Wikiwijs les 'Taalverzorging 3'

Wikiwijs les 'Taalverzorging 3'

Welkom

Welkom allemaal! Deze les ziet er wat anders uit dan normaal. Jullie krijgen namelijk geen fysieke uitleg van mij, maar online met behulp van deze Wikiwijs. Deze opdracht heb ik vanuit mijn opleiding gekregen zodat ik alvast kan oefenen met mediawijsheid. Straks als ik zelf een 'echte' docent ben, ga ik uiteraard vaker met Wikiwijs moeten werken. Daarom oefen ik hier alvast mee, samen met jullie!

Tijdens deze les krijgen jullie uitleg over vier woordsoorten, namelijk: lidwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en voorzetsels. Ik zal over elk onderdeel uitleg geven en jullie ermee laten oefenen. Ook moeten jullie aan het eind een formatieve toets maken. Dit betekent dat jullie hier geen cijfer voor krijgen, maar dat jullie jezelf kunnen controleren. Ik heb bij elk kopje kort beschreven wat jullie moeten doen zodat jullie precies weten hoe en wat jullie iets moeten aanpakken. Mochten jullie tijdens de les alsnog vragen hebben, steek dan je vinger op en dan kom ik bij je langs.

 

Succes allemaal!

Nieuwe leden welkom!

 

 

Lesdoelen

Hieronder heb ik alle lesdoelen voor deze les op een rijtje gezet. Lees ze even door, dan weet je wat er deze les van je verwacht wordt.

1. Aan het einde van deze les weten de leerlingen welke vier woordsoorten er zijn en kunnen ze alle vier de woordsoorten benoemen.

2. Aan het einde van deze les kunnen de leerlingen de lidwoorden en zelfstandige naamwoorden van een zin opnoemen.

3. Aan het einde van deze les kunnen de leerlingen de bijvoeglijke naamwoorden en voorzetsels van een zin opnoemen.

4. Aan het einde van deze les kunnen de leerlingen verschillende samenstellingen maken.

5. Aan het einde van deze les kunnen de leerlingen het verkleinwoord van verschillende woorden opschrijven.

6. Aan het einde van deze les kunnen de leerlingen de meervoudsvorm van verschillende woorden opschrijven.

7. Aan het einde van deze les hebben de leerlingen zelfstandig geoefend met het nieuw hoofdstuk door middel van een Wikiwijs.

Aandachtsrichter

Allereerst wil ik natuurlijk jullie aandacht winnen door iets creatiefs te doen. De leerstof die jullie deze les aangeboden krijgen, hebben jullie al op de basisschool gehad. Om te kijken hoeveel jullie je nog herinneren heb ik een Padlet in elkaar gezet zodat jullie kunnen graven in je geheugen.

Hieronder staat de Padlet pagina. Als je in de Padlet zit, zie je rechts onder een plusje staan. Druk hierop en schrijf je naam op. Vervolgens kun je opschrijven wat je allemaal nog herinnert. Uiteindelijk ontstaat er een hele lijst met bevindingen van allerlei verschillende leerlingen!

Gemaakt met Padlet

 

Introductie lidwoorden

In dit onderdeel krijgen jullie van mij uitleg over de lidwoorden. Ik heb een kennisclip opgenomen waar jullie naar kunnen luisteren. In deze kennisclip geef ik uitleg over de lidwoorden en laat ik een paar voorbeeldzinnen zien. Vind je het fijner om de uitleg te lezen? Bekijk dan mijn samenvatting over de lidwoorden. Jullie kunnen beide opties gebruiken om meer informatie over de lidwoorden te krijgen. Ook zullen jullie in dit onderdeel oefenen met de lidwoorden door middel van de oefenopdrachten die er staan. Mocht je de oefenopdrachten nog lastig vinden, klik dan op het kopje "Herhaling lidwoorden". Hier kun je dan nog extra opdrachten maken. Als je de oefenopdrachten makkelijk vond, kun je doorgaan naar het volgend onderdeel.

 

Nederlands: Het of de uitleg - Mr. Chadd Academy

Samenvatting

De lidwoorden van de Nederlandse taal bestaan uit drie woorden: de, het en een. Een lidwoord staat altijd voor een zelfstandig naamwoord of voor woorden die zelfstandig gebruikt worden zoals een werkwoord. Bijvoorbeeld: "Zij was het spelen zat". Je ziet dat in deze zin "spelen" het werkwoord is en dat het lidwoord "het" ervoor staat.

Ook kan een lidwoord voor een bijvoeglijk naamwoord staan, bijvoorbeeld: "De knappe jongen". In deze zin is "knappe" het bijvoeglijk naamwoord, omdat het iets zegt over het zelfstandig naamwoord (jongen). Je ziet dat het lidwoord "de" voor het bijvoeglijk naamwoord komt te staan.

De lidwoorden de en het zijn bepaalde lidwoorden. Dit betekent dat je het lidwoord de bij bepaalde woorden gebruikt en andersom het ook. Zelfstandige naamwoorden hebben altijd een bepaald lidwoord, namelijk de of het. Kijk maar: Het meisje, de fiets, het huis, de lamp. 

Het lidwoord een is een onbepaald lidwoord. Je kan dit lidwoord namelijk bij ieder zelfstandig naamwoord gebruiken. Kijk maar: Een huis, een fiets, een meisje, een lamp. 

Handig om te onthouden:

  • De gebruik je bij alle meervouden: de meisjes, de fietsen, de lampen.
  • Het gebruik je bij alle verkleinwoorden: het fietsje, het mensje, het lampje. 

Kennisclip

Met deze link kunnen jullie mijn kennisclip over lidwoorden bekijken. Was de samenvatting al duidelijk voor je? Dan hoef je deze kennisclip niet per se te bekijken. Vond je de samenvatting een beetje ingewikkeld en heb je nog extra uitleg nodig? Dan raad ik het je aan om deze kennisclip te bekijken.

 

Oefenopdracht 1

Oefenopdracht 2

Oefenopdracht 3

Herhaling lidwoorden

Met deze opdracht kunnen jullie nog even extra met de lidwoorden oefenen. Ik heb een stuk tekst uit de nieuwsbrief overgeschreven. Nu is het aan jullie om alle lidwoorden die jullie zien te markeren. Zo kun je nagaan of je de leerstof goed beheerst. Het stukje tekst gaat over een recente gebeurtenis, namelijk over de jongen Rayan. Ik dacht dat jullie dat wel leuk zouden vinden, dan zijn jullie ook gelijk bezig geweest met leesvaardigheid ;).

Intro zelfstandig naamwoord

In dit onderdeel krijgen jullie van mij uitleg over de zelfstandige naamwoorden. Jullie gaan uiteraard ook bij dit onderdeel oefenen met opdrachten. Na elk onderdeel zal ik oefenopdrachten toevoegen zodat jullie met alle leerstof kunnen oefenen.

Later in deze Wikiwijs ga ik jullie ook nog uitleg geven over samenstellingen, meervoudsvormen en verkleinwoorden. Deze onderdelen komen nadat jullie de oefenopdrachten over het zelfstandig naamwoord hebben gemaakt. Jullie krijgen uiteraard ook voor deze onderdelen uitleg en oefenopdrachten aangeboden.

 

Nederlands: Wat is het zelfstandig naamwoord? Mr. Chadd Academy

 

Samenvatting

Een lidwoord staat nooit alleen in een zin. Bij een lidwoord hoort namelijk altijd een zelfstandige naamwoord. Je kunt voor zelfstandige naamwoorden dus altijd een lidwoord plaatsen. Zelfstandige naamwoorden zijn woorden voor zaken als mensen, dieren en dingen, maar ook zaken als gevoelens, plaatsen, eigenschappen en gebeurtenissen. Ook namen zijn zelfstandige naamwoorden.

De meeste zelfstandige naamwoorden kun je in het meervoud zetten (stoel-stoelen), er een verkleinwoord van maken (stoel-stoeltje), of die/dat ervoor zetten. Die gebruik je bij de-woorden en dat bij het-woorden. Voorbeeld:

  • Fiets-fietsen-de fiets-die fiets-het fietsje-dat fietsje
  • Paard- paarden-het paard-het paardje-dat paardje

Ook namen van mensen, dieren, merken, landen en rivieren zijn zelfstandige naamwoorden. Let er wel op dat je die altijd met een hoofdletter schrijft! Voorbeeld:

  • Erik, Audi, De Maas, Nederland

De meeste zelfstandige naamwoorden kun je combineren met een bijvoeglijk naamwoord. Voorbeeld:

  • het mooie kasteel, de lieve moeder

Kasteel is het zelfstandige naamwoord, omdat je er het voor kunt zetten. Mooie zegt iets over het zelfstandig naamwoord en is daarom een bijvoeglijk naamwoord.

Moeder is het zelfstandige naamwoord, omdat je er de voor kunt zetten. Lieve zegt iets over de moeder en is daarom een bijvoeglijk naamwoord.

Oefenopdracht 1

De eerste opdracht over zelfstandige naamwoorden staat in een Word-bestand. In het bestand staat wat de bedoeling van de opdracht is. Jullie kunnen dit bestand openen en de opdracht zelfstandig maken. 

Oefenopdracht 2

Bij deze opdracht gaan jullie iets nieuws uitproberen, namelijk Educaplay. Dit is een programma waarbij je op spelenderwijs kunt oefenen met de lesstof. Ik heb een spel voor jullie klaargezet waarmee jullie met het zelfstandig naamwoord kunnen oefenen. Lees de vragen goed en beantwoordt ze niet te snel. Het is een oefening, dus geen wedstrijd!

 

Samenstellingen

Zoals ik eerder vermeld had, krijgen jullie nu uitleg over de samenstellingen.

Een samenstelling is een woord dat uit twee of drie woorden bestaat. Deze woorden moet je in het Nederlands gewoon aan elkaar vast schrijven. Voorbeelden:

  • fiets+sleutel= fietssleutel
  • operatie+kamer= operatiekamer
  • water+leiding= waterleiding

De samenstellingen die hierboven staan, hebben allemaal een zelfstandig naamwoord als kern. Bij de meeste samenstellingen is het rechter woord de kern van het samengestelde woord. Kijk maar:

  • een fietssleutel is een soort sleutel
  • een operatiekamer is een soort kamer
  • een waterleiding is een soort leiding

Niet iedere samenstelling heeft een zelfstandig naamwoord als kern. In de volgende samenstellingen is het tweede deel van de samenstelling een bijvoeglijk naamwoord:

  • ijzer+sterk= ijzersterk
  • zacht+aardig= zachtaardig
  • kots+misselijk= kotsmisselijk

 

Oefenopdracht 3

Meervoudsvormen

Jullie krijgen nu uitleg over de meervoudsvormen. 

De meeste zelfstandige naamwoorden hebben een enkelvoud en een meervoud. Soms maak je het meervoud door 'en' achter het enkelvoud te zetten. Voorbeeld:

  • de hond - de honden
  • de broek - de broeken

Als het enkelvoud een lange klinker (aa,ee,oo,uu) heeft, vervalt soms één van die klinkers. Voorbeeld:

  • de aap - de apen
  • de paal - de palen

Andersom, als het enkelvoud een korte klinker heeft, komt er soms een medeklinker bij. Voorbeeld:

  • de tik - de tikken
  • de klap - de klappen

Als het enkelvoud op een -s of een -f eindigt, dan word de -s vaak een z en de -f een v. Kijk maar:

  • de laars- de laarzen
  • het glas- de glazen
  • de staaf- de staven
  • het lijf- de lijven

Soms heb je wel een aantal uitzonderingen:

  • de paus- de pausen
  • de kaars- de kaarsen
  • de mens- de mensen
  • de paragraaf- de paragrafen

Als een woord in het meervoud een -s krijgt, schrijf je die er meestal gewoon aan vast:

  • de ruzie- de ruzies
  • de tralie- de tralies
  • de televisie- de televisies

Als het woord op een klinker (a,e,i,o,u,y) eindigt, gebruik je wel 's. Voorbeeld:

  • baby- baby's
  • auto- auto's

Ook bij afkortingen gebruik je 's:

  • tv- tv's
  • gsm- gsm's 

Oefenopdracht 4

Oefening: Meervoudsvormen

Start

Verkleinvormen

Jullie krijgen nu uitleg over de verkleinvorm. 

De meeste zelfstandige naamwoorden hebben een verkleinvorm. De verkleinvorm is een vorm die aangeeft dat iets of iemand klein is. Bij verkleinwoorden gebruik je altijd het bepaalde lidwoord 'het'. Voorbeeld:

  • de tafel- het tafeltje

Verkleinwoorden kunnen de volgende uitgangen hebben:

  1. -je (mandje)
  2. -tje (staartje)
  3. -etje (stangetje)
  4. -pje (boompje)

Wanneer komt er -je achter?

  • bij woorden die eindigen op een -d of -t. (hondje, katje)
  • als een woord eindigt op een -ng, dan verandert de -g in een -k en dan zet je er -je achter. Voorbeeld:
  • koning- koninkje 
  • schutting- schuttinkje 

Wanneer komt er -tje achter?

  • achter een woord met een lange klank dat eindigt op een l, n of r. Voorbeeld:
  • kool- kooltje
  • boon- boontje
  • haar- haartje

Let op: het verkleinwoord van jongen is jongetje, zonder n.

Als de klankgroep eindigt op een korte klank, schrijf je de volgende medeklinker dubbel. Kijk maar:

  • zon- zonnetje
  • bal- balletje

Wanneer krijg je -pje?

  • alleen na de letter -m. Voorbeelden:
  • raam- raampje
  • bodem- bodempje
  • film- filmpje

Let op: niet altijd na de -m. Na een korte klank krijg je:

  • bom- bommetje
  • lam- lammetje

Oefenopdracht 5

Introductie voorzetsel

In dit onderdeel krijgen jullie uitleg over de voorzetsels. Voor de leerlingen die het fijn vinden om naar een uitleg te luisteren, heb ik een video opgezocht met een heldere uitleg over het voorzetsel. Ik zal de link in het volgend kopje neerzetten zodat degene die het willen bekijken erbij kunnen!

Nederlands: Bijvoeglijk naamwoorden - Mr. Chadd Academy

Samenvatting

Woorden als in, op, onder, van, uit, tijdens, aan, om en door noemen we voorzetsels. Een voorzetsel geeft vaak plaats, tijd of reden/oorzaak aan. Voorbeelden:

  • op de stoel
  • tussen de twee tafels
  • na de wedstrijd
  • tijdens de les
  • vanwege de regen
  • door dat ongeluk

Het komt ook wel is voor dat voorzetsels gebruikt worden zonder een lidwoord. Kijk maar:

  • de man in de rolstoel raakte te water.
  • we hebben de opdrachten met plezier gemaakt.
  • na afloop gingen we meteen naar huis.
  • zonder uitzondering was iedereen op tijd klaar.

 

 

Youtube filmpje

Met behulp van dit filmpje kunnen jullie extra uitleg over het voorzetsel krijgen. Het is handig als jullie aantekeningen maken zodat jullie ze er later bij kunnen pakken!

 

Oefenopdracht 1

Oefenopdracht 2

Extra opdracht

Ik heb een extra opdracht gevonden voor de leerlingen die het voorzetsel nog lastig vinden. Voor die leerlingen raad ik het aan om deze opdracht te maken. De leerlingen die de vorige twee opdrachten al goed gemaakt hadden, mogen verder naar het volgend onderdeel. Mocht je alsnog een extra opdrachten willen maken, dan mag dat natuurlijk ook ;).

 

Druk op de link die hieronder staat voor het maken van de opdracht.

Voorzetsel

Intro bijvoeglijk naamwoord

Dit is het laatste onderdeel dat we gaan behandelen. We gaan het in dit onderdeel hebben over het bijvoeglijk naamwoord. Bij de vorige onderdelen beschreef ik al kort wat het bijvoeglijk naamwoord was. Nu ga ik er uitgebreid op in en ga ik jullie aan de slag zetten met oefenopdrachten.

 

Wat is een bijvoeglijk naamwoord? - Mr. Chadd Academy

Samenvatting

Bijvoeglijke naamwoorden geven een eigenschap of toestand aan van een zelfstandig naamwoord. Ze staan vaak direct voor het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen, tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord in. Maar dat hoeft niet per se altijd zo te zijn! 

Voorbeelden:

  • de blonde jongen
  • de houten kast
  • Fries suikerbrood
  • de jaarlijkse vergadering
  • de auto is rood
  • het tijdschrift verschijnt wekelijks

Een bijvoeglijk naamwoord heeft meestal een korte vorm (zonder -e) en een lange vorm (met -e). Kijk maar:

  • De jongen is groot- de grote jongen.
  • De plank is dik- de dikke plank.

Als het zelfstandig naamwoord een het-woord is en je gebruikt het onbepaalde lidwoord 'een', dan kies je de korte vorm van het bijvoeglijk naamwoord. Voorbeelden:

  • een spannend spel (het spel)
  • een lang touw (het touw)
  • een aardig kind (het kind)

Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord staat altijd voor het zelfstandig naamwoord en eindigt meestal op -en. Kijk maar:

  • de houten kast
  • het gouden horloge
  • het ijzeren staal

 

 

 

Oefenopdracht 1

Bij deze opdracht gaan jullie een tekst lezen over een motor. In de tekst zitten 9 bijvoeglijke naamwoorden die jullie moeten vinden. In het bestand heb ik de opdracht nog een keer uitgelegd zodat alles helder voor jullie is. Succes!

Open het bestand voor het maken van de opdracht.

Oefenopdracht 2

Extra opdracht

Voor degene die nog extra met het bijvoeglijk naamwoord willen oefenen, kunnen via dit knopje een extra opdracht maken. Als je de vorige oefenopdrachten al goed hebt gemaakt en de leerstof begrijpt, hoef je deze opdracht niet te maken. Wil je even checken of je alles wel daadwerkelijk begrepen hebt? Dan kan je de opdracht altijd nog maken. 

Extra oefenopdracht

Begrippen check

Bij dit onderdeel gaan jullie alle stof die behandeld is checken. Hieronder staat een formatieve toets waarmee jullie kunnen oefenen. Deze toets laat zien of jullie de leerstof al goed beheersen. Mocht je de toets slecht maken, dan raad ik het je aan om de oefenopdrachten nog een keer te maken. Vervolgens kun je deze formatieve toets nog een keer maken om jezelf te controleren. 

Let op: bij een formatieve toets krijg je geen cijfer. Deze toets is puur voor het controleren!

Afsluiting

We zijn bijna klaar! De toets die jullie hiervoor hebben gemaakt was een formatieve toets. Voor alle zekerheid en als extra oefening heb ik nog een toets in elkaar gezet. Deze toets is iets korter, maar wel wat lastiger. De toets is dus ideaal als afsluiter. Voor de laatste keer kunnen jullie jezelf nog even toetsen en oefenen met de leerstof. Jullie kunnen deze toets vinden onder het kopje 'toets Microsoft forms'.

Na het maken van deze toets zijn jullie zo goed als klaar. Jullie hoeven hierna alleen nog maar een korte evaluatie in te vullen, zodat ik weet wat jullie hiervan vonden.

Bedankt voor alle medewerking en hopelijk hebben jullie er wat aan gehad!

7 tips voor de afsluiting van je meeting

 

Toets Microsoft forms

Maak nu de eindtoets 'taalverzorging 3'.

 

 

 

 

 

Evaluatie

Vul de evaluatie in.

 

 

 

 

Bronnenlijst

Voor deze Wikiwijs heb ik gebruik gemaakt van de volgende bronnen:

Esen, I. (2022a, februari 18). Wat weet je nog over lidwoorden, zelfstandige naamwoorden, voorzetsels en bijvoeglijke naamwoorden? Padlet. Geraadpleegd op 31 maart 2022, van https://padlet.com/eilayda155/zcfimrilq4sudtne

Froggy Jumps: oefenopdracht 2 zelfstandige naamwoorden (vmbo onderbouw - brugklas - zelfstandig naamwoord). (2022, 18 februari). Educaplay. Geraadpleegd op 31 maart 2022, van https://www.educaplay.com/learning-resources/11465528-oefening.html

Leerkanaal, H. (2018, 25 november). Voorzetsels - Grammatica - video [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=gualE1e-WD8&feature=youtu.be

Esen, I. (2022, 20 februari). pp kennisclip [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=A3yc3JhF_ck&feature=youtu.be

ExtraNederlands. (2022). Oefening 2 voorzetsels *. CambiumNed. Geraadpleegd op 31 maart 2022, van https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-voorzetsels-2/

jufmelis.nl. (2008). Oefening: Bijvoeglijk naamwoord 1 - jufmelis.nl. jufmelis. Geraadpleegd op 31 maart 2022, van https://www.jufmelis.nl/woordsoorten/bijvoeglijk-naamwoord/bijvoeglijk-naamwoord-1

 

Afbeeldingen:

afbeelding welkom pagina: https://www.google.nl/url?sa=i&url=https%3A%2F%2Fwww.levendesteenministries.nl%2Fwelkom-2%2F&psig=AOvVaw2NtG77-qnWhv4bAR2tuoKM&ust=1649859946480000&source=images&cd=vfe&ved=0CAoQjRxqFwoTCJCSlbXdjvcCFQAAAAAdAAAAABAD

afbeelding kopje 'introductie lidwoorden': https://www.google.nl/url?sa=i&url=https%3A%2F%2Fwww.mrchadd.nl%2Facademy%2Fvakken%2Fnederlands%2Fhet-of-de&psig=AOvVaw2pY4FTyAVYE5K72WujFDDl&ust=1649860072260000&source=images&cd=vfe&ved=0CAoQjRxqFwoTCKDAyO3djvcCFQAAAAAdAAAAABAJ

afbeelding kopje 'introductie zelfstandig naamwoord': https://www.google.nl/url?sa=i&url=https%3A%2F%2Fwww.mrchadd.nl%2Facademy%2Fvakken%2Fnederlands%2Fzelfstandig-naamwoord-werkwoord-en-hulpwerkwoord&psig=AOvVaw16vRpPYDmkLS2W9kQtYfmI&ust=1649860152603000&source=images&cd=vfe&ved=0CAoQjRxqFwoTCKDU85TejvcCFQAAAAAdAAAAABAD

afbeelding kopje 'introductie voorzetsel': https://www.google.nl/url?sa=i&url=https%3A%2F%2Fwww.mrchadd.nl%2Facademy%2Fvakken%2Fnederlands%2Fvoorzetsels&psig=AOvVaw3E9qqOD_Bz3kBt6emQMTIp&ust=1649860243613000&source=images&cd=vfe&ved=0CAoQjRxqFwoTCJjI48DejvcCFQAAAAAdAAAAABAD

afbeelding kopje 'intro bijvoeglijk naamwoord': https://www.google.nl/url?sa=i&url=https%3A%2F%2Fwww.mrchadd.nl%2Facademy%2Fvakken%2Fnederlands%2Fbijvoeglijk-naamwoord&psig=AOvVaw3E9qqOD_Bz3kBt6emQMTIp&ust=1649860243613000&source=images&cd=vfe&ved=0CAoQjRxqFwoTCJjI48DejvcCFQAAAAAdAAAAABAJ

afbeelding kopje 'afsluiting': https://www.google.nl/url?sa=i&url=https%3A%2F%2Fnl.linkedin.com%2Fpulse%2F7-tips-voor-de-afsluiting-van-je-meeting-mireille-beumer&psig=AOvVaw1XqemB04Ao076VcO0chNEi&ust=1649860523147000&source=images&cd=vfe&ved=0CAoQjRxqFwoTCJDptsTfjvcCFQAAAAAdAAAAABAD

 

  • Het arrangement Wikiwijs les 'Taalverzorging 3' is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Ilayda Esen
    Laatst gewijzigd
    2022-04-12 16:35:35
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les is bedoeld voor het vak Nederlands aan leerlingen met een vmbo gl/tl niveau. Aan het einde van deze les kennen de leerlingen de vijf woordsoorten, namelijk: de lidwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, het voorzetsel en de werkwoorden.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    Voorzetsel
    https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-voorzetsels-2/
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Lidwoorden

    Lidwoorden

    Lidwoorden

    Samenstellingen

    Meervoudsvormen

    Verkleinwoorden

    Voorzetsel

    Voorzetsel

    Bijvoeglijke naamwoorden

    Begrippen check

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.