Voorzetsels

Voorzetsels

Welkom

Welkom allemaal!

In deze WikiWijs gaan jullie verder met grammatica woordsoorten. De opdrachten gaan over de voorzetsels.

Na het doorlopen van alle kopjes en het maken van de bijbehorende opdrachten, kunnen jullie dan ook de voorzetsels herkennen in een zin.

Succes!

Lesdoelen

Aan het einde van de les

... kun je voorzetsels herkennen en gebruiken.

... kun je onderscheid maken tussen voorzetsels en delen van scheidbare werkwoorden. 

Voorkennis activeren

Uitleg

Voorzetsel

Een voorzetsel (vz) geeft vaak plaats, tijd of reden/oorzaak aan.

  • plaats: aan het water; te Schiedam; bij de bushalte; op de zolder;
  • tijd: na de vakantie; tijdens de wandeling; gedurende de lente;
  • reden/oorzaak: vanwege de file; door het succes.

 

Vaak kun je een voorzetsel herkennen door er …de kast of …het feest
achter te zetten.

  • op de kast, voor de kast, naast de kast ...
  • tijdens het feest , zonder het feest ...

 

Let op: delen van scheidbare werkwoorden (aankijken, namaken, uitzwaaien) noem je geen voorzetsel. Deze woordjes horen bij het werkwoord.

  • De intercity / komt / over drie minuten / aan. (aan is geen voorzetsel: het hoort bij het werkwoord aankomen)
  • De turner / hing / kaarsrecht / aan de ringen. ( aan is hier wel een voorzetsel)

 

Zo herken je een voorzetsel

  • Een voorzetsel staat meestal vóór een lidwoord of een voornaamwoord: in de trommel, tussen die papieren, naast mij, over welke brug?
  • Als een voorzetsel áchter een zelfstandig naamwoord staat, geeft het vaak een richting aan: het bos in, de helling op, die kant uit.

Soms ontbreekt het lidwoord: op bed, aan tafel, in Noorwegen, wegens drukte.

 

 

Kennisclip

Kennisclip

Korte oefening

Oefenen

Na de uitleg ga je nu zelf aan de slag. Je gaat met behulp van Microsoft Forms de opdracht maken.

  • Maak de opdrachten individueel.
  • Steek je vinger op als je vragen hebt.

Klaar? Maak de eindtoets!

Klik hier op de link

Verzin nu zelf een zin. Klik hier op!

Eindtoets

Klik hier om de toets te openen
Succes met het maken van de toets. Je krijgt hier geen cijfer voor. Vergeet niet om aan het einde van de toets op verzenden te klikken!

Aantekeningen

Neem dit over in je schrift

 

Aantekeningen H5 Grammatica woordsoorten – Voorzetsels

Een voorzetsel (vz) geeft vaak plaats, tijd of reden/oorzaak aan.

Soms is een voorzetsel deel van een vaste combinatie.

Let op: delen van scheidbare werkwoorden noem je geen voorzetsel. Deze woorden horen bij het werkwoord.    

Zo herken je een voorzetsel:

  • Het staat meestal voor een lidwoord of een voornaamwoord.
  • Als een voorzetsel achter een zelfstandig naamwoord staat, geeft het vaak een richting aan.
  • Soms ontbreekt het lidwoord.

Mening

Klik hier op de link.
Ik ben heel nieuwsgierig naar je mening over deze les. Alvast bedankt voor het invullen!

Bronnen

Van den Akker, A., Van der Beek, A., Beemer, A., Dielemans, R., Meerkerk, J., Steenbergen, W., Veldhuizen, L., Vos, M., & Zetstra, H. (2016). Nieuw Nederlands 1 havo/vwo Leerboek (M. Kooiman & M. Schouwstra, Reds.). Noordhoff.