Professioneel Handelen, p 1.4 MZ-VZ

Professioneel Handelen, p 1.4 MZ-VZ

PH Les 1 - Deskundigheid

Inleiding lessenserie (5 min)

Lessenserie professioneel handelen

Wat is nou eigenlijk professioneel handelen. Wie ben jij als begeleider maatschappelijke zorg of als verzorgende IG. Hoe ga jij als professional stage lopen. Ga je met clienten op dezelfde manier om als met vrienden, of zie je ze meer als je ouders of opa en oma. Wat is professioneel nou eigenlijk. Hoe bejegen, begeleid of verzorg je clienten op de juiste manier. Daar gaan we met zijn alle achter komen in deze lessenserie. 

Studieactiviteit

In deze lessenserie zijn geen studieactiviteiten verwerkt. Je hoeft dus geen opdrachten voor start van de les te maken. Let op! Er wordt wel van je verwacht dat je voldoende tijd in de eindopdracht stopt. 

Oefenopdrachten

Voor MZ studenten komt deze lessenserie overal terug in het dagelijks werk. Er zijn geen oefenopdrachten gekoppeld aan deze lessenserie. 

Oefenopdracht Verzorgende IG:

B1-K1-W3: V2 De visie van de organisatie P 

 

Uren

Begeleide lesuren

Zelfstandige werkuren

9 x 1,5 uur

3 uur

 

Koppeling naar CANMEDS rollen:

Rollen die bij dit thema centraal staan:

  • Professional en kwaliteitsbevorderaar

  • Reflectieve EBP professional

Resultaat lessenserie (5 min)

Aan het einde van deze lessenserie spelen jullie een bordspel.

Dit bordspel gaan jullie zelf in groepjes ontwikkelen en het bordspel zal gaan over professioneel handelen. Tijdens les 6 krijgen jullie verder uitleg over deze opdracht en hebben jullie 1,5 uur de tijd om een start te maken. Bezig te zijn met groepsverdeling, maken van vragen en het opzetten van het spel.

In les 7 en 8 zal er tijdens de lessen kort nog wat ruimte zijn om te werken aan het bordspel en het stellen van vragen. De docent zal in deze lessen ook meekijken hoe ver jullie zijn.

Let goed op er wordt vanaf les 6 van jullie verwacht dat jullie ook tijdens ZW- uren of thuis aan de slag gaan met het bordspel! 

In les 9 gaan de bordspellen gespeeld worden. Het bordspel moet klaar zijn voor les 9!

Lesdoelen (5 min)

Aan het einde van de les:

  • leg je in eigen woorden uit wat deskundigheidsbevordering is
  • benoem je het verschil tussen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden
  • leg je in eigen woorden uit waar het kwalificatiedossier voor dient
  • benoem je waar een goede bron aan moet voldoen

Onderwijsleergesprek (20 min)

De docent gaat klassikaal de onderstaande powerpoint doornemen over deskundigheid. 

Wat is deskundigheid?

Opdracht 1 (30 min)

Om te kunnen begrijpen op welk gebied jij straks deskundig bent heb je inzicht nodig in de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van je beroep. Bij onderstaande opdracht gebruik je het kwalificatiedossier. In het kwalificatiedossier staat beschreven waar je als verzorgende of begeleider maatschappelijke zorg aan moet voldoen om kwalitatief goede zorg te kunnen leveren en om uiteindelijk je diploma te krijgen. Het kwalificatiedossier is leidend voor je opleiding en wordt door het ministerie van onderwijs opgelegd. Veel termen uit het kwalificatiedossier zal je herkennen tijdens de vakken die je op school volgt.

Opdracht

In drietallen ga je op zoek naar de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden die horen bij je toekomstige beroep als verzorgende of begeleider maatschappelijke zorg. Hierbij kan je gebruik maken van het kwalificatiedossier (zie onderstaande bijlages). Maak vervolgens een mindmap.

De docent zorgt voor papier en stiften.

De docent zal alle mindmaps ophangen en klassikaal bespreken. Gaat het hier om een taak, bevoegdheid of verantwoordelijkheid?

Opdracht 2 (20 min)

Individuele opdracht

Om aan je deskundigheid te werken maak je onder andere gebruik van geschreven bronnen. Als je iets leest moet je je altijd afvragen hoe betrouwbaar de bron is. Met andere woorden is de beschreven informatie waar?

Informatie kan obejectief of subjectief zijn. Objectief wil zeggen dat de informatie waar en betrouwbaar is. Subjectief wil zeggen dat het om een mening van iemand gaat en dat kan onbetrouwbaar zijn.

Het beoordelen van informatie op betrouwbaarheid is best lastig, maar met behulp van onderstaande vragen kom je een heel eind.

  • Is de tekst verschenen in een serieuze bron, die goed bekend staat?
  • Lijkt de schrijver/maker van de tekst een bepaald belang te hebben? Wil hij bijvoorbeeld iets verkopen? Is de informatie objectief of subjectief?
  • Kun je de feiten in de tekst controleren? Vergelijk de informatie uit een tekst altijd met gegevens uit andere teksten.
  • Is de tekst goed en vakkundig geschreven?
  • Is de gegeven informatie volledig?
  • Klopt de inhoud met wat je gezonde verstand zegt?

Opdracht

  1. Noem 4 verschillende geschreven bronnen
  2. Beschrijf of deze bronnen volgens jou betrouwbaar zijn en waarom
  3. Bekijk nu onderstaande websites en check met behulp van bovenstaande punten. Is deze bron betrouwbaar en waarom wel of niet?

De docent bespreekt jullie bevindingen klassikaal na.

Evalueren en afsluiten (5 min)

Hebben we de lesdoelen van vandaag behaald?

Aan het einde van de les:

  • leg je in eigen woorden uit wat deskundigheidsbevordering is
  • benoem je het verschil tussen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden
  • leg je in eigen woorden uit waar het kwalificatiedossier voor dient
  • benoem je waar een goede bron aan moet voldoen

 

Woordslang

Om te evalueren wordt er een woordslang gemaakt. Je noemt 1 woord wat is blijven hangen van deze les. Je buurman/buurvrouw noemt hierna ook een woord, maar deze begint met de letter waarmee het vorige woord is geeindigd. Bijvoorbeeld: preventie-evaluatie-effectiviteit-etc.

Spelregels: er mogen geen dubbele woorden worden genoemd, het moet dus elke keer een nieuw woord zijn.

 

PH Les 2 - Visie op zorg

Terugblik vorige les (5 min)

Vorige les hebben jullie de eerste les van professioneel handelen gehad. 

 

  • Wie weet er nog wat er besporken is tijdens deze les?
  • Wat is deskundigheid, leg dit eens in eigen woorden uit?
  • Wat was ook alweer de eindopdracht die bij deze lessenserie hoort?

Denk even kort na over bovenstaande vragen, de docent zal studenten aanwijzen om antwoord te geven op de vragen. 

Lesdoelen (5 min)

Aan het einde van deze les:

  • Ken je het verschil tussen missie, visie en doelstellingen.
  • Ken je globaal de verschillende visies op zorg.
  • Ben je je ervan bewust dat je een stapje hebt gemaakt in het ontwikkelen van je eigen visie.

Onderwijsleergesprek (20 min)

Als begeleider maatschappelijke zorg en verzorgende IG krijg je te maken met hoe de organisatie waar je werkt omgaat met haar medewerkers en zorgvragers, wat haar opvattingen en uitgangspunten zijn als het gaat om behandeling en zorg en op welke manier de organisatie deze opvattingen en uitganspunten daadwerkelijk vormgeeft.

Dit alles heeft te maken met Visie op zorg.

De docent neemt klassikaal onderstaande powerpoint door. 

Pauze (10 min)

Filmpjes visie op zorg (15 min)

Bekijk onderstaande filmpjes klassikaal. Het gaat over verschillende visies. Wat vinden jullie hiervan. De docent spreekt samen met jullie de vragen door die bij het filmpje horen. 

Vragen bij verzorgingshuis Duinhage:

  • Wat vinden jullie van dit verzorgingshuis?
  • Zou je zelf in verzorgingshuis Duinhage willen wonen? Waarom wel of niet?
  • Zou je er willen/ kunnen werken?
  • Wat vinden jullie er van dat buurtbewoners uit de wijk betrokken zijn bij het verzorgingshuis? Dat ze langs kunnen komen en mee kunnen doen aan activiteiten.

Vragen bij het verhaal van Jeroen:

  • Wat vinden jullie van de visie voor de toekomst? Wat vind je hier goed of minder goed aan?
  • Wat vinden jullie er van dat iedereen een plek in de samenleving verdient?
  • Zien jullie deze visie nu al terug binnen onze samenleving?

Opdracht 1 (30 min)

Met deze opdracht gaan jullie zelf aan de slag met de verschillende missies en visies in de VVT:

Opdracht:

  1. Vorm een koppel
  2. Kies een van de onderstaande instellingen en zoek naar hun missie en visie
  3. Noteer trefwoorden over de missie en visie van deze instelling
  4. Zoek een ander koppel en streep de overeenkomsten tegen elkaar weg
  5. Welke verschillen blijven er over?
  6. De docent zal jullie vragen te vertellen over deze verschillen, wat vinden we als klas van deze verschillen?

 

  • Residence Eikenrode
  • Waranda, Wooncentrum Herewegen
  • Careyn, een organisatie voor thuiszorg, verpleging en verzorging
  • Axion continue
  • UMC Utrecht
  • WelThuis woonzorgcentra
  • Verpleeghuis Bergweide
  • De Vijverhof
  • Zorgcentrum Felixoord
  • Aernswaert in Hank
  • Het wereldhuis in Boxtel

Evalueren en afsluiten (5 min)

Zijn de volgende leerdoelen behaald?

Aan het einde van deze les:

  • Ken je het verschil tussen missie, visie en doelstellingen.
  • Ken je globaal de verschillende visies op zorg.
  • Ben je je ervan bewust dat je een stapje hebt gemaakt in het ontwikkelen van je eigen visie.

 

De docent wijst twee studenten aan die kort wat vertellen over de eigen visie ten aanzien van zorg. Wat heb je vandaag geleerd, heb je al een bepaalde visie ontwikkeld?

PH Les 3 - Regels en grenzen binnen het beroep (beroepscode)

Terugblik vorige les (5 min)

Vorige les hebben we het gehad over visie.

  • Welke filmpjes hebben we bekeken over visie?
  • Wat is je eigen visie over de zorg?

 

Denk even na over bovenstaande vragen. De docent zal een aantal van jullie vragen om antwoord te geven op de vragen.

Lesdoelen (5 min)

Aan het einde van deze les:

  • Weet je het verschil tussen formele en infomele regels in een organisatie
  • Herken je de grenzen in het beroep en bij jezelf
  • Ben je je ervan bewust dat je een stapje hebt gemaakt in het ontwikkelen van je eigen visie
  • Weet je dat er een beroepscode bestaat

Onderwijsleergesprek (20 min)

Als begeleider maatschappelijk zorg en verzorgende IG krijg je te maken met hoe de organisatie waar je werkt omgaat met haar medewerkers en clienten, wat haar opvattingen en uitgangspunten zijn als het gaat om behandeling en zorg, en op welke manier de oranisatie deze opvattingen en uitgangspunten daadwerkelijk vormgeeft.

De vorige les ging over visies en missies van instellingen.

Hier uit voortvloeiend heeft elke instelling ook regels. Daar gaat deze les over. Ook kijken we naar de grenzen aan het beroep en grenzen bij jezelf.

De docent doorloopt klassikaal onderstaande powerpoint. 

Pauze (5 min)

Samenwerkingsopdracht en presenteren (50 min)

In de PPT hebben we gezien dat er een  "Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden (V&V)" is.

Dit is een leidraad waar allerlei normen en waarden worden omschreven over heel veel verschillende situaties.

Als je in je werk in een lastige situatie komt en je weet niet hoe je hiermee om moet gaan dan kun je deze beroepscode erbij pakken en het bespreken met collega’s en je leidinggevende.

Opdracht (20 min):

  • Maak groepjes van drie
  • De docent geeft jullie een onderwerp om uit te zoeken
  • Ga op zoek naar wat er in de "Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden (V&V)" te vinden is over dit onderwerp
  • Zoek op internet naar voorbeelden en uitleg over dit onderwerp
  • Presenteer wat jullie gevonden hebben aan de klas mbv een korte ppt

De onderwerpen

  1. Een zorgverlener weigert om mee te werken aan euthanasie
  2. Een zorgverlener maakt gebruik van zijn mobiele telefoon tijdens de zorgverlening
  3. Een zorgverlener neemt een geschenk aan van een zorgvrager
  4. Een zorgverlener is een sexuele relatie aangegaan met een zorgvrager
  5. Een zorgverlener troost een zorgvrager op een 'grensoverschrijdende' manier
  6. Een zorgverlener is tegen vaccinaties-programma's en bericht hierover op social media
  7. Een zorgverlener die gelijk met een handeling bij een zorgvrager begint, zonder te praten
  8. Een zorgverlener die op een verjaardag in zijn privésfeer over een zorgvrager verteld en daarbij ook namen noemt

Presenteren (30 min)

Ieder groepje krijgt zo'n 3 minuten de tijd om heel kort te presenteren wat ze gevonden hebben. Maak dus een korte powerpoint met maar een paar dia's. Vertel vooral de 'belangrijke' hoofdpunten die jullie als groep gevonden hebben over het onderwerp. 

Evalueren en afsluiten (5 min)

Zijn onderstaande leerdoelen behaald?

Aan het einde van deze les:

  • Weet je het verschil tussen formele en infomele regels in een organisatie
  • Herken je de grenzen in het beroep en bij jezelf
  • Ben je je ervan bewust dat je een stapje hebt gemaakt in het ontwikkelen van je eigen visie
  • Weet je dat er een beroepscode bestaat

PH Les 4 - Wet zorg en dwang

Terugblik vorige les (5 min)

Vorige les hebben we het gehad over de beroepscode.

 

Denk individueel na over wat de beroepscode nu ook al weer was en wat de inhoud is van de beroepscode?

De docent wijst enkele studenten aan die antwoord geven op bovenstaande vraag.

Lesdoelen (5 min)

Aan het einde van de les ben je in staat:

  • Te benoemen wat de betekenis is van de wet zorg en dwang (Wzd)
  • In eigen woorden te vertellen wat dit betekent voor jouw rol als begeleider maatschappelijke zorg/ verzorgende IG. 
  • In eigen woorden te vertellen wat de wet voor de zorgvrager of client betekent.
  • In eigen woorden te vertellen wanneer je als zorgvrager of client met deze wet in aanraking komt wat dan je rechten en plichten zijn.

Filmpje wet zorg en dwang (5 min)

In dit korte filmpje zie en hoor je hoe de politiek heel gedetailleerd en zorgvuldig tot deze wetgeving is gekomen. Het heeft ze heel wat uren gekost om de wet zorg en dwang goed op te zetten. 

Als je het filmpje bekijkt wat valt je dan allemaal op?

 

Nu we een beetje hebben gezien hoe deze wet tot stand is gekomen, gaan we kijken naar hoe de wet zorg en dwang wordt toegepast in de praktijk. Dus hoe ga jij hier als begeleider maatschappelijke zorg/ verzorgende IG mee om, of hoe krijg je hiermee te maken binnen je dagelijkse werkzaamheden. 

Opdracht 1 (45 min)

NEE, tenzij! We gaan in deze 2 opdrachten aan de slag met de wet zorg en dwang. 

 

Onder deze opdracht vind je een PDF met het stappenplan wet zorg en dwang.

De groep wordt verdeeld in vier gelijke groepen.
De docent geeft ieder groepje een eigen opdracht om uit te werken. 
De uitwerking wordt een collage op een A3 formaat papier. Maak gebruik van tijdschriften en/of plaatjes/ stiften/ potloden. 

Opdrachten per groep:
1) Wat is onvrijwillige zorg?
2) Wat zijn alternatieven om zorg te verlenen en wat wordt bedoelt met ernstig nadeel?
3) Wat zijn de rechten van de cliënt/patiënt/bewoner onder deze wet, wanneer ben je wilsombekwaam?
4) Het stappenplan uitgewerkt;
- wie zijn er betrokken bij de uitvoering van deze wet?
- Hoe lang mag een maatregel duren voordat hij geëvalueerd moet worden en hoe lang mag hij uiteindelijk doorlopen?

  • Let op, je hebt met je groep 20 min de tijd om een mooie/ duidelijke collage te maken over je onderwerp. 

 

Presenteren.

Je gaat met je groepje je collage presenteren aan de klas. Groep 1 start met de presentatie, daarna volgen groepje 2, 3, en 4. 

De docent houd de tijd in de gaten. Jullie krijgen per groepje 5 minuten de tijd om aan de rest van de klas te vertellen wat jullie gevonden hebben over jullie onderwerp. 

Opdracht 2 (25 min)

Toepassen van de wet.

We gaan in de groepen die we voor de vorige opdracht gemaakt hebben aan de slag met het toepassen van de wet. Dus hoe ga jij aan de slag met de wet.

 

We gaan zo goed mogelijk de wet proberen toe te passen in een casus. Ieder groepje pakt een uitgangspunt van één van de vier deelnemers die hieronder kort en bondig zijn beschreven.  
Werk je casus uit, vanuit zijn taken/doel/verantwoordelijkheid.

De casus:

Mw Damen is 85 jaar oud, woont zelfstandig met haar man in een eensgezinswoning. Dhr Damen heeft longemfyseem en is hierdoor erg snel benauwd. Mw Damen heeft 2 jaar geleden een CVA gehad en hierdoor onder andere vasculaire dementie gekregen.
Mw rookt ongeveer 30 sigratten per dag en doet dit al vanaf haar 15 jaar, maar omdat Dhr Damen ivm zijn longemfyseem dit niet meer in huis kan verdragen, rookt Mw Damen buiten. Dhr Damen vindt het erg vervelend en angstig als zijn vrouw buiten gaat roken. HIj slaapt daardoor geen nacht meer door en zit vaak beneden in zijn stoel te slapen. Hij altijd doodop en al enkele malen opgenomen in het ziekenhuis met uitputtingsverschijnselen. Dhr Damen ligt nu opgenomen in een logeerkamer in een verzoringshuis. Mw Damen, heeft nu haar jongste zoon en zijn echtgenote bij haar thuis inwonen. Omdat Dhr en Mw Damen zolang mogelijk samen thuis willen blijven wonen moet er een plan worden bedacht. Dhr Damen en zijn twee zoons komen met het volgende voorstel aan. Mw Damen moet stoppen met roken en 's-nachts moet de deur elektrisch worden afgesloten (Mw Damen kan niet met computers overweg). Naast het bed van Dhr en Mw Damen moeten beweginssensoren komen. Dhr en Mw Damen hebben iedere dag twee maal daags thuiszorg, om Dhr Damen te helpen met de ADL en ter ondersteuning van de zorg rondom zijn vrouw.
Ze willen dat jij als zorgverantwoordelijke (begeleider maatschappelijke zorg/ verzorgende IG), dit alles in werking gaat zetten. De oudste zoon van Dhr en Mw Damen is zelf arts en wil zijn rol als zorg betrokken arts wel opzich nemen.

Je maakt een keuze voor 1 van de onderstaande betrokkenen:
1) de zorgverantwoordelijke
De zorgverantwoordelijke draagt zorg voor het opstellen, het vaststellen, het uitvoeren, het evalueren en zo nodig het periodiek aanpassen van een zorgplan en het voeren van overleg met de cliënt en zijn vertegenwoordiger voorafgaand daarover en het inrichten van een dossier voor de cliënt’. Je hebt de rol van beslisser. De bevoegdheid om besluiten te nemen is wel beperkt doordat je anderen moeten raadplegen en goedkeuring nodig hebt.

2) een niet bij de zorg betrokken deskundige
De niet bij de zorg betrokken deskundige heeft geen rol bij de besluitvorming over opname van onvrijwillige zorg in het zorgplan, maar wel bij besluiten over verlenging van de periode waarin onvrijwillige zorg kan worden verleend.
Je hebt een frisse blik van een buitenstaander, waardoor nieuwe inzichten ontstaan waardoor onvrijwillige zorg niet meer nodig is.
De bent een overlegpartner van de zorgverantwoordelijke. Je mag niet bij de directe zorg van de zorgverlening betrokken zijn.

3) Zorg betrokken arts. (deze definitie zal aangepast worden in de komende jaren, omdat deze positie ook door een niet arts ingevuld moet kunnen worden) Taak: toezien dat medisch of therapeutisch handelen, beperking van de bewegingsvrijheid en
insluiting, volgens procedure verlopen. Deze instemming moet ook gevraagd worden bij iedere verlenging van de periode waarin onvrijwillige zorg wordt verleend.

4) ‘een deskundige van een andere discipline’
De zorgverantwoordelijke moet dus overleggen met een deskundige van een andere discipline dan de zijne.
De deskundige van een andere discipline heeft de rol van overlegpartner van de zorg-verantwoordelijke. Hij moet betrokken worden bij ieder besluit tot opname van onvrijwillige zorg in het zorgplan en bij ieder besluit tot verlenging van de termijn waarin die onvrijwillige zorg verleend kan worden.

De docent loopt rond voor het stellen van vragen, jullie krijgen 20 min de tijd om deze opdacht uit te werken. De laatste 5 minuten zal de docent gebruiken om per groepje na te vragen wat jullie uitgewerkt hebben. Jullie kunnen onderstaand PDF gebruiken om eventueel wat dingen in op te zoeken. 

Evalueren en afsluiten (5 min)

Aan het einde van de les ben je in staat:

  • Te benoemen wat de betekenis is van de wet zorg en dwang (Wzd)
  • In eigen woorden te vertellen wat dit betekent voor jouw rol als begeleider maatschappelijke zorg/ verzorgende IG.
  • In eigen woorden te vertellen wat de wet voor de zorgvrager of client betekent.
  • In eigen woorden te vertellen wanneer je als zorgvrager of client met deze wet in aanraking komt wat dan je rechten en plichten zijn.

Kunnen we de lesdoelen klassikaal beantwoorden? De docent wijst enkele studenten aan die antwoord geven op de lesdoelen. 

PH Les 5 - Zorgen voor vrijheid en veiligheid

Terugblik vorige les (5 min)

Vorige les hebben we het gehad over de wet zorg en dwang. Jullie hebben collages gemaakt en jullie zijn in groepen aan de slag gegaan met de wet.

Denk na over onderstaande vraag, de docent zal een aantal studenten vragen antwoord te geven.

 

Wat is je het meest bijgebleven van de wet zorg en dwang?

Lesdoelen (5 min)

Deze les gaan we aan de slag met vrijheidsbeperking in de zorg.

Aan het einde van de les ben je in staat:

  • Te benoemen (in eigen woorden) wat voor jou veiligheid en vrijheid betekent.
  • Te benoemen wat vrijheidsbeperking is;
  • Te vertellen wat de wet zegt over vrijheidsbeperking;
  • Te benoemen welke vormen van vrijheidsbeperking er zijn.

PowerPoint presentatie (25 min)

De docent doorloopt samen met jullie de powerpoint over vrijheid en veiligheid. 

Documentaire Brandon (20 min)

Brandon

Jullie gaan nu kijken naar een documentaire over Brandon. Brandon is verstandelijk beperkte jongen die agressief gedrag vertoond. De verpleging is ten einde raad en kiest ervoor om Brandon doormiddel van een tuigje vast te maken aan de muur.

 

Bekijk de video en beantwoord de volgende vragen

  1. Waarom is er voor deze maatregel gekozen denk je?
  2. Wat vind je van de gekozen maatregel?

De docent bespreekt de documentaire na met de klas

Opdracht 1 (30 min)

Hoe vrij ben jij?

De docent vraagt je om 5 minuten na te denken over onderstaande vragen.

  • Wat is vrijheid voor jou?
  • Geef op een schaal van 1 tot 10 aan hoe vrij jij je voelt in het dagelijkse leven. 1 is helemaal niet vrij, 10 is heel erg vrij.
  • Wat is veiligheid voor jou?
  • Geef op een schaal van 1 tot 10 aan hoe veilig jij je voelt in het dagelijkse leven. 1 is helemaal niet veilig, 10 heel erg veilig.

De docent heeft een lijn gemaakt met de nummers 1 t/m 10.

Ga nu bij het cijfer staan wat je jezelf hebt gegeven op de vraag; ''hoe vrij voel jij je?''. De docent stelt jullie vervolgens een aantal vragen.

Daarna doen jullie hetzelfde op de vraag; ''hoe veilig voel jij je?''

Evalueren en afsluiten (5 min)

Zijn de onderstaande lesdoelen behaald?

Aan het einde van de les ben je in staat:

  • Te benoemen (in eigen woorden) wat voor jou veiligheid en vrijheid betekent.
  • Te benoemen wat vrijheidsbeperking is;
  • Te vertellen wat de wet zegt over vrijheidsbeperking;
  • Te benoemen welke vormen van vrijheidsbeperking er zijn.

De docent deelt een post-it uit. We hebben nu 5 lessen gehad over professioneel handelen, we zijn halverwege deze lessenserie. We hebben het gehad over deskundigheid, visie, beroepscode, wetten en zorgen voor vrijheid en veiligheid. 

 

Schrijf op de post-it wat je het meest bijgebleven is van de afgelopen 5 lessen?

Heb je nog een tip of top voor de docent?

PH Les 6 - Start eindopdracht

Terugblik vorige les (5 min)

Vorige les hebben we het gehad over het zorgen voor vrijheid en veiligheid. 

 

We hebben door middel van een opdacht gekeken naar hoe vrij en veilig iederen zich voelt en we hebben de documentaire van Brandon gekeken. Wat vonden jullie van Brandon? Zijn jullie op stage al eens situaties tegen gekomen waar gewerkt word met vrijheidsbeperkingen?

Lesdoelen (5 min)

Tijdens deze les ga je in groepjes een start maken met de eindopdracht van deze lessenserie. 

Eindopdracht (75 min)

De komende lessen staan in het teken van de eindopdracht (let op les 7 en 8 hebben jullie maar 15 min om aan de eindopdracht te werken). Gebruik dus ook je ZW-uren optimaal om aan dit spel te werken! De komende lessen werk je in groepjes van 4 aan jullie eigen bordspel. In de laatste les (les 9) wordt het spel daadwerkelijk gespeeld. Denk aan triviant of ganzenbord met vragen. Of misschien ken je zelf nog een leuk bordspel? Overleg dit dan met de docent. Maak een duidelijke taakverdeling in je groepje. Bij het spel heb je 40 vragen nodig over professioneel handelen, deze vragen gaan jullie zelf maken in jullie groep. Gebruik de lessenserie voor deze vragen (denk hierbij aan de beroepscode/ visie/ of verschillende wetten).

 

Resultaat (eindopdracht)

  • Je eigen bordspel met minimaal 40 vragen over professioneel handelen en de bijbehorende wetgeving. Let ook op de aantrekkelijkheid van het spel. Je mag knippen, plakken, tekenen,  je laptop gebruiken, lamineren etc. vraag de docent zonodig om materialen. De docent heeft eventueel pionnetjes en dobbelstenen. Maar deze mag je natuurlijk ook zelf maken.
  • Daarnaast maak je een handleiding waarin je de vragen en antwoorden beschrijft van jullie spel en een korte uitleg van de spelregels.
  • De verkregen feedback op jullie spel wordt toegevoegd aan het verslag

 

  • Houdt kort een logboek bij over hoe de samenewerking verloopt en wie welke taken op zich gaat nemen. Dit beschrijf je in een worddocument. De groep die jullie spel gaat spelen geeft jullie na het spelen van het spel feedback. Deze feedback verwerken jullie in het logboek. Ook schrijven jullie zelf nog een individueel stukje over hoe dat jij vond dat de samenwerking ging. Het logboek lever je per mail in bij de docent. 

Evalueren en afsluiten (5 min)

Deze les hebben jullie groepjes gemaakt en zijn jullie aan de slag gegaan met de eindopdracht.

Zijn alle taken binnen de groep goed verdeeld?


Let op deze les kon je volledig besteden aan de eindopdracht. De volgende lessen (7 en 8) is er steeds maar 15 min de ruimte om aan de eindopdracht te werken. Deze 15 min kan je met je groep gebruiken om af te stemmen hoe ver het staat met de eindopdracht en waar nog aan gewerkt moet worden. Gebruik je ZW-uren of eventueel tijd thuis om het spel volledig af te maken. Voor de start van les 9 moet het spel volledig af zijn!! We gaan het dan spelen en feedback geven aan de makers. 

PH Les 7 - Wet BIG en WGBO

Lesdoelen (5 min)

Aan het einde van de les:

  • Leg je in eigen woorden uit wat kwaliteit van zorg is
  • Vertel je welke wetten te maken hebben met kwaliteitszorg
  • leg je in eigen woorden uit wat het doel van de wet BIG is
  • Leg je in eigen woorden uit wat voorbehouden en risicovolle handelingen zijn
  • leg je in eigen woorden uit wanneer je bevoegd en bekwaam bent

Kennisactivering (15 min)

Het lijkt vanzelfsprekend dat je altijd moet streven naar de beste kwaliteit in de zorg. Maar wat is nou eigenlijk kwaliteit en kwaliteitszorg?

Kwaliteit heeft onder andere te maken met verwachtingen. Verwachtingen van een cliënt over de te leveren zorg.

Opdracht

Stel, je komt bij de huisarts, je moeder ligt in het ziekenhuis of je opa woont in een verpleeghuis. Beeld je deze situatie in. Bedenk vervolgens wat voor jou slechte kwaliteit van zorg is. Je kan meerdere antwoorden geven. De docent maakt een mindmap op het bord. Schrijf in het midden slechte kwaliteit. 

 

De docent bespreekt de opdracht na. Hierbij gaat het vooral om de subjectieviteit van het woord verwachtingen. Stel onderstaande vragen aan de studenten:

  • Wat zijn de verschillen tussen de antwoorden? Vraag door (voor de één is een wachttijd van een kwartier slechte kwaliteit van zorg voor een ander een uur)
  • Wanneer zou je een klacht indienen?
  • Waar heeft kwaliteit volgens jou nog meer mee te maken?

Onderwijsleergesprek (15 min)

De docent geeft uitleg over onderstaande tekst.

Kwaliteit is het voldoen aan de verwachtingen van de klant bij het leveren van diensten. In dit geval dus de verwachtingen van een client ten opzichte van de geleverde zorg. Bij de kennisactivering hebben jullie wellicht kunnen concluderen dat verwachtingen per persoon verschillen. Met andere woorden het woord verwachtingen is subjectief. De ene persoon vindt een wachttijd bij de dokter van 10 minuten lang en de ander vindt dit wel meevallen.

Naast de client speelt ook de overheid een rol als we het hebben over kwaliteit van zorg. ‘De zorg moet effectief, veilig en op tijd zijn.’ Dat is het uitgangspunt van de overheid. Om dit te kunnen waarmaken is het van belang dat de zorgverlener kan garanderen dat hij of zij over voldoende vakkennis en competenties beschikt. Daarnaast moet een zorginstelling voldoen aan de wettelijke eisen.

Bij kwaliteit komen verschillende onderwerpen kijken, die in verschillende wetten geregeld zijn:

  • de kwaliteit van de individuele zorgverlener (Wet BIG)
  • de kwaliteit van de behandeling en duidelijkheid over de rechten en plichten van zorgvrager en zorgverlener (WGBO)
  • de kwaliteit van de zorginstelling (Wkkgz, WMCZ)

De inspectie van de gezondheidszorg controleert of zorginstellingen voldoen aan de gestelde eisen.

Opdracht 1 (25 min)

Maak onderstaande vragen. De docent bespreekt de opdrachten klassikaal na.

Bewaar de vragen goed! Je kan ze wellicht goed gebruiken voor de eindopdracht!

Filmpje WGBO (10 min)

De wet BIG hebben we net behandeld. Nu ga je je verdiepen in de wet WGBO. WGBO staat voor Wet Geneeskundige Behandelovereenkomst. Deze wet regelt de relatie tussen de zorgvrager en zorgverlener. Wanneer een zorgvrager de hulp inschakelt van een zorgverlener onstaat er een behandelovereenkomst.

Filmpje

In bovenstaand filmpje (gemaakt door studenten) wordt o.a. duidelijk welke rechten en plichten de zorgverlener en de zorgvrager hebben. Het filmpje wordt klassikaal gekeken. De docent bespreekt het filmpje klassikaal na. 

Eindopdracht (15 min)

De komende lessen staan in het teken van de eindopdracht (let op les 7 en 8 hebben jullie maar 15 min om aan de eindopdracht te werken). Gebruik dus ook je ZW-uren optimaal om aan dit spel te werken! De komende lessen werk je in groepjes van 4 aan jullie eigen bordspel. In de laatste les (les 9) wordt het spel daadwerkelijk gespeeld. Denk aan triviant of ganzenbord met vragen. Of misschien ken je zelf nog een leuk bordspel? Overleg dit dan met de docent. Maak een duidelijke taakverdeling in je groepje. Bij het spel heb je 40 vragen nodig over professioneel handelen, deze vragen gaan jullie zelf maken in jullie groep. Gebruik de lessenserie voor deze vragen (denk hierbij aan de beroepscode/ visie/ of verschillende wetten).

 

Resultaat (eindopdracht)

  • Je eigen bordspel met minimaal 40 vragen over professioneel handelen en de bijbehorende wetgeving. Let ook op de aantrekkelijkheid van het spel. Je mag knippen, plakken, tekenen,  je laptop gebruiken, lamineren etc. vraag de docent zonodig om materialen. De docent heeft eventueel pionnetjes en dobbelstenen. Maar deze mag je natuurlijk ook zelf maken.
  • Daarnaast maak je een handleiding waarin je de vragen en antwoorden beschrijft van jullie spel en een korte uitleg van de spelregels.
  • De verkregen feedback op jullie spel wordt toegevoegd aan het verslag

 

  • Houdt kort een logboek bij over hoe de samenewerking verloopt en wie welke taken op zich gaat nemen. Dit beschrijf je in een worddocument. De groep die jullie spel gaat spelen geeft jullie na het spelen van het spel feedback. Deze feedback verwerken jullie in het logboek. Ook schrijven jullie zelf nog een individueel stukje over hoe dat jij vond dat de samenwerking ging. Het logboek lever je per mail in bij de docent.

Evalueren en afsluiten (5 min)

Zijn de onderstaande leerdoelen behaald? Aan het einde van de les:

  • Leg je in eigen woorden uit wat kwaliteit van zorg is
  • Vertel je welke wetten te maken hebben met kwaliteitszorg
  • leg je in eigen woorden uit wat het doel van de wet BIG is
  • Leg je in eigen woorden uit wat voorbehouden en risicovolle handelingen zijn
  • leg je in eigen woorden uit wanneer je bevoegd en bekwaam bent

PH Les 8 - Wkkgz en Wmcz

Terugblik vorige les (5 min)

Vorige les hebben we het gehad over de wet BIG en de WGBO.

 

Wie kan de klas kort uitleggen wat deze 2 wetten ook al weer inhouden?

Lesdoelen (5 min)

Aan het einde van de les:

  • leg je in eigen woorden uit wat het doel is van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz)
  • Leg je in eigen woorden uit wat het doel is van de Wet medezeggenschap cliënten in de zorgsector (Wmcz)
  • Heb je een eigen folder of infografic gemaakt met daarin uitleg over de klachtenprocedure bij jou op stage of een zelf verzonnen zorginstelling.

Onderwijsleergesprek (10 min)

Vorige les hebben we ons gericht op de rechten en plichten van een zorgvrager en de zorgverlener. We hebben toen de wet BIG en de WGBO behandeld.

Om de kwaliteit van zorg binnen zorginstellingen te kunnen waarborgen zijn de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) en de Wet medezeggenschap cliënten in de zorgsector (Wmcz) in het leven geroepen.

De Wmcz, Wet medezeggenschap cliënten in de zorgsector

Een cliënt of familielid van een cliënt kan meepraten over de geboden zorg en de zorginstelling waar hij of zij verblijft. Dit kan door zitting te nemen in de cliëntenraad van de zorginstelling.  Een cliëntenraad komt op voor cliënten die zorg ontvangen. Dit is geregeld in de Wet medezeggenschap cliënten in de zorgsector (Wmcz).  Een cliëntenraad heeft bepaalde rechten die in de wet zijn vastgelegd. Zo heeft de cliëntenraad:

  • Adviesrecht, als het gaat om algemene besluiten over de instelling. Denk bijvoorbeeld aan een verbouweing.
  • Adviesrecht op het gebied van cliëntenbelangen. Denk bijvoorbeeld aan het kwaliteitsbeleid of de klachtenregeling;
  • Het recht op informatie en het recht om een voorstel te doen voor de benoeming van ten minste één bestuurslid van de organisatie.

Je zou de WMCZ kunnen vergelijken met de studentenraad op school.

Wkkgz, Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg

Deze wet bestaat sinds 1 januari 2016.  De rijksoverheid omschrijft de wet als volgt: de overheid wil dat iedereen goede zorg krijgt. Daarom heeft de overheid wettelijk vastgelegd wat goede zorg precies inhoudt. En wat er moet gebeuren als mensen een klacht hebben over de zorg. De wet regelt onder andere:

  • Een betere en snelle aanpak van klachten
  • Zorgmedewerkers kunnen veilig incidenten melden
  • Cliënt krijgt sterkere positie
  • Uitbreiding meldplicht zorgaanbieders

Opdracht 1 (50 min)

In groepjes van twee ga je een folder of infografic maken m.b.t. de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg.

Als je stage loopt maak je een folder vanuit het stagebedrijf waar je stage loopt. Loop je nog geen stage dan bedenk je een eigen instelling die cliënten op de hoogte brengt van de klachtenprocedure. Onderstaande punten moeten terug komen in de folder:

  • Bij wie kan een cliënt terecht als hij ontevreden is?
  • Wat doet een klachtenfunctionaris?
  • Hoe kan de client een officiële klacht indienen?
  • Hoe verloopt de afhandeling van een klacht?

De docent loopt rond voor vragen. Aan het eind van de les bekijkt de docent samen met de klas de opbrengst van deze opdracht.

Eindopdracht (15 min)

De komende lessen staan in het teken van de eindopdracht (let op les 7 en 8 hebben jullie maar 15 min om aan de eindopdracht te werken). Gebruik dus ook je ZW-uren optimaal om aan dit spel te werken! De komende lessen werk je in groepjes van 4 aan jullie eigen bordspel. In de laatste les (les 9) wordt het spel daadwerkelijk gespeeld. Denk aan triviant of ganzenbord met vragen. Of misschien ken je zelf nog een leuk bordspel? Overleg dit dan met de docent. Maak een duidelijke taakverdeling in je groepje. Bij het spel heb je 40 vragen nodig over professioneel handelen, deze vragen gaan jullie zelf maken in jullie groep. Gebruik de lessenserie voor deze vragen (denk hierbij aan de beroepscode/ visie/ of verschillende wetten).

 

Resultaat (eindopdracht)

  • Je eigen bordspel met minimaal 40 vragen over professioneel handelen en de bijbehorende wetgeving. Let ook op de aantrekkelijkheid van het spel. Je mag knippen, plakken, tekenen,  je laptop gebruiken, lamineren etc. vraag de docent zonodig om materialen. De docent heeft eventueel pionnetjes en dobbelstenen. Maar deze mag je natuurlijk ook zelf maken.
  • Daarnaast maak je een handleiding waarin je de vragen en antwoorden beschrijft van jullie spel en een korte uitleg van de spelregels.
  • De verkregen feedback op jullie spel wordt toegevoegd aan het verslag

 

  • Houdt kort een logboek bij over hoe de samenwerking verloopt en wie welke taken op zich gaat nemen. Dit beschrijf je in een worddocument. De groep die jullie spel gaat spelen geeft jullie na het spelen van het spel feedback. Deze feedback verwerken jullie in het logboek. Ook schrijven jullie zelf nog een individueel stukje over hoe dat jij vond dat de samenwerking ging. Het logboek lever je per mail in bij de docent.

Evalueren en afsluiten (5 min)

Zijn de onderstaande leerdoelen behaald?

Aan het einde van de les:

  • leg je in eigen woorden uit wat het doel is van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz)
  • Leg je in eigen woorden uit wat het doel is van de Wet medezeggenschap cliënten in de zorgsector (Wmcz)
  • Heb je een eigen folder of infografic gemaakt met daarin uitleg over de klachtenprocedure bij jou op stage of een zelf verzonnen zorginstelling.

 

De docent schrijft op het bord de volgende afkortingen: Wkkgz en Wmcz. De klas bedenkt een aantal worden die bij deze afkortingen horen. Gezamelijk maken we twee mindmaps. Zo bekijken we samen of bovenstaande lesdoelen behaald zijn. 

LET OP! Voor de volgende les moet het bordspel af zijn!!

Als je bordspel niet af is kan je als groep niet deelnemen aan de laatste les. 

PH Les 9 - Eindopdracht

Lesdoelen (5 min)

Tijdens deze les gaan jullie het bordspel van een ander groepje m.b.t. Professioneel handelen, kwaliteitszorg en de bijbehorende wetten spelen en voorzien van feedback. 

Bordspel (70 min)

Tijdens deze les gaan jullie in je eigen groepje het spel van een ander groepje spelen. Bijvoorbeeld:

  • Groepje 1 speelt het spel van groepje 2
  • Groepje 2 speelt het spel van groepje 1
  • Groepje 3 speelt het spel van groepje 4
  • Groepje 4 speelt het spel van groepje 3
  • Groepje 5 speelt het spel van groepje 6
  • Groepje 6 speelt het spel van groepje 5

Groepje 1 legt de spelregels van hun spel uit aan groepje 2 en andersom. Vervolgens kan het spel beginnen. Eventueel kan ervoor gekozen worden om nog een keer te ruilen van groepje. Groepje 1 geeft feedback op het spel van groepje 2, enzovoort. Geef in ieder geval antwoord op onderstaande vragen.

  • Hoe ziet het spel eruit? is het aantrekkelijk?
  • Wat vind je van de gestelde vragen?
  • Wat vind je van de spelregels?
  • Geef een tip en een top over het bordspel?

De feedback die je ontvangt over het spel dat je gemaakt hebt verwerk je in jullie logboek. Daarin staat ook de individuele bijdrage aan het groepsproces beschreven (hoe verliep jullie samenwerking). Het logboek wordt via mail ingeleverd bij de docent VOOR het einde van deze les. 

Evalueren en afsluiten (15 min)

De docent vraagt studenten de evaluatie in te vullen. Zie bijgevoegd document.

De docent neemt het evaluatieformulier geprint meer naar de les.

  • Het arrangement Professioneel Handelen, p 1.4 MZ-VZ is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2022-04-05 16:10:23
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    lessenserie bestaande uit 9 lessen over professioneel handelen speciaal ontwikkeld voor de 1e jaars maatschappelijke zorg - verzorgende IG.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    https://www.youtube.com/watch?v=yWqtp9Iz-vs
    https://www.youtube.com/watch?v=yWqtp9Iz-vs
    Video
    https://www.youtube.com/watch?v=HscIoiarwIY
    https://www.youtube.com/watch?v=HscIoiarwIY
    Video
    https://www.youtube.com/watch?v=Xmr0uHXigq4&t=41s
    https://www.youtube.com/watch?v=Xmr0uHXigq4&t=41s
    Video
    https://www.youtube.com/watch?v=se82tE1KOPs
    https://www.youtube.com/watch?v=se82tE1KOPs
    Video
    https://www.youtube.com/watch?v=yugtfYHRzsg&t=4s
    https://www.youtube.com/watch?v=yugtfYHRzsg&t=4s
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.