annie-1895-1961) werd nog in Rotterdam geboren, daarna verhuisden ze naar Stolwijkersluis. Daar werden Karen (1896) en Maria (Marietje 1897) geboren. Ook grootvader Pieter Eijsbroek en zijn jongste dochter Maria woonden een aantal jaren in Stolkersluis.

Boven de deur van de zaak stond in 1905: Kinderspeelplaats en Uitstekende gelegenheid voor kinderpartijtjes, Stalhouderij en uitspanning, Alle Verversingen, Eerste Kwaliteit, Bewaarplaats voor rijwielen en Automobielen, Telephone.

Coba staat op de foto achter het hekje, de drie meisjes in hun witte overgooiertjes zijn haar dochtertjes  Annie, Karen en Marietje.

In het telefoonboek van 1915 stond: Nr. 85 Christensen, F., Café Restaurant en Stalhouder (stal voor paarden en stalling voor rijtuigen) Stolwijkersluis H12

 

Annie

Annie trouwde in 1915 met de graanhandelaar Jacob Brøker (Jaap). Een jaar later werd Trudy geboren, het meisje overleed op zestienjarige leeftijd aan tuberculose. Negen jaar later kregen ze nog een dochtertje: Karen, genoemd naar haar tante. Ze woonden in Den Haag.

Karen

Karen trouwde met de bouwkundig ingenieur Eduard de Roo (Henk). Na de geboorte van hun zoon Jan vertrokken ze naar Nederlands Indië. Daar werd hun dochter Coby geboren. Jan ging later terug naar Nederland en werd legerofficier. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak wist hij naar Engeland te vluchten.

Terug in Indië werden Karen en Henk door de Japanners gevangen genomen. Karen overleefde de ontberingen van het Jappenkamp niet en ook Henk overleed aan de gevolgen van de behandeling door de Japanners. Hun dochter Coby hield een trauma over aan de Jappenkampen. Na de oorlog ging Jan vanuit Australië zijn zusje zoeken en vond haar terug in het kamp Tjideng (Batavia / Jakarta).

Marietje

Marietje ging al op 16-jarige leeftijd uit huis en op haar 28e trouwde ze -terug in Gouda- met Andreas  (André) Backers. Zij kregen in 1920 een zoon, Frits en verhuisden in 1933 naar Amsterdam. Onder invloed van de NSB-denkbeelden van beide ouders vóór en tijdens de Duitse bezetting, ging Frits vrijwillig in Duitse dienst en sneuvelde in Kapoede tijdens de Duitse veldtocht richting Leningrad in de Sovjetunie. (in het huidige Letland).

 

Onder de trein

Frederik Christensen kwam in 1920 onder de trein. Hij werd met paard en wagen aangereden werd door de stoomtram van Gouda naar Schoonhoven.

 

Het werd daarna werd een aflopende zaak met de familie Christensen-Eijsbroek in Stolwijkersluis. Coba (inmiddels weduwe) verhuisde in 1925 naar Den Haag.

Op een foto uit 1925 staat de 53 jarige Coba met haar twee kleinkinderen in Den Haag. Tudy Brøker overleed op 16jarige leeftijd aan TBC en Frits Backers die als vrijwilliger dienst nam in het Duitse leger sneuvelde aan het Oostfront.

Beroofd

Toen ze weduwe was werd Coba door gewetenloze lieden vrijwel volledig van haar bezit en erfenis 'beroofd' door haar vertrouwen in 'zaken' te schenden.  In mei 1940, op de dag dat Nederland capituleerde is ze overleden.

 

Wegenbouw: asfalt en beton

Asfalt

Ruim honderd jaar geleden werd de auto populair. De oude zandwegen en klinkerstraten waren slecht en hobbelig. De auto’s hielpen zelf mee aan een oplossing. Bij het maken van benzine uit olie blijft er een plakkerige smurrie als afval over. Die smurrie wordt bitumen genoemd. Edmund Desmedt kwam op het idee om zand en steentjes aan elkaar te plakken met bitumen, dat werd asfalt. Met asfalt is een gladde weg te maken: ideaal voor auto’s en een oplossing voor het afvalproduct.

Een afvalproduct van de kaarsenfabriek was stearine-pek. Dat werd vanaf 1924 verkocht als ‘Goudse sproeiteer’ en later heette het ‘GOUDex’. Daarmee werden kieren tussen de straatstenen gevuld. Een ander product was een soort asfalt genaamd ‘GOUDALITE’ dat over de klinkers werd geplakt. Het duurde lang voordat de gemeentewerken GOUDALITE als wegbedekking durfde toe te passen.

De A12

De eerste autosnelweg is Rijksweg 12 van Den Haag via Gouda naar Utrecht en loopt van Den Haag tot Gouda naast de spoorlijn. Er werd een strook van dertig meter vrijgehouden zodat de auto’s geen last zouden hebben van de rook van de stoomtreinen. Het traject is tussen 1933 en 1940 aangelegd en was de eerste autosnelweg ter wereld met vluchtstroken.

1938 A12 - A20 afslag Korte Akkeren

 

1931 Asfalt Centrale Gouda (ACG) of Koudasfalt

Vanaf 1931 heeft aan de Gouderaksedijk de Asfalt Centrale Gouda (ACG) of Koudasfalt gestaan. Medeoprichters waren de Verenigde Fabrieken van Stearine Kaarsen en Chemische producten, met andere woorden de Koninklijke Stearine Kaarsenfabriek Gouda-Apollo.

Voordat de asfaltfabriek daar werd gebouwd was het een buitendijks weiland. Tot 1926 kwam het voetveer vanaf de Veerstal er aan, zodat de Gouderakkers niet over de Haastrechtse tolbrug hoefden.

Het maken van asfalt is simpel: roer 65% steentjes, 25% zand, 5% vulstof en 5% bitumen door elkaar en maak het heet. Zand en steentjes kwamen met een schip naar Gouda, daarom lag de fabriek aan de rivier. Zand en steentjes plakken alleen aan bitumen als ze kurkdroog zijn. Tot 1963 gebeurde het drogen van steentjes in een trommel gestookt op olie, daarna droogde een enorme aardgasvlam het zand en de steentjes.

In 1935 produceerde de Goudse installatie 4000 ton asfalt per jaar. De inwoners van Gouda waren niet blij met de fabriek, want naast verharde wegen kregen ze ook een hoop overlast zoals stank en herrie. Toch heeft de asfaltcentrale lang stand gehouden, pas in 2013 werd de productie gestopt.

 

GOUDasfalt

Nadat de fabriek in 2016 is afgebroken heeft het burgerinitiatief GOUDasfalt de kans gegrepen om er een levendige stadsoever van te maken, waar verschillende bedrijven en sport- en culturele activiteiten een plek hebben gevonden.

1905 - Van Nieuwpoort  & Goudse Betonmortel Centrale

De aanmaak van betonmortel was een ambachtelijk en specialistisch vak, waar de dosering en menging van de grondstoffen handmatig werd gedaan. Tegenwoordig verloopt dat volautomatisch. De rood-wit gekleurde silo’s domineren nog steeds het beeld langs de Gouwe. Het bedrijf was betrokken bij de grootschalige woningbouw in Gouda, Waddinxveen en Woerden. Voor het Gouwe Aquaduct op de A12 leverde GBC 25.000 m3 onderwaterbeton. Het aquaduct werd in 1981 geopend.

 

Transport bedrijven & onderdelen

Rond 1932 begon de rederij De IJsel ook de N.V. Automobiel Maatschappij IJsel (A.M.IJ.) aan de Gouwe 80. A.M.IJ. bood dagelijkse autobesteldiensten van Gouda naar Rotterdam en Den Haag. A.M.IJ was een onderdeel van Gouda-Apollo, dat De IJsel in 1912 had gekocht.

Vanaf 1935 had de A.M.IJ.het alleenvervoer van de producten van de zeepfabriek Viruly, ook een onderdeel van de kaarsenfabriek. In 1968 werd de IJsel opgeheven.

 

 

Stubbe

Stubbe werd in 1936 opgericht door Hendrik Stubbe, transporteur in zand en grind. Hendrik Stubbe werkte eerst voor houtzagerij De Hoop op de Stolwijkersluis, hij woonde aan de Goudseweg.

1950

 

In de jaren 1930 begon hij een bodedienst op Rotterdam en Schoonhoven met vaste vertrektijden: om elf uur uit Gouda en om half drie uit Rotterdam.  Rond 1955 begon hij met tanktransport van stearine kaarsvet. Stubbe had lang één klant: Unilever/Emery, Unichema en Croda.

Rinus Snel kocht het bedrijf in 1990 en heeft het ingrijpend veranderd. Het aantal klanten is gegroeid van 1 naar 300. Stubbe heeft zich gespecialiseerd op het gebied van vloeibare producten: afvullen, tankcontainers, op temperatuur houden van producten, overladen en mengen. Sinds 2005 is Stubbe gevestigd aan de Edisonstraat in Gouda.

 

 

E. Lafeber

1820 E. Lafeber - “Doe het goed, of doe het niet.”

E. Lafeber Internationaal Transporten B.V. is gespecialiseerd in zwaar transport en industriële verhuizingen. E. Lafeber bestond in 2020 al 200 jaar, maar kon het feest door corona nog niet vieren.

Gemeentelijk slachthuis

 

Vandaag hadden wij, de familie Lafeber, samen met al onze werknemers heel graag met jullie willen vieren dat wij de unieke mijlpaal van ons 200 jarig bestaan hebben gehaald. E. Lafeber is in deze 200 jaar gegroeid van de eenmanszaak van onze naamgever die zijn diensten als vracht drager aanbood, tot wat wij nu zijn. Deze unieke presentatie komt niet alleen op de conto van alle 7 generaties Lafeber die zich met veel liefde en passie voor het bedrijf hebben ingezet, maar ook van al die mensen die voor, maar vooral met ons hebben gewerkt. Dank jullie wel voor alles. Samen gaan wij een mooie toekomst tegemoet. En vieren gaan wij dit natuurlijk alsnog zodra dit kan. Familie Lafeber.

De drie zussen Lafeber namen in 2020 de directie over van hun vader, oom en achterneef. Zij zijn de zevende generatie.  Tijdens de coronapandemie stapte Martine Lafeber, nu directeur van het transportbedrijf, na vier jaar weer tijdelijk in haar oude beroep als anesthesiemedewerker. In de BNN-Vara documentaire Boven Water uit 2022 zitten fragmenten over het reilen en zeilen bij Lafeber.

Er werken 45 mensen bij Lafeber. De vloot van Lafeber bestaat uit 27 trucks en meer dan zestig trailers. Lafeber heeft een eigen werkplaats voor de trailers, die allemaal specifieke taken hebben. De monteurs zijn vertrouwd met die eigenschappen van de trailers, de trucks worden door de vrachtwagendealers onderhouden.

 

Zijderlaan

Zijderlaan Stolwijk verzorgt de opslag van de producten voor onder meer Croda/Cargill. Zijderlaan is al tachtig jaar een familiebedrijf. Ooit begonnen met de levering van suikerbieten en veevoer producten aan boeren, is het bedrijf gegroeid naar 275 medewerkers vandaag de dag. Bulk is naast opslag één van de transportactiviteiten van Zijderlaan. De opslagruimte in Stolwijk is 25.000m2 groot. Steeds meer diensten worden aan het transport en opslag toegevoegd, zoals het ompakken vanuit big bags.

Zevenhoven

Leendert van Zevenhoven begon in 1903 aan de Kattensingel als rijtuigmaker. Het bedrijf groeide en verhuisde in 1910 naar de Spoorstraat.

Architect Dirk Stuurman (1895-1960) ontwierp het woonblok met de showroom, reclametoren en werkplaats voor garagebedrijf Van Zevenhoven. Het is een gemeentelijk monument, maar is in 2020 gedeeltelijk afgebroken om plaats te maken voor appartementen.

Leendert zelf kreeg een aanstelling als ’officiële tot rijtuigenkeuring bekwame ambtenaar’ en mocht in Gouda in opdracht van de provincie één dag in het jaar rijtuigen keuren.

Van Zevenhoven werd in 1933 een garagebedrijf voor de General Motors merken, zoals Vauxhall en Bedford

.

Patrick Vermeulen ( van o.m Stichting De Goudse Pijp) heeft een originele kerkbrik die rond 1925 is gemaakt door Van Zevenhoven.

 

Bron: https://www.hippomobielerfgoed.nl/2018/goudse-kerkbrik-in-goudse-handen/

Van der Weijden

1930 Van der Weijden carrosseriefabriek

Abraham van der Weijden (‎± 1892) had tot de Tweede Wereldoorlog een carrosseriefabriek aan de Nieuwsteeg. De Nieuwsteeg was een zijstraatje van de Kleiweg.

1932-Weijden-19320700-Ford-Wereld

 

Verheul - Leyland

1900 -  Verheul - Leyland Motor Corporation

De N.V. Auto-Industrie Verheul maakte autobussen en vrachtwagens in Coenekoop en heeft onder die naam bestaan van 1900 tot 1970.

Verheul begon in 1900 als rijtuig- en wagenmakerij, in 1920 werd de eerste autobus gebouwd. In 1958 werd de vrachtwagenproductie van Kromhout overgenomen.

In de zestiger jaren werd het bedrijf door British Leyland overgenomen. Nadat de fabriek zeven maanden had gedraaid, brandde in 1970 het hele gebouwencomplex af. In juni 1971 begon de herbouw van de fabriek maar in oktober ontstond opnieuw brand.

Midden jaren zeventig daalde de verkoop nog verder door de slechte kwaliteit van de British Leyland-modellen, zoals Austin, Mini en Triumph, veroorzaakt door de vele stakingen in de Britse fabrieken.  De bouw van streekbussen werd voortgezet door Den Oudsten in Woerden, een bedrijf dat in 2001 sloot.

 

Fugo - onderdelen

Historie FUGO

In 1937 startte Wim Fuest in Gouda (FuGo) een winkeltje met onderdelen voor motorfietsen aan de Rozendaal. Net als het aantal motoren en auto’s breidde ook het assortiment van Fugo snel uit: auto-onderdelen en gereedschap. Na het overlijden van Wim Fuest in 1979, nam zijn compagnon Jan Hogenelst het bedrijf over.

Hij bouwde het bedrijf verder uit.  Een vestiging aan de Blekersingel volgde en een filiaal in Alphen. In 1996 kocht hij het pand aan de Nieuwe Gouwe Oost Zijde, dat Unilever ooit voor de drukkerij Koch & Knuttel had gebouwd.

In 2007 namen Jolanda en Lisette Hogenelst het bedrijf over. Fugo heeft nu ook vestigingen in Rotterdam en Nieuwegein. In 2017 hebben oud directeur/eigenaar van Fugo Jan Hogenelst en zijn vrouw Bep Hogenelst beiden een koninklijke onderscheiding mogen ontvangen.

 

Benzinepompen

Goudkade
Goudkade
Niewe Haven
Niewe Haven
Prins Hendrikstraat
Prins Hendrikstraat
Nieuwe Markt
Nieuwe Markt
1944 Hongerwinter - kolentransport
1944 Hongerwinter - kolentransport
1952 Stolwijkersluis
1952 Stolwijkersluis
Stolwijkersluis
Stolwijkersluis
1962 Oosthaven (SAMH)
1962 Oosthaven (SAMH)
1968-garagebedrijf van de firma Van Loon aan de Nieuwe Markt
1968-garagebedrijf van de firma Van Loon aan de Nieuwe Markt
Eegdeman - Haastrecht
Eegdeman - Haastrecht

Turf

Vanaf 1770 probeerden mensen voertuigen te maken die op stoom konden rijden. Sommige waren kleine locomotieven met wielen.. Maar de eerste auto had geen benzinemotor, geen gasmotor, zelfs geen stoommotor. Simon Stevin maakte in 1601 een zeilwagen, waarin 28 man konden zitten. De wagen reed heen en weer van Scheveningen naar Petten, een afstand van zo'n 40 kilometer.

Vanaf 1880 probeerden uitvinders om motorvoertuigen die goed genoeg zouden lopen om elke dag te gebruiken. Deze experimentele auto's reden op stoom, benzine of elektriciteit.

Rond 1905 waren benzineauto's populairder dan stoom- of elektrische wagens omdat ze verder konden rijden zonder brandstof toe te voegen. Na 1910 werden benzineauto's groter en krachtiger.

1905-Jacobus-Schoneveld-Renault-rijksnummer-257-Renault-H3

Toen Duitsland in 1940 Nederland bezette, ontstond meteen grote schaarste aan benzine, doordat de bezetter alle benzine opeiste. En er werden gasgeneratoren geïmporteerd, een apparaat dat door verhitting gas wint uit hout, turf, steenkool of bruinkool en daar loopt de motor op.

Er is in de geschiedenis van de scheepvaart nog nooit een tijd geweest dat er meer soorten brandstof beschikbaar waren dan nu. De kolenaangedreven schepen zijn nu erfgoedschepen, de schepen varen nu op alle standaardtypes minerale oliën, plantaardige en dierlijke biobrandstoffen, ethaan, methanol en in mindere mate waterstof en batterijvermogen.

 

Waarom werd turf alleen gebruikt in de Lage Landen?

Hout of turf aanvoeren over de weg kostte meer energie dan het opleverde. Niet bij transport over het water. Eén blik op de kaart verklaart waarom Holland turf over enorme afstanden kon vervoeren. Het gebied is zo plat als een pannenkoek en heeft veel rivieren en meren. Prima voor zeilschepen. Van Groningen en Friesland zeil je naar Amsterdam, Utrecht, Rotterdam, Antwerpen, Gent en Brugge. Geen enkel ander gebied in Europa beschikt over zo'n wijdvertakt waterwegennetwerk.

Veenplassen

De turfwinning trok steeds diepere sporen. Door dieper te vervenen overstroomde het land. Het gevolg was verlies van landbouwgrond, maar turf en industrie brachten meer op dan landbouw en dus besteedde Holland de landbouw uit.

In totaal zou de turfwinning 60.000 hectare land laten verdwijnen in Holland en Utrecht - bijna 10 procent van het grondgebied. De zaak liep uit de hand toen hele dorpen in de golven verdwenen. Rond 1600 namen de veenplassen een groot deel in van het gebied tussen Oude Rijn, Gouwe en Hollandse IJssel en bedreigden ze de dorpen Zevenhuizen, Moerkapelle en Waddinxveen. Gouda verbood verdere vervening daar in 1653. Later ontstonden de Reeuwijkse plassen. Tot het allemaal op was.

Zoeken in alle teksten

Open bestand Een PDF bestand met alle teksten over Transport

EXPO GOUDA MAAKT - panelen

Sporen in de taal - Transport

Sporen in de taal – Transport

Algemeen

  1. Gevaarte – zeilschip – stoomboot-motorschip - draagvleugelboot
  2. Rijtuig – motorrijtuig – motorvoertuig - Motorrijwiel / motorvoertuig / motorrijtuigenbelasting
  3. Paardentram, stoomtram, stoomlocomotief – dieseltrein- elektrische trein
  4. Rijwiel – rijwiel met hulpmotor (brommer) – motor – motorrijwiel- elektrische fiets
  5. Roei-, zeil-, stoom-, motor-, fluisterboot
  6. Motorisering (van stoom naar olie)
  7. Zij is een echte diesel (= langzaam op gang komen, maar lang kunnen doorgaan)
  8. (Stoom) Hakka-hakke-puf
  9. Elektrificatie - Verstoming
  10. Over de brug komen (= Betalen)(tol)
  11. Met de handrem erop (iets doen): Niet voluit gaan.
  12. Van de handrem af: vol gas geven (= er voor gaan, zonder voorbehoud)
  13. X is onder de wielen van de overheid gekomen
  14. Iemand in de wielen rijden (= iemand tegenwerken of dwarsbomen)
  15. Een spaak in het wiel steken (= (=door iemands ingrijpen gaat een plan van de ander niet door) .
  16. Dat loopt spaak (= mislukken)
  17. Over hem heen walsen (= (iemand respectloos behandelen)

 

Gas

  1. gas terugnemen (=het iets rustiger aan gaan doen)
  2. een tandje terug (iets minder – tandje is de klust tandwiel – gashandle_
  3. vol gas geven (=het zo snel mogelijk doen verlopen)
  4. We kunnen gas geven (= we gaan beginnen)
  5. Tegengas geven (= argumenten tegen een plan naar voren brengen)
  6. alle remmen los (=er vol voor gaan)
  7. Met de turbo erop (=extra snel)
  8. Op de rem trappen
  9. aan de noodrem trekken (=een ontwikkeling proberen tegen te houden/ waarschuwen dat iets niet goed gaat)

Mast

  1. de bezem in de mast voeren (=de baas zijn en leiding hebben)
  2. de mast opkrijgen (=zich weten te redden)
  3. varen waar de grote mast vaart (=klakkeloos de baas volgen)
  4. voor de mast gediend hebben (=van gewone matroos opgeklommen zijn tot officier)
  5. voor de mast zitten (=niet op kunnen wat men op zijn bord heeft)
  6. Daar zal de mast niet van breken. (= Dat heeft niet veel om 't lijf, dat is zoo erg niet.)

Schepen

  1. Schipperen (=zo handelen dat je problemen en conflicten vermijdt)
  2. Reilen en Zeilen (=reilen betekent: Aan de lijn voorttrekken van een schip). Het reilen en zeilen van familieX/bedrijfX
  3. Aanvaring
  4. zien waar het schip strandt (=kijken hoever je komt)
  5. Driemaal is scheepsrecht ( = De derde keer zal het je gaan lukken.)
  6. kantje boord (=op het nippertje)
  7. Iets achterbaks uithalen ( = Iets heimelijk ondernemen. De bak is het voorste gedeelte van het opperdek, waar meestal het verblijf van de matrozen was ingericht. Letterlijk ben je bezig achter iemands rug om, achterbaks, te handelen of te praten.
  8. 8.Een wildebras (= Een wilde jongen of meid. Een bras is touw om de ra naar de wind te zetten. Letterlijk is een wildebras een los van de ra hangend touw, dat door de wind wild heen en weer wordt gezwiept.)
  9. 10.Het loopt de spuigaten uit ( = De situatie loopt uit de hand)(Spuigaten zijn openingen in het scheepsboord vlak boven het dek, waardoor het water van overslaande golven wegloopt.)
  10. 11.Ruimschoots ( = Meer dan voldoende) (met lange uitgevierde schoot (touw), waarbij het touw waarmee het zeil sterker of minder sterk aangehaald kan worden.
  11. 12.iets of iemand in de peiling hebben (=iets of iemand begrijpen)( hoogte waterstand onderzoeken – waterpeil)
  12. 13.Er is geen peil op te trekken. (je weet niet wat je kunt verwachten)
  13. iets voor de boeg hebben (=nog werk te doen hebben. / Nog iets mee moeten maken)
  14. Over een andere boeg gooien ( = Een heel andere benadering gaan proberen om iets te trachten te bereiken.
  15. Een schot voor de boeg ( = Waarschuwing).
  16. een goed zeeman wordt ook wel eens nat (=ieder kent zijn tegenslagen)
  17. Kantje boord. (= Dat was op het nippertje, dat liep maar net goed af.)
  18. Aan boord komen = naar hem toe komen om hem aan te spreken, iemand lastig vallen, hetzij met woorden: onderhouden, de les lezen, met een voorstel lastig vallen; hetzij met daden: aanranden, te lijf gaan.
  19. Overboord gaan / Buitenboord vallen / binnenboord blijven
  20. Aan de grond zitten (= bankroet of totaal uitgeput zijn)
  21. Aftuigen: Het aftuigen van een zeilschip & (iemand) hard en langdurig slaan
  22. ergens de boot mee ingaan (=iets hebben ondernomen, dat tot een totale mislukking heeft geleid) het schip ingaan (=groot risico nemen, leidend tot verlies)
  23. de boot missen (=te laat zijn, een goede kans missen)
  24. Het kan beter van een schip dan van een schuit ( = rijke mensen hebben meer te missen)
  25. iemand in de boot nemen (=met iemand een grap uithalen)
  26. Hij is schipper te voet ( = na een rijke periode is hij nu arm)
  27. uit de boot vallen / buiten de boot vallen (=er niet voor in aanmerking komen, een eigen gang gaan)
  28. aan de haak slaan = aanpakken, veroveren; een meisje mee uit gaan of er mee trouwen;
  29. Bunkeren (=Veel en gulzig eten =de bunkers van een schip vullen met brandstof en andere voorraden)
  30. dat raakt kant noch wal (=dat is geen zinnig argument)
  31. kantje boord (=op het nippertje)
  32. wie scheep is moet varen (=als je ergens aan begonnen bent moet je er mee voortdoen)
  33. als `t schip zinkt dan zinkt ook de lading (=als een zaak bankroet gaat, dan is men meestal ook alles kwijt)
  34. als het schip lek is, gaan de ratten van boord. (=als het verkeerd loopt, laten valse vrienden je in de steek)
  35. Het loopt de spuigaten uit ( = iets loopt uit de hand, te gek is (in negatieve zin) of niet wordt geaccepteerd.) ( =niet door de beugel kunnen) (Spuigat zit in de reling en dient om het water van dek weg te laten lopen.)
  36. het zinkende schip verlaten (=ervandoor gaan als de zaak misgaat)
  37. daar komt een schip met zure appels (=daar komt een stevige regenbui aan) (=wolk die regen en storm voorspelt)
  38. dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
  39. een klein lek doet een groot schip zinken (=een geringe onachtzaamheid kan tot grote schade leiden)
  40. Beter een anker kwijt, dan het gehele schip. (= Wees blij dat hetgeen wat het belangrijkste is, niet verloren is gegaan.)
  41. er dienen geen twee masten op een schip Geen twee kapiteins op één schip. (=er kan er maar één het bevel voeren) / er is maar een grote mast op een schip (=er is er maar één de baas)
  42. geen twee kapiteins op één schip (=er moet maar één persoon de leiding hebben, anders gaat het niet goed)
  43. in het zicht van de haven schipbreuk lijden (=op het laatste nippertje nog verliezen)
  44. schipbreuk lijden (=het niet tot zijn doel geraken / mislukken)
  45. schoon schip maken (=schulden betalen, de boel opruimen, na ruzie/problemen samen er uit komen en het verleden laten rusten)
  46. tussen de wal en het schip geraken (=in de knel komen, iets raakt per ongeluk verloren of zoek)
  47. zijn schip is binnen (=hij heeft zijn fortuin gemaakt) (V.O.C.)
  48. Dat is geen zeil voor dat schip (=Die vrouw past niet bij hem.)
  49. Dure schepen blijven aan wal (= vrouwen met hoge eisen blijven vrijgezel)
  50. De boot is aan (=de ruzie is begonnen)
  51. Tussen wal en schip geraken (=iets raakt per ongeluk stuk of zoek)(in de knel komen)
  52. in het achterschip geraken (=in zaken achteruit gaan)
  53. jonge schippers, oude zuipers ( = jong veel verdienen en dan de weelde niet kunnen verdragen & arm worden)
  54. De wal keert het schip (=je moet je aanpassen aan de omstandigheden)
  55. Aan lager wal geraken (=Hogerwal is de wal waar de wind vandaan komt en lagerwal is de wal waar de wind naartoe gaat. Hogerwal kan eenvoudig wegvaren, maar ligt een schip aan lagerwal dan heeft men een probleem, omdat de wind het vaartuig weer richting de wal blaast)
  56. Het is een schip van bijleg (=het kost alleen maar geld)
  57. Een echte schipper bevaart ook de Rode Zee ( = de liefde bedrijven terwijl een vrouw ongesteld is)
  58. Je roer recht houden (= vasthouden aan de doelstelling – laat je niet van de wijs brengen)
  59. Daar is het roer van het schip (af) (=daar is het toezicht verdwenen)
  60. De schepen achter zich verbranden (=het onmogelijk maken terug te keren)
  61. Ik zie het schip al varen (=ik zie het al mis gaan)
  62. Schepen van hout, mannen van ijzer (= vroeger had je pas echte zeelui)
  63. aan het roer zitten/staan (=de leiding hebben)
  64. het roer in handen hebben (=leiding geven en door moeilijke tijden heen komen)
  65. Het roer uit handen geven. (- Het leiderschap aan iemand anders overdragen.)
  66. het roer omgooien (=het op een heel andere manier proberen)
  67. Overstag gaan (= Zich ten slotte toch laten overreden om aan een verzoek te voldoen. Een andere weg inslaan.)
  68. De beste stuurlui staan aan wal (= Buitenstaanders hebben veel commentaar).
  69. Te hard van stapel lopen (= Iets te snel aanpakken.
  70. Dat was op de valreep. ( = Dat is maar net gelukt.) (Een valreep is een loopplank met leuningen naar een schip.)
  71. De vlag dekt de lading niet.  (= Smokkel) Dat gaat over iets anders dan gepretendeerd wordt.)
  72. Op de hand met het eigen gerei (= op eigen kracht, met eigen gereedschap)
  73. gerei - wat je nodig hebt om iets te doen of te maken. Aan boord van de Stad Gouda bevinden zich vaten, die op de hand met het eigen gerei gelost (of geladen) werden.
  74. Eigengereid (= de gewoonte de dingen te doen zoals je zelf wilt)
  75. naar de bar(re)biesjes gaan (=totaal verloren gaan zonder dat er iets van overblijft (bijv. een schip dat vergaat)) (Berbice, was een strafkolonie in Guyana, naast Suriname)
  76. Naar de gallemiezen gaan ( = iets stukgaat, doodgaat of failliet gaat).(Bargoens = dieventaal)
  77. naar de kelder gaan (=verongelukken (en met een schip: zinken))
  78. in hetzelfde schuitje zitten (=met dezelfde omstandigheden te maken hebben, hetzelfde lot ondergaan)
  79. Dat slaat als een vlag op een modderschuit ( = dat past niet bij elkaar)
  80. onder valse vlag varen (=zich voordoen als een ander of zich anders voordoen)
  81. Zich opdirken (= zich zwaar opmaken) ( De dirk was een touw van de mast naar het eind van de giek. Als men het schip feestelijk optuigt, bevestigt men een aantal vlaggetjes aan de dirk. – Pavoiseren
  82. Met de nachtschuit komen (= laat komen, oud nieuws vertellen)
  83. laveren ww. ‘zigzag tegen de wind in zeilen’ [telkens aan de wind overstag gaan] (hij laveert tussen A en B).
  84. deklading (= het gedeelte van een normale lading, dat niet onder de luikenkap van een vrachtschip past.) (en partij cocaïne zou worden verscheept onder een deklading met bananen.)
  85. Iets oplieren (= groter aanpakken) oplaaien.
  86. De zaak is beklonken ( = er is een vaste afspraak gemaakt). Klinknagel is een metalen verbinding tussen twee platen. De scheepshuid zat vroeger met klinknagels bevestigd.

 

Sluis - Haven

  1. zijn sluis openzetten (=een grote mond zetten)
  2. in behouden HAVEN zijn (=veilig ergens zijn (bv na een reis)
  3. alle havens schutten geen wind (=niet alles levert een voordeel op)
  4. alle havens schutten wind (=als je meedoet deel je mee in de winsten)
  5. Het anker lichten (= Vertrekken. Ervandoor gaan.)
  6. Zijn anker ergens laten vallen. ( = Ergens verblijven; voor korte of lange tijd)
  7. aan beurt komen (=aan werk geraken)
  8. Je moet geen schuitjes losgooien ( = je moet niet uitdagen)
  9. Het loopt de driemaal uit. ( = Het is te gek.)
  10. Hij gaat ervoor liggen (= blokkeren)
  11. Pas bij het bereiken van de haven telt men de slaven (= als het werk gedaan is, wordt de balans opgemaakt) (opbrengst bekend)

 

 

Stoom

  1. de stoom komt uit zijn oren (=hij is heel erg boos)
  2. Er komt energie vrij, we komen op stoom
  3. op stoom komen (=een goed tempo bereiken)
  4. Hij wordt klaargestoomd om... (opgeleid tot)
  5. Met stoom en kokend water ( = iets heel snel doen)
  6. Even stoom afblazen (=afreageren van emoties of spanningen)
  7. Hij komt laat op stoom (= hij begint er laat / langzaam)
  8. De druk is van ketel (=de grootste spanning is voorbij)
  9. Geen puf meer hebben (= Moe gebeukt (= kapot zitten)
  10. Meer druk op de ketel zetten ( = meer invloed uitoefenen)
  11. Het is een hogedrukketel (= …) Vier maanden in een hogedrukketel voor een oplossing
  12. Op volle toeren (= uit alle macht)
  13. over zijn toeren zijn ( = overspannen)
  14. De verwachtingen begonnen in te dampen ( = nemen af)

 

 

Trein – tram

  1. Het sein staat op rood
  2. Dat loopt als een trein. ( = Dat gaat erg goed.)
  3. Iets in sneltreinvaart doen (=heel snel afhandelen)
  4. Hij spoort niet (= er klopt iets niet met je)
  5. Hij is ontspoord (= hij is verkeerde dingen gaan doen)
  6. ‘’iets is’’ uit de rails gelopen (=ontsporen, 2) (van iemand) verkeerde dingen gaan doen...)
  7. Aan de lus hangen (=recht blijven staan in tram of bus)
  8. iets op de rails zetten  (= iets succesvol op gang gebracht)  (Rossi wil zijn land op geoliede rails naar de toekomst zetten)
  9. Het loopt op rolletjes (= alles gaat als vanzelf)
  10. In deze zaak loopt alles op rolletjes, het is een goed geoliede machine.
  11. Iets is warmgelopen (= doet het niet goed meer)
  12. Het wiel opnieuw uitvinden. ( = dubbel werk doen.

 

 

Veen - Turf

  1. as is verbrande turf (=aan een belofte (as = als) heb je niets)
  2. in het veen gaan werken ( = naar de gevangenis gaan)
  3. drie turven hoog (= klein, Een turf is 45 cm breed, 12 cm lang en 15 cm hoog (of diep)
    3 turven is dus maar 45 cm)
  4. turven (=tellen, vier turven werden naast elkaar geplaatst en de vijfde erbovenop.)
  5. aanmodderen (= Ondoelmatig te werk gaan)
  6. in het veen kijkt/ziet men niet op een turfje (=wie rijk is let niet op een euro meer of minder)geen turf hoog zijn (=erg klein zijn, erg teleurgesteld zijn)
  7. iemand spreken door het oor van een turfmand (=iemand heimelijk spreken, zodat niemand anders het hoort)
  8. in het veen kijkt/ziet men niet op een turfje (=wie rijk is let niet op een euro meer of minder)
  9. Woekert voort als een veenbrand (= iets onaangenaams dat zo weer kan terugkomen)
  10. wie een kluitje heeft, heeft er graag een turfje bij (=ieder probeert zijn bezittingen te vermeerderen)
  11. dat brengt geen turf aan den wal(= dat helpt niet)
  12. 't is licht groot vuur maken van een anders turf
  13. Beter een Turf in de keuken als duizend op het veenland. vuur
  14. Voeten in de aarde hebben ( = Moeilijk te realiseren zijn.
  15. roet in het eten gooien (=de pret bederven of een plan laten mislukken)
  16. Ergens geen peil op kunnen trekken ( = Ergens niets uit kunnen opmaken. Ergens niet van op aan kunnen) (Het peil is de hoogte van de waterstand in een polder

 

 

 

Water

  1. Boven water halen (= Tevoorschijn halen)
  2. Boven water komen (= Tevoorschijn komen, verschijnen.)
  3. als het WATER zakt, kraakt het ijs (=elke oorzaak heeft gevolgen)
  4. dat is een paal onder WATER (=dat brengt meer nadeel dan voordeel)
  5. dat staat als een paal boven WATER (=dat is een absolute zekerheid)
  6. geen WATER is hem te diep (=hij durft alles te ondernemen)
  7. Ik voel het aan mijn water (= verachten wat er gaat gebeuren)
  8. Geld in het WATER gooien (=Geld verspillen)
  9. het hoofd boven WATER houden (=financieel rondkomen, juist genoeg geld hebben om te kunnen leven)
  10. het is WATER en melk (=het is een futloze zaak)
  11. Water doet palen rotten, die het drinkt zijn zotten (= drink beter bier, water is smerig)
  12. Water bij de wijn doen ( = een compromis sluiten)
  13. Water en vuur zijn (=elkaar niet kunnen verdragen)
  14. Bij hem kookt het water ook bij 100 graden. ( = Hij is ook maar een gewoon mens.
  15. in zulk water vangt men zulke vissen (=van dat slag volk mag men dat verwachten)
  16. Geen water is hem te diep ( = Hij durft alles te ondernemen.)
  17. Stille waters hebben diepe gronden (= stille mensen met (wijze) diepe gedachten)
  18. In het water vallen ( =Falen (een opzet, een voornemen, een plan), mislukken, niet doorgaan.
  19. Het hoofd boven water houden (=financieel rondkomen, juist genoeg geld hebben om te kunnen leven)
  20. In iemands vaarwater zitten (=iemand hinderen)
  21. Blijf uit zijn kielwater (=blijf uit zijn buurt, hij deugt niet)
  22. In moeilijk vaarwater komen / In rustiger vaarwater komen
  23. in iemands kielzog varen (=het net zo doen als iemands voorganger)
  24. Water naar de zee dragen (= overbodig werk doen)
  25. Het water staat aan de lippen (= de nood is hoog)
  26. Als een vis in het water ( = naar zijn zin hebben)
  27. Het water loopt hem in de mond. (= Hij heeft er heel veel trek in.)
  28. Geld in het water gooien (= onzinnig)
  29. Geld als water verdienen (= zeer veel geld verdienen)
  30. Hij is bang zich aan koud water te branden (=hij is veel te voorzichtig)
  31. Iemand een steek onder water geven (=iemand zijdelings iets onaangenaams zeggen; een bedekte toespeling (negatief))
  32. In troebel water vissen (= in onduidelijke situaties is veel voordeel te halen)( hij is een profiteur)
  33. WATER bij de wijn doen (=een compromis sluiten, prijs verlagen)
  34. in het WATER vallen (=falen (een opzet, een voornemen, een plan), mislukken, niet doorgaan)
  35. koffen en smakken zijn WATERbakken (=dat soort dingen kan veel doorstaan)
  36. leven als een vis in het WATER (=totaal tevreden en onbekommerd leven)
  37. met het WATER voor de dokter komen (=zeggen wat je bedoelt)
  38. onder WATER zijn (=afwezig zijn)
  39. Hij zit op water en brood ( = hij zit in de gevangenis)
  40. op elkaar lijken als twee druppels WATER (=precies op elkaar lijken)
  41. van de wal in de sloot belanden (=vanuit een slechte situatie terechtkomen in een situatie die nóg slechter is)
  42. De kraan dichtdraaien (=de (financiële) hulp sterk verminderen of stopzetten)
  43. Hij laat het water over de dijk lopen (hij kan zijn tranen niet bedwingen)
  44. Navigeren in onbekend water (= …)
  45. kijken of men water ziet branden (=heel erg verbaasd kijken)

 

Weg

  1. aan de weg timmeren (=veel activiteiten ontplooien en daarmee naar buiten treden om verandering en vernieuwing te bewerkstelligen)
  2. iemand de weg wijzen (= een standje geven)
  3. Naar de bekende weg vragen ( = iets vragen dat je allang weet)
  4. De weg kwijt zijn (= Zich onhandig opstellen, onverstandige keuzes maken.)
  5. wie aan de weg timmert heeft veel bekijks (=iemand die grote beslissingen moet nemen, krijgt vaak ook veel kritiek)
  6. al zo oud als de weg naar Kralingen (=erg oud)
  7. waar een wil is is een weg (=als je iets echt wilt, dan zul je ook slagen /de weg vinden naar je doel)
  8. geen strobreed in de weg leggen (=in geen enkel opzicht hinderen)
  9. niet op mijn weg liggen (=ergens niets mee te maken hebben of niet mee willen bemoeien)
  10. platgetreden paden/wegen (=dingen die anderen al eerder gedaan hebben)
  11. de hort op gaan (= voor korte of langere tijd op pad gaat)( hort = afgeleid van hurt, wat ‘weg’ betekent = “de weg op gaan) (Arremoedzaaiers die met de nachtboot de hort opmotte)

 

 

Wind

  1. Voor de wind gaan (=Succesvol zijn in zaken)
  2. De wind in de rug hebben (= een tijd van voorspoed)
  3. Wind tegen hebben ( = het valt niet mee)
  4. de wind eronder hebben (=de ondergeschikten hebben angst)
  5. de wind in de zeilen hebben (=voorspoed hebben)
  6. de wind van voren krijgen (=kritiek krijgen, direct gezegd worden wat er mis is)
  7. Dat is een rak in de wind (= dat is een lastige klus)
  8. de wind niet door de hekken laten waaien (=elke gelegenheid te baat nemen)
  9. Het stinkt een uur in de wind (=erg)
  10. de wind waait uit die hoek (=een mening van iemand uit een bepaalde groep/partij)
  11. die wind zaait zal storm oogsten (=wie kwaad doet, zal er uiteindelijk zelf de gevolgen van dragen)
  12. elke bos stro waait voor de wind (=onder makkelijke omstandigheden kan iedereen welvaren of iets uitvoeren)
  13. het gaat hem/haar voor de wind (=hij/zij heeft geluk)
  14. hoge bomen/masten vangen veel wind (= Wie opvalt, staat gemakkelijk bloot aan kritiek.)
  15. iemand de wind uit de zeilen nemen (=iemand dwars zitten)
  16. wie kan sturen, zeilt bij elke wind ( = wie kundig is kan altijd werken)
  17. iets in de wind slaan (=naar een advies niet naar luisteren)
  18. De wind waait uit een andere hoek (=de situatie is plotseling veranderd)
  19. de wind is gedraaid of gekeerd (= de omstandigheden zijn veranderd)
  20. met alle winden meewaaien (=altijd iedereen gelijk geven)
  21. met alle winden meedraaien (=altijd iedereen gelijk geven)
  22. niet van de wind kunnen leven (=moeten werken om alles te kunnen betalen)
  23. Pluimen in de wind waaien (=Iets doen zonder na te denken)
  24. voor de wind gaan (=voorspoed hebben)
  25. Voor de wind is het goed zeilen (=Onder gunstige omstandigheden is het gemakkelijker succes te hebben)
  26. Door weer en wind gaan (=slecht weer trotseren)
  27. Tegen de wind in plassen (= zinloos of schadelijk werk doen)
  28. Goede raad in de wind slaan (= niet opvolgen)
  29. Ik kan niet van de wind leven (= ik doe dit werk niet gratis)
  30. Scherp aan de wind zeilen ( = het maximale eruit halen, met het risico dat het fout gaat)
  31. Voor een schip zonder roer is iedere wind tegenwind (= een bedrijf zonder leiding is onbestuurbaar)
  32. weten uit welke hoek de wind waait (=weten hoe het in elkaar zit, wie de baas is)
  33. Zijn huik naar de wind hangen (=Zijn mening aanpassen naargelang de situatie)
  34. zo de wind waait, waait zijn jasje (=iemand zonder principes, die zonder eigen mening anderen naar de mond praat)
  35. wie appelen vaart, die appelen eet (=als je handelt in bepaalde goederen, dan zul je deze zelf waarschijnlijk ook gebruiken. / Iemand die bepaalde werkzaamheden voor een ander moet verrichten, geniet daar doorgaans zelf ook van)
  36. zonder geluk vaart niemand wel (=alleen met hard werken komt men er niet, ook een beetje geluk is nodig om ergens te komen)
  37. Iemand de loef afsteken ( = In een concurrentiesituatie, iets doen waardoor je in een betere positie dan de ander komt.) (De loefzijde is de scheepszijde waar de wind inkomt)
  38. Dat is hem niet met de oostenwind aangewaaid. ( = Hij heeft er hard voor moeten werken).
  39. Komen aanwaaien (= hij haalt goede cijfers zonder er moeite voor te hoeven doen)(onverwachts langs komen)
  40. Veel lawaai, weinig wind (= veel drukte, weinig resultaat)
  41. Je kop in de wind gooien ( = jouw eigen denkwijze vasthouden)
  42. De wind is gaan liggen (= het wordt rustiger).

 

 

Zeil

  1. iets omzeilen ( = ervoor zorgen dat je er niet mee te maken krijgt)
  2. achteruit zeilen (=achteruit gaan)
  3. alle zeilen bijzetten (=de uiterste best doen om iets toch te bereiken).
  4. Alle hens aan dek (= er is een acuut probleem. Alle handen (hens) moesten komen helpen.
  5. de wind in de zeilen hebben (=voorspoed hebben)
  6. Zoals het reilt en zeilt (=zoals het z’n gangetje gaat)
  7. Langs de wal zeilen (= iets rustig aan doen, geen risico’s nemen)
  8. iemand de wind uit de zeilen nemen (=iets zeggen waardoor de kritiek verstomt)
  9. Voor de wind is het goed zeilen (=Onder gunstige omstandigheden is het gemakkelijker succes te hebben)
  10. alle zeilen bijzetten (=de uiterste best doen om iets toch te bereiken)
  11. bakzeil halen (=toegeven dat je ongelijk hebt / aanzienlijk minder hoge eisen stellen dan je eerder deed) (= zich terugtrekken)
  12. de zeilen hijsen (=opstaan, vertrekken)
  13. een oogje in het zeil houden (=in de gaten houden)
  14. er is geen land met hem te bezeilen (=je kan met hem niets aanvangen, omdat hij niet wil meewerken)
  15. ergens verzeild raken (=ergens onbedoeld terechtkomen)
  16. Men kan niet altijd bezeilen wat men bestevent (=niet bereiken wat men zich voorneemt) (steven – voorkant schip)
  17. het zeil strijken (=het opgeven / flauw vallen / van iemand verliezen)met een nat zeil thuiskomen (=dronken thuiskomen)
  18. met een opgestoken zeil (=driftig, boos) / met een staand zeil (=driftig, boos)
  19. onder een staand zeiltje is het goed roeien (=met een klein vast inkomen, verdient men al gauw genoeg voor de kost)
  20. onder zeil gaan (=gaan rusten of slapen, vertrekken of weggaan)
  21. tussen de klippen doorzeilen (=op handige manier alle moeilijkheden vermijden)
  22. zijn schip voert te grote zeilen (=te veel geld uit geven)
  23. zoals het reilt en zeilt (=zoals het zijn gangetje gaat)
  24. Geen goed garen mee te spinnen Er is niets met hem aan te vangen, er is geen land met hem te bezeilen.
  25. met ongebroken lading wegzeilen (=zich zonder gezichtsverlies uit de situatie redden)
  26. In de storm geen zeilen verhangen (= geen gekke dingen doen als het spannend is)
  27. Dat is geen zeil voor dat schip (=Die vrouw past niet bij hem.)
  28. de steven wenden (=op een andere manier de dingen gaan aanpakken)
  29. wenden ( = een andere richting inslaan scheepvaart van koers veranderen, bij zeilen vooral ook "door de wind gaan": "overstag gaan" of "gijpen" Voorbeeld: `Klaar om te wenden?)
  30. welke koers gaat de VPRO varen? (=welke richting wil de VPRO volgen)
  31. voor top en takel drijven (=scheepvaart : zonder een zeil te voeren)
  32. Op eigen kompas zeilen ( = naar eigen inzicht handelen)

Disclaimer - Bronvermelding

DISCLAIMER

Indien iemand meent rechten te hebben op delen van de informatie of beelden, meld dat dan s.v.p. op info@expogoudamaakt.nl. De betreffende delen kunnen dan worden verwijderd.

Bronvermeldingen. De informatie komt uit openbare internetbronnen en met toestemming van onderstaande personen.

De verzameling heeft geen historisch-wetenschappelijke pretentie en is bedoeld als naslawerk en een bron voor spreekbeurten.

Veel dank

voor de toestemming om te mogen citeren uit de boeken van Bregje de Wit ‘Op hoop van Zaken’ en Wim Denslagen ‘Gouda’.

Paul H.A.M. Abels

Bert Bohnen

Mirjam Borghgraef SAS

Frans Bos Hist.Ver.Wxvn

I.J. Brugmans, De arbeidende klasse in de 19e eeuw

Leon van Catz

Compaxo Gouda

Croda Nederland

Marcel van Dasselaar

Wim Denslagen Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

C.H.M. Dercksen 1944-Goedewaagen

Henny van Dolder – de Wit 2011-4 

Don Duco, Amsterdam Pipe Museum, 2017

J.L. van Eijk

Lies Elte Kaashandel-Maatschappij Gouda

Wouter Enderink

Europeana

EYE Filmmuseum

Gazendam - Ge Vaartjes over Herman de Man

Gordijn

Gouda Refractories

Eduard Engel

Melkinrichting ‘Ons Ideaal’  (ar­chief “Die Goude”).

DieGoude 2017.

Ar­chief  “Die Goude”

Robert den Hartogh

Cor Heuvelman Gouds Dagblad

Hippomobiel Erfgoed

Reïnda Hullij Museum Maluku

Gouda INTO Business herfst 2017)

Gerard Jacobs NEDSEK

Gert Jan Jansen

Rob Kuijsten Kuyper Kaarten 

Rinus Lasschuyt fotografie

Marco Mastenbroek Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Mokveld

Montana sigarenfabriek, Gouda; 1925-1930

Pim Mul

Museum Maluku

Narionaal Archief

Kees Nieuweveld Gouwestad TV

Grard Noorman-Bouters

Anneke H. Otterloo Eten en eetlust in Nederland, van

Pluis 2008 Zenith

Compaxo

Adriaan Pothuizen NVBS

RCE - Creative Commons

Leenke Ripmeester EYE

SAMH Streek Archief Midden-Holland

Spaarnestad Photo

Nederlandse Staatscourant 15 mei 1865

Slangen Staal

Pim Steenbergen - Bruine Goud

Huub Surendonk, 2001. 100 jaar Gouda Vuurvast

H.A.J. Tempelman, Historie van het pijpenmakersgeslacht Van der Want

Dick-jan Thuis

Tidinge 2009-2011

Kim Tieleman Spaarnestad Photo

Unilever Zeepfamilie in zorgentijd 1942

U-Vitalis Op eigen terrein Unilever

Gé Vaartjes (Herman de Man)

Wim Vegt

Hans Vogels 1994 - N.V. Koninklijke Plateelbakkerij Zuid-Holland

R. van der Wal 1000 jaar Gouda, hoofdstuk 17, , Hilversum 2002).

hoofdstuk 17, R. van der Wal, hoofdstuk 17 1000-jaar Gouda

Cargill / Croda Nederland B.V.

Bas Weenink Die Goude (november 2020)

H.F.Wessels - Gouda : proeve ener stadsmonografie.

A. van WijnenDe Producent 40 jaar 1915-1955

Wikimedia Commons

Wikipedia

Wendy van Willigenburg

Bregje de Wit: Op hoop van Zaken

Bob de Wit jr. foto

  • Het arrangement Expo Gouda Maakt - Transport is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    EXPO Gouda-Maakt Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2022-09-30 14:50:17
    Licentie
    CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Expo Gouda Maakt was in 2022 een tentoonstelling over de de Goudse maakindustrie van vroeger, nu en later. Er werden zes industrieën belicht. Dit is de informatie over Transport Van beurtschippers tot bijzonder transport Jarenlang passeren zeilschepen de stad. De bouw en reparatie van schepen vormt een goede inkomensbron voor Gouda. De passerende binnenvaart maakt het ook mogelijk om buiten Gouda te handelen. Goudse (kaas-)handelaren en beurtschippers varen alle kanten op, nemen post mee en handelen voor Gouwenaars op de beurs in Amsterdam. De komst van de stoomboot, de trein, het Merwedekanaal, de vrachtauto en snelwegen heeft daar verandering in gebracht. De schippers verdwijnen en ‘de Sluis’ wordt na de watersnood van 1953 gesloten. Alles gaat buiten Gouda om. Toch ontwikkelen Goudse transportbedrijven zich verder, ze specialiseren zich en verwerven een sterke positie in het bijzonder transport. EXPO GOUDA MAAKT volgde de ontwikkeling van het transport in Gouda van vroeger, nu en later.
    Leerniveau
    MBO, Niveau 2: Basisberoepsopleiding; MBO, Niveau 3: Vakopleiding; MBO, Niveau 4: Middenkaderopleiding;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    asfalt, gouda, industriële geschiedenis, scheepswerf, scheepvaart, transport, transport bedrijven, trein, wegenbouw