It is almost time to make the test for this chapter! I chose to make a lesson through this website again so that when you want to study for it, you can always come back here and redo all of it.
In this lesson we will briefly discuss all the grammar parts and you have to make the exercises that go with it. If you do good now it means that you have to study less!
Before you start, listen to the instructions of your teacher.
NL:
Hoi iedereen :)
Jullie gaan bijna jullie hoofdstuktoets maken! Ik heb gekozen om de les weer via deze website te maken zodat, als jullie gaan leren, jullie nog altijd terecht kunnen bij deze les indien nodig.
In deze les herhalen we kort de grammatica die we hebben gehad in dit hoofdstuk en gaan we opdrachtjes maken. Onthoudt dat als je nu je best doet, je straks minder hoeft te leren.
Voordat je start, luister naar de instructies van je docent.
Lesson goals
Lesson goals
At the end of this lesson we have looked at all the grammar from this chapter.
At the end of this lesson you will know if you have to study more by making a Kahoot :)
Grammar 1
Grammar 1 - Tegenwoordige tijd, duurvorm tegenwoordige tijd en de toekomstige tijd.
Tegenwoordige tijd/present simple
De tegenwoordige tijd gebruiken we bij feiten, gewoonten, regelmatige gebeurtenissen en als er sprake is van vaste tijden zoals een schoolrooster. Voorbeelden:
- Fish breathe under water
- I do my homework every day
- The trains leaves at half past three
- The film starts in half an hour
Onthoudt bij de present simple ook de SHIT regel
(She/He/It = S achter het werkwoord)
Duurvorm tegenwoordige tijd
De duurvorm tegenwoordige tijd gebruiken we om aan te geven dat iets nu op dit moment gaande is. Ook als we het hebben over afspraken in de nabije toekomst waarvan de tijd/datum vast staat. Voorbeelden:
I'm making a sandwich
He's doing the dishes
They are visiting Melbourne next weekend
I'm picking up Mickey from the airport
(ww+ing)
Toekomstige tijd met 'going to'
De future with going to gebruiken we als iemand iets (niet) van plan is te gaan doen. Het is dus nog geen vaste gebeurtenis, meer een intentie. Ook gebruiken we deze vorm als men op basis van bewijs een voorspelling kan doen. Voorbeelden:
I'mgoing to swim with dolphins
Look at those clouds, it's going to rain soon.
We aren't going to watch a movie tonight.
Toekomst met shall/will
Je gebruikt de future with shall/will om iets aan te bieden, bij beloftes, aankondigingen of besluiten. Je gebruikt in dit geval de vorm voor voorspellingen waar geen bewijs voor is. Voorbeelden:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Like en as betekenen beide 'zoals' en/of 'net zoals'. Like kan worden ingezet voor zelfstandige naamwoorden en voornaamwoorden. As kan gebruikt worden voor bijzinnen waar voorzetsels in voorkomen. Voorbeelden:
It tastes like chocolate.
I'm going away in June, as I did last year.
It smells like soap.
He looks like you.
We speak English, as they do in the US.
As in 2014, he won the Robowars.
Like kun je gebruiken...
- Om een voorbeeld te geven
- Om een vergelijking te maken met iets dat gelijk is
Je gebruikt as als je het volgende wilt aangeven
- Reden (omdat iets gebeurt)
- Tijd (terwijl iets gebeurt)
- Om een vergelijking te maken met iets anders
- Om iemands positie aan te geven
- Om een voorbeeld te geven
- Om een vergelijking te maken met iets dat gelijk is
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement Leerarrangement Grammar Chapter 5 - 3VHO1 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Aahd Abali
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2022-05-23 10:25:02
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Present simple - Present continuous - Future
Like/as
A lot of, lots of, much, many, (a) few, (a) little
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.