Dungeons Without Dragons

Dungeons Without Dragons

Dungeons and Dragons

16 december 2021.

Vlak voordat mijn les ICT-les begint pak ik snel mijn spullen uit mijn tas. In de tussentijd kwamen er al wat leerlingen binnengedruppeld. Ik overhaast mezelf en mijn hele tas valt van de tafel op de grond. De leerlingen die al binnen zaten, brugklas vmbo basis/kader, begonnen zachtjes te gniffelen doordat hun docent zo onhandig bezig was. Uit de tas vallen ineens wat dobbelstenen, waarvan twee met twintig kantjes. Deze dobbelstenen had ik dat weekend gebruikt bij een spelavond van Dungeons and Dragons (D&D afgekort) met goede vrienden van mij. Eén van de leerlingen loopt naar de dobbelstenen toe en pakt ze op. Alsof ze water ziet branden kijkt ze mij aan.

Dit was het begin van een grote interesse van mijn leerlingen in de dobbelstenen die ik vanaf dat moment altijd meenam naar de les. Aan het einde van elke les kwamen er dan leerlingen naar mij toe met de vraag: “meneer, mag ik met de dobbelstenen rollen?”. Dit bracht mij op een vakdidactisch eureka moment: ‘Waarom ga ik niet Dungeons and Dragons in de les doen?’

Wat is Dungeons and Dragons?

Sinds twee jaar is D&D vaste hobby van mij in het weekend. Het is een spel dat sinds de jaren ’70 bekend is in de ‘echte’ wereld. Een RPG, oftewel een Role Playing Game, waar je de identiteit aanneemt van een avonturier in een denkbeeldig avontuur. Net zoals in de ‘echte’ wereld heeft jouw karakter een uitgebreid verleden, met vaders/moeder/neefjes/nichtjes/vriendjes, en probeer je jezelf te verplaatsen in wat die bedachte persoon zou doen in situaties die onder leiding van een Dungeon Master, een soort van spelleider. Deze persoon bedenkt het verhaal en probeert verbaal zo goed mogelijk de spelers laten inleven in bepaalde situaties waar de karakters in terechtkomen.

Dan komen de dobbelstenen aan bod. Elke keer als je bedachte karakter iets wilt doen, wat een kans heeft op falen, moeten er dobbelstenen gerold worden, welke aangeven hoe goed, of slecht, hetgeen dat geprobeerd wordt uitgevoerd. Dit wordt geprobeerd met een dobbelsteen met twintig kantjes, oftewel een D20. De spelleider verteld wat er gebeurd, aan de hand van het cijfer dat komt uit de rol. Stel je voor je gooit een 4, dan is dat natuurlijk niet zo goed en verteld de DM (Dungeon Master) dat hetgeen dat geprobeerd wordt niet lukt. Daartegenover, stel je voor dat er een 17 wordt gerold, dan is de kans groot dat er een succesvolle poging ondernomen wordt.

Waar het over gaat dat ligt aan de speler. Het kan zijn dat een karakter op de markt goedkoper producten wilt inkopen of in een gevecht hoe goed iemands hersens ingeslagen worden. Zo krijg je dat alledaagse dingen in het spel ineens fout gaan of juist fantastisch goed. Dit element van gokken wordt door de dobbelstenen bepaald en door de spelleider uitgelicht. Voor een verdere uitleg van de regels verwijs ik graag door naar een PDF van Wizards of the Coast, het bedrijf wat D&D in handen heeft.

https://media.wizards.com/2018/dnd/downloads/DnD_BasicRules_2018.pdf

D&D in de geschiedenisles

In de wereld van D&D is hetgeen wat misschien de meeste invloed heeft het rollen met dobbelstenen. Het onderdeel waar ook mijn leerlingen het meest naar uit hebben gekeken. Mensen houden van kansspelen. Dat houdt in dat mensen graag hun lot overlaten aan bijvoorbeeld dobbelstenen en de onzekerheid die daarbij hoort. Als je je lot aan bijvoorbeeld dobbelstenen overlaat, in een wereld als D&D, heb je de kans iets te winnen of iets te verliezen. Wat een sensatiegevoel geeft, voor jong en oud.[i] Dit is niet iets van alleen deze tijd, al sinds het jaar 40.000 voor Christus zijn er bewijzen geleverd dat mensen ‘gokken’.[ii]

D&D vindt meestal plaats in een denkbeeldige en vooral magische wereld. Wat het apart maakt om in de geschiedenisles te gebruiken, waar we het toch voornamelijk hebben over dingen die in het verleden gebeurd zijn en leerlingen vaardigheden aan te leren die ze nodig hebben om daarmee en de hedendaagse wereld om te gaan. Echter, de bouwstenen van D&D kunnen heel erg makkelijk geïmplementeerd worden in bijvoorbeeld een middeleeuwse setting of zelfs in de 17e eeuw en er zijn ook talrijke voorbeelden van hedendaagse avonturen die in de wereld van D&D plaatsvinden. Dit vereist weinig aanpassing, je stript alleen de magische onderdelen eruit en gaat creëert een historisch verantwoorde setting in bijvoorbeeld de middeleeuwen.

Hiermee kan je een setting creëren waarin leerlingen een persoon bedenken die zou kunnen leven in de middeleeuwen, gebaseerd op middeleeuwse bronnen. Wanneer dit gelukt is kan je deze ook werkelijk laten rondlopen en alledaagse zaken mee uitvoeren, met de bouwstenen van Dungeons and Dragons. Een ridder kan het gebied verdedigen voor een heer en horigen beschermen. Een koning zou interacties kunnen uitvoeren met zijn leenmannen. Een boer zou samen met andere boeren een plan kunnen maken voor het drieslagstelsel. Als leerlingen in zo’n dag in het leven van een zelfbedacht middeleeuws figuur zouden stappen en zich wegwijs kunnen maken dan zou dat betekenen dat ze zich kunnen inleven in die periode en alle bijbehorende kennis en vaardigheden van die tijd zouden kennen/kunnen. Dat zou een ambitieus doel zijn waarvan ik denk dat het behaald kan worden met de lessenserie Dungeons without Dragons. Wanneer dit succesvol is ben je bezig met de geschiedenis vaardigheid historische empathie. Historische empathie betekent een proces wat leidt tot het begrijpen en verklaren waarom mensen in het verleden zich gedroegen zoals ze deden.[iii]

Over historische empathie valt veel te schrijven en er zijn veel verschillende perspectieven op de uitwerking van de bovenstaande uitleg.[iv]  Eén van de vooraanstaande vakdidactisch onderzoekers van de wereld op dit gebied is Jason Endacott. Endacott beschrijft dat het bereiken van historische empathie drie componenten vereist. De affectieve connectie, het innemen van perspectief en het historisch contextualiseren. Pas als je deze samenvoegt kom je bij de overkoepelende vaardigheid; historische empathie. Met Dungeons without Dragons bereik je het affectieve onderdeel van de vaardigheid historische empathie, aangezien je zelf actief een karakter ontwikkelt, waar je je emotioneel makkelijk op kan aansluiten, aangezien hij voortkomt uit je eigen gedachtes.

Volgens Endacott is het niet logisch om anders naar mensen in het verleden te kijken dan naar mensen om ons heen. Hij is ervan overtuigd dat leerlingen ervaringen van mensen uit het verleden kunnen vergelijken met ervaringen die zij zelf hebben meegemaakt. Historische empathie moet gezien worden als een duaal domein waar de gedachtes en acties van een persoon verbonden worden aan de historische context. Hierbij wordt er een nadruk gelegd op het verschil tussen de normen en waarden uit het verleden in vergelijking met het normen- en waardenpatroon van nu. 

Wel zijn alle onderzoekers het eens dat de historische context een belangrijk startpunt is voor het werken aan historisch empathie. Om de context te onderzoeken dienen leerlingen verschillende bronnen te ontleden. Het analyseren van bronnen zorgt ervoor dat leerlingen de keuzes of ideeën van personen uit het verleden beter zullen begrijpen. De historische context wordt hierdoor verdiept. Een docent die historische empathie met de leerlingen wil oefenen, zal dus altijd een selectie bronnen moeten aanleveren vanuit welke de historische context kan worden opgebouwd. 

Historische empathie bestaat, volgens Endacott, uit twee onderdelen: Het cognitieve én het affectieve deel. In eerder onderzoek wordt historische empathie vaak gelijkgetrokken met perspectief-inname.[v] Affectieve connectie wordt hierbij buiten beschouwing gelaten. Endacott beschrijft juist dat het bestaat uit een duaal systeem, het cognitieve en affectieve. Je moet zowel het cognitieve als het affectieve onderzoeken wil je op een goede manier een empathische inschatting maken van hoe de reactie zou zijn op bepaalde historische gebeurtenis. Hiernaast zorgt het affectieve onderdeel ervoor dat leerlingen naar historische figuren kijken als mensen die op basis van menselijke ervaring en emoties tot beslissingen kwamen. Zo leer je dat dat je niet alleen op basis van het cognitieve een goede inschatting kan maken waarom iemand tot een bepaalde kwam. Dat mensen dus niet alleen door gebruik te maken van logica en rede tot een beslissing komen. Mensen staan namelijk onder invloed van emoties, zoals: ‘trots, angst, liefde, haat, wanhoop of hebzucht’.[vi]

In het model van Endacott komen zowel perspectief-inname als contextualisatie aan bod, zonder in dit model het affectieve aspect buiten beschouwing te laten. Historisch onderzoek dat niet duaal, dus cognitief en affectief, is kan geen historische empathie worden genoemd. Historische empathie berust in de methoden van historisch onderzoek, het affectieve aspect zorgt echter voor een universele, menselijke dimensie waarmee de leerlingen zich kunnen identificeren. Zo hebben deze vaardigheden ook veel betekenis buiten het vak en het klaslokaal. Vandaar dat D&D het juiste middel kan zijn om deze theorie toe te passen, aangezien je daar de nadruk legt op het affectieve van historische empathie.

De ontwikkeling van de duale onderdelen (cognitief en affectief) hebben de potentie om zowel de ‘nabije doelen’ (curriculair) als de ‘ultieme/uiteindelijke doelen’ te bereiken (zaken waar je je hele leven profijt van hebt, in de vorm van vaardigheden en bepalingen). Bij het goed uitvoeren van het affectieve gedeelte is bewezen dat leerlingen meer zorg aan de slag gaan met het onderwerp dat wordt behandeld. Ook vergroot het de algemene interesse in de geschiedenis.[vii]

Het komt wel eens voor dat leerlingen zich nauw betrokken voelen met het historische onderwerp wat behandeld wordt. Zo sluit het aan bij het actief betrekken van de leerling de historische content, wat helpt bij het halen van de curriculaire doelen.

Endacott beschrijft dat het bereiken van historische empathie drie componenten heeft.[viii] De affectieve connectie, het innemen van perspectief en het historisch contextualiseren. Pas als je deze samenvoegt kom je bij de overkoepelende historische empathie. In de lessen die worden afgerond voordat de onderzoek lessen plaatsvinden heb ik alle benodigde historische context aan de leerlingen aangeboden. Daar komt Dungeons Without Dragons aan bod, ik geloof dat dit deze drie componenten goed aan bod laat komen om mijn leerlingen zich historisch empathisch te laten ontwikkelen.

 

[v] Endacott, Promoting Historical Empathy, 42.

[vi] Endacott, Promoting Historical Empahty, 42.

[vii] Endacott, Promoting Historical Empathy, 44.

[viii] Idem.

 

 

Dungeons Without Dragons

De lessenserie ‘Dungeons without Dragons’ bestaat uit minstens twee lessen die ik hieronder ga beschrijven en voorzien van een vakdidactische en pedagogische onderbouwing. Het grondwerk wordt echter al voor die tijd gelegd in het behandelen van de historische context. Aangezien Dungeons and Dragons voornamelijk overkomt als een middeleeuwse setting met veel magie is dat ook het tijdvak waarvoor ik gekozen heb. De leerlingen hebben de basis voor de middeleeuwen al als kennis opgeslagen, doordat het einde van het Romeinse Rijk uitgebreid in de les is behandeld. Bijvoorbeeld begrippen als hofstelsel, leenstelsel, drieslagstelsel, Ridder, Horige, Leenman, (Leen)heer, Domein en kasteel zijn al bekend voor de leerlingen. Hiernaast hebben ze ook wat beelden en afbeeldingen gezien, zodat de inleving tijdens de twee onderzoeklessen optimaler gaat verlopen.

https://schooltv.nl/video/vroeger-was-het-anders-op-het-kasteel/

https://schooltv.nl/video/hoe-zag-de-kleding-van-ridders-eruit-in-het-harnas/#q=Middeleeuwen

Beide onderzoek lessen hebben hun eigen hoofddoel:

  1. De leerlingen hebben hun eigen persoon uit de middeleeuwen in een groep van 4 personen bedacht.
    1. Daarmee geven ze antwoord op tenminste de volgende vragen:
      • Hoe heet dit persoon?
      • Hoe oud is hij/zij?
      • Wat voor werk doet hij/zij?
      • Wat voor functie in de samenleving beroept hij/zij zich op?
      • Uit wat voor gezin komt degene?
      • Wat voor kleding draagt jouw karakter?
      • Wat voor spullen zou diegene bij zich dragen?

Voor elk van deze richtvragen heb ik een bron gezocht waar de leerlingen gebruik van kunnen maken. Wanneer een leerling bijvoorbeeld een vraag heeft over de kleding dan geef ik de volgende bron:

https://www.deverhalenvangroningen.nl/alle-verhalen/kleurige-kleding-in-de-middeleeuwen#:~:text=Men%20gebruikte%20er%20linnen%2C%20wol,bijvoorbeeld%20voor%20hoeden%20en%20winterkleding.

2. De leerlingen leven zich in 1 van de bedachte figuren in en daarmee wordt een verhaal door de docent verteld.

De andere bedachte figuren worden gebruikt als NPC (non-playable-Character). De gekozen character is een Ridder en moet het domein van zijn heer beschermen. Hierin komt hij in aanraking met bijvoorbeeld de heer, een aantal horigen en wellicht de struikrovers. De door een leerling bedachte ridder in kwestie was genaamd Niels Bos.

Aan het einde van het vertelde verhaal gaan de leerlingen individueel twee vragenlijsten invullen. Eerst eentje waarin de kennis wordt gecontroleerd die deze twee lessen vergaard moet zijn, ten tweede de leerlingenenquête waarin de reactie van leerlingen wordt gevraagd over de gegeven lessen.

 

Les 1

Naam student: Frank van Niejenhuis

Opleiding: Leraar Geschiedenis

Jaar: 2022

Naam school: Werkman VMBO
Coach: /
Observant: /
Klas: B1C
Datum van de les: /

Lesonderwerp (vermeld ook het Tijdvak en de kenmerkende aspecten, indien van toepassing):

Overleven op het domein van de heer – Middeleeuwen.

  • Tijd van Monniken en Ridders (500-1000).

Beginsituatie (lesuur, aantal leerlingen, niveau, voorkennis):

Het lesuur van 60 minuten vindt plaats om 09:30 tot 10:30 op maandagochtend. In de klas zitten 17 leerlingen van het niveau VMBO basis, kader, GL en TL. Het lokaal bevat genoeg plekken voor alle leerlingen, maar er zijn geen individuele tafels en niet genoeg frontaal kijkende tafels voor alle leerlingen.

De leerlingen hebben les gehad over de landbouw-stedelijke samenleving van de oude Egyptenaren, Grieken en Romeinen. De kenmerken van deze samenleving zijn uitgebreid besproken. Ze weten ook van de verschillende manieren van landbouw, veeteelt en akkerbouw. Ook is veel aandacht besteed aan de verschillende religies, waaronder het Christendom. De les die gegeven werd over de natuurgodsdienst van de Egyptenaren sloeg enorm aan bij de interesse van de leerlingen. Ze interesseren zich heel erg in het verhalende aspect van de geschiedenislessen.  

Lesdoelen

  1. De leerling kan uitleggen dat door het wegvallen van het Romeinse Rijk er een tijd ontstond van in verhouding meer geweld, ziekte, primitiviteit en achteruitgang in Europa.
  2. De leerling kan concluderen dat inwoners van de middeleeuwen bescherming zochten bij een sterke heer omdat ze dat niet zelf konden doen en hiermee het hofstelsel ontstond. 
  3. De leerling kan de volgende begrippen herkennen en toelichten; ridder, horige, domein en herendiensten.

 

 

Les 2

Naam student: Frank van Niejenhuis

Opleiding: Leraar Geschiedenis

Jaar: 2022

Naam school: Werkman VMBO
Coach: /
Observant: /
Klas: B1C
Datum van de les: /

Lesonderwerp (vermeld ook het Tijdvak en de kenmerkende aspecten, indien van toepassing):

Overleven op het domein van de heer – Middeleeuwen.

  • Tijd van Monniken en Ridders (500-1000).

Beginsituatie (lesuur, aantal leerlingen, niveau, voorkennis):

Het lesuur van 60 minuten vindt plaats om 09:30 tot 10:30 op woensdagochtend. In de klas zitten 17 leerlingen van het niveau VMBO basis, kader, GL en TL. 

De leerlingen hebben les gehad over de landbouw-stedelijke samenleving van de oude Egyptenaren, Grieken en Romeinen. De kenmerken van deze samenleving zijn uitgebreid besproken. Ze weten ook van de verschillende manieren van landbouw, veeteelt en akkerbouw. Ook is veel aandacht besteed aan de verschillende religies, waaronder het Christendom. De les die gegeven werd over de natuurgodsdienst van de Egyptenaren sloeg enorm aan bij de interesse van de leerlingen. Ze interesseren zich heel erg in het verhalende aspect van de geschiedenislessen. 

Lesdoelen (gebruik voor het opstellen van deze doelen H10 van het Handboek Geschiedenisdidactiek). Nummer de lesdoelen.

Cognitief:

  1. De leerling kan omschrijven dat ridders werden ingezet door een heer voor het beschermen van het domein.  
  2. De leerling kan opschrijven dat horigen naar de heer gingen voor bescherming.
  3. De leerling kan opschrijven wat de betekenis is van de begrippen Ridder, horige, domein en herendiensten.

Affectief:

  1. De leerling wordt door het inleven in een zelfbedacht figuur van de middeleeuwen betrokken en geïnteresseerd gemaakt in de tijd van Monniken en Ridders.

Sociaal:

  1. De leerling kan op kort en krachtig hun eigen werk presenteren aan de rest van de klas.

Evaluatie

De gegeven lessen zijn over het algemeen goed verlopen. Dat is gebaseerd op drie fronten:

  • Persoonlijke beleving van de les.
  • De observatie van mijn teamleider.
  • Een leerlingen enquête.

Les 1

De eerste van de twee lessen verantwoord ik door mijn eigen beleving te beschrijven. De tweede vanuit de observatie van mijn teamleider en de leerlingenenquête. Ik begon de eerste les door de dobbelstenen erbij te pakken en aan de klas te vragen of ze het leuk lijken om een les te besteden waar de dobbelstenen intensief gebruikt gaan worden. Zoals verwacht was meteen 90% van de groep razend enthousiast. In dit enthousiasme ging ik verder met de terugblik op de vorige les, waarin de benodigde begrippen als voorkennis getest werden. Toevallig wist de eerste leerling niet wat de betekenis was van het begrip horige. Dus heb ik aan de klas gevraagd om iemand hem daarmee kon helpen, waarop eentje het begrip goed kon uitleggen en ik aan de eerste leerling vroeg of het nu wel duidelijk was, waarop ik een bevestiging kreeg. Nadat de voorkennis van de gehele groep geactiveerd was ging ik aan de slag met het uitleggen van de opdracht wat in de eerste onderzoeksles afgerond moest worden. De uitleg verliep goed en nadat ik een aantal een verlengde instructie gaf ging de hele groep bezig met het bedenken van hun eigen karakters in het middeleeuws dorpje. Tot mijn verbazing waren alle groepjes op twee uitzonderingen na helemaal bezig met het ontwerpen van hun eigen karakters. De overige groepjes heb ik een voorzetje gegeven, dan hoeven ze niet helemaal een persoon te bedenken, maar liet ik beide het dagelijkse leven van een horige uitwerken. Na mijn voorzet gingen beide groepjes een kopdoelpunt maken door goed bezig te zijn met het uitwerken van de vragen die ze voor een horige moesten beantwoorden.

Nadat de leerlingen twintig minuten met de les bezig waren had ik het werk even stop gezet en de filmpjes laten zien die het inlevingsvermogen zou stimuleren door hun beeld van het middeleeuwen van wat beeldmateriaal te voorzien. Hierdoor kregen een aantal hernieuwde inspiratie om hun karakters te ontwikkelen. Na een volgende tien minuten waren de eerste al klaar en liet ik hun alvast spelen met de dobbelstenen die ik had meegenomen. Zelfs zonder opdracht kunnen ze zich daarmee een tijd lang vermaken. In de laatste tien minuten van de les vroeg ik aan de verschillende groepjes om kort hun karakter te vertellen. Hierdoor kreeg ik zicht op 5 verschillende karakters, waaronder een:

  • Ridder
  • Heer
  • Twee horigen
  • Struikrover

Een geslaagde les en een mooie aanzet voor de tweede onderzoeksles.

Les 2

De tweede les begon met een klaslokaal die al verdeeld was in groepjes, zodat de leerlingen meteen in hun eigen groepjes konden zitten. Op papier heb ik een verhaal geschreven waarin alle karakters van de groepjes naar voren kwamen. Ster van de show was een ridder genaamd Niels Bos, die als ridder het gebied moest verdedigen. De les begon ik door de karakters te laten introduceren door de groepjes zelf. Zo kregen we meteen al verschillende namen die in het verhaal vertegenwoordigd werden:

  • Niels Bos (Ridder)
  • August Landman (Heer)
  • Lydia (Horige)
  • Herman (Horige)
  • Bob de Struikrover

Nadat ze kort zichzelf hadden voorgesteld ging ik de setting neerzetten in het middeleeuwse dorpje, waarna ik aan de heer het woord gaf te vertellen wat zijn taak was voor de dag, ‘orde bewaren en rechtspreken’ kreeg ik terug. Hetzelfde vroeg ik aan de overige karakters. Toen we aankwamen bij de struikrover vroeg ik ook aan het groepje: ‘waarom is Bob eigenlijk struikrover geworden?’. Daar hadden ze nog geen antwoord op, maar ze wisten wel wat een struikrover deed, namelijk zwakkeren beroven. Dus daar begon het verhaal.

Ik zette een PowerPoint op met een stuk land waar een horige, Herman & Lydia, aan het werk waren. Ik vroeg aan de groepjes wat voor werk ze op het land aan het doen waren en als antwoord kreeg ik terug: ‘de oogst binnenhalen voor de heer van het domein’. Door dit antwoord was ik blij te horen dat zelfs de begrippen in antwoorden terugkwamen.

In het verhaal ging Bob de struikrover de Horigen aanvallen en heeft die zelfs Herman de horige kunnen verwonden(!), de groepjes waren zeer enthousiast over de confrontatie. Het nieuws kwam via een NPC bij de heer, August, aan. Die ging samen met de ridder, Niels, op het paard naar de plek van de confrontatie. Daar was Bob nog steeds te vinden, terwijl Lydia gevlucht was en Herman verwond ook bescherming zocht. De heer gaf aan Niels het bevel om Bob te grazen te nemen. Dit zorgde voor een mooi schouwspel tussen de struikrover en Niels waarin de leerlingen super enthousiast met dobbelstenen aan het rollen waren. Achterin zat ook de teamleider zichtbaar te genieten van wat voor haar in de les plaatsvond.

Op het einde had de ridder de struikrover ontwapend en kwam de heer weer in het spel. Gelukkig eindigde het verhaal heel PG13, aangezien de struikrover werd laten gaan onder de belofte te stoppen met struikroven en daarmee werd ook het verhaal gestopt.

Ik merkte op dat er te weinig tijd was om de kennisquiz uit te delen, dus schrapte ik dat onderdeel en heb ik de leerlingen de enquête laten invullen, met mooie resultaten, zie in de bijlage de specificaties. Ook de teamleider was enthousiast, zie in de bijlage voor de concrete info.

Zowel de teamleider als de feedback van de leerlingen bevestigen mijn positieve gevoel. Uiteraard is er altijd een enkele leerlingen die geen fan is van deze opdrachten, maar het gros heeft een mooie tijd gehad tijdens de les, dat in combinatie met het feit dat ze wat geleerd hebben bewijzen voor mij dat het een succesvolle lessenserie was. De leerlingen waren zo enthousiast bezig met de opdracht en dat heeft ervoor gezorgd dat voornamelijk de afsluitende les succesvol was verlopen. Ik heb wel opgemerkt dat de klas pedagogisch wel een mooie samenstelling moet zijn om dit project ook in andere klassen te kunnen laten slagen. Wanneer dit niet het geval is zal het heel lastig zijn om voornamelijk de tweede onderzoeksles succesvol te kunnen afronden.

Toekomst van DWD

15 april 2022. 

Na een lange lesweek ben ik weer op mijn vrije vrijdag bezig met een verslag voor de NHL. Echter, in tegenstelling tot degene die ik twee weken geleden heb ingeleverd ben ik hier wél enorm enthousiast over. Voor zover ik weet hebben nog weinigen geprobeerd D&D te verwerken in een vakdidactische werkvorm in het geschiedenisonderwijs. Uiteraard is er al veel gezegd over historische empathie en op basis van deze onderzoeken heb ik mijn onderzoeklessen verantwoord en uitgewerkt, maar ik heb het gevoel dat ik het onderste nog lang niet uit de kan heb gehaald met Dungeons Without Dragons. Mijn plan is als ik ben afgestudeerd, en ik heb weer een nieuwe baan in het onderwijs als geschiedenisleraar, dat ik dan nogmaals naar het project Dungeons Without Dragons ga kijken en het groter ga uitwerken. Wie weet wat het dan gaat opleveren!

Bijlagen

Werkvorm: ontwerp je eigen middeleeuws persoon

Je gaat in een groepje aan de slag met het ontwerpen van een persoon die zou passen in de Middeleeuwen. Je bedenkt hiervoor tenminste een naam die zou passen in de middeleeuwen en probeert zoveel mogelijk antwoord te geven op de onderstaande vragen. Wanneer dit niet binnen je groepje van 3-4 lukt dan mag je de docent om hulp vragen en krijg je hulp waar je informatie vandaan zou kunnen halen.

Onderdeel 1:

Daarmee geef je antwoord op tenminste de volgende vragen:

  • Hoe heet dit persoon?
  • Hoe oud is hij/zij?
  • Wat voor werk doet hij/zij?
  • Wat voor functie in de samenleving beroept hij/zij zich op?
  • Uit wat voor gezin komt degene?
  • Wat voor kleding draagt jouw karakter?
  • Wat voor spullen zou diegene bij zich dragen?
  • Beschrijf in een verhaal hoe een dag in het leven van deze persoon eruit zou zien. Geef antwoord op de onderstaande vragen.
    1. Waar wordt hij/zijn wakker?
    2. In wat voor huis woont hij/zij?
    3. Wat is de belangrijkste taak op die dag?

Probeer elke vraag zo uitgebreid mogelijk te beantwoorden. Wanneer je daarmee klaar bent mag je verder gaan met onderdeel 2.

Onderdeel 2:

Terwijl je gebruik maakt van de informatie die je bij onderdeel 1 hebt opgeschreven ga je proberen in je schrift of op je device jouw persoon uit te tekenen. Zorg ervoor dat het lijkt alsof deze persoon echt uit de middeleeuwen komt.

Observatieformulier

Ingevuld door mijn teamleider Bea Tammes Buirs op 9 maart 2022.

Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijving

 

 

Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijving

 

 

 

Leerlingenenquête

Hieronder volgt de uitslag van de leerlingenenquête. De leerlingen kregen tijdens de les de onderstaande vragen voor zich om te beoordelen.

Stelling

Helemaal mee oneens

Oneens

Neutraal

Eens

Helemaal mee eens

De afgelopen lessen waren leuk.

x

x

2

7

8

Het taalgebruik was duidelijk.

x

x

1

9

7

Ik wist goed wat er van mij verwacht werd.

x

1

5

8

3

Ik heb veel geleerd tijdens de lessen.

x

1

4

8

4

De docent was duidelijk te verstaan.

x

x

6

4

7

Als ik een onderdeel niet begreep kon ik dat aan de docent vragen.

x

1

6

7

3

Ik vond deze manier van werken prettig.

x

1

4

8

4

Het groepje waar ik aan het werk was werkte goed.

x

1

7

5

4

De manier van werken vond ik leerzamer dan normale lessen.

x

3

5

6

3

Tijdens de les was ik actief bezig met geschiedenis.

x

1

4

6

6

Tijdens de les kon ik me goed verplaatsen in mijn ontwikkelde karakter.

1

2

6

7

1

Het verhaal tijdens de les was goed te volgen.

x

1

3

7

6

 

Lesplanformulier 1

Onderdeel van de les 1

Tijd

Lesinhoud

Leeractiviteit: Wat doet de leerling?

Onderwijsactiviteit: Wat doe ik?

Vakdidactische werkvormen

Middel om leseffectiviteit te bepalen

Binnenkomst leerlingen.

5 min

 

 

 

Komt binnen, gaat zitten, pakt spullen erbij.

Staat bij de deur en begroet de leerlingen.

 

/

Terugblik

5 min

 

Activeren van de voorkennis. De benodigde begrippen en kennis wordt verbaal opgehaald bij de leerlingen.

Activeren voorkennis

Starten van de les, voorkennis leerlingen ophalen.

Onderwijsleergesprek

/

Instructie

10 min

 

 

 

Uitleg van de opdracht.

Aantekeningen maken, eventueel vragen stellen.

Uitleg geven over het onderwerp. Stilte bewaren en eventueel vragen beantwoorden.

Klassikale instructie + verlengde instructie indien nodig.

/

Aan de slag!  

35 min

 

 

 

Leerlingen zijn bezig met de opdracht terwijl de docent rondloopt en vragen beantwoord of leerlingen van extra informatie/instructie voorziet.

Opdracht maken in groepjes van drie tot vier.  

Controleren of de leerlingen goed met de opdracht bezig gaan. Extra begeleiden indien nodig.

Historisch empathische vragenlijst beantwoorden en een middeleeuws karakter bedenken.

/

Reflectie & afsluiting

5 min

Terugblik op de gegeven les en leerlingen mogen zich uitspreken over het verloop van de les.



 

Nog een laatste keer luisteren naar de docent en reflecteren op de les.

Reflectie op de les vormgeven en dan afscheid nemen.

Klassikale afsluiting.

/

 

 

Lesplanformulier 2

Onderdeel van de les 2

Tijd

Lesinhoud

Leeractiviteit: Wat doet de leerling?

Onderwijsactiviteit: Wat doe ik?

Vakdidactische werkvormen

Middel om leseffectiviteit te bepalen

Binnenkomst leerlingen.

5 min

 

 

 

Komt binnen, gaat zitten, pakt spullen erbij.

Staat bij de deur en begroet de leerlingen.

 

Observatie teamleider + enquête leerlingen.

Terugblik

5 min

 

Activeren van de voorkennis. De benodigde begrippen en kennis wordt verbaal opgehaald bij de leerlingen. Hiernaast wordt er gekeken naar de karakters die de leerlingen hebben opgericht.

Activeren voorkennis

Les beginnen, leerlingen vragen om hun spullen te pakken en de herhaling toelichten.

Onderwijsleergesprek

Observatie teamleider + enquête leerlingen.

Verhaal Middeleeuwen

40 min

 

 

 

De vertelling van het verhaal terwijl er gebruik wordt gemaakt van alle karakters die de leerlingen hebben opgericht.

Luisteren naar het verhaal en vullen de gaten voor hun karakter in.

Verteld het verhaal en betrekt de leerlingen zoveel mogelijk.

Historisch verhaal vertellen.

Observatie teamleider + enquête leerlingen.

Reflectie op lessenserie.

10 min

 

 

 

Kennisquizje laten invullen en enquête over lessenserie afnemen.

Individueel met vragenlijsten bezig.

Zorgen dat de leerlingen in stilte met de enquêtes beziggaan.

Vragenlijst en enquête.

Observatie teamleider + enquête leerlingen.

Afsluiting

5 min

Terugblik op de gegeven les en leerlingen mogen zich uitspreken over het verloop van de les.



 

Nog een laatste keer luisteren naar de docent en reflecteren op de les.

Reflectie op de les vormgeven en dan afscheid nemen.

Klassikale afsluiting

Observatie teamleider + enquête leerlingen.

  • Het arrangement Dungeons Without Dragons is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Frank van Niejenhuis
    Laatst gewijzigd
    2022-06-25 17:55:34
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Het doel van de lessenserie is in te spelen op het historisch empathische vermogen van middelbare scholieren door een karakter te ontwikkelen die in een historische setting zou kunnen leven. Dan onder leiding van een docent beleefd deze karakter zaken die ertoe leiden de kennis van die historische setting te kennen en te begrijpen.
    Leerinhoud en doelen
    De tijd van monniken en ridders; Hofstelsel, het leenstelsel en de horigheid; Hofstelsel en horigheid; Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leraar
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    d&d, dungeons & dragons, dungeons without dragons, geschiedenis, historische empathie, historische vaardigheden, inlevingsvermogen, middeleeuwen, onderwijs, vakdidactiek geschiedenis
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.