Verkleinvormen

Jullie krijgen nu uitleg over de verkleinvorm. 

De meeste zelfstandige naamwoorden hebben een verkleinvorm. De verkleinvorm is een vorm die aangeeft dat iets of iemand klein is. Bij verkleinwoorden gebruik je altijd het bepaalde lidwoord 'het'. Voorbeeld:

Verkleinwoorden kunnen de volgende uitgangen hebben:

  1. -je (mandje)
  2. -tje (staartje)
  3. -etje (stangetje)
  4. -pje (boompje)

Wanneer komt er -je achter?

Wanneer komt er -tje achter?

Let op: het verkleinwoord van jongen is jongetje, zonder n.

Als de klankgroep eindigt op een korte klank, schrijf je de volgende medeklinker dubbel. Kijk maar:

Wanneer krijg je -pje?

Let op: niet altijd na de -m. Na een korte klank krijg je: