Digitale Vaardigheden Basis - BOS7 - kopie 1

Digitale Vaardigheden Basis - BOS7 - kopie 1

Bloggen en Screencast

SB1 Bloggen en Screencast

Bloggen

Waarom een blog?

Je gaat gedurende deze cursus heel veel dingen leren. Je leert eigenlijk twee soorten kennis:

a) Kennis op zich, dingen die je gewoon moet weten.

b) Vaardigheden, dingen die je moet kunnen.

Aan het eind van het keuzedeel ben je in staat om kennis en vaardigheden te combineren. Je bent in staat om kennis die je bezit binnen een vaardigheid toe te passen. Een van die vaardigheden is het leren schrijven van blog-berichten.

Door over onderwerpen te schrijven kun je laten zien dat je in staat bent dingen die je hebt geleerd in de praktijk te brengen. Een blog is een eenvoudig en geschikt middel hiervoor.

Bovendien stelt het anderen - de docent - in staat om te reageren op je blog. Van feedback leer je nog eens extra. En daarom dus een blog. Je deelt je blog alleen met je docent en bij het examen met de tweede examinator. Voor de rest bepaal je zelf wie wel en niet je blog mag lezen.

 

Wat is een blog precies?

Lees de informatie die je vindt via onderstaande 2 links en beantwoord dan voor jezelf de vraag wat een blog precies is en welke soorten blogs er zoal bestaan.

blog.nl | Wat is een blog?

Wat is een blog of weblog? Iedereen aan het bloggen!

 

Opdracht

1, Maak nu een eigen blog aan. Je hebt al een account bij Google. Ga naar Google Drive en maak je persoonlijke blog aan.

Je hebt deze blog nodig voor het publiceren van je verslagen van opdrachten.

De uitleg van de manier waarop je een blog maakt krijg je via deze link.

2. Schrijf een welkomstbericht op je blog.

3. Plaats de link naar je blog in de inlevermap in de ELO die de docent hiervoor heeft aangemaakt.

 

SBU 1 uur

 

Je ziet hieronder aan welke eisen je blog moet voldoen

Rubric beoordeling blogs

 

Naam student:

Klas/leergroep:

Datum beoordeling:

 

Criterium

Kan beter

Gemiddeld

Goed

De blogbijdrage verschijnt  op de afgesproken momenten

 

 

 

De blogbijdrage is alleen beschrijvend van karakter

 

 

 

De blogbijdrage is beschrijvend en oppervlakkig evaluerend

 

 

 

De blogbijdrage is beschrijvend en daarnaast ook evaluerend

 

 

 

De blogbijdrage is beschrijvend, evaluerend en geeft blijk van zelfreflectie op het leerproces

 

 

 

De blogbijdrage bevat relevante afbeeldingen die het verhaal ondersteunen

 

 

 

De blogbijdrage bevat relevante Youtube-filmpjes die het verhaal ondersteunen

 

 

 

De blogbijdrage is geschreven in correct Nederlands

 

 

 

 

Het maken van een screencast

Waarom een screencast?

Je gaat gedurende deze cursus heel veel dingen leren. Je leert eigenlijk twee soorten kennis:

a) Kennis op zich, dingen die je gewoon moet weten.

b) Vaardigheden, dingen die je moet kunnen.

Aan het eind van het keuzedeel ben je in staat om kennis en vaardigheden te combineren. Je bent in staat om kennis die je bezit binnen een vaardigheid toe te passen. Een van de vaardigheden is het maken van eenvoudige uitleg-filmpjes waarin je laat zien dat je een bepaalde vaardigheid beheerst.

Een screencast is eenvoudig en geschikt middel hiervoor. Bijvoorbeeld dat je kunt laten zien hoe je een startpagina verandert, of hoe je zoekmachines toevoegt of verwijdert.

Daar komt eigenlijk nog best wat bij kijken. In een filmpje wat laten zien is één ding. Maar door daarbij een uitleg-tekst in te spreken en de film zo op te bouwen dat anderen er van kunnen leren, dat is nog wat anders. En dat is wel de bedoeling.

Je leerdoel is dus screencastfilms te maken waar andere mensen - die minder weten en kunnen dan jij - van kunnen leren. En voor jou is het ook positief, want je leert het allerbest door iets aan anderen uit te leggen.

Screencastomatic

Met het gratis programma Screencastomatic kun je op eenvoudige wijze opnames maken van een uitleg die je op je beeldscherm laat zien. Bijvoorbeeld hoe een bepaald programma werkt, of een Powerpoint-presentatie met uitleg die je afspeelt en inspreekt. Het filmpje dat zo ontstaat kun je uploaden naar en delen via Youtube.

Klik hier voor de handleiding.

Opdracht

1. Download het programma Screencastomatic op je laptop. Bij latere opdrachten ga je uitlegvideo's maken met dit programma.

2. Maak een proefopname waarin je
- laat zien hoe je het programma Screencastomatic moet opstarten
- laat zien hoe je de instellingen voor opnames klaar zet
- hierbij een duidelijk uitgesproken uitlegtekst uitspreekt die de beelden begeleiden
- jezelf via de webcam aan het begin van de video even voorstelt
- niet zichtbaar bent tijdens de rest van de opnames.

Als de opname klaar is, ga je die uploaden naar je Youtube kanaal (met als instelling "verborgen") en zet je de link naar het filmpje in de inlevermap die de docent heeft aangewezen voor deze opdracht.

 

SBU 4 uur

Lees hieronder volgens welke eisen je screencastfilm zal worden beoordeeld

Rubric beoordeling ingeleverd werk Screencastfilmpjes 

 

Naam student: 

Klas/leergroep: 

Datum beoordeling: 

 

 

Criterium 

Kan nog beter 

Gemiddeld 

Goed 

Screencastfilmpje  tijdig ingeleverd in de juiste inlevermap 

 

 

 

De uitleg is duidelijk, goed gestructureerd en in goed te volgen stappen 

 

 

 

De uitleg is helder in beeld te volgen. 

 

 

 

De uitleg in beeld is de juiste uitleg van het gevraagde 

 

 

 

De gesproken uitleg is helder en duidelijk te horen 

 

 

 

De gesproken uitleg is de juiste uitleg van het gevraagde 

 

 

 

De screencast is gepubliceerd via de opgedragen manier (youtube) 

 

 

 

De screencast maakt gebruik van de mogelijkheid van de webcam op het juiste moment 

 

 

 

 

 

 

 

 


  •  

Basiskennis Informatie- en Communicatietechnologie

SB1 Basiskennis ICT deel 1

Leerdoelen:

  • de student kan verschillende browsers noemen en de verschillen ertussen aangeven en is in staat om te motiveren waarom hij of zij een bepaalde browser gebruikt.
  • de student leert plekken kennen waar software veilig kan worden gedownload
  • de student maakt kennis met besturingssystemen en systeemkenmerken van laptops en met antivirusprogramma's.
  • de student kan aantonen te kunnen achterhalen of de browser die hij of zij gebruikt nog actueel is.
  • de student kan aantonen een aantal basisvaardigheden te beheersen en toont dit aan door middel van screencastfilmpjes en handleidingen met screenshots.

SBU 6 uur

 

Opdracht 1 Basiskennis ICT

1. Maak een overzicht van de meest gebruikte browsers die er op dit moment zijn. Geef een overzicht van de voor- en nadelen van elke browser. Welke browser gebruik je zelf? En waarom?

2.Controleer of de browser die jij gebruikt nog up to date is.

3. Laat middels een kort filmpje (je hebt al geleerd een screencast te maken) dat je in staat bent om:  
    - meerdere tabbladen te openen naast elkaar
    - pop-ups te blokkeren
    - je startpagina te veranderen
    - grote letters in te stellen om de leesbaarheid te vergroten
    - zoekmachines toe te voegen
    - de zoekgeschiedenis en cookies te verwijderen
Denk er bij het maken van het filmpje aan dat je niet alleen laat zien wat je doet, maar dat je het ook uitlegt. Schrijf desnoods eerst je tekst uit.

Lever de link naar je video in in de inlevermap Basiskennis ICT

Gebruik voor opdracht 1 deze website om informatie te verzamelenhttp://www.pepermunt.net/browsers/wat-zijn-de-beste-browsers.html

 

 

 

Opdracht 2 Basiskennis ICT

 

1. Geef een overzicht van websites waar je legaal en veilig gratis software kunt downloaden.

2. Geef een overzicht van de systeemkenmerken van jouw laptop of computer. Vermeld of je een 32- of 64-bits besturingsprogramma hebt, welk besturingssysteem, hoeveel werkgeheugen en hoeveel opslagcapaciteit.

3. Geef een overzicht van gratis antivirusprogramma's via http://www.pepermunt.net/beveiliging/gratis-antivirus.html

4. Maak door middel van handleidingen met screenshots een uitleg voor minder gevorderde computergebruikers hoe ze
    - de harde schijf kunnen opruimen
    - software kunnen verwijderen
    - de harde schijf kunnen defragmenteren

Lever de handleiding in in de inlevermap Basiskennis ICT

5. Download het (gratis) fotoprogramma Irfanview op je laptop. Dit programma is niet te vinden via de link hieronder, dus je moet via google de downloadpagina zoeken.

Gebruik voor opdracht 2 de link hieronder. Tip: ook voor opdracht 4 kun je daar veel informatie vinden.

Software downloaden

SB2 Basiskennis ICT deel 2

 

 

Opdracht 3 Basiskennis ICT

Zoekmachines beheren

Veel mensen klagen dat ze Bing standaard als zoekmachine krijgen van Microsoft, terwijl ze liever Google standaard als zoekmachine gebruiken. Dat is eenvoudig op te lossen.

Via onderstaande link kun je leren hoe je de zoekmachines op je laptop beheert.

 

Beheren van zoekmachines

 

Opdracht 4 Cookies

Een cookie is een klein tekstbestand dat tijdens het surfen op internet op je computer, laptop, tablet of telefoon wordt opgeslagen en waarin informatie wordt opgeslagen. Bij een later bezoek aan dezelfde website herinnert de website zich deze informatie. Vooral voor marketingbedrijven en online reclamebureaus is dit interessante informatie, omdat ze je persoonlijke voorkeuren voor diensten en producten vastleggen.

Er zijn goede cookies en slechte cookies. Sommige informatie - cookies - is noodzakelijk, omdat anders de website niet goed werkt. In de film hierna kom je daar een voorbeeld van tegen. Dit soort cookies heet "first party cookies". Een dergelijke cookie onthoudt bijvoorbeeld in welke taal je de website wilt lezen. Dit heet "profiling", het verzamelen van surfinformatie en voorkeuren van de gebruiker. Een ander voorbeeld is dat een website je inlognaam onthoudt en je alleen nog maar het wachtwoord hoeft in te voeren.

Maar er zijn ook andere cookies, de zogenaamde "third party cookies", die je surfgedrag vastleggen.  Een andere naam is "tracking cookies". De Nederlandse naam is "volgcookies", omdat ze je internetgedrag volgen en vastleggen. Ook hiervan kom je in de film een voorbeeld tegen. Deze cookies maken van jouw surfgedrag een zogenaamd "gebruikersprofiel". Je krijgt bijvoorbeeld alleen reclame te zien van producten waar je ooit eens informatie over hebt opgezocht.

Opdracht 1. Bekijk de film die hieronder staat en maak een samenvatting. In deze samenvatting staan de voorbeelden beschreven van first party cookies en third party cookies.

Opdracht 2. Verzamel meer kennis over cookies via deze uitleg.

Opdracht 3. Wat zijn de belangrijkste onderwerpen die in de Nederlandse cookiewet staan? Voeg dit toe aan je samenvatting van opdracht 1.

Lever de samenvatting in in de ELO, in de inlevermap Cookies.

 

Cookies explained

Informatie zoeken en beoordelen

Leerdoelen:

  • de student wordt zich er van bewust dat informatie die via zoekmachines op internet wordt gevonden niet automatisch betrouwbaar is.
  • de student leert zoekstrategieën om gericht en snel de juiste informatie te kunnen vinden op internet
  • de student leert te beoordelen of gevonden informatie juist, volledig en betrouwbaar is.
  • de student leert kritisch te beoordelen of de gevonden informatie bruikbaar is voor het onderzoeksdoel.
  • heeft specialistische kennis over het veilig digitaal werken en zorgvuldig handelen bij het verzamelen van informatie, gegevens en content
  • heeft specialistische kennis van auteursrechten bij downloaden en hergebruiken van informatie (tekst, beeld, geluid)
  • kan specialistische kennis van de functies en mogelijkheden van een systeem voor het verzamelen van informatie, gegevens en content toepassen

 

SBU 40 uur

Zoeken op internet doen we elke dag. Soms wel tientallen keren op een dag. We zijn zo gewend geraakt aan internet als bron van informatie dat "even googelen" al onderdeel van de Nederlands taal is geworden. En dat terwijl Google gewoon een groot Amerikaans bedrijf is.

Niet alleen thuis zoeken we informatie op, ook voor school wordt het veel gebruikt. Denk maar aan spreekbeurten en huiswerkopdrachten.

Er is inmiddels zoveel informatie te vinden op Google dat zoekers soms de weg kwijt raken. Er is gewoon te veel informatie. En het verandert ook nog eens vaak. Voor dit verschijnsel zijn ook al nieuwe woorden ontstaan: "infobesitas" en informatiestress".

Hoe vind je nu op internet de juiste informatie, hoe weet je eigenlijk of de informatie die je gevonden hebt wel juist en betrouwbaar is? Hoe slaag je er in zin en onzin, evenwichtige informatie en eenzijdig informatie uit elkaar te houden? En als de informatie niet op internet is te vinden, waar kun je dan wel terecht?

Daar gaat deze module over.

 

 

 

SB2 Informatievaardig

Google Trick You Need To Try Bron: Buzzfeed via Youtube

Geavanceerd zoeken 

Google heeft hele handige zoekfuncties, die echter niet algemeen bekend zijn. In bovenstaande video heb je er een aantal voorbij zien komen. Door ze te gebruiken worden je zoekresultaten beter en kost het zoeken naar de juiste informatie bovendien minder tijd. Hieronder vind je nog een paar handige mogelijkheden.

 

De eerste vier invulvakken zijn in feite niet meer of minder dan de tekens die Google voor ons automatisch zal toevoegen.  

Het eerste vak zijn alle woorden waarop je wil zoeken: alle woorden moeten in het document voorkomen.  

De woorden die je ingeeft in het tweede vak zal Google tussen aanhalingstekens plaatsen: hij zoekt naar de woorden als in een zin.   

Naar de woorden in het derde vak zal Google een voor een zoeken: er hoeft maar een van de woorden de website voor te komen.   

En in het vierde vak zal Google de woorden van een minteken voorzien. Het betreffende woord mag niet in de website voorkomen. 

   

In alle overige vakken kun je de zoekopdracht nog meer specificeren, zoals bijvoorbeeld de Taal, de Regio, zelfs een PowerPoint bestand. Je moet ze maar eens goed bekijken, al deze opties. Druk op de knop 'Google zoeken' wanneer je je vraag geformuleerd hebt.   

 

Zoeken in een URL  

 

Je kunt in Google naar bepaalde woorden zoeken die voorkomen in het internetadres.   

Stel, je bent op een feestje en een vriend van je geeft je een internetadres. De volgende dag zit je met een kater, en het enige wat je nog kan herinneren is dat er het woord 'cursus' in kwam. Je kunt dan zoeken naar alle internetadressen met dat bepaalde woord. Zet “Woorden die worden weergegeven” op “in de URLvan de pagina”. 

In het normale Google zoekvak typ je hiervoor inurl:cursus en je klikt daarna op de knop 'Google zoeken'. Google geeft je alle internetadressen, URL's dus, waar het woord cursus in voor komt.   

   

Zoeken in een Website  

Wanneer je zoekt met Google op een bepaald woord, toont Google je alle sites waar dit woord wordt vermeld. Je kunt echter ook naar een woord zoeken binnen een bepaalde site.   

Bijvoorbeeld: Je wil alle pagina's weergeven waar het woord 'bereik' in voorkomt, in de site gratiscursus.be. Je zet dan de URL in het vak site of domein. 

In het normale Google zoekvak typ je hiervoor site:gratiscursus.be en je klikt op de knop 'Google zoeken'.   

Google toont alle pagina's waarin het woord 'bereik' voorkomt, van de site gratiscursus.be.   

    

Links zoeken  

Wil je weten welke sites er naar jouw site linken, typ dan je link:www.jouwsite.be in het invulvak bij Google. Het resultaat dat je krijgt, vermeldt het aantal sites die een link hebben gelegd naar jouw pagina. En je weet, hoe meer sites een link leggen naar jouw site, hoe hoger je wordt geplaatst in de Google zoekresultaten.  

Dit zoeken naar links vanuit Geavanceerd zoeken doe je door onder: “U kunt ook ...” te klikken op de link: 

 

  

Google's rekenmachine   

Je kunt Google ook gebruiken als rekenmachine, hiervoor typ je de formule in het invulvak, en klik je de knop zoeken.   

Google geeft je bovenaan het resultaat van je berekening.    

Meer over Google's rekenmachine vind je op http://www.google.be/help/calculator.html  

   

Je kunt Google zelfs gebruiken om te weten hoeveel liter een gallon is, of hoeveel centimeter een inch is. Typ hiervoor bijvoorbeeld 10 inches in het invulvak, en Google rekent automatisch uit hoeveel centimeter dit is.   

   

Google's woordenboek  

Om Google te gebruiken als woordenboek, typ je het woord define: voor het zoekwoord.   

Bron van bovenstaande tips: http://www.gratiscursus.be/zoeken/zoeken_les11.htm  

Tip: zoeken binnen een website gaat goed met CTRL-F. 

 

Het diepe web of het onzichtbare web 

Eigenlijk is de definitie van het deep web simpel: het is alle informatie op het www die je niet via een zoekmachine naar boven kunt halen. Wat vinden zoekmachines niet? Ze vinden niet: 

  • waar geen hyperlink naar toe bestaat (de spider vindt de website niet) 

  • wat zeer recent is 

  • wat na input van een gebruiker wordt aangemaakt (door een zoekterm in te voeren in een database ontstaat een tijdelijke dynamische pagina; deze bestaat niet lang genoeg om door een zoekmachine gevonden te worden) 

  • wat niet door de zoekrobot kan worden gelezen (andere filetypes dan HTML. Dit verschilt per zoekrobot en dus per zoekmachine) 

  • wat afgeschermd is voor robots (doordat je er moet inloggen of voor moet betalen) 

Enkele simpele voorbeelden van het diepe web zijn de telefoongids en de bibliotheekcatalogus. Je kunt de informatie pas opzoeken nadat je naar de betreffende site bent gegaan om in de database te gaan zoeken. Dat geldt ook voor een databank zoals de krantenbank. Je kunt binnen de bibliotheekcatalogus zoeken om een bepaald onderwerp. Je vindt dan niet alleen boektitels maar ook artikelen uit kranten. Deze artikelen zijn alleen in te zien en uit te printen in de bibliotheek zelf. 

We gaan eerst eens onderzoeken wat voor hulp we kunnen krijgen van de grootste zoekmachine ter wereld. En daarna lees je tips over hoe je kunt zoeken. Je doet er ook een oefening mee, om het in de vingers te krijgen.

a. Lees alle tips die Google  geeft over zoeken op internet via Tips en Trucs  en "Hoe "zoeken werkt".

b. Lees daarna alle informatie bij Slim Zoeken op Internet.

c. Zoek om te oefenen de antwoorden op de vragen hieronder. Vergelijk je antwoorden met een medestudent. Hebben jullie dezelfde resultaten? Als je resultaten verschillen, zoek je nog een keer.

  1. Zoek het jaarverslag van Unilever in pdf formaat. Wat is het meest recente jaarverslag dat te vinden is?
  2. Zoek informatie over een vakantie naar de Costa Brava OF de Costa Dorada.
  3. Van welke dierfamilie is de keep lid?
  4. Hoeveel hits levert zoeken op zonder aanhalingstekens en hoeveel hits krijg je als je zoekt met aanhalingstekens als je als zoekterm intypt: keep is lid van .  Zie je nog meer verschillen in de resultaten?
  5. Wat is de tweede voornaam van president Barack Obama?
  6. Zoek op twee manieren naar informatie over Sven Kramer: eerst gewoon met als zoekterm Sven Kramer en daarna via websites die Sven Kramer in de titelbalk hebben staan. Wat is het verschil in aantal hits?
  7. Geef met behulp van Google een definitie van Cardiovascualair en zet die in je verslag.

 

Antwoordenzoekmachines

Antwoordzoekmachines proberen direct het antwoord op een vraag te vinden. Dit is best handig als je bepaalde feiten zoekt. Maar het geeft natuurlijk lang niet antwoord op al je vragen. Het hangt maar van de vraag af. Een bekende antwoorden zoekmachine is Wolframalpha. Maar ook Google wordt er steeds beter in. Maar het blijft opletten hoe actueel de getoonde informatie is!!  Je moet bij Wolframalpha wel de vraag even in het Engels vertalen trouwens.

Opdrachten

1. Zoek via Google en via Wolframalpa op hoeveel inwoners Nederland momenteel heeft. Vergelijk beide antwoorden en zet er bij op welk moment (jaar en/pf maand) het gegeven aantal inwoners betrekking heeft. Welke van de twee zoekmachines geeft nog aanvullende informatie en welke informatie is dat dan?

2. Hoeveel rokers heeft Nederland? Geef voor beide zoekmachines de informatie die je krijgt, geef ook aan welke vorm die informatie heeft (percentage, aantal in de vorm van een getal, etcetera) en of je naast de gegeven informatie nog meer informatie krijgt. Geef tenslotte aan wat de bron van de informatie is en uit welk jaar de informatie is.

3. Geef voor vraag 1 en ook voor vraag 2 aan welke zoekmachine volgens jou de beste en meest precieze en up-to-date informatie verschaft en vertel ook waarom.

Verwerkingsvorm van deze opdracht: schrijf een blog-bijdrage over deze opdracht waarin je beschrijft wat je doet, welke resultaten het heeft opgeleverd en tot slot een gemotiveerde concluse (het antwoord op vraag 3).

 

Zoeken met afbeeldingen.

Je kunt niet alleen met zoekwoorden zoeken, maar ook met afbeeldingen. Bijvoorbeeld om te controleren of een bepaalde website wel of niet betrouwbaar is. Of om vergelijkbare afbeeldingen te vinden. Of om te achterhalen wat iets voorstelt. Je kunt er ook mee controleren of jouw foto's niet ergens op internet ongevraagd worden gebruikt. Google heeft hiervoor een eigen subsite ontwikkeld: images.google.com

Klik op de link hieronder om te leren hoe je met afbeeldingen zoekt

https://www.google.nl/insidesearch/features/images/searchbyimage.html
Zoeken met afbeeldingen

 

Zoeken van video-materiaal

Er is niet alleen informatie in woorden beschikbaar op internet, maar vooral ook in beeld. En dan hebben we het niet alleen over foto's, maar vooral ook over video. De met afstand best bekende zoekmachine voor video is natuurlijk Youtube. Je kunt daar niet alleen video's over ongeveeer elk denkbaar onderwerp vinden, maar je kunt er ook zelf video's plaatsen en delen door een eigen videokanaal te beginnen. Youtube is eigendom van Google. Om te zoeken op Youtube heb je geen account nodig, maar om een videokanaal te beginnen is een account bij Google (via een gmail mailadres) voldoende.

Er zijn nog andere videosites, weliswaar minder bekend, maar wel met heel veel materiaal. De twee meest bekende daarvan zin vimeo (vimeo.com) en dailymotion (dailymotion.com).

Videosites kunnen je veel handige informatie opleveren Een goed voorbeeld is dat er veel How To handleidingen te vinden zijn.

 

Opdrachten

1. Zoek via alle drie genoemde videosites een handleiding op hoe je een fietsband moet plakken. Noteer het aantal resultaten per videosite en selecteer daarna de video die volgens jou het meest duidelijk is.

2. Doe het zelfde met de vraag "how to repair your iphone 6 screen".

Veilig Internetten

SB1 Veilig internetten

Leerdoelen:

  • De student leert op een veilige en verantwoorde manier gebruik te maken van het internet.
  • De student maakt kennis met de verschillende gevaren van internet en leert deze herkennen.
  • heeft specialistische kennis over het veilig digitaal werken en zorgvuldig handelen bij het verzamelen van informatie, gegevens en content
  • kan strategieën en methodes voor het veilig gebruik van en privacy op internet toepassen

SBU deel 1       2 uur
SBU deel 2     10 uur

 

Voor je begint

Voor je begint met deze opdracht kun je eerst kijken wat je al over het onderwerp weet.

Klik zometeen op de link Test je voorkennis en ga naar Diversen - Beveiliging van uw PC.

Als je de test hebt gemaakt:

-  Printbare weergave van de resutaten

-  Print het bestand als PDF en sla deze op op je laptop

-  Lever deze PDF in in de inlevermap in de ELO

Test je voorkennis

 

 

Veilig internetten begint bij veilige wachtwoorden en veilig mobiel internet. Om te oorkomen dat je je zuurverdiende centjes kwijtraakt als gevolg van internetfraude kijken we ook even naar internetbankieren.

Veilig internetten Opdracht 1

Ga naar de de website van veiliginternetten en maak daar de opdrachten:

  • Internetoplichting voorkomen
  • Veilige wachtwoorden en
  • Veilig draadloos internet en
  • Internetbankieren

Leg je antwoorden en acties vast in een persoonlijk verslag en publiceer dit op je persoonlijke blog. Leg ook uit wat je zelf wel en niet al doet.

 

SBU 2 uur

 

Veilig Internetten Opdracht 2

Je ziet hieronder een filmfragment over hoe eenvoudig het is om je geld kwijt te raken.

a) Bestudeer deze film.

b) Bekijk daarna de presentatie Veilig internettten. Dit is een prezi.

c) Beantwoord de vragen van de vragenlijst computerbeveiliging. Je levert het document met antwoorden in in de inlevermap in de ELO.

Bron: Nederlandse overheid

Zelfstudie computerveiligheid.

Auteursrechten

SB1 Auteursrechten

Leerdoelen:

  • Verzamelen van specialistische kennis van auteursrechten bij downloaden en hergebruiken van informatie (tekst, beeld, geluid)
  • Kennis opdoen van alternatieve oplossingen rond auteursrechten gericht op hergebruik en vrij gebruik van informatie.

SBU 6 uur

Knippen en plakken mag niet Bron: Politieacademie via Youtube

Het spreekt vanzelf dat je informatie die je hebt gevonden en die je letterlijk wilt gebruiken niet zomaar overschrijft uit een bron en doet alsof je het zelf hebt bedacht. Als je dat wel doet, dan heet dat plagiaat.

Knippen en plakken mag niet! Je moet altijd je eigen teksten in eigen woorden schrijven. Wil je een stukje tekst van iemand gebruiken, dan moet je dat citeren.

Het maakt niet uit of de tekst die je overneemt uit een boek of krant komt of uit een internetpagina. Overschrijven zonder bronvermelding is plagiaat, Punt uit.

Je kunt met tekst van anderen twee dingen doen: bronvermelding en citeren.

Bij bronvermelding is een soort samenvatting van wat iemand beweert. Zie bij de regels voor bronvermelding hoe je dit doet.

Een citaat is een letterlijke weergave van de uitspraak van iemand. Zie bij de regels voor citeren hoe je dit doet.

 

Saskia Beeldman over auteursrechten op internet

Niet alles wat op internet staat is ook zomaar vrij te gebruiken. In principe heeft de plaatser van het materiaal het auteursrecht en kun je niet zomaar informatie of beeldmateriaal op internnet overnemen op je eigen website.

Opdracht 1 Lees via de link meer over auteursrechten op internet.

Vragen:

1. Wat is precies auteursrecht?
2. Moet een maker iets doen om auteursrecht te krijgen op zelfgemaakt werk?
3. Welke rechten heeft iemand die het auteursrecht van iets bezit?
4. Hoe lang duurt het autersrecht?
5. Geef 5 voorbeelden van ' werken'  waarop je auteursrecht kunt hebben.
6. Als iemand iets maakt samen met een ander, wie heeft of hebben dan het auteursrecht?
7. Wat is " portretrecht?

 

Er zijn ook vormen van auteursrecht die wat meer vrijheden bieden, bijvoorbeeld omdat de auteur wel toestaat dat zijn of haar werk voor niet-commerciële doelen wordt hergebruikt, meestal dan onder de voorwaarde van naamsvermelding. Daar zijn verschillende vormen van, die onder de naam Creative Commons worden samengevoegd.

Opdracht 2 Lees via de link meer over Creative Commons auteursrechten

 

 

 

 

Stockfotos's

Als je via google naar foto's zoekt is het lang niet altijd duidelijk wat de rechten zijn die op die foto berusten. Vooral als je foto's (die je niet zelf hebt gemaakt) aan je blog of je website wilt toevoegen is dit heel erg belangrijk. Voor je het weet heb je een rechtszaak aan je broek omdat je (onwetend) een foto op illegale wijze hebt gebruikt.

Daar is wel een oplossing voor. En die oplossing heet stockfoto.

Wat is stockfotografie? Dit is de manier om met de verkoop van foto's geld te verdienen. En dan wil je natuurlijk niet dat iemand jouw foto gratis gebruikt. Het is tenslotte je inkomen.

Er zijn twee soorten stockfoto-websites, namelijk websites waar je tegen betaling foto's kunt kopen, downloaden of embedden en gebruiken op je eigen website of blog. Vooral de embed-mogelijkheid is heel handig, omdat je niet de foto hoeft te downloaden en weer te uploaden, maar simpelweg de code invoegt in je blog of website.

De tweede soort website is die waar je gratis foto's kunt ophalen. Er kunnen diverse redenen zijn waarom een fotograaf foto's gratis ter beschikking stelt. Bijvoorbeeld een beginnend fotograaf die zijn of haar naamsbekendheid wil vergroten. Of een idealist, die vindt dat je op internet spullen gratis moet delen. Ik denk trouwens dat deze categorie fotografen op een andere manier een inkomen verwerft.

Ook heb je stockfoto-websites die gratis versies hebben waar foto's van mindere kwaliteit gratis zijn (en waar je door kunt klikken naar de betaalde versie om de foto van veel betere kwaliteit te kunnen kopen). Een soort tussenstap naar kopen dus.

Hieronder vind je twee links naar beide soorten stockfoto-websites.

Opdrachten

1. Zoek op minimaal twee verschillende gratis stockfoto-websites naar foto's die voor jouw blogs kunnen worden gebruikt.

    Schrijf een blog over auteursrecht en voeg daar minimaal 2 foto's aan toe, afkomstig van verschilende gratis bronnen. Vergeet niet de bronnen te vermelden! Als je blog de mogelijkheid van embedden heeft, ga je op die manier de foto's in je blog zetten. Beschrijf in je blog ook hoe je aan een gratis foto kunt komen. Bijvoorbeeld wel of niet account aanmaken, dat soort dingen.
Je moet waarschijnlijk in de Engelse taal zoeken, dus denk na over je zoekopdrachten

3. Zoek op Google naar foto's en video's die gelabeld zijn voor niet commercieel hergebruik van de Seine in Parijs.

3. Zoek op de betaalde websites naar foto's van
    - de Nachtwacht van Rembrandt
    - de roodkeelnachtegaal
    - Barack Obama


Je moet waarschijnlijk in de Engelse taal zoeken, dus denk na over je zoekopdracht.
Beschrijf in je blog hoe de prijzen worden vermeld (een prijs per foto, of de foto valt binnen een "pricelevel", of nog andere manieren om duidelijk te maken wat de foto's kosten. Beschrijf in je blog ook wat er nodig is om een foto te kunnen kopen (moet je een account aanmaken, hoe moet je betalen, in welke valuta worden de prijzen genoteerd, dat soort dingen).

 

 

Wat is een stockfoto
Bron: Webredactie.net

Websites waar je gratis stockfoto's kunt downloaden
Bron: Sowmedia

Op welke websites koop je de beste stockfoto's
Bron: Sowmedia

Excel

SB1 Excel

Leerdoelen:
- Verzamelen, bewerken en presenteren van cijfermatige informatie in een voor de doelgroep inzichtelijke vorm.
- Data-invoermiddelen bedienen.
- Kan specialistische kennis van de functies en mogelijkheden van een systeem voor het produceren van informatie/content toepassen

SBU 40 uur

Excel is een programma waarmee je heel snel berekeningen kunt maken. Het is onderdeel van het office-pakket van Microsoft en voor de gebruikers van Office 365 is er ook een online versie. Wij gebruiken de downloadversie, omdat alle studenten van Noorderpoort via hun noorderpoort-mailadres het hele office-pakket gratis kunnen downloaden en de downloadversie meer mogelijkheden biedt.

Excel wordt heel veel gebruikt om de administratie mee bij te houden, maar je kunt er ook prima mooie overzichten van financiële gegevens mee maken, waaronder grafieken die in presentaties kunnen worden gebruikt. Verder heeft Excel bijvoorbeeld mogelijkheden als database.

Hieronder staat een link naar de lessenserie Excel. Veel succes.

 

 

Klik hier om naar de lessenserie Excel te gaan.

Waarom Excel?

Waar kun je het programma Excel voor gebruiken?

Met excel kun je pijlsnel grote berekeningen maken met heel veel getallen. Daarmee boek je vele uren tijdwinst ten opzichte van het maken van berekeningen op een zakjapanner. Met Excel kun je bijvoorbeeld de ontwikkeling van kengetallen als omzet, winst, kosten heel goed zichtbaar maken. Verder kun je met Excel ook hele goede grafieken maken om bepaalde ontwikkelingen of verdelingen grafisch aantrekkelijk te kunnen laten zien in een presentatie. En tenslotte kun je Excel ook nog eens goed gebruiken als een eenvoudige database, zoals een adressenbestand.

Kortom: snel rekenen met slimme formules, goed inzicht in ontwikkelingen die niet zo snel uit een cijferbrij naar voren komen, grafisch aantrekkelijke presentaties om je publiek goed te kunnen voorlichten en overtuigen en ook nog eens een database voor je gegevens.

Uitleg van de opdracht.

In dit leerarrangement vind je 12 lessen. Deze lessen moet je maken in deze volgorde. Het begin is eenvoudig en gaandeweg wordt het ingewikkelder. Bij een aantal lessen zijn lesfilmpjes geplaatst om de stof niet alleen via een handleiding op papier uit te leggen, maar ook nog eens met een video-uitleg.

 

"Aangenaam, de naam is excel".

 

 

 

Opstarten: start (windowsknop) – alle apps – excel 2016 (of via Office - Excel)

Opdracht 1. Begrippen. Lees de informatie hieronder. Als je denkt dat je het weet, ga dan naar opdracht 2

 

  • Kolommen worden aangeduid met een letter, bijvoorbeeld kolom A
  • Rijen worden aangeduid met een cijfer, bijvoorbeeld rij 3
  • Cellen worden aangeduid met de combinatie van een letter en een cijfer, bijvoorbeeld cel A1
  • De formulebalk is het witte vak achter fx
  • Tabbladen worden aangeduid met blad 1, blad 2 enzovoort. Namen van tabbladen kun je wijzigen door er met de rechtermuisknop op te klikken en te kiezen voor "Naam wijzigen".

 

Opdracht 2

  1. Klik in je excel document in cel A2 en typ daarin: Cel A2
  2. Verander de naam van tabblad 1 in les 1 (ga met muis op tabblad 1 staan, dan via rechtermuisknop, naam wijzigen)
  3. Voeg een tabblad toe door op het plusteken te klikken. Geef dit de naam "pagina 4".

 

 

Opdracht 3

Tekst en getallen invoeren in cellen en een eenvoudige berekening

Type de volgende teksten in de juiste cellen:

Cel A1                        Boodschappen voor mijn feest

Cel A3                        Taart

Cel B3            7,25

Cel A4                        Bier

Cel B4            38,70

Cel A5                        Chips

Cel B5            5,90

Cel A6                        Frisdrank

Cel B6            12,80

Cel A7                        Wijn

Cel B7            12,00

Cel A8                        Totaal

 

Het valt op dat de getallen niet netjes onder elkaar komen te staan!!!

 

Voor de oplossing, doe het volgende   Zie ook het filmpje: SOMFORMULE
  1. Selecteer de getallen door in cel B3 te klikken en vervolgens naar beneden te slepen tot en met cel B8. Er ontstaat een zwarte rechthoek. Laat los in B8.
  2. In de werkbalken boven aan het excel werkblad zie je allerlei knopjes.
  3. Klik op het knopje meer decimalen en daarna op het knopje minder decimalen. Alles heeft nu mooi twee cijfers achter de komma. Als je deze knoppen niet kunt vinden, ga dan eerst even naar de uitleg van het LINT

 

 

 

 

Opdracht 4 Optellen in excel: de somformule

We gaan nu uitrekenen hoeveel de uitgaven voor het feestje in totaal zijn.

Dit kan natuurlijk met een rekenmachine, maar dat is niet handig als dit een hele lange lijst zou zijn.

Hoe doe je dit snel met excel?

Alle prijzen (kosten) staan in de cellen B3 tot en met B7 onder elkaar. Controleer dit bij jezelf!

Bedenk nu in welke cel je het totaal wilt hebben staan. Cel B8 is een logische plek.

  1. Klik in cel B8  (de cel wordt actief, want de rand wordt dikker)
  2. Ga naar de formulebalk en typ daar de volgende formule:
  3. =som(b3:b7) Dit heet de somformule. Bekijk eventueel het filmpje SOMFORMULE
  4. Klik op de groene v links naast de formulebalk.

 

Uitleg:

  1. Om excel te laten weten dat je een formule in een cel wilt zetten is het altijd nodig om te beginnen met een = (het is-teken). Het begin van een berekening of formule in excel is altijd het = teken.
  2. Som betekent: tel voor mij op. Je geeft een opdracht aan excel om voor jou te doen.
  3. (b3:b7) betekent: tel voor mij op de inhoud van cel b3 tot en met de inhoud van de cel b7
  4. De dubbele punt betekent in excel dus wat anders dan in word: Het betekent “Tot en met”.
  5. Het klikken op de V wil zeggen dat je klaar bent met het maken van de formule.

 

 

Hoeveel komt er te staan naast Totaal?         Controleer je antwoord          (76,65)

 

 

Opdracht 5

Zet in de cellen D1 tot en met D9 de volgende getallen onder elkaar:

1245, 5643, 3214, 4532, 4567, 1237, 7098, 1209, 4785

Bereken het totaal op de de manier zoals van hierboven. Controleer je antwoord. (er moet 33530 uitkomen)

 

Opdracht 6

Zet in de cellen H1 tot en met H6 de volgende getallen onder elkaar:

3,69     5,12     2,30     9,80     8,34     3,40

  1. Zorg dat er overal twee cijfers achter de komma staan. Ga terug naar opdracht 3 als je niet meer weet hoe dit moet.
  2. Tel deze serie getallen op, het antwoord moet komen te staan in cel H7.

 

Opdracht  7 Tabbladen bewerken

Onder aan het excel werkblad zie je tabbladen, met de namen blad 1, blad 2 en blad 3.

  1. Verander de naam van blad 1 in: Les 1
  2. Verander de naam van blad 2 in Les 2  (Bij de volgende les gebruik je dit werkblad om de opdrachten van  les 2 te maken.
  3. Maak nu zoveel  tabbladen nieuw aan dat je  er 10 lessen in kwijt kunt. Geef ze allemaal de naam les 1, les 2 enzovoort.

 

Opdracht 8    Een werkblad opslaan

Je kunt een exceldocument opslaan zoals je ook een word-document opslaat. Via Opslaan en naam geven.

Sla je document op onder de naam Excellessen eigenvoornaam

 

Opdracht 9 Verplaatsen van cellen.

- Selecteer alle cellen van opdracht 3.

- Klik met je rechtermuisknop en kies knippen )(of gebruik Ctrl X)

- Ga naar cel G2

- Kies voor rechtermuisknop plakken (of gebruik Ctrl V).

- Je hebt nu alle cellen verplaatst naar een andere plek

 

Opdracht 10 Kopiëren van cellen.

Soms is het handig om een bepaalde opzet die je vaak gaat gebruiken (bijvoorbeeld elke maand hetzelfde overzicht maken) vooraf te maken, om te voorkomen dat je de opzet steeds opnieuw moet maken.

Bijvoorbeeld een overzicht van hoeveel iedere medewerker elke maand heeft verkocht.

- Je maakt eerst het overzicht met de gegevens zoals je kunt vinden het in bestand Omzet per Medewerker (te vinden onder aan de opdracht, direct onder het flmpje met de uitleg van de somformule)

- Het overzicht is nu nog leeg.

- Selecteer het hele overzicht, inclusief de titel Omzet per medewerker van Reisbureau De ZON

- Kopieer het overzicht via rechtermuisknop Kopiëren (of gebruik Ctrl C)

- Ga nu naar tabblad 2

- Klik in cel A1 op tabblad 2

- Kies via rechtermuisknop voor Plakken (of gebruik Vtrl V)

- Verander het jaartal in 2016

- Doe nu hetzelfde op tabblad 3 het jaartal wordt nu 2017

- Verander de naam van tabblad 1 in 2015, tabblad 2 in 2016 en tabblad 3 in 2017.


Je hebt nu voor de komende 3 jaar een leeg overzicht dat je alleen nog maar hoeft in te vullen.

 

Bewaar het document goed, maak ergens een backup. (geef dit dezelfde naam maar zet er kopie achter)

 

 

 

SOMFORMULE

Sjablonen, een snel begin.

Excel heeft een groot aantal standaard sjablonen tot zijn beschikking zodat je snel aan het werk kunt gaan. Sjablonen zijn standaardformulieren die je alleen nog maar hoeft in te vullen.

Je hoeft dat dus niet allemaal zelf in elkaar te knutsen. Gemak dient de mens nietwaar?

Volg onderstaande stappen om de sjablonen te ontdekken:

  1. Open  het programma excel
  2. Kies Bestand - Nieuw
  3. Je ziet nu al een aantal sjablonen. Bovenaan zie je bijvoorbeeld: Lege werkmap (dit is een nieuw en leeg excelbestand), daarnaast zie je onder andere Voorbeeldsjablonen en Recente sjablonen (Excel onthoudt je voorkeur)
  4. Daar onder zie je Office.com sjablonen. Het zijn er heel veel, zoals agenda, roosters, facturen enzovoort. Kijk hier rustig rond. Er is ook een zoekfunctie, zodat je kunt zoeken naar sjablonen.

 

Opdracht Sjablonen

Een accountmanager heeft een rondreis gemaakt langs een heleboel klanten en mag zijn kosten declareren.

De volgende kosten zijn gemaakt:

12 december  Hotel € 240, benzine € 100, Lunch en diner € 75, Amusement € 45, Overig (koffie onderweg) € 10
14 december  Hotel  € 350, benzine € 76,  Lunch en diner € 86, Overig € 34
18 december Hotel € 475, benzine € 120, Lunch en diner € 120, Amusement € 240, Overige € 76
21 december Hotel € 80, benzine € 100 Lunch en diner € 50 Amusement € 40, Overige € 65

Vul voor deze accountmanager een declaratieformulier in. Het sjabloon heeft de naam Onkostenformulier zakenreizen.

Lever het ingevulde bestand in in de hiervoor bestemde inlevermap. Vul bij de naam van de accountmanager je eigen naam in.

Het lint in excel
Het lint in excel

 

 

 

 

 

Het lint van excel is een serie knoppen om snel handelingen in excel uit te voeren.

Bestudeer onderstaand filmpje.

Het lint in Excel Bron: VDABwebleren via Youtube

Outlook is het offline mailprogramma van Microsoft. Het kent meer mogelijkheden dan Outlook Online, dat onderdeel is van Office 365.

Als outlook op je computer of laptop is geïnstalleerd kun je het opstarten via Start (het windows-symbool linksonder in je taakbalk) - Alle Apps en dan zoeken naar Microsoft Outlook.

Hieronder vind je de uitleg hoe je de agenda kunt instellen (eenmalige instellingen) en gebruiken, hoe je het mailprogramma kunt instellen en gebruiken en hoe je contactpersonen aanmaakt en beheert.

Word

SB1 Word

Leerdoel

- kan specialistische kennis van de functies en mogelijkheden van een systeem voor het produceren van informatie/content toepassen

SBU 10 uur

Digitale handigheidjes 

Het kan geen kwaad dit een aantal handigheidjes te herhalen die het werken met laptops over het algemeen versnellen. Wie weet ken je alles al, dan kun je het overslaan.

 

Plaknotities geeltjes op je bureaublad

We kennen allemaal wel de gele (of een andere kleur) plakbriefjes om dingen op te schrijven die je niet moet vergeten. Dat kan ook op je laptop. Via Start - Alle Programma's- Acessoires vind je Plaknotities. Hiermee kun je op je bureaublad je geeltjes opslaan. Om nooit meer te vergeten.

 
Knipprogramma

Wie een screenshot wilde maken en delen met anderen gebruikte de toets PRT SCR (print screen) en het programma Paint. Dat kan natuurlijk nog steeds, maar het kan sneller. Laptops hebben nu het Knipprogramma. Te vinden via Start - Alle Programma's en Accessoires. Je kunt het knipsel direct opslaan als png of jpg en het delen met anderen. Handig bij bijvoorbeeld het melden van storingen bij een helpdesk.

 

PC gebruik algemeen

De windowsknop knop (zie hiernaast) kan ook heel handig zijn. Een aantal toetscombinaties maken het werken een stuk sneller.

Windows P: beheer je beeldscherm.

Als je een presentatie moet geven met je laptop via een beamer moet je via je Windows P even kiezen voor Dupliceer of Extend.
 

Windows E

Met deze combinatie open je in één keer je verkenner en heb je een totaaloverzicht van je mappen op je laptop.

 

Windows L

Met Windows Lock zet je in een keer je laptop op slot, bijvoorbeeld als je even wegloopt van de plek waar je zit te werken. Wel zo veilig. Om weer verder te werken doe je CTRL ALT Delete.

 

Een programma aan je taakbalk vastmaken

doe je met de Rechtermuisknop. Je hoeft alleen maar op de icoon van het programma te klikken om het op te starten. Lekker snel werken.

 

Sneltoetsen

Onderstaande sneltoetsen maken het werken ook sneller.

Ctrl-C

Geselecteerd tekstdeel of object kopiëren

Ctrl-F

Snel trefwoorden zoeken in document

Ctrl-A

Alles selecteren

Ctrl-V

Geselecteerd tekstdeel of object plakken

Ctrl+muiswieltje

Je kunt hierdoor snel het beeld op je scherm vergroten of verkleinen

 

Er zijn nog veel meer handige sneltoetsen beschikbaar. Via de link hieronder kom je bij de sneltoetsen voor Windows 10.

SBU 1 uur

Leerdoelen:

- Heeft brede kennis van informatie- en communicatietechnologie
- Kan data-invoermogelijkheden bedienen.
- Kan opslagmedia (hand-, invoer- en uitvoer-) apparaten bedienen.

 

Automatische inhoudsopgave maken

Een document maken in Word kunnen we allemaal. Maar als gevorderde kun je meer.....

Je leert in dit onderdeel hoe je een automatische inhoudsopgave maakt en hoe je een Word-document fraai kunt opmaken.

Automatische inhoudsopgave in word

Opmaken met Word 2013

 

 

Maken van een voorblad, invoegen van bladwijzers en hyperlinks

Een voorblad maken

Een werkstuk of rapport is natuurlijk pas "af" als je ook een mooi voorblad hebt. Word heeft hier standaard mooie sjablonen voor, waarmee je in no-time een prima voorblad hebt.

Stappenplan:

1. Open een leeg Word-document

2. Kies linksboven in het lint voor Invoegen - Voorblad

3. Kies een sjabloon en vul daar de gegevens in die je nodig vindt.

 

 

 

Bladwijzers en Hyperlinks

Je kunt vanuit een inhoudsopgave of een aantal verwijzingen aan het begin van een verslag dit voor lezers snel doorklikbaar maken. Het mooiste resultaat krijg je als je aan het eind het Word-document omzet in een pdf.

Een voorbeeld van wat de bedoeling is zie je hieronder.

Maar nu eerst de manier waarop je dit maakt.

Stap 1: Maak eerst in je document bladwijzers aan. Dit doe je door bijvoorbeeld kopjes van paragrafen te selecteren en daarna te kiezen voor Invoegen - Bladwijzer. Geef de bladwijzer een naam een klik op toevoegen. Doe dit voor alle kopjes in je document waar je lezers in één keer naar toe wilt laten klikken.

Stap 2. Maak aan het begin van je werkstuk een inhoudsopgave, die uiteraard overeenkomt met de namen van de koppen van de bladwijzers. Selecteer per kopje de onderdelen van de inhoudsopgave en kies Invoegen - Hyperlink - Plaats in Document en kies dan uiteraard de juiste bladwijzer. Klik OK en de link is gemaakt. Doe dit voor alles uit de inhoud.

Stap 3. Sla het document op als pdf. De hyperlinks zijn nu actief en door er op te klikken 'schiet' de lezer direct door naar het gekozen deel van het document, zonder dit helemaal door te hoeven bladeren.

Doe het maar eens in het voorbeeld hiernaast, dan zie je hoe het werkt.

 

 

 

 

 

 

Spelling- en grammatica-controle in Word

Bekijk onderstaande videos over hoe je in Word 2016 spelling- en grammatica-controle kunt doen.
 

Spelling en grammatica corrigeren

 

Opdracht 1

Open nu onderstaand bestand Weersverwachting.docx in MS Word.
Daarin staan een aantal fouten.
Die zijn er met opzet in aangebracht, de weerman die dit schreef had nul fouten in de tekst.
Typ de antwoorden op de volgende vragen bovenin het document:
- hoeveel spelfouten zie je? (rood)
- hoeveel grammaticafouten zie je? (blauw)

Ga nu de tekst verbeteren. Gebruik daarvoor de spelling- en grammatica-checker.
In iedere zin staan 2 fouten.
Zoals je ziet kan Word niet alle fouten voor deze tekst ontdekken.
Sommige woorden zijn op zich goed, maar in deze tekst fout.
Probeer ze te vinden en verbeter ze, zodat er weer nul fouten in zitten.

Als je klaar bent noem je je bestand jouwnaam_Weersverwachting. docx.

Upload het bestand in ELO.

SB2 Word

 

 

 

 

 

Koptekst en voettekst afwijkend

Het invoegen van een koptekst of een voettekst is zeer eenvoudig. Je klikt in je Worddocument op het tabblad Invoegen en daarna op koptekst of voettekst. Op deze manier kun je kopjes of voetteksten toevoegen aan alle pagina's van het document. Op dezelfde plek kun je ook paginanummers invoeren.

Het is echter ook mogelijk om op de eerste pagina een afwijkende kop- of voettekst te plaatsen.

Dit gaat als volgt:

  • Bij het invoeren van de koptekst of voettekst zie je onder de kadertjes de mogelijkheid Koptekst Bewerken.
  • Klik daar op.
  • Vink aan "Eerste pagina afwijkend"
  • Zet op de eerste pagina de gewenste tekst en ook op de volgende.
  • Klaar al weer (wel opslaan via Koptekst en Voettekst sluiten rechtsboven)

 

 

 

Het tabblad Pagina-indeling.

Het tabblad pagina-indeling van een word-document biedt een aantal handige extra's. We lopen ze even bij langs.

Hieronder kun je een oefenbestand openen, waar je steeds de gevraagde bewerkingen op uitvoert. Van iedere bewerking plaats je het resultaat in de inlevermap. Je geeft elk document steeds een unieke naam, bestaande uit je voornaam en de naam van de bewerking. Biijvoorbeeld, je heet Marieke en je hebt de bewerking Kolommen gedaan, je levert dan in Mariekekolommen. En daarna dus Mariekeafdrukstand. Zo lever je in totaal dus 6 bestanden in.

Open nu eerst het word-document en kom dan hier terug voor de opdrachten.

  • Kolommen. Klik binnen het tabblad Pagina-indeling op Kolommen en zet het document in 3 kolommen.
  • Afdrukstand. Geef het document een liggende afdrukstand.
  • Watermerk. Geef het document een watermerk bestaande uit je eigen (pas)foto.
  • Paginakleur. Verander de paginakleur in lichtgeel.
  • Paginaranden. Geef het document paginaranden aan de linker- en de rechterkant, maar niet boven en onder.
  • Marges. Geef het document de marge Breed.

Lever het document in in de inlevermap Word. Geef het document de naam Paginaindeling

 

SJABLONEN in Word

Het programma Word heeft een aantal sjablonen aan boord die het werken met Word extra prettig maken. Het zijn zogenaamde "sjablonen", waarbij jij je over de vormgeving en de opmaak niet meer druk hoeft te maken. Je hoeft alleen nog maar de velden in te vullen. Gemak dient de mens. Voorbeelden van sjablonen die je zo kunt gebruiken zijn: agenda, nieuwsbrief, naambadges en notulen. Er zijn er nog meer.

We gaan oefenen.

Opdracht 1.
Je moet de agenda voor een vergadering opstellen voor de top van bedrijf X. Zelf ben je secretaris en dus contactpersoon. De vergadering zal plaatsvinden volgende week woensdag. De aanvangstijd is 09.00 uur en de vergadering zal 2 uur duren. Het kenmerk zijn je initialen. De vergadering vindt plaats in vergaderzaal 1.01. Het onderwerp is: Strategisch beleid voor de komende 5 jaar.
Genodigden zijn: dhr. K. de Boer (directeur), mevr. S. Tuitjes - de Wit (hoofd Marketing), dhr. J. van der Wal Finacieën), dhr. T. Bolbad (Hoofd Verkoop) en mevr. K. van Duinen - Opvoorde (Hoofd P&O).

Agendapunten: 1. Opening (door de voorzitter, de directeur). 2. Trends in de samenleving en in de markt. 3. Waar staan we met onze organisatie.  4. Kansen en bedreigingen. 5. Oplossingsrichtingen. 6. Volgende stappen. 7. Rondvraag. 8. Sluiting.

De agenda lever je in in de inlevermap Word. Geef je document de naam Agenda

 

Opdracht 2.
Je bent bij de vergadering aanwezig als notulist en je maakt dus de notulen. Onderstaand vind je de grote lijnen van de bespreking. Je moet deze zelf met behulp van je eigen fantasie verder aanvullen, zodat er een levendig en uitgebreid verslag van de vergadering ontstaat. Deze notulen lever je in in de betreffende inlevermap

De directeur, de heer de Boer, heet de aanwezigen hartelijk welkom en formuleert het grote belang van de bijeenkomst gezien de stormachtige ontwikkelen in de markt. Bij punt 2 maakt de heer de Boer gebruik van een powerpointpresentatie. De klanten kopen steeds meer producten online en niet meer in de fysieke winkels, waar bedrijf X er 100 van heeft. De voorkeur van de klanten wordt ook steeds minder voorspelbaar. Het klassieke aanbod van bedrijf X valt steeds minder in de smaak. De verkopen lopen dan ook sterk terug. De organisatie van bedrijf X is sterk hiërarchisch en er komen weinig goede ideeën vanuit de medewerkers omhoog. Dat dit wel fout moet gaan wijzen ook de bedrijfscijfers uit. De heer van der Wal schetst hier een somber beeld. Vorig jaar liep de omzet met 30 procent terug. Er werd dan ook geen winst gemaakt vorig jaar. Als het zo door gaat moeten we mensen ontslaan.
De heer Bolbad stelt voor om online winkels te gaan beginnen. Mevrouw van Duinen brengt hier tegen in dat het personeel daar helemaal geen verstand van heeft en eerst moet worden opgeleid. De heer de Boer stelt dat daar nu geen tijd meer voor is. Het tij dient gekeerd te worden. De vergadering besluit om het concept online winkels nader te bestuderen door middel van een oriënterend onderzoek, terwijl tegelijkertijd wordt verkend hoe het personeel in korte tijd op de juiste wijze kan worden opgeleid.
In de rondvraag stelt mevrouw Tuitjes de vraag in hoeverre de vergadering het nodig vindt dat het logo van bedrijf X wordt gemoderniseerd. De vergadering wordt om 11.10 uur afgesloten. De heer de Boer dankt alle aanwezigen voor hun inzet en betrokkenheid.

De notulen lever je in in de inlevermap Word. Geef je document de naam Notulen.

Sociale media

Leerdoelen:

- Heeft specialistische kennis van de vormen, effecten, toepassingsmogelijkheden, (bedrijfs-/veiligheids-) risico's, begrippen en terminologie van internet en (sociale) media
-
Kan specialistische kennis van de functies en mogelijkheden van een systeem voor het produceren van informatie/content toepassen
- Kan strategieën en methodes voor het veilig gebruik van en privacy op internet toepassen
- Kan strategieën ontwikkelen voor het toepassen van sociale media.

SB1 Jij en sociale media

Leerdoelen:

-  Het bewust worden van je eigen identiteit op internet. De manier waarop andere mensen jou zien op internet.
-  Leren nadenken over de vraag "hoe wil ik gezien worden op internet". Je eigen identiteit op internet vorm geven.
- Kan strategieën en methodes voor het veilig gebruik van en privacy op internet toepassen

SBU 2 uur

 

Sociale media zijn voor julie bepaald niet onbekend, jullie zijn dagelijks (groot)gebruiker. Maar het kan geen kwaad om eens stil te staan bij aspecten als veiligheid, privacy en je identiteit online.

Veel gebruikers van sociale media staan niet bewust stil bij de vraag hoe ze op anderen overkomen op internet. Deze opdracht is bedoeld om er achter te komen hoe jij overkomt op anderen. Het is bijvoorbeeld bij werkgevers meer en meer gebruikelijk dat ze kandidaten voor een vacature eerst even googelen, alvorens een uitnodiging voor een sollicitatiegesprek te versturen.

Het is dus verstandig dat je stil staat bij de vraag hoe jij als persoon op internet zichtbaar bent. Dit noemen we een online-identiteit.

 

Opdracht 1

1. Bekijk de video en vertaal de adviezen die daarin worden gegeven in het Nederlands. Vertel er per advies bij hoe jij er mee omgaat.
2. Maak de opdracht over sociale media (via de link hieronder).
Verwerkingsvorm: schrijf een uitgebreide blogbijdrage over de opdrachten 1 en 2.

 

 

Think before you post

Naar de opdracht Jijzelf en Sociale media

 

 

Opdracht 2 Welke rol speelt internet in jouw leven?
Met dank aan Patrick Koning, Mediawijsheid in de Klas pagina 74-75

Neem een willekeurige dag van de week en zet eens op een rij wat op die dag de rol is van internet.

Je geeft in je overzicht minimaal antwoord op de volgende vragen:
> hoe ziet jouw dag er uit van opstaan tot slapengaan?
> op welke momenten gebruik je internet?
> welke internetapplicaties gebruik je dan?
> wat doe je met deze toepassingen?

Stappenplan:
- Bedenk eerst de antwoorden op bovenstaande vragen.
- Zoek er foto's of afbeeldingen bij die passen bij wat je doet.
- Maak een tijdlijn van jouw dag met behulp van de online tool
Dipity (je maakt een account aan en dan kun je een digitale tijdlijn maken, waar je tekst en foto's kunt plaatsen die in beeld brengen hoe jouw internetgebruik er op die dag uitziet.
- Lever de link naar je presentatie in in de inlevermap in de ELO die de docent heeft aangewezen.

 

 

Opdracht 3  Privacy en sociale media

Het kan absoluut geen kwaad om je belangrijkste sociale media eens langs te lopen op de privacy instellingen.

In dit onderdeel kiezen we voor twee grote netwerken, waar veel mensen - ook jongeren - gebruik van maken.

Opdrachten

1. Controleer je persoonlijke Facebook-account met behulp van de webwijzer Privacy Facebook

2. Contoleer je persoonlijke Instagram-account met behulp van de webwijzer Privacy Instagram

3. Contoleer je persoonlijke Whatsapp-account met behulp van de webwijzer Whatsapp en overige sociale media

4. Schrijf een kort verslag op je blog waarin je bespreekt welke privacy instellingen jij kiest op je sociale media en wáárom je deze instellingen kiest. Vooral je motivatie voor je privacy keuzes zijn belangrijk voor de beoordeling van je bijdrage.

SB2 Sociale media

 

SBU 30 uur

 

Onderdeel 1: Inleiding

Heel veel bedrijven en organisaties gebruiken sociale media voor zakelijke doelen. Vooral Facebook en Twitter zijn hierbij populair.

De belangrijkste  doelen van het zakelijk inzetten van sociale media zijn:

  • vergroten van de naamsbekendheid van de organisatie/het bedrijf
  • het aantrekken van nieuwe klanten
  • het onderhouden van contact met bestaande klanten
  • verbetering van de dienstverlening
  • het tijdig opvangen van negatieve berichten over je organisatie en in contact treden met de plaatser van het bericht. Dit noemt men ook wel Webcare.

Helaas hebben lang niet alle bedrijven en organisaties een doordachte strategie voor het inzetten van sociale media. Ze zijn wel op Facebook en Twitter, maar .....helpt het ook hun doelen te bereiken? Wel hebben veel organisaties richtlijnen voor hun medewerkers voor wat betreft de omgang met sociale media. Vrijwel altijd staat daarin dat je niet negatief twittert, facebookt etcetera over je eigen bedrijf.

 

Er zijn een paar eenvoudige regels waar je aan moet denken als je er voor kiest sociale media in te zetten voor je bedrijf:

1. Kies een social media die past bij de doelgroep of één van de doelgroepen van je organisatie. Met andere woorden: wat is je strategie met betrekking tot het zakelijk inzetten van sociale media. Wat zijn je doelen, wat wil je bereiken. Je las net hiervoor een aantal mogelijke doelen.

2. Zorg ervoor dat je eigen profiel altijd helemaal up to date is.

3. Denk na voor je iets post (dit zagen we ook al bij het persoonlijk gebruik van social media: internet vergeet nooit iets).

4. Bij een netwerk als twitter kun je mensen volgen en zelf gevolgd worden door mensen die je helemaal niet kent. Maar dat is bij Facebook en Linkedin nou juist weer heel anders!

5. Taggen van een klant/relatie doe je alleen als die persoon daarmee heeft ingestemd. Het wordt al gauw als een inbreuk op de privacy gezien.

6. Zorg voor een actieve houding op het sociale medium. Dus bijvoorbeeld niet alleen maar berichten plaatsen op twitter, maar ook reageren op anderen, tweets van anderen die interessant zijn retweeten of even een gesprekje met iemand voeren. Dit laatste is vooral bij webcare heel belangrijk.

 

Onderdeel 2: De Hashtag #

Het gebruik van hashtags (#) is een heel handig middel om snel bekend te worden. Vanuit zakelijk oogpunt is het met name voor campagnes interessant, aangezien zoeke via de #  snel duidelijk maakt hoeveel er over een bepaald onderwerp in de sociale media wordt gesproken en het daarnaast de vindbaarheid van bepaalde onderwerpen vergroot. 

Als persoon, bedrijf of organisatie kun je zo dus ook het bereik van je berichten vergroten! Twitter is hét medium dat de # centraal heeft staan, maar kijk ook eens op Instagram: dat is ook een  #-paradijs.

Populaire #’s op Instagram: #love, #dtv (durf te vragen) en #catstagram.

Opdrachten over de  #

1. Zoek op Instagram hoeveel berichten de #catstagram oplevert.

2. Wat is volgens jou een trending topic? Bij welk medium wordt dit gebruikt?

3. Wat is op dit moment in Nederland de top 5 van trending topics?

4. Maak een korte samenvatting van de inhoud van 1 van de 5 trending topics bij vraag 3. Met andere woorden: "waar gaat het eigenlijk over"? En gaat het volgens jou echt ergens over? Motiveer je antwoord.

 

Onderdeel 3: Webcare.

Definitie van Webcare

Wat is webcare nou precies?  Lees eerst de informatie via onderstaande link. Je komt een heel verhaal tegen van wat er onder webcare moet worden verstaan. Bekijk ook de video over webcare in de bankenwereld.

Maak tijdens het lezen van de definities van webcare en het bekijken van de video aantekeningen, om straks je eigen omschrijving van webcare - in eigen woorden - te kunnen maken.

Webcare bij ABN/AMRO Bron: Youtube

Definities van Webcare
Bron: Marketingfacts

Je hebt nu heel veel gelezen over webcare. Het wordt tijd dat je zelf iets gaat schrijven.

Opdracht 3:

Maak een blogpost waarin jij jouw eigen definitie van webcare opstelt, uiteraard geheel in eigen woorden geschreven.

 

Onderdeel 4: Webcare en Marketing

Je hebt al gemerkt, webcare en marketingtools, ze zitten heel dicht bij elkaar. Hoe dicht, dat ga jij nu uitzoeken.

Hieronder staan links naar het gebruik van Snapchat als marketingtool en de kansen die WhatsApp biedt voor een bedrijf. Lees eerst de opdracht en bestudeer daarna de praktijkverhalen via de links.

Opdracht 4:

Lees het voorbeeld Snapchat als Marketingtool en het voorbeeld van WhatsApp goed door en vul je blogpost van zonet aan met het antwoord op de vraag:
"Welke onderdelen uit jouw definitie van webcare zie je terug komen in de voorbeelden Snapchat en WhatsApp"?

Voorbeeld: Snapchat als Marketingtool
Bron: Frankwatching

WhatsApp: kansen
Bron: Frankwatching

SB3 Sociale media

 

Onderdeel 5: Twitter en Facebook

Twitter en Facebook zijn bij Online marketing en bij webcare ook veel gebruikte kanalen. Dus die gaan we ook bestuderen.

Lees de link "Haal meer uit Twitter"om zo tips op te doen voor de praktijkopdrachten die je straks moet doen.

http://www.blogaholic.nl/blogtips/meer-uit-twitter-halen/
Bron: Blogalholic blog over Haal meer uit twitter, verwijzing naar Emerce Marketing

 

Onderdeel 6: Verwerkingsopdrachten

Alle producten uit de verwerkingsoprdrachten hieronder lever je in in de inlevermap Zakelijk inzetten sociale media.

 

Opdracht 1   groepsopdracht met 3 personen

Maak de opdracht Zakelijk inzetten van sociale media en beantwoord uitgebreid alle vragen. Je moet bij alle vragen steeds je antwoord uitgebreid toelichten en motiveren. Hoe beter je dit doet, hoe hoger de score bij de eindbeoordeling van deze module. En je moet alles in eigen woorden opschrijven. Als je al iets van internet kopieert in je verslag moet je dit doen in de vorm van een citaat met bronvermelding.
Eindproduct opdracht 1: Een verslag in word.

 

Naar zakelijk inzetten van sociale media Bron: mediawijsheidinhetmbo

 

 

Opdracht 2    groepsopdracht met 3 personen

 Bestudeer de sociale media strategie van Noorderpoort via de link Opdracht Noorderpoort hieronder en beantwoord de volgende vragen:
a. Welke doelen heeft Noorderpoort met de inzet van sociale media?

b. Welke doelgroepen zijn voor Noorderpoort belangrijk?

c. Welke sociale media gebruikt Noorderpoort en welk medium/media zijn gericht op welke doelgroep?

d. Maak een online enquete met google drive en voer een onderzoek uit in een klas. Gebruik de vragen van de eerste 6 stellingen als vragen in je enquete. Presenteer de antwoorden in het eindproduct van deze opdracht (zie hieronder).
Stem even af met de andere deelnemers aan het keuzedeel wie welke klas gaat onderzoeken.

c. Welk programma  gebruikt Noorderpoort om de berichten op sociale media goed te kunnen volgen? Wat kun je allemaal met dit programma te weten komen? Je moet eerst de video hieronder bestuderen om deze vraag te kunnen beantwoorden.

Eindproduct opdracht 2: Maak een powerpointpresentatie  waarin je alles hiervoor duidelijk uitlegt.

Opdracht Noorderpoort
Bron: Marketing en Communcicatie Noorderpoort

Website maken

SB1 Webpagina maken

Leerdoelen:

- Heeft brede kennis m.b.t. informatie- en communicatietechnologie (inclusief besturing.
- Heeft specialistische kennis over het veilig digitaal werken en zorgvuldig handelen bij het produceren van informatie/content
- Heeft specialistische kennis van auteursrechten bij downloaden en hergebruiken van informatie (tekst, beeld, geluid)
- Heeft specialistische kennis van de vormen, effecten, toepassingsmogelijkheden, (bedrijfs-/veiligheids-) risico's, begrippen en terminologie van internet en (sociale) media
- Kan goede digitale omgangsvormen toepassen
- Kan datainvoermogelijkheden bedienen.
- Websites maken met behulp van sablonen.

 

Voorbereiding voor het maken van een website

Voordat je begint met het maken van een website moet je een aantal zaken op een rijtje zetten. Een mooie opsomming vind je in het volgende artikel:

http://www.sprout.nl/how-to/marketing/website-vullen-en-onderhouden/stappenplan-website-maken-voorbereiding

 

Daarnaast zijn er een tweetal principes waarbij je rekening moet houden bij het ontwerpen van een website:

  1. Content is king: Ontwerp vanuit wat je wilt vertellen en niet andersom!Interessant artikel hierover: http://www.frankwatching.com/archive/2014/03/04/5-tips-voor-optimale-harmonie-tussen-content-webdesign/
  2. Houd rekening met usability – Een website gebruiker is snel afgeleid, hoe hou je hem bij je.

 

Opdracht 1
Lees de tips van de beide weblinks hierboven goed door. Straks ga je zelf een website maken. Zie hiervoor nu ook alvast SB 2 Website maken voor het onderwerp. Zet de antwoorden op de vragen hieronder voor je zelf in een overzicht.

  • Wat is de bedoeling van je website.
  • Wat is de doelgroep voor je website en wat zijn de behoeften van de doelgroep.
  • Hoe moet de layout er uit gaan zien, wat moet de website uitstralen. Gebruik bij dit onderwerp een moodboard. Lees hier hoe je een moodboard (sfeerbord) maakt. Hou ook rekening met de huisstijl van je bedrijf of organisatie.
  • Bedenk een goede menustructuur.
  • Welke functionaliteiten moet de website hebben (bijvoorbeeld of klanten moeten inloggen voor bepaalde informatie of diensten).
  • Wat is de focus van je website. Houd hierbij rekening met de tips om hoger te komen bij de Google zoekresultaen, de zogenaamde SEO (Search Engine Optimalization)

Verwerkingsvorm: Presenteer het resultaat van opdracht 1 met behulp van een powerpoint (presentatie of ppt-film)

 

 

Zelf doen of uitbesteden?

Een website laten maken kost geld en zolang het niet al te moeilijk is kun je het prima zelf doen.  De tools hierna geven je een idee hoe je dit gaat aanpakken en na de komende lessen zul je zelf een website in elkaar kunnen zetten. Maar wanneer kun je toch beter het werk laten uitbesteden?

Een aantal overwegingen:

  • Is je website de ondersteuning van een eenmalig evenement of om een bedrijf of organisatie te ondersteunen.
  • Wat zijn de budgetten rond het evenement?
  • Is het doel van de website werven (nieuwe mensen trekken) of vooral informeren. Of wellicht online verkopen.
  • Moeten er vaak veranderingen aan de website plaatsvinden (nieuwsupdates, informatie bijwerken etc). In andere woorden is de website statisch of dynamisch?
  • Moeten er extra tools op de website komen? Bijvoorbeeld inschrijven / aanmelden /webshop e.d.

Hoe meer tools er op de website moeten, hoe hoger de budgetten en hoe belangrijker werving is, hoe eerder je zult overwegen om de website uit te besteden. Maar de websites die jullie maken binnen dit keuedeel moet je allemaal zelf maken.

 

Overzicht van een aantal tools om een website te maken

Online tools, bijvoorbeeld Wix.com

  • Geen programmeerkennis nodig
  • Werkt goed om een eenvoudige website in elkaar te zetten
  • Je krijgt er gratis en voor niets ads bij tenzij je betaalt
  • Geen eigen domeinnaam (moet je bij wix bestellen)
  • Geen mogelijkheid om zelf iets in je ontwerp te veranderen
  • Zie voor een leuk artikel hierover http://kobi.be/voor-en-nadelen-van-een-gratis-website/

 

Google Sites

 

Een CMS (content management systeem), bijvoorbeeld Wordpress

  • Met een CMS kan de gebruiker, nadat een site gebouwd is, zelf inhoud aanpassen of toevoegen
  • Eenvoudig een thema kiezen en online zetten of zelf een thema maken en aanpassen.
  • De beste optie als je een site voor een ander maakt, die de site moet aanpassen
  • Professioneel ogende site
  • Veel extra functionaliteit toe te voegen door middel van plugins
  • Een handleiding voor het werken met Wordpress kun je hier vinden

 

HTML  en CSS

  • Html en CSS zijn de bouwstenen van elke website. Elk van de bovenstaande tools produceert code die in html en CSS geschreven is.
  • Html betekent "hypertext markup language"
  • CCS betekent "cascading style sheets"
  • Een eenvoudige webpagina kan je zelf vrij snel maken met html en css.
  • Om je eigen aanpassingen toe te voegen in een CMS heb je ook kennis van html en CSS nodig.
  • Het (betaalde) programma Dreamweaver van Adobe werkt op basis van de bouwstenen Html en CCS
  • Zie voor meer informatie bijvoorbeeld deze link.

 

 

Domeinnamen

Namen van websites hebben altijd een vaste opbouw. Dit heet een domeinnaam. Bijvoorbeeld www.noorderpoort.nl is een voorbeeld van een domeinnaam. www betekent zoals bekend "world wide web", noorderpoort is de naam van de organisatie en .nl is een zogenaamde "extensie". Domeinnaam komt van Domain Name System (DNS) en dit is de manier waarop website namen op internet worden geregistreerd, om ze herkenbaar te maken. Je zou kunnen zeggen dat het domeinnaamsysteem een soort van telefoonboek is voor websites. Domeinnamen zelf omschrijven vaak zo goed mogelijk wat voor soort organisatie je bent. Zo geeft  goedkoop-treinkaartje.nl heel duidelijk weer wat er op hun website te vinden is.

Er zijn ontzettend veel extensies in omloop tegenwoordig. Dat was niet altijd zo. Het begon met domeinnamen die verwezen naar het land waarin de website geregistreerd stond. Bijvoorbeeld .nl verwijst naar Nederland, .es naar Spanje, .fr naar Frankrijk.
Aangezien het aantal websites (en dus domeinnamen) explosief groeide was er al vrij snel behoefte aan meer extensies. Er kwamen extensies bij, bijvoorbeeld .com (verwijzend naar een commerciële organisatie), .org (als je wilt laten zien dat je een organisatie bent), .info en .edu (educatieve websites). Vanaf toen was het mogelijk dat een organisatie of persoon verschillende domeinnamen kon registreren door meerdere extensies te claimen. Bijvoorbeeld:
janjansen.nl
janjansen.com
janjansen.info
enzovoort.
Let op, voor elke domeinnaam moet jaarlijks een (bescheiden) bedrag worden betaald.
Je kunt altijd controleren of een domeinnaam nog beschikbaar is via een
domeinnaamchecker.

Sinds kort is het hek helemaal van de dam en is eer ontzettend veel mogelijk. Recent werden domeniextensies mogelijk als .amsterdam, .frl (Fryslan), .club en nog veel meer.

Er zijn ook nog verschillende vormen van domeinnamen, zoals topleverdomeinnamen en subleveldomeinnamen.

Lees via de link hier verder over alles wat je moet weten van domeinnamen.

Klik via deze links naar het overzicht van topleveldomeinen en voor informatie over domeinnamen met eu

 

Opdracht 2

Beantwoord onderstaande vragen naar aanleiding van de tekst en de te bestuderen websites hierboven.

1. Controleer met behulp van de domeinchecker of een website eigenvoorenachternaam.nl nog beschikbaar is. Dus als je Diana Hoekstra heet, controleer je of dianahoekstra.nl nog beschikbaar is.En is dianahoekstra.com ook beschikbaar? En org? Zet bij je antwoord niet alleen of het wel of niet mogelijk is, maar ook wat die domeinnaam kost. Kun je bedenken waarom er prijsverschillen zijn tussen extensies?

2. Controleer of het nog mogelijk is om de domeinnaam vogelfotos te registreren. Wat is er wel en niet mogelijk en wat zijn de kosten van de eerste 5 mogelijkheiden?

3. Zoek uit van welk land .tv de topleveldomeinnaam is.

4. Wat is de topleveldomeinnaam van het Vaticaan?

5. Leg uit wat in nl.wikipedia.org het topleveldomein, het subleveldomein en het secondleveldomein is.

6. Wie kunnen allemaal de domeinnaam .eu gebruiken?

SB2 Website maken

 

Zelf een eenvoudige website bouwen

Opdracht 3

Met Wixx kun je heel eenvoudig een website bouwen door een sjabloon te kiezen en dingen in te vullen. Het wijst zich eigenlijk vanzelf. Maak een website met Wixx.

Zoek hieronder de opdracht die past bij je studie of gewoon de opdracht die je zelf het leukste vindt om te doen.

WAARSCHUWING: Je website gaat echt live de lucht in. Gebruik dus alleen EIGEN TEKSTEN en RECHTENVRIJE FOTO'S op je website.

http://nl.wix.com/
Website maken met Wixx

Touroperator

Je bent een touroperator die gespecialiseerd is in reizen naar Midden  en Zuid Amerika. Je pakket aan producten bestaat uit de volgende onderdelen:
- strandhotels (kunnen per week of met een minimum van 2 nachten worden geboekt).
- korte rondreispakketten van 2 tot 5 dagen (bouwstenen).
- complete rondreizen (eigenlijk bouwstenen achterelkaar geplakt), uitbreidbaar met strandhotels aan begin en/of eind

Maak een website die voor je doelgroep (iedereen met geld, leeftijd onbelangrijk) aantrekkelijk is. Zoek contact met een of meerdere docenten Toerisme voor realistische produkten en prijzen. Je hebt gekozen voor een contract vliegtuigstoelen met Arke Fly.
Aan te bieden landen ben je vrij in, mits gelegen in de regio Midden Amerika.

Werk volgens de systematiek in het begin, dus formuleer eerst een antwoord op de vragen van sprout (zie het begin) en maak eerst een moodboard om de sfeer van de website weer te geven.

 

Garagebedrijf

Je wilt een eigen garagebedrijf beginnen en je wilt een aantrekkelijke website maken om klanten te trekken. Je bent vrij om te kiezen of je een bepaald merk wilt voeren of dat je een meer algemeen garagebedrijf wilt zijn. Je moet ook een keuze maken of je vooral auto's wilt verkopen (nieuw, occasions) of dat je het bedrijf meer richt op onderhoud en reparaties. Je bepaalt zelf de vestigingsplaats en ook welke functionaliteiten je via de website beschikbaar wilt stellen (bijvoorbeeld of klanten moeten inloggen voor bepaalde diensten).

SBU 10 uur

Informatiebeheer

SB1 Mappenstructuur

Leerdoelen

  • Indelen van informatie op klassieke wijze.
  • Kan specialistische kennis van de functies en mogelijkheden van een systeem voor het beheren van informatie/content toepassen

 

Je kunt je documenten opslaan op je laptop of in de cloud. Als je documenten "lokaal" opslaat, dus op je laptop of computer, is het niet onverstandig om tevens een backup te maken op een externe harde schijf. Cloudopslag kent over het algemeen een automatische backup.

Om informatie in documenten goed en snel te kunnen terugvinden, is het verstandig om een logische mappenstructuur te maken.

 

Opdracht 1

Maak een mappenstructuur aan op je laptop. De informatie die moet worden opgeslagen bestaat uit:

Documenten van school. Hier staan je aantekeningen, opdrachten en informatie van je schoolvakken.

Persoonlijke documenten. Hier staan alle documenten en foto's van je persoonlijke leven.

 

a. Maak eerst een ontwerp van de mappenstructuur met behulp van een mindmap. Zie hiervoor kerntaak 1, waar je dit al eens  hebt gedaan.

b. Bespreek je ontwerp met minimaal 3 personen en vraag om feedback.

c. Als je er van overtuigd bent dat het een goede mappenstructuur is waarin de juiste informatie snel terug te vinden is, maak dan de mappenstructuur aan.

 

Opdracht 2

Maak nu een mappenstructuur aan op je One Drive. Omdat je nu mappen en documenten kunt delen moet je voor je schooldocumenten eerst overleggen met je medestudenten hoe jullie dit gaan organiseren. Maakt iedereen voor zich zelf mappen aan of gaan jullie samenwerken.
Verder moet je ook bedenken welke informatie je wel wilt delen met anderen en welke niet.

a. Maak met een groepje studenten (5) een overzicht in een mindmap hoe jullie documenten gaan opslaan en delen.
b. Bedenk ook welke rechten je aan de deelnemers wilt geven en of er verschillen moeten zijn of juist niet als het gaat om rechten.
c. Maak tenslotte de mappenstructuur aan en zorg dat iedere deelnemer van de groep beschikt over de informatie zoals dat is afgesproken.

SBU 3 uur

Mappenstructuur

 

 

Opdracht 1

Maak een mappenstructuur aan op je laptop. De informatie die moet worden opgeslagen bestaat uit:

Documenten van school. Hier staan je aantekeningen, opdrachten en informatie van je schoolvakken.

Persoonlijke documenten. Hier staan alle documenten en foto's van je persoonlijke leven.

 

a. Maak eerst een ontwerp van de mappenstructuur met behulp van een mindmap. Zie hiervoor kerntaak 1, waar je dit al eens  hebt gedaan.

b. Bespreek je ontwerp met minimaal 3 personen en vraag om feedback.

c. Als je er van overtuigd bent dat het een goede mappenstructuur is waarin de juiste informatie snel terug te vinden is, maak dan de mappenstructuur aan.

 

Opdracht 2

Maak nu een mappenstructuur aan op je One Drive. Omdat je nu mappen en documenten kunt delen moet je voor je schooldocumenten eerst overleggen met je medestudenten hoe jullie dit gaan organiseren. Maakt iedereen voor zich zelf mappen aan of gaan jullie samenwerken.
Verder moet je ook bedenken welke informatie je wel wilt delen met anderen en welke niet.

a. Maak met een groepje studenten (5) een overzicht in een mindmap hoe jullie documenten gaan opslaan en delen.
b. Bedenk ook welke rechten je aan de deelnemers wilt geven en of er verschillen moeten zijn of juist niet als het gaat om rechten.
c. Maak tenslotte de mappenstructuur aan en zorg dat iedere deelnemer van de groep beschikt over de informatie zoals dat is afgesproken.

SBU 3 uur

Opdrachten Office 365

De navigatie in Offie 365 gaat via het "tegeltje" linksboven in de hoek. Zie de afbeelding hierboven. Je kunt via het tegeltje naar de verschillende "apps" (Microsoft spreekt tegenwoordig van apps) van Offie 365.

 

Opdracht 1 ONE DRIVE

One Drive is de online opslagplaats voor bestanden. Het maakt niet uit wat voor soort bestanden.

1.  Maak voor jezelf een mappenstructuur aan om voortaan al je bestanden online te bewaren, zodat je er altijd bij kunt.
Heb je al ontdekt hoeveel opslagruimte je hebt? Hoeveel is dit meer of minder dan de harde schijf op je laptop?

2. Ga na hoeveel opslagruimte je hebt bij Google Drive en hoeveel online opslagruimte je krijgt bij Dropbox.

3. Installeer de app voor One Drive op je telefoon en synchroniseer deze met je One Drive account. Nu kun je ook altijd onderweg (binnen wifi netwerk bij voorkeur) bij al je bestanden.

4. Deel een bestand met een medestudent naar keuze en werk samen aan het document. Kun je zien wie wat heeft geschreven binnen het document?

5. Maak met behulp van een ingesproken screencast duidelijk aan anderen hoe je in One Drive documenten kunt uploaden en hoe je ze online kunt bewerken, delen en er samen (op afstand) aan kunt werken.

 

Opdracht 2 VIDEO

1. Maak binnen One Drive een eigen videokanaal aan en zet daar een van je video's neer.

2. Onderzoek nu de verschillen en overeenkomsten tussen je videokanaal op Youtube en je videokanaal in One Drive.
Doe deze opdracht met twee personen en zorg voor een online tot stand gekomen verslag.

 

Opdracht 3  Personen

1. Helemaal links boven zie je een vak "Personen zoeken".  Zoek de gegevens van een medestudent op. Welke informatie kun je zien?

Doe hetzelfde met een van je docenten. Welke informatie kun je zien?

Doe nu hetzelfde met een mede-student uit de leergroep Digitale Vaardigheden.

2. Maak een eigen groep aan door in het onderdeel Groepen te kiezen voor Nieuwe Groep. Geef de groep een herkenbare naam. ALs je bijvoorbeeld veel met een paar studenten uit je klas samenwerkt, zou je een groep Keuzedeel Digitale Vaardigheden kunnen maken en daar die personen aan toe voegen.

3. Let op. Er is verschil tussen privégroepen en openbare groepen. Wat zijn die verschillen?

4. Plan met je groep nu een vergadering.

5. Voer met je groep een (chat) gesprek binnen Office 365 over deze opdracht.

 

Opdracht 4: Mail

Het is heel normaal om meerdere mailadressen te hebben. De meeste mensen hebben een privémailadres voor vrienden, familie enzovoort en daarnaast een zakelijk mailadres, bedoeld voor zeg maar door de week als je werkt. Dit is op zich wel handig, omdat het je in staat stelt zakelijk en privé goed te scheiden.

Binnen Office 365 beschik je over een zakelijk mailadres voor de duur van je studie met als extensie @st.noorderpoort.nl. Dit mailadres is tevens gekoppeld aan bijvoorbeeld je LBS, de digitale toetsportal Quayn.

Wanneer gebruik jij je zakelijke mailadres?

Bij een deel van de opleidingen van Noorderpoort stellen de docenten het op prijs dat studenten die een mail sturen naar een docent dit doen met hun zakelijke mailadres. Je behoort tenslotte niet tot de vriendenkring van de docent. En zeker stagebedrijven vinden een zakelijk mailadres erg belangrijk.

Opdracht 1: Maak een handtekening aan die vast onder je mailberichten komt te staan. Maak desgewenst gebruik van deze handleiding.

Opdracht 2: Stuur een bericht naar je docent vanuit je office 365 zakelijke mailadres.

 

Opdracht 5: Sway

Maak een presentatie in Sway. Het onderwerp mag je zelf bepalen. Je deelt je presentatie met je docent.

 

 

SBU 8 uur

SB2 Symbaloo

Leerdoelen:

- Efficiënt bewaren, ordenen en delen van weblinks
- Kan specialistische kennis van de functies en mogelijkheden van een systeem voor het beheren van informatie/content
toepassen

SBU 2 uur

Symbaloo is een handig middel om zeer visueel allerlei links naar webpagina's georganiseerd te beheren. Je kunt een Symbaloopagina als startpagina voor een opdracht of project gebruiken, of als geheugensteuntje voor allerlei interessante pagina's op internet, georganiseerd naar onderwerp. Iedere Symbaloo-pagina bestaat uit blokjes, waarachter een hyperlink zit. Je kunt ze kleuren geven, en logo's. Je kunt Symbaloo-pagina's delen met anderen, zodat je feitelijk voor anderen een stukje beheer van informatie verzorgt.

Opdracht 1

Maak met hehulp van onderstaande handleiding een Symbaloo-pagina die als startpagina kan dienen voor een bepaald onderwerp uit je studie. Deel je pagina met je medestudenten en uiteraard met de docent.
Lever de link in in de inlevermap Symbaloo

Voorbeelden voor het maken van startpagina's
Eenn student Toerisme maakt een startpagina voor het onderwerp Griekenland. Je verzamelt uiteenlopend links naar alle onderwerpen over Griekenland, uiteenlopend van de Griekse oudheid, via een overzicht van toeristische bezienswaardigheden tot een overzicht van badplaatsen en hun kenmerken. Een student autotechniek maakt bijvoorbeeld een startpagina van automerken. En zo kan iedereen voor het eigen vakgebied of interessegebied een startpagina maken en deze delen met anderen.

 

Ga hier naar de handleiding hoe je een Symbaloo-pagina maakt.

 

 

SB3 Beheer bladwijzers en weblinks

Leerdoelen:

- Efficiënt bewaren, ordenen en delen van weblinks
- Kan specialistische kennis van de functies en mogelijkheden van een systeem voor het beheren van informatie/content
toepassen

Bestudeer beide videos

Favorieten in Internet Explorer

 

Elke webbrowser heeft de mogelijkheid om favorieten op te slaan om ze snel weer te kunnen opzoeken. In Chrome heten ze bijvoorbeeld bladwijzers, in Internet Explorer Favorieten.

Opdracht 1.

1. Bestudeer de twee videos die bij dit lesonderdeel horen.

2. Welke favorieten/bladwijzers heb jij opgeslagen? Welke browser gebruik jij het meest?

3. Sla een lijst met websites op als Favorieten dan wel als Bladwijzer in twee van de drie browsers hier worden behandeld. Je mag zelf weten welke.

4. Vergelijk deze manier met onthouden van je favoriete websites met de manier hiervoor via Symbaloo.

Maak een blogpost waarin je deze twee manieren vergelijkt en voor- en nadelen van beide opnoemt.

3. Formuleer tenslotte een advies aan verschillende soorten gebruikers welke manier voor die doelgroep het meest handig is om te doen.

Lever je opdracht in.

 

SBU 2 uur

Bladwijzers en favorieten