Praktische informatie
Introductie
In dit hoofdstuk gaan we aan de slag met het onderwerp licht. We gaan stap voor stap door dit onderwerp heen met behulp van 4 hoofdstukken. Hieronder vind je een overzicht van de paragrafen. Na dat we paragraaf 1, 2 en 3 hebben behandeld, volgt er een SO.

Overzicht van de onderwerpen uit H6.
Je gaat op de volgende manier aan de slag met de theorie:
1. Bekijk de kennisclip (video).
2. Maak de opdrachten op de website.
Snap je het: Ga dan verder naar het volgende onderdeel/onderwerp.
Snap je het niet: Lees de uitleg in het boek (B) en vraag om hulp.
4. Als je klaar bent, dan begin je aan de opdrachten van de bijbehorende paragraaf uit het werkboek (boek B).
5. Laat de opdrachten aan je docent zien voordat je doorgaat naar de volgende paragraaf.
6.1 Licht en schaduw
Leerdoelen 6.1
1. Je kunt voorbeelden noemen van een natuurlijke en een kunstmatige lichtbron.
2. Je kunt lichtstralen schematisch tekenen.
3. Je kunt uitleggen wat er gebeurt als licht diffuus teruggekaatst wordt.
4. Je kunt de schaduw van een voorwerp tekenen.
5. Je kunt bepalen in welk gebied zich de halfschaduw en de kernschaduw bevinden.
Lichtbronnen en lichtstralen
Bekijk de kennisclip hieronder over lichtbronnen en lichtstralen (3 min).
Dit zijn de belangrijkste begrippen:
Natuurlijke lichtbron: Natuurlijk voorwerp dat licht uitzendt.
Kunstmatige lichtbron: Lichtbron die gemaakt is door de mens.
Lichtstraal: Rechte lijn waarlangs licht beweegt.
Maak hieronder de vragen bij dit onderwerp.
Oefening: Oefeningen over lichtbronnen en lichstralen
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
Voorwerpen zien
Bekijk de kennisclip hieronder over voorwerpen zien (2 min).
Dit is het belangrijkste begrip:
Diffuus terugkaatsen: Licht dat door een voorwerp in alle richtingen wordt teruggekaatst.
Maak hieronder de vragen bij dit onderwerp.
Oefening: Voorwerpen zien
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
Schaduw
Bekijk de kennisclip over het onderwerp schaduw (5 min).
Dit zijn de belangrijkste begrippen:
Randstralen: De stralen die langs een voorwerp naar de grond gaan.
Schaduw: Een gebied waar geen licht valt omdat het wordt tegengehouden door een voorwerp.
Halfschaduw: Gebied waar maar een deel van het licht valt.
Kernschaduw: Gebied waar geen licht valt.
Maak hieronder de vragen bij dit onderwerp.
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
Werkblad met oefenopdrachten
Afsluiting
Leerdoelen:
1. Je kunt voorbeelden noemen van een natuurlijke en een kunstmatige lichtbron.
2. Je kunt lichtstralen schematisch tekenen.
3. Je kunt uitleggen wat er gebeurt als licht diffuus teruggekaatst wordt.
4. Je kunt de schaduw van een voorwerp tekenen.
5. Je kunt bepalen in welk gebied zich de halfschaduw en de kernschaduw bevinden.
In drie delen is hiervoor de theorie van 6.1 voorbij gekomen. Je hebt de opdrachten gemaakt en weet wat je snapt en wat je nog moet oefenen. Bekijk de leerdoeln hierboven nog eens en bedenk of je deze behaald hebt. Als dat niet zo is, bekijk de theorie of opdrachten nog eens terug of vraag je docent om hulp.
Maak de opdrachten van 6.1 in het boek. Als je klaar bent laat je dit aan je docent zien. Als dit goed gemaakt is, dan kan je door naar 6.2 over spiegelbeelden.
6.2 Spiegelbeelden
Leerdoelen 6.2
1. Je kunt uitleggen wat een spiegelbeeld is.
2. Je kunt de spiegelwet uitleggen.
3. Je kunt met de spiegelwet tekenen hoe een lichtstraal door de spiegel teruggekaatst wordt.
4. Je kunt met de spiegelwet verklaren hoe spiegelbeelden ontstaan.
Spiegelbeeld
Bekijk de kennisclip hieronder over het spiegelbeeld (2 min).
Dit zijn de belangrijkste begrippen:
Spiegelbeeld: Beeld van iets dat via een spiegel wordt bekeken.
Spiegelende terugkaatsing: Het licht wordt maar één kant op weerkaatst.
Maak hieronder de vragen bij dit onderwerp.
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
De spiegelwet
Bekijk de kennisclip hieronder over de spiegelwet (4 min).
Dit zijn de belangrijkste begrippen:
Hoek van inval: Hoek tussen de invallende lichtstraal en de normaal.
Hoek van terugkaatsing: Hoek tussen de terugkaatsende lichtstraal en de normaal.
Normaal: Hulplijn die loodrecht op de spiegel staat.
Maak hieronder de vragen bij dit onderwerp.
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
Hieronder vind je een video met een uitgewerkte voorbeeldopgave.
Een spiegelbeeld maken
Bekijk de kennisclip hieronder over de spiegelwet (4 min).
Maak hieronder de vragen bij dit onderwerp.
Oefening: Een spiegelbeeld maken
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
Werkblad met oefenopdrachten
Afsluiting
Leerdoelen:
1. Je kunt uitleggen wat een spiegelbeeld is.
2. Je kunt de spiegelwet uitleggen.
3. Je kunt met de spiegelwet tekenen hoe een lichtstraal door de spiegel teruggekaatst wordt.
4. Je kunt met de spiegelwet verklaren hoe spiegelbeelden ontstaan.
In drie delen is hiervoor de theorie van 6.2 voorbij gekomen. Je hebt de opdrachten gemaakt en weet wat je snapt en wat je nog moet oefenen. Bekijk de leerdoeln hierboven nog eens en bedenk of je deze behaald hebt. Als dat niet zo is, bekijk de theorie of opdrachten nog eens terug of vraag je docent om hulp.
Maak de opdrachten van 6.2 in het boek. Als je klaar bent laat je dit aan je docent zien. Als dit goed gemaakt is, dan kan je door naar 6.3 over licht en kleur.
6.3 Licht en kleur
Leerdoelen 6.3
1. Je kunt uitleggen wat een spectrum is en hoe je een spectrum zichtbaar maakt.
2. Je kunt uitleggen hoe je de samenstelling van licht kunt onderzoeken met een zakspectroscoop.
3. Je kunt uitleggen hoe je een voorwerp met een bepaalde kleur ziet bij verschillende kleuren licht.
4. Je kunt uitleggen hoe je kleuren ziet op een beeldscherm.
Lichtspectrum
Bekijk de kennisclip hieronder over het lichtspectrum (3 min).
Dit zijn de belangrijkste begrippen:
Prisma: Doorzichtig driehoekig stuk glas of kunststof die een spectrum zichtbaar maakt.
Spectrum: Reeks opeenvolgende kleuren die zichtbaar zijn als ze uit elkaar gehaald worden.
Zakspectroscoop: Apparaatje waarmee je kan onderzoeken wat het spectrum is van een lichtbron.
Maak hieronder de vragen bij dit onderwerp.
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
Kleuren zien bij wit licht
Bekijk de kennisclip hieronder over kleuren zien bij wit licht (3 min).
Dit is het belangrijkste begrip:
Absorberen: Opnemen; licht dat niet wordt teruggekaatst; wordt opgenomen.
Maak hieronder de vragen bij dit onderwerp.
Oefening: Kleuren zien bij wit licht
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
Kleuren zien bij gekleurd licht
Bekijk de kennisclip hieronder over kleuren zien bij gekleurd licht (4 min).
Dit is een belangrijke regel:
De kleur licht wordt weerkaatst als een voorwerp zelf deze kleur is. De kleuren die niet worden weerkaatst worden geabsorbeerd.
Maak hieronder de vragen bij dit onderwerp.
Oefening: Kleuren zien bij gekleurd licht
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
Voorbeeldopdracht bij het onderwerp voorwerpen zien bij gekleurd licht.
Afsluiting
Leerdoelen:
1. Je kunt uitleggen wat een spectrum is en hoe je een spectrum zichtbaar maakt.
2. Je kunt uitleggen hoe je de samenstelling van licht kunt onderzoeken met een zakspectroscoop.
3. Je kunt uitleggen hoe je een voorwerp met een bepaalde kleur ziet bij verschillende kleuren licht.
4. Je kunt uitleggen hoe je kleuren ziet op een beeldscherm.
In drie delen is hiervoor de theorie van 6.3 voorbij gekomen. Je hebt de opdrachten gemaakt en weet wat je snapt en wat je nog moet oefenen. Bekijk de leerdoeln hierboven nog eens en bedenk of je deze behaald hebt. Als dat niet zo is, bekijk de theorie of opdrachten nog eens terug of vraag je docent om hulp.
Maak de opdrachten van 6.3 in het boek. Als je klaar bent laat je dit aan je docent zien. Als dit goed gemaakt is dan kan je gaan leren voor de SO of door naar 6.4 over infrarood en ultra violet.