
Calculi Renalis (nierstenen) kunnen aanwezig in de renes (nieren), de urethers (urineleiders), of de vesica (blaas) zonder klachten te veroorzaken. Kleine steentjes worden meestal spontaan uitgeplast, maar stenen groter dan 5 mm kunnen in de urethers (urineleiders) blijven steken.
Calculi Renalis (nierstenen) die vast komen te zitten in de urethers (urineleiders) veroorzaken hevige pijn in de rug die uitstraalt naar de lies en de schaamstreek ('niersteenkoliek') en gaan meestal gepaard met bewegingsdrang. Andere symptomen zijn misselijkheid, braken, en pijn bij het plassen.
Calculi Renalis (nierstenen) kunnen worden behandeld door medicatie die de stenen oplossen, zodat ze met de urine worden uitgescheiden. Lithotripsie (niersteenvergruizing) is mogelijk bij nierstenen die niet spontaan worden uitgeplast. Hierbij worden er geluidsgolven op de stenen gericht waardoor deze uiteen vallen.
Calculi Renalis (nierstenen) komen vaak terug. Om de kans hierop te verkleinen, moet de patient veel water drinken, en een dieet volgen met weinig dierlijke eiwitten en zout.