2022-2023 Yuverta MBO KLAS HO31x: IBS Plant 3.1

2022-2023 Yuverta MBO KLAS HO31x: IBS Plant 3.1

Wat houdt deze IBS in?

Planten zijn lastig om te leren. Dit komt waarschijnlijk omdat je te maken krijgt met lastige wetenschappelijke namen en omdat sommige planten heel erg op elkaar lijken. Als je je hier echt voor inzet zal het op den duur wel steeds makkelijker worden.

Plantenkennislessen

Elke week krijg je 1 uur plantenkennis. Tijdens deze les zullen ongeveer 10 planten behandeld worden. Dit gebeurd aan de hand van foto’s in een PowerPoint presentatie en waar mogelijk levend plantmateriaal. Soms zullen we ook de schooltuin in gaan om te kijken hoe de planten er in de volle grond uit zien. Bij het behandelen van de planten zullen we het voornamelijk hebben over dié kenmerken waarmee je de plant kunt onderscheiden van de meeste andere planten. Verder zullen we ook kort kijken naar de toepassingsmogelijkheden en/of verzorging van deze planten.

Leerstof

De PowerPointpresentaties welke in de les gebruikt worden zijn voorzien van notities waar veel info over de planten en hun kenmerken staan. Deze presentaties kunnen door de studenten gebruikt worden om zich op toetsen voor te bereiden. Daarnaast biedt het Ontwikkelcentrum digitale lesstof aan. Hier zijn ook modules te vinden welke te gebruiken zijn voor plantenkennis.

Leertips

Het opbouwen van je plantenkennis moet je grotendeels zelf doen! De lessen en PowerPoints zijn slechts hulpmiddelen.

  1. Start met leren en oefenen vanaf de eerste les. Het tempo ligt vrij hoog en het werk stapelt zich snel op als je er te lang mee wacht.
  2. Maak aantekeningen tijdens de les. Vaak benadrukt de docent de meest belangrijke kenmerken of krijg je ezelsbruggetjes die niet in de PowerPoint staan. Aantekeningen maken dwingt je ook om op te letten
  3. Zoek de behandelde planten op in de schooltuin. Tijdens een tussenuur, na schooltijd of in de pauze kan je gewoon de schooltuin in lopen. Doe dit samen met anderen en overhoor elkaar.
  4. Zoek de planten thuis nog eens op in boeken of op internet. Kijk ook naar andere afbeeldingen van deze planten.
  5. Zoek de planten in je eigen woonomgeving op. Als je weet waar ze te vinden zijn, kan je ze in elk seizoen volgen.
  6. Lees de plantenlijst regelmatig op. Op deze wijze leer je niet alleen de uitspraak maar de namen worden wat meer vertrouwd.
  7. Neem de lijst mee naar je stagebedrijf. Vaak vinden je collega’s het leuk om je te helpen met de planten door deze bv aan te wijzen en er iets extra’s over te vertellen.
  8. Gebruik al je zintuigen! Kijk, voel, ruik, enz.

 

Maak er een sport van zoveel mogelijk planten te kennen!

Wat moet je doen om deze IBS voldoende af te sluiten?

IBS Plant wordt aan het eind van het leerjaar afgerond met drie cijfers:

  1. Theorietoets IBS Plant Dit wordt een gemiddeld cijfer van 4 theorietoetsen. Aan het eind van elke periode krijg je een toets over de planten die in deze periode behandeld zijn (plus een paar planten uit voorgaande perioden). Tijdens deze toets moet je 25 planten kunnen herkennen en benoemen.
  2. Producttoets IBS Plant Voor deze toets moet je elke periode 18 plantkaarten invullen. Uiterlijk aan het eind van het schooljaar lever je 72 plantkaarten in bij je plantenkennisdocent. Daarnaast moet je een herbarium gaan maken van minstens 30 inheemse kruidachtige gewassen. Ook deze lever je uiterlijk eind van het jaar in bij je plantenkennisdocent.
  3. Praktijktoets IBS Plant In periode 3 en 4 vinden er klantgesprekken plaats. Hiervoor krijg je een planning in het voorjaar. De bedoeling is globaal dat je een gesprek voorbereid over een border in de schooltuin en de planten die daar in staan. Jij moet zorgen dat je vanalles over deze planten kan vertellen, van herkenning tot toepassing en verzorging.

Het cijfer is dus als volgt opgebouwd:

 

Kennistoets | BNN

Theorietoets IBS Plant Dit wordt een gemiddeld cijfer van 4 theorietoetsen. Aan het eind van elke periode krijg je een toets over de planten die in deze periode behandeld zijn (plus een paar planten uit voorgaande perioden). Tijdens deze toets moet je 25 planten kunnen herkennen en benoemen.

 

Periode 1

Periode 1: Plantlijst 1

  • Perkplanten
  • Wilde flora
  • Bosplantsoen
  • Bomen

Periode 2

Periode 2: Plantlijst 2

  • Bloembollen
  • Vaste planten
  • Coniferen
  • Heesters
  • Klim-, slinger- en leiplanten

Periode 3 | BNN

Periode 3: Plantlijst 3

  • Bomen
  • Heesters
  • Klimplanten
  • Vaste planten
  • Wilde Flora

Periode 4

Periode 4: Plantlijst 4

  • Heesters
  • Fruitgewassen
  • Vaste planten
  • Grassen en bamboe
  • Water- en moerasplanten
  • Bloembollen
  • Wilde Flora

Praktijktoets | BNN

Praktijktoets IBS Plant In periode 3 en 4 vinden er klantgesprekken plaats. Hiervoor krijg je een planning in het voorjaar. De bedoeling is globaal dat je een gesprek voorbereid over een border in de schooltuin en de planten die daar in staan. Jij moet zorgen dat je vanalles over deze planten kan vertellen, van herkenning tot toepassing en verzorging.

Hieronder vind je de toets met meer uitleg over het gesprek.

Producttoets | BNN

Producttoets IBS Plant Voor deze toets moet je elke periode 18 plantkaarten invullen. Uiterlijk aan het eind van het schooljaar lever je 72 plantkaarten in bij je plantenkennisdocent. Daarnaast moet je een herbarium gaan maken van minstens 30 inheemse kruidachtige gewassen. Ook deze lever je uiterlijk eind van het jaar in bij je plantenkennisdocent.

Hieronder vind je een omschrijving van de producttoets. Daarin staat waar de plantenkaarten en het herbarium aan moeten voldoen. Daarnaast kan je een lege plantkaart vinden die je kan gebruiken voor de plantenkaarten.

Herkennen en benoemen | BNN

Periode 1: Lijst 1

Perkplanten | Wilde flora | Heesters | Bosplantsoen | Bomen

Lesplanner

Lesmateriaal en opdrachten periode 1

Lesmateriaal en opdrachten periode 2

Lesmateriaal en opdrachten periode 3

Lesmateriaal en opdrachten periode 4

Morfologie en Nomenclatuur | BNN

Lesmateriaal en opdrachten

Introductie

Met plantenkennis moeten jullie de planten bij de juiste naam kunnen noemen. Elke plant heeft een Nederlandse naam maar ook een wetenschappelijke naam. Deze wetenschappelijke namen bestaan vaak uit een geslachtsnaam en een soortaanduiding. Vaak zijn de afzonderlijke namen Latijnse of Griekse woorden. In de volgende opdrachten gaan we kijken naar de regels achter deze namen en de betekenis van een aantal veel voorkomende latijnse en griekse woorden.

Les 1 Naamgeving van planten

Bekijk de volgende presentaties en maak de vragenlijst die hier bij hoort.

Les 2 Betekenis oefening 1

Maak de volgende kruiswoordpuzzel. Je kan hiervoor de uitgave 'Planten en hun namen' (pagina 55 t/m 82) van het Ontwikkelcentrum gebruiken.

Planten en hun namen

Les 3 Betekenis oefening 2

Veel wetenschappelijke namen hebben een betekenis die je kan helpen bij het herkennen van de planten of die wat zegt over toepassingsmogelijkheden. In een vorige oefening heb je al kennis gemaakt met een aantal namen en hun betekenis. In deze oefening gaan we verder kijken naar dezevertalingen door middel van een memory spel.

Klink op de onderstaande link en maak een memoryspel met paren van wetenschappelijke naam en betekenis. Maak minimaal 15 paren.

Als je klaar bent kan je anderen uitnodigen je spel te spelen.

https://puzzel.org/nl/

Toets