Uitscheidingsstelsel - kopie 1

Warm welkom

Vanwege de coronacrisis is er even geen "frontaal"onderwijs mogelijk. 

Om jullie zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn heb ik deze wikiwijs gemaakt omtrent het volgende anatomie onderdeel en dat gaat over de anatomie en pathologie van de nieren en mannelijke geslachtsorganen

Inleiding

In deze wiki zullen we de volgende onderdelen behandelen met als doel het opdoen van kennis over het uitscheidingsstelsel.

  1. Het urinewegstelsel.
  2. De renes (nieren). De renes zijn een onderdeel van het urinewegstelsel maar omdat hun aandeel erg groot is verdiend het extra aandacht en daardoor ook een eigen hoofdstuk.
  3. De huid.

De longen zijn ook een onderdeel van het uitscheidingsstelsel maar deze komen aan bod bij de wiki ademhaling. Dit maakt dat wij het niet verwerkt hebben in deze wiki over het uitscheidingsstelsel.

Ieder hoofdstuk bevat een digitale didactiek waarmee je aan het werk gaat over het onderwerp. Daarnaast wordt ieder hoofdstuk afgesloten met een formatieve toets. Deze toets geeft inzicht in de kennis die je al hebt maar ook wat nog aandacht verdient. Deze wiki sluiten we af met een aantal casussen. Door het "probleem" op te lossen van de casus krijg je inzichtelijk of je de theorie begrepen hebt en kunt toepassen.

 

Succes!

 

Uitscheidingsstelsel

In dit filmpje maak je in het kort kennis met het thema uitscheidingsstelsel. Tijdens deze wiki gaan we op alle onderdelen dieper in.

Uitscheidingsstelsel

1. Urinewegstelsel

In dit hoofdstuk gaan we het urinewegstelsel behandelen en dan met name de ureters (urineleiders), de vesica (blaas) en de urethra (urinebuis). De renes (nieren) komen in het volgende hoofdstuk uitgebreider aan bod. We laten je ook kennis maken met het programma WTRS dit programma helpt je om de Latijnse benamingen te oefenen. Voor dit programma heb je een account nodig. Je kunt je registreren via deze link https://leren.wrts.nl/registreren (link opent in een ander tabblad).

Dit hoofdstuk sluiten we af met een formatieve kennistoets. Deze toets geeft je inzicht of je de behandelde stof voldoende eigen hebt gemaakt.

1.1. Anatomie en fysiologie

Afbeelding 1
Afbeelding 1
Het urinewegstelsel bestaat uit een aantal organen die mictie (urine) produceren en vervolgens afvoeren. Het heeft twee delen, namelijk de hogere urinewegen en de lagere urinewegen. Tot de hogere urinewegen behoren de renes (nieren) en de ureters (urineleiders). De vesica (blaas) en de urethra (urinebuis) behoren tot de lagere urinewegen. De urinewegen zijn vanaf de renes (nieren) aan de binnenzijde bekleed met urotheel (slijmvlies). Urotheelweefsel komt alleen voor in de urinewegen.
Renes (nieren) de filters
Hoog achterin je buikholte bevinden zich twee nieren. Deze organen bestaan uit miljoenen piepkleine filtertjes. De filtertjes hebben twee onderdelen: een filter die allerlei stoffen uit het bloed haalt en een buisje dat ook als filter fungeert, maar daarnaast de nuttige stoffen terugvoert naar het bloed. Per minuut wordt er zo een liter bloed gefilterd. De overgebleven afvalstoffen en het vocht vormen samen de urine. Deze komt als eerste terecht in een reservoir genaamd het nierbekken. In het volgende hoofdstuk gaan we hier dieper op in.
Ureters (urineleiders)                                                                                         
Vanuit het nierbekken stroomt de urine naar de urineleiders (ureters). Bij volwassenen zijn dat holle buizen van 25 tot 35 centimeter lang met een doorsnede van een potlood. Ze vormen de verbinding tussen de renes (nieren) en de vesica (blaas). Per seconde loopt er ongeveer een druppel urine door. De ureters (urineleider) kunnen zich in een golfbeweging samentrekken (peristaltiek) en transporteren zo de urine. Aan het eind van beide urineleiders zit een soort ventiel dat ervoor zorgt dat urine niet meer kan terugstromen naar je nieren.
 

Lagere urinewegen

Vesica (blaas)                                                                                                         
De vesica (blaas) is een holle, bolvormige spier waarin de urine zich tijdelijk verzamelt. De binnenkant bestaat uit een waterdichte laag slijmvlies. Er past 400 à 1500 milliliter vocht in. Bij 800 milliliter ervaren de meeste mensen al een aandrang tot toiletteren. De vesica (blaas) ligt in het kleine bekken; bij de vrouw voor en onder de baarmoeder. De blaasuitgang wordt door een krachtige sluitspier afgesloten. Bij toename van de hoeveelheid urine worden de gevoelszenuwen in de blaaswand geprikkeld. Via het ruggenmerg bereikt deze prikkel de hersenen. Op de terugweg leidt de impuls tot verslapping van de sluitspier, de (mictie) urine loopt weg en de blaas ontspant zich. Het urineren is gedeeltelijk een reflex en gedeeltelijk een aangeleerd proces.
 
Urethra (urinebuis)                                                                                                                                         In de bodem van de vesica (blaas) zit een opening die naar de urethra (urinebuis) leidt. De urethra is een buisvormig orgaan, dat bij de man de mictie (urine) van de blaashals tot de uitmonding van de penis voert en 20 tot 25 cm lang is. Via de urethra vindt ook de zaadlozing plaats; de zaadleider mondt ongeveer in het midden van de urethra (urinebuis) uit. De vrouwelijke urethra is slechts 2,5 tot 4 cm lang en mondt dicht boven de schede-ingang uit. Rondom de urethra zit een sluitspier die de buis dichtknijpt, zodat je geen urine verliest. Als je urineert, ontspant deze spier zich en stroomt de mictie (urine) via de urethra (urinebuis) naar buiten. De bekkenbodemspieren zorgen ervoor dat de vesica op zijn plek blijft.
 
 

1.3. Pathologie

Cystitis (blaasontsteking)

Een cystitis (blaasontsteking) is een infectie van de vesica (blaas) die ontstaat doordat opstijgende bacteriën vanuit de huid de vesica bereiken via de uretrhra (urinebuis). Vrouwen hebben vaker cystitis dan mannen, omdat hun urethra korter is.

Oorzaken
  1. Het binnendringen van bacteriën in de vesica (blaas): bij een verminderde weerstand kunnen bacteriën makkelijker binnendringen.
  2. Slechte of juist te goede hygiëne: bij het verkeerd afvegen van de billen is er een kans om darmbacteriën de urethra (urinebuis) in te vegen. De schaamstreek wassen met zeep verandert de zuurgraad van de geslachtsorganen. Bacteriën kunnen in een zure omgeving moeilijk overleven. Het advies is om de vagina alleen met water te wassen.
  3. Lichamelijke afwijkingen: baarmoederverzakking of prostaatvergroting kunnen cystitis (blaasontsteking) veroorzaken. Door deze afwijkingen kan niet alle urine worden uit geplast. Hierdoor blijft steeds een restje micti (urine) achter in de vesica waarin bacteriën zich kunnen vermenigvuldigen.
Symptomen
  • Vaak moeten urineren
  • Pijn tijdens het urineren
  • Een branderig gevoel bij het urineren
  • Troebele mictie (urine)
  • Stinkende mictie
  • Bloed in de mictie, al komt dit niet vaak voor
  • Pijn in de buik of onder in de rug
  • Donkere of geconcentreerde mictie
De infectie kan ook opstijgen naar de renes (nieren), waardoor een pyelonefritis (nierbekkenontsteking) ontstaat.
Een lichte cystitis gaat vaak vanzelf over, bij een zwaardere ontsteking is behandeling met antibiotica nodig.

Cystitis

In onderstaand filmpje komt cystitis (blaasontsteking) aan bod. Hier laten ze doormiddel van animatie zien wat de oorzaken kunnen zijn van cystitis en hoe je het kunt behandelen en eventueel kunt voorkomen.

Cystitis

Incontinentie

Incontinentie is een aandoening waarbij de mictie (urine) of feces (ontlasting) niet kan worden opgehouden. Men heeft dan de beheersing over de vesica (blaas) of de beheersing over de sluitspier van de anus verloren.

Incontinentie wordt onderscheiden in twee vormen:

  • Mictie-incontinentie (urine)
  • Fecesincontinentie (ontlasting)

Mictie-incontinentie kent verschillende vormen.

  • Stressincontinentie: urineverlies bij lichamelijke inspanning, zoals traplopen, tillen, hoesten, niesen, lachen en plotselinge houdingveranderingen.
  • Aandrangincontinentie: vaak plotselinge aandrang om te urineren.
  • Neurogene incontinentie: incontinentie die ontstaat doordat signalen van de zenuwen die de vesica (blaas) en sluitspieren besturen, niet goed meer worden doorgegeven.
  • Overloop- of druppelincontinentie: urineverlies zonder aandrang om te urineren. Dit urineverlies ontstaat door een overvolle vesica (blaas).

Aan deze verschillende incontinentievormen liggen weer meerdere oorzaken ten grondslag. In veel gevallen en met name bij vrouwen zijn de bekkenbodemspieren verslapt. Soms is de vesica (blaas) extra gevoelig voor prikkels (overactieve vesica). In andere gevallen ontstaat er druk op de vesica door een gezwel (bijvoorbeeld bij prostaatvergroting) of zijn er problemen met de zenuw- of spieraansturing (bijvoorbeeld door neurologische aandoeningen).

 

Oorzaken en syptomen

In onderstaand filmpje wordt er via een animatie uitgelegd wat de oorzaken en sypmtomen zijn van incontinentie.

Incontinentie

Urethritis

De binnenkant van de urethra (urinebuis) is bekleed met een slijmvlieslaagje. Wanneer dit laagje ontstoken raakt, spreek je van urethritis (urinebuisontsteking).

Oorzaken
Bij mannen wordt dit meestal veroorzaakt door seksueel overdraagbare aandoeningen, zoals een infectie met bacteriën (bijvoorbeeld gonokokken) of virussen (bijvoorbeeld HSV-virus, herpes). Bij vrouwen kan de ontsteking ontstaan door een lage obstructie van de urinewegen, ter hoogte van de urethra.
 
Symptomen
De klachten van urethritis lijken op die van een blaasontsteking en (tot zekere mate) op die van een pyelonefritis (nierbekkenontsteking). Urethritis geeft namelijk een branderig of pijnlijk gevoel bij het urineren. De pijn kan zo heftig zijn dat urineren niet lukt. De mictie (urine) kan bloed en soms ook gele pus bevatten. Bij vrouwen kan etterige afscheiding voorkomen. Ook is het hebben van hevige jeuk een veel voorkomend symptoom. De infectie kan littekenvorming veroorzaken. Daardoor kan een deel van de urethra (urinebuis) vernauwen, wat urineren bemoeilijkt.

Afhankelijk van de oorzaak is urethritis goed te behandelen met antibiotica.

Blaaskanker

Blaaskanker is kanker van de vesica (blaas). Blaaskanker ontstaat meestal vanuit epitheelcellen in het urotheel (slijmvliesweefsel). Dit weefsel bekleedt de binnenkant van de vesica. Een ander woord blaaskanker is blaascarcinoom of urotheelcarcinoom.

Oorzaken
De oorzaak is niet bekend. Er zijn wel factoren die een duidelijke invloed hebben op het ontstaan van tumoren in de blaas: (we spreken pas van kanker als de tumor kwaadaardige is).
  • Roken.
  • Chronische infectie van de vesica (blaas).
  • Langdurige irritatie door calculi (blaasstenen, kleine samenklonteringen van chemische afvalstoffen in de vesica).
  • Het veel in aanraking zijn geweest met aromatische aminen (kankerverwekkende stoffen).
Symptomen
  • Bloed in de urine.
  • Pijn bij het urineren
  • Vaak moeten urineren.
Klachten kunnen ook komen door een reactie van het lichaam op de tumor
  • Aanhoudende koorts
  • Een gevoel van lusteloosheid
  • Lang moe zijn zonder duidelijke redenen
  • ’s Nachts zweten
  • Onverklaarbaar gewichtsverlies
  • Verlies van eetlust

De klachten uit het rijtje hierboven komen vooral voor als de tumor is doorgegroeid in de spierlaag van de vesica, of als de tumor uitgezaaid is.

Soorten blaaskanker

Blaaskanker is onder te verdelen in:

  • Niet-spierinvasieve blaaskanker (oppervlakkige blaaskanker): de kankercellen zitten alleen in het slijmvliesweefsel van de vesica (blaas). (70% van de blaaskankers is niet-spierinvasief)
  • Spierinvasieve blaaskanker: de tumor is doorgegroeid in de spierlaag van de vesica. (30% van de blaaskankers blijkt bij diagnose spierinvasief te zijn).

Eigenlijk zijn het verschillende stadia van blaaskanker. Een niet-spierinvasieve blaastumor kan namelijk overgaan in een spierinvasieve blaastumor. Dit gebeurt bij ongeveer 1 op de 3 tumoren.

Bij blaaskanker kan ook sprake zijn van een carcinoma in situ (CIS).
Een CIS is een plekje dat bestaat uit kwaadaardige cellen die nog niet het omliggende weefsel zijn ingegroeid of uitgegroeid (situ is Latijns voor op zijn plaats). Een CIS kan op zichzelf voorkomen, maar kan ook voorkomen naast een niet-spierinvasieve blaastumor.

Groeiwijze

Afbeelding 2
Afbeelding 2

Blaastumoren kunnen op verschillende manieren groeien:

  • Als een platte of vlakke, fluweelachtige afwijking van het slijmvlies. Soms is deze en beetje rood. Een carcinoma in situ groeit vaak op deze manier.  
  • Als een klein gezwel in de vorm van een druiventros of bloemkool. Het gezwel steekt de blaasholte in en is met een dun steeltje verbonden aan de blaaswand. Vaak is dit bij een niet-spierinvasieve tumor.
  • Als een solide gezwel dat in de blaasholte steekt en met een stevige, brede steel vastzit aan de blaaswand. Bijvoorbeeld bij een spierinvasieve tumor.

Als de tumor in de diepere lagen van de blaaswand groeit, kunnen cellen losraken van de tumor. Deze cellen kunnen ergens anders in het lichaam gaan zitten en verder uitgroeien. Dit zijn metastasering (uitzaaiingen). Blaaskanker kan bijvoorbeeld uitzaaien naar de lever, longen of botten.

Oorzaak en behandeling

In onderstaande film komt blaaskanker en de behandeling van blaaskanker aan bod.

Kanker

1.4. Kennistest urinewegstelsel

Open de link; Quizlet kennistest en maak de toets. De toets bestaat uit zeven open en zeven meerkeuze vragen. Denk hierbij aan de latijnse benamingen. Na het maken van de toets kun je de antwoorden controleren. Scoor je minder dan 70% dan raden wij aan om dit hoofdstuk nog eens te doorlopen.

Daarnaast bestaat de mogelijkheid om de quizlet verder te onderzoeken, deze bevat namelijk ook mogelijkheden om op een speelse manier te leren. Gebruik daarvoor deze link; quizlet-maakt-leren-leuk.

Succes!

2. Renes

In onderstaand filmpje wordt in het kort uitgelegd hoe de renes (nieren) werken en wat hun functie is.

Werking van de renes

2.1. Anatomie en fysiologie

Afbeelding 3
Afbeelding 3

De renes (nieren) zijn boonvormige organen die zich links en rechts achteraan in de buik bevinden. Ze zijn 10 tot 12 cm groot en wegen elk ongeveer 200 gram. De renes (nieren) werken samen als een soort waterzuiveringsstation om het plasmawater te zuiveren. Daarom worden ze rijkelijk van bloed voorzien. Bij elke hartslag wordt één vierde van de bloedstroom naar de renes geleid via twee grote bloedvaten die haaks van de buikslagader aftakken. De geproduceerde mictie (urine) wordt via ureters (urineleiders) naar de vesica (blaas) gebracht.

Renes

Afbeelding 4
Afbeelding 4

Wanneer we de renes van dichterbij bekijken, noteren we een cortex (schors) en een medulla (merggedeelte). In de cortex bevinden zich de glomeruli (nierfilters) en in de piramides van medulla (merggedeelte), vinden we de tubuli (nierbuisjes). Alle tubuli monden uit in een kelkvormig verzamelsysteem wat het pyelum wordt genoemd. Van hieruit vertrekt de mictie (urine) via de ureters (urineleider) naar de vesica (blaas).

De glomeruli (nierfilters), te vergelijken met een vergiet, laten een belangrijk deel van het plasmawater weglekken naar de buisjes. Ze hebben hiervoor een half doorlaatbaar vlies, dat de bloedcellen en de plasma-eiwitten tegenhoudt.

De tubuli (nierbuisjes) recupereren alle nuttige stoffen uit deze ruwe mictie (urine), waaronder suiker, veel zouten en nog meer vocht. Ze bepalen de eindsamenstelling van de mictie onder invloed van tal van hormonen. Per glomeruli kan de bloedtoe- en afvoer fijn geregeld worden, zodat niet teveel maar ook niet te weinig vocht geëlimineerd wordt.

Goede nierwerking is levensnoodzakelijk.
We hebben de nieren zo broodnodig dat we er twee hebben gekregen. Ze hebben in normale omstandigheden echter zoveel reserve dat we er ook één kunnen missen.

Hoofdfuncties van de renes

Afbeelding 5
Afbeelding 5
Afvalstoffen verwijderen
De renes (nier) verwijdert honderden verschillende afvalstoffen tegelijk. Eén daarvan is creatinine, een afbraakproduct van de spieren. Aan de hoeveelheid van deze afvalstof in het bloed wordt de nierwerking gemeten. Globaal genomen is de nierwerking dus slechter naar mate de hoeveelheid creatinine in het bloed groter is. Veel afvalstoffen komen uit de voeding, reden waarom de nierzieke patiënt zeer vaak een dieet moet volgen. Andere bekende afvalstoffen zijn ureum, kalium en fosfor.
 
Regeling bloeddruk
De renes regelt de bloeddruk op 2 manieren; door de hoeveelheid vocht in het lichaam te regelen en door hormonen af te scheiden. De meeste mensen met een nierziekte krijgen een te hoge bloeddruk waarvoor vaak medicatie nodig is.
 
Correctie van acidose
De zuurtegraad van het bloed moet binnen nauwe grenzen blijven, opdat het lichaam optimaal zou functioneren. De renes speelt hierin een belangrijke rol.
 
Vitamine D
Vitamine D wordt in zijn actieve vorm omgezet in de renes. Deze vitamine is nodig voor een goede botontwikkeling. Stoornissen in vitamine D hoeveelheid zullen calciumproblemen veroorzaken en een afwijkende werking van de bijschildklieren. Dit kan dan op zijn beurt weer aanleiding geven tot botontkalking en aderverkalking.
 
Erythropoitine
De renes produceert erythropoitine, een hormoon noodzakelijk voor de aanmaak van rode bloedcellen in het beenmerg. Dit hormoon is het bekendst onder zijn afkorting EPO. Patiënten met nierziekten krijgen dit hormoon ingespoten om bloedarmoede te bestrijden. Topsporters misbruiken dit hormoon om betere prestaties te kunnen leveren.

2.2. Nearpod renes

Voor dit digitale programma, Nearpod, heb je geen account nodig. Inloggen met een naam is wel nodig om met het programma aan de slag te kunnen. Het kan enkele seconden duren voordat het programma hieronder is opgestart. Via bovenstaande link wordt het programma geopend in een ander tabblad. De opdracht is het tekenen van een doorsnede van een ren. Dus laat je creativiteit de vrij loop.

2.3. Pathologie

Wanneer je renes (nieren) niet goed werken kun je last krijgen van:

  • metabole acidose: verzuring van je lichaam, dan heeft je bloed een te lage zuurgraad. De renes zorgen voor het op peil houden van een juiste zuurgraad en ze spelen een rol bij de stofwisseling. Je kunt last hebben van hoofdpijn, futloosheid, slaperigheid en in ernstige gevallen misselijkheid, overgeven, diarree, uitdroging, verlies van eetlust, slecht groeien of zelfs bewusteloosheid.
  • hypo-/hypernatriëmie: een te laag of juist te hoog natriumgehalte in het bloed. De renes proberen het natriumgehalte op een constant peil te houden. Als ze niet goed werken kan je natriumgehalte uit balans raken. Je hebt dan last van misselijkheid en futloosheid, soms met overgeven, hoofdpijn, slaperigheid en verminderd bewustzijn. Bij een ernstig tekort kunnen er stuipen optreden en kun je in coma raken.
  • hematurie: bloed in de mictie (urine), doordat de filterwerking van de glomerulus kapot is en er rode bloedcellen worden doorgelaten. Hiervan heb je meestal geen klachten. Pas als er heel veel bloed verloren gaat en je anemie (bloedarmoede) krijgt kun je last krijgen van moeheid.
  • proteïnurie: eiwit in de mictie (urine), doordat de filterwerking van de glomerulus kapot is en er eiwitten worden doorgelaten. Hierdoor kan je weefsel vocht aantrekken en ontstaat er oedeem. Dan krijg je zwellingen in je huid op plaatsen waar het bindweefsel ‘losmazig’ is, zoals je oogleden.
  • hypertensie: hoge bloeddruk. Hypertensie kan veroorzaakt worden doordat je te veel water in je lichaam hebt, maar ook door de aanmaak van te veel hormonen zoals renine, aldosteron, adrenaline of door te veel zout in je bloed. Het geeft niet veel klachten, maar je kunt wel hoofdpijn krijgen. Ook kun je last hebben van duizeligheid, een licht gevoel in het hoofd en oorsuizen.
  • gevolgen van infecties/ontstekingen – verlittekening: als je witte bloedcellen een infectie te lijf gaan, krijg je een ontstekingsreactie. De chemische stoffen die uit de witte bloedcellen vrijkomen beschadigen je nierweefsel. Nadat de infectie is bestreden, blijft er een litteken in je ren (nier) over, net als bij een wondje op je huid dat is genezen. Dit litteken wordt gemaakt van bindweefsel en niet van niercellen. In plaats van werkende niercellen is een deel van je ren (nier) dus vervangen door bindweefsel dat niet werkt. Verlittekening is een teken en een oorzaak van nierinsufficiëntie. Litttekens kunnen hoge bloeddruk veroorzaken. Soms kun je de verlittekening met een echo zien en anders met een nucleair onderzoek.
  • anemie (bloedarmoede): een te laag gehalte rode bloedcellen. Rode bloedcellen heb je nodig om zuurstof door je lichaam te vervoeren naar al je weefsels, organen en je hersenen. Je hebt het hormoon epo nodig om nieuwe bloedcellen in je beenmerg aan te maken. Als je nieren niet goed meer werken, maken ze ook geen epo meer aan. Als je anemie hebt, ben je moe en heb je minder uithoudingsvermogen. Ook als je je maar een beetje inspant, raak je al buiten adem. Je huid en lippen gaan bleek zien en je kunt last krijgen van hoofdpijn, snelle hartslag, duizeligheid en flauwvallen.
  • botontkalking: de renes zijn belangrijk voor het omzetten van vitamine D in een actieve vorm die calcium en fosfaat uit de voeding haalt en calcium recyclet in de nier, zodat je botten sterk blijven. Als de renes niet goed werken krijg je een tekort aan vitamine D en daardoor een tekort aan calcium en fosfaat, met als gevolg botontkalking. De kans op botbreuken is dan groter.

Anemie

In onderstaand filmpje krijg je uitleg over anemie (bloedarmoede).

Anemie (bloedarmoede)

Acute Glomerulonefritis

Acute Glomerulonefritis (nieraandoening waarbij de glomeruli- een groepje bloedvaten omgeven door het kapsel van Bowman in de nefronen- van de nieren ontstoken zijn). Deze is meestal acuut maar kan als gevolg van bijvende beschadiging na een acute aanval chronisch worden. Deze aandoening kan op alle leeftijden voorkomen maar komt voornamelijk voor bij jonge kinderen en volgt meestal één tot vier weken na een huid-of keel infectie. Andere oorzaken van glomerulonefritis zijn virale infecties of parasitaire infecties.

De prognose van acute glomerulonefritis is goed. De normale nierfunctie herstelt meestal met een dieet en medicatie. Terugkomende aanvallen van acute glomerulonefritis kunnen leiden tot chronische glomerulonefritis.

 

 

Afbeelding 6
Afbeelding 6

Niercarcinoom

Deze vorm van kanker veroorzaakt vergroting van de ren (nier) en vernietiging van het nierweefsel. Renaalcelcarcinoom (niercarcinoom, hypernefroom of Grawitz-tumor) neemt ongeveer 2-3 % van alle kankers bij volwassenen voor zijn rekening , en 85% van alle kwaadaardige tumoren van de renes. Twee andere vormen van nierkanker, urotheelcelcarcinoom en Wilms-tumor zijn er vrantwoordelijk voor de andere 15%. Nierkanker komt tweemaal zoveel voor bij mannen als bij vrouwen en vooral op een leeftijd van 50-70 jaar.

Symptomen kunnen jaren onopgemerkt blijven. Als een tumor gaat groeien kan een gezwel in de buik gevoeld worden. Andere symptomen zijn pijn in de nierstreek, moeheid, gebrek aan eetlustgewichtsverlies en anemie (bloedarmoede).

De behandeling bestaat uit een combinatie van chemotherapie en chirurgie, soms aangevuld met radiothearpie.
De prognose is goed als er geen uitzaaiingen zijn.

 

Calculi Renalis

Afbeelding 7
Afbeelding 7

Calculi Renalis (nierstenen) kunnen aanwezig in de renes (nieren), de urethers (urineleiders), of de vesica (blaas) zonder klachten te veroorzaken. Kleine steentjes worden meestal spontaan uitgeplast, maar stenen groter dan 5 mm kunnen in de urethers (urineleiders) blijven steken.

Calculi Renalis (nierstenen) die vast komen te zitten in de urethers (urineleiders) veroorzaken hevige pijn in de rug die uitstraalt naar de lies en de schaamstreek ('niersteenkoliek') en gaan meestal gepaard met bewegingsdrang. Andere symptomen zijn misselijkheid, braken, en pijn bij het plassen.

Calculi Renalis (nierstenen) kunnen worden behandeld door medicatie die de stenen oplossen, zodat ze met de urine worden uitgescheiden. Lithotripsie (niersteenvergruizing) is mogelijk bij nierstenen die niet spontaan worden uitgeplast. Hierbij worden er geluidsgolven op de stenen gericht waardoor deze uiteen vallen.

Calculi Renalis (nierstenen) komen vaak terug. Om de kans hierop te verkleinen, moet de patient veel water drinken, en een dieet volgen met weinig dierlijke eiwitten en zout.

 

 

Nierinsufficiëntie

Met deze Nearpod kun je je inlezen en tevens je kennis testen door middel van interactieve 'testjes' tussen de theorie door. Het kan enkele seconden duren voordat het programma hieronder opent, via bovenstaande link wordt het programma geopend in een ander tabblad. Veel succes!

Dialyse

In onderstaand filmpje hoor je het verhaal van Thomas. Een ervaringsdeskundige op het gebied van dialyse.

Dialyse

2.4. Kennistest nieren

Om de kennis voor jezelf te testen en om te kijken of je de stof eigen hebt gemaakt kun je deze
Woordzoeker maken. Het is een woordzoeker waarbij het van belang is om de latijnse benamingen te zoeken. Denk je het antwoord op de vraag te weten zoek dan het woord in de woordzoeker. Heb je het woord gevonden selecteer dan de eerste en de laatste letter van het woord, waarbij het van belang is bij de eerste letter te beginnen. Is het antwoord juist dan zal het woord groen kleuren.
 
Voor de juiste antwoorden verwijzen wij je terug naar de tekst in dit hoofdstuk, de antwoorden zijn daarin terug te vinden.

 

3.1. Anatomie en fysiologie

Afbeelding 8
Afbeelding 8

3.2. Quizlet

Via deze link; Quizlet-over-de-huid ga je oefenen of je de benamingen kunt koppelen aan de doorsnede van de huid, klik hiervoor op de optie combineren.

Afbeelding 12
Afbeelding 12

Behandeling

4. Casuïstiek

In dit hoofdstuk komt al het geleerde samen en kun je voor jezelf kijken of je de geleerde kennis hebt begrepen. Je krijgt een drietal casussen waarbij aan jou gevraagd wordt:

  • Wat de oorzaak van de symptomen zou kunnen zijn.
  • Welke behandeling erbij past
  • Beargumenteren van je antwoord.
  • Het bijhouden van een stappenplan.

​In het stappenplan hou je bij welke stappen je hebt genomen om tot een oplossing te komen.

Als je het antwoord op het probleem denkt gevonden te hebben, ga je het proces dat je doorlopen hebt zelf beoordelen. Dit doe je aan de hand van een beoordelingsformulier. De laatste stap is het controleren van het antwoord.

Veel succes!

4.1. Casus 1

Casus 1

Jeanette, tweede jaars student, heeft pijn bij het urineren en er zit bloed in de mictie.

  1. Wat kan de oorzaak zijn van deze syptomen?
  2. Welke behandeling past daar bij?
  3. Beargumenteer je antwoord.
  4. Stappenplan naar de oplossing.

4.2. Casus 2

Casus 2

Brigitte, een magere vierdeklasser, is in twee weken tijd flink aangekomen. Vlak voor de vakantie had ze een zere keel, maar dit is vanzelf overgegaan. Haar buik is opgezet en ze heeft oedeem in haar benen en klaagt over pijn in haar buik. Urineonderzoek toont aan dat er eiwitten en bloed in de mictie zit.

  1. Wat kan de oorzaak zijn van deze syptomen?
  2. Welke behandeling past daar bij?
  3. Beargumenteer je antwoord.
  4. Stappenplan naar de oplossing.

4.3. Casus 3

Casus 3

De 39 jarige Daan die in de zomermaanden de nodige uren op de tennisbaan doorbracht, heeft een bloedend plekje achter zijn oor. Hij voelt wat ruw aan en wordt geleidelijk groter.

  1. Wat kan de oorzaak zijn van deze syptomen?
  2. Welke behandeling past daar bij?
  3. Beargumenteer je antwoord.
  4. Stappenplan naar de oplossing.

4.4. Beoordelen

Met onderstaand schema kun je jou proces en je antwoorden op de casussen beoordelen. Wees vooral kritische en haal er je voordeel uit. De antwoorden op de casus staan een pagina verder.

Afbeelding 13
Afbeelding 13

4.5. Antwoorden

Casus 1

Het bloed in de urine kan eventueel menstruatiebloed zijn, maar pijn bij het urineren is niet normaal. Doordat de urethra bij vrouwen relatief kort is, kunnen bacteriën makkelijker de vesica (blaas) bereiken en een cystitus (blaasontsteking) veroorzaken. De behandeling bestaat meestal uit een antibioticakuur. Als de klachten blijven bestaan is nader onderzoek nodig.

Casus 2

Acute Glomerulonefritis (nieraandoening waarbij de glomeruli- een groepje bloedvaten omgeven door het kapsel van Bowman in de nefronen- van de nieren ontstoken zijn). Deze is meestal acuut maar kan als gevolg van bijvende beschadiging na een acute aanval chronisch worden. De prognose van acute glomerulonefritis is goed. De normale nierfunctie herstelt meestal met een dieet en mediatie. Terugkomende aanvalen van acute glomerulonefritis kunnen leiden tot chronische glomerulonefritis.

Casus 3

Plaveiselcelcarcinoom. Deze vorm is een woekering van cellen in de stratum spinosum van de epidermis. De belangrijkste oorzaak is (langdurige) blootstelling aan zonlicht. Mensen met een lichte huid lopen een groter risico. Vandaar dat er regelmatig publiekscampagnes zijn waarin opgeroepen wordt om de (blanke) huid tegen de zon te beschermen. Plaveiselcelcarcinoom begint als een huidkleurig, ruw aanvoelend plekje, dat geleidelijk groter wordt. De aandoening kan over het hele lichaam voorkomen, maar wordt vooral gezien op de schedelhuid, de oren, het gezicht, de lippen, de onderarmen en de handruggen. Deze huidkanker is niet gevaarlijk, groeit alleen plaatselijk en zal zich niet uitzaaien. Zo nodig wordt de woekering verwijderd (bevriezing of excisie).

Hieronder vind je een Memorie over de anatomie van de nieren (door middel van de tool 'Nearpod'), hiermee sluiten we dit onderwerp af en ga je door naar het volgende onderwerp.

Klik op onderstaande link om bij de Memorie te komen, succes!

Opdrachten pathologie nieren

Pathologie nieren
quizlett om te kijken of je de Nederlandse en Latijnse woorden beheerst. Succes met oefenen.

Test jezelf!

7. Bronnenlijst

Boeken:

-Afbeelding 6. Zelman, M., Tompary, E., Raymond, J., Holdaway, P., & Mulvihill, M.L. (2014). Pathologie (7de druk). Amsterdam: Pearson Benelux.

-Afbeelding 7. Zelman, M., Tompary, E., Raymond, J., Holdaway, P., & Mulvihill, M.L. (2014). Pathologie (7de druk). Amsterdam: Pearson Benelux.

-Van Vuren, A., Dijkstra, P., & Smeets, B. (2012). Inleiding tot de gezondheidszorg. Amsterdam: Pearson Benelux.

-Watson, R. (2012). Zakboek Anatomie en fysiologie (1ste druk). Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers bv.

-Zelman, M., Tompary, E., Raymond, J., Holdaway, P., & Mulvihill, M.L. (2014). Pathologie (7de druk). Amsterdam: Pearson Benelux.

 

Internetbronnen:

-Afbeelding 1. Slingeland Ziekenhuis (2019). Geraadpleegd op 15-10-2019, van https://www.slingeland.nl

-Afbeelding 2. Kanker.nl (2017). Geraadpleegd op 15-10-2019, van https://kanker.nl

-Afbeelding 3. Jessa Ziekenhuis (2015). Geraadpleegd op 17-10-2019, van https://www.jessazh.be

-Afbeelding 4. GIF afbeelding (z.d.). Geraadpleegd op 17-10-2019, van https://biologielessen.nl/images/Bovenbouw/Homeostase/De_Nieren/Bouwenfunctievandenier.jpg 

-Afbeelding 5. Jessa Ziekenhuis (2015). Geraadpleegd op 17-10-2019, van  https://www.jessazh.be/content/wysiwyg/resizedmedia/189520_682x520/functie%20van%20de%20nieren.JPG

-Afbeelding 8. Gezonheidsplein (2019). Geraadpleegd op 20-10-2019, van  https://www.gezondheidsplein.nl/menselijk-lichaam/huid/item45072

-Afbeelding 9. Huidziekte.nl (z.d). Geraadpleegd op 20-10-2019, van https://www.huidziekten.nl

-Afbeelding 10. Huidarts.com kenniscentrum (z.d.) Geraadpleegd op 20-10-2019, van  https://www.huidarts.com

-Afbeelding 11. Huidziekte.nl (z.d). Geraadpleegd op 20-10-2019, van https://www.huidziekten.nl

-Afbeelding 12. Huidkanker (2016-2019). Geraadpleegd op 20-10-2019, van http://www.huidkanker.jouwweb.nl

-Afbeelding 13. Wikiwijs (2). Geraadpleegd op 22-10-2019, van https://maken.wikiwijs.nl//userfiles/9/90cd4d5dc12397e2bf2b3ad310b18131b40e4997.png

-Nearpod Renes. Nearpod.com (z.d.) Geraadpleegd op 22-10-2019, van https://app.nearpod.com/presentation?pin=RYEIO

-Ontdek Pivot Point [Pivot Point Lab]. (z.d.). Geraadpleegd op 18-09-2019, van https://pivotpoint.be

-Quizlet over de huid. Quizlet.com (.z.d.). Geraadpleegd op 20-10-2019, van https://quizlet.com/nl/447270292/doorsnede-van-de-huid-diagram/

-Woordzoeker. Puzzel.org (z.d.). Geraadpleegd op 29-10-2019, van https://puzzel.org/nl/wordseeker/play?p=-LsTG-H_ouVCHzyewST9

-WRTS (z.d). Geraadpleegd op 10-10-2019, van http://leren.wrts.nl

Toets: Eindtoets anatomie en pathologie huid

Start

Quizlet oefenen

https://share.nearpod.com/UpxiW5aGZ0