Lineaire verbanden met 2 variabelen
Inleiding
\(\small{\textbf{Flexi-Bel}}\) |
\(\small{\text{- vast bedrag per maand}}\) |
\(\small{€\ 25}\),- |
\(\small{\text{- prijs per minuut/sms}}\) |
\(\small{€\ 0{,}20}\),- |
|
\(\small{\textbf{Profile}}\) |
\(\small{\text{- vast bedrag per maand}}\) |
\(\small{€\ 30}\),- |
\(\small{\text{- prijs per minuut/sms}}\) |
\(\small{€\ 0{,}20}\),- |
|
\(\small{\textbf{Premium}}\) |
\(\small{\text{- vast bedrag per maand}}\) |
\(\small{€\ 25}\),- |
\(\small{\text{- prijs per minuut/sms}}\) |
\(\small{€\ 0{,}25}\),- |
|
\(\small{\textbf{Custom}}\) |
\(\small{\text{- vast bedrag per maand}}\) |
\(\small{€\ 15}\),- |
\(\small{\text{- prijs per minuut/sms}}\) |
\(\small{€\ 0{,}25}\),- |
|
|
Heb jij een mobiele telefoon? Vast wel. Tegenwoordig heeft bijna iedere leerling een mobiele telefoon. Bijvoorbeeld om even naar huis te bellen als je na moet blijven. Of om een sms-je te versturen naar een vriend of vriendin. Kees mag een nieuwe mobiele telefoon. Maar voordat hij een nieuwe koopt, wil hij eerst meer weten over de kosten. Op internet heeft hij van vier aanbieders gegevens gevonden. Die gegevens zie je hiernaast.
Bij welke aanbieder moet Yorrick een abonnement afsluiten?
Om te kunnen bepalen welke aanbieder het best bij Yorrick past, is het handig als je iets weet over lineaire verbanden en lineaire vergelijkingen. En dat ga je nu eerst leren in dit hoofdstuk.En daarnaast ook de variabelen
Bekijk de videoclip. In de video worst het verband tussen de tijd dat je belt en de belkosten in beeld gebracht.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van dit thema kun je:
- een lineair verband herkennen in een grafiek, in een tabel en in een formule.
- bij een formule van een lineair verband een grafiek tekenen.
- bij een grafiek van een lineair verband een formule maken.
- een lineaire vergelijking opstellen.
Wat ga ik doen?

Het thema Lineaire verbanden bestaat uit de volgende onderdelen:
Onderdeel |
Tijd in lesuren |
Inleiding |
0,5 |
paragraaf: Lineair verband |
1,5 |
paragraaf: Lineair verband 2 |
1,5 |
paragraaf: Lineaire vergelijking |
1,5 |
|
|
Afsluiting |
3 |
Totaal |
8 |
De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van het eindopdracht.
Paragrafen
Het thema Lineaire verbanden is een thema in het domein 'Verbanden en formules'. In dit thema onderzoek je verbanden waarvan de grafiek een rechte lijn is.
Afsluiting
Kennisbanken
De uitleg en voorbeelden bij het thema Lineaire verbanden vind je in de volgende Kennisbankitems.
Het oplossen van een som met een lineaire vergelijking bestaat uit de volgende 6 stappen:
- Stap 1: Schrijf de formule y = ax + b op en schrijf onder elkaar “y = ”; “a =”; “x =” en “b =”
- Stap 2: Bepaal wat er berekend moet worden en vul dit in voor y
- Stap 3: Bepaal wat het variabele deel is en vul dit in voor x
- Stap 4: Bepaal hoe groot het variabele deel is en vul dit in voor a
- Stap 5: Bepaal hoe groot het vaste deel is en vul dit in voor b
- Stap 6: Vul de formule y=ax+b in
- Stap 7: (indien van toepassing) Los de vergelijking op
Stap 1: Het opschrijven van de vergelijking
Schrijf de vergelijking op en daaronder de verschillende letters met een "=" teken erachter:
y = ax + b
y =
a =
x =
b =
Stap 2: Bepalen wat er berekend moet worden
In deze vraag wordt naar de prijs P gevraagd, er wordt gevraagd hoeveel het schilderen van de ramen kost. Dit vullen we in bij y. Dus:
y = P
a =
x =
b =
Stap 3: Het variabele deel bepalen
In deze vraag is de prijs P afhankelijk van het aantal uur U dat het kost om de ramen te schilderen. Dit vullen we in voor x. Dus:
y = P
a =
x = U
b =
Stap 4: De grootte van het variabele deel bepalen
In deze vraag zijn de kosten voor het schilderen (P) 25 euro per uur (U). De grootte van het variabele deel is dus 25. Dit vullen we in voor a. Dus:
y = P
a = 25
x = U
b =
Stap 5: De grootte van het vaste deel bepalen
In deze vraag wordt 50 euro (vaste) voorrijkosten gerekend. Deze zijn niet afhankelijk van het aantal uren (U). Deze vullen we in bij b. Dus:
y = P
a = 25
x = U
b = 50
Stap 6: Vul de formule in
In deze stap vervangen we de formule y = ax + b door de letters en cijfers zoals in de vorige stappen bepaald. De y vervangen we door p, de a vervangen we door 25, de x vervangen we door U en de b vervangen we door 50. Dus:
y = ax + b wordt p = 25U + 50
Stap 7: (indien van toepassing) Los de vergelijking op
Met de vergelijking p= 25U + 50 kunnen we berekenen hoeveel de schilder kost als hij 8 uur bezig is met ramen te schilderen. Dit doen we door het aantal uur (U) te vervangen door 8. Onthoud hierbij dat 25U 25 maal U (aangegeven met *) betekent. Dus:
p = 25U + 50 wordt p = 25 * 8 + 50
Door deze som uit te rekenen (bijvoorbeeld met een rekenmachine) kunnen we uitrekenen hoeveel het kost om de ramen te schilderen:
p = 25*8 + 50 = 200 + 50 = 250
Het kost dus 250 euro om de ramen te laten schilderen. |
|
Eindopdracht
Werk samen met een klasgenoot.
Dit thema sluit je af met een onderzoekje naar vier aanbieders van abonnementen voor mobiele telefoons. De resultaten verwerk je in een werkblad. Dat werkblad laat je beoordelen door je docent.
Opdracht 1 De bewoners van appartementencomplex 'De Menthenbergh' hebben te maken met gemeenschappelijke servicekosten. De afspraak is deze kosten evenredig te verdelen op basis van de vloeroppervlakte. De famile De Jager heeft een appartement met een vloeroppervlakte van 84 m2. Ze betalen jaarlijks €1890 aan servicekosten. De familie Knollenveld betaalt per jaar €2700 aan service kosten. Hoeveel is de vloeroppervlakte van hun appartement? a. De familie Het Haasje heeft een vloeroppervlakte van 75 m2. Dat is 1,2% van de totale vloeroppervlakte van het complex. Bereken de jaarlijkse servicekosten van het gehele complex. Eindopdracht |
Lineaire verbanden
|
D-toets
Test je kennis van het thema Lineaire verbanden.
Maak de diagnostische toets.
Toets: Lineaire verbanden
Extra opgaven
Extra opgaven: Lineaire verbanden
Terugkijken
Kan ik wat ik moet kunnen?
- De leerdoelen van dit thema vind je onder het kopje 'Wat kan ik straks?'
Lees die leerdoelen nog eens door. Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
- Tijd
Voor dit thema was ongeveer 9,5 uur gepland.
Klopt dat met het aantal uur dat je met dit thema bezig bent geweest?
- Inhoud
In dit thema stond het begrip Lineaire verbanden centraal.
Wist je al veel over dit soort verbanden of was alles nieuw voor je?
- Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht? Was de opdracht goed te doen?
Snap je wat de opdracht met dit thema te maken heeft?
- D-toets - extra opgaven
Wat was je score van de D-toets? Was je tevreden met die score?
Heb je na het maken van de D-toets nog een aantal extra opgaven gemaakt?