Ned. Schrijven F & H

Ned. Schrijven F & H

Introductie

Beste student,

Allereerst, welkom bij dit digitaal leerarrangement *Schrijven.*

Het is de bedoeling dat je dit arrangement, onder begeleiding van de docent, zelfstandig en in je eigen tempo gaat doorlopen. De gedachte hierachter is dat jouw zelfstandigheid wordt bevorderd.

Er wordt van jou als student verwacht, dat jij een bepaald niveau van schrijfvaardigheid beheerst. Voor mbo 4 studenten geldt dat dit het 3F-niveau is. voor mbo 3 is dit 2F. Er zijn scholen die kiezen voor een betogende vorm (column, brief, artikel of een betoog). Deze lessenserie moet jou helpen deze vormen te leren. Voordat je begint met het daadwerkelijk schrijven, moet je eerst een aantal stappen doorlopen. Welke stappen dit zijn, zie je in het kopje 'leerroute'.

 

Met vriendelijke groet,

L. Nahar

Leerdoelen

Leerdoel in dit leerarrangement

De student kan na het afronden van dit leerarrangement:

  • een brief schrijven waarbij hij/zij de inhoud en vorm op het doel en het publiek afstemt.  

Succescriteria

De student kan:

  • signaalwoorden herkennen;
  • de tekst structureren in een inleiding, kern en slot;
  • in de kern argumenten benoemen die aansluiten bij zijn standpunt;
  • de argumenten met behulp van (betrouwbare) bronnen ondersteunen;
  • de tegenargumenten weerleggen;
  • in het slot het standpunt herhalen zonder nieuwe informatie te geven, een samenvatting van de argumenten en een pakkende uitsmijter geven;
  • de tekst afstemmen doel en publiek (consequent gebruik van je of u.);
  • op een goede manier bronnen citeren of in eigen woorden op schrijven (parafraseren);
  • op een goede manier naar bronnen verwijzen.

Materiaal

Stellingen

Leerroute

  • Maak 'Test je zelf - werkwoordspelling'
  • Maak 'Test je zelf - interpunctie'

 

  • Bestudeer de eindopdracht;
  • Maak les 1: overtuigende teksten;
  • Jouw tempo (zie voorwaarden).

Test je zelf

In de onderstaande toetsen wordt jouw kennis van spelling en interpunctie getoetst. Laat je docent kan jouw antwoorden en behaalde scores zien.  Op basis daarvan bepalen jullie samen welke route je gaat afleggen om tot het eindproduct te komen.

 

 

Waar sta ik?

Diagnostische opdrachten

Spelling algemeen

Werkwoordspelling

Interpunctie

2: werkwoordspelling

Tegenwoordige Tijd

Oefening:Tegenwoordige tijd

De tegenwoordige tijd is de meest simpele vorm in de werkwoordspelling.

Verleden tijd

De verleden tijd kan op twee manieren worden gevormd:

  • het werkwoord krijgt de/te achter de ik-vorm. Dit worden ook wel zwakke werkwoorden genoemd.
  • het werkwoord krijgt een klinkerverandering. Dit worden de sterke werkwoorden genoemd.

Voltooide tijd

Een voltooid deelwoord is een vervoeging van het werkwoord.  Een voltooid deelwoord begint meestal met ge-, maar ook vaak met be-, ver- of ont-.

 

Een voltooid deelwoord eindigt op:

  • -d (regelmatig)
  • -t (regelmatig)
  • -en (onregelmatig)

 

Regelmatige werkwoorden (zwakke werkwoorden)

Een regelmatig werkwoord wordt ook een zwak werkwoord of een klankvast werkwoord genoemd. Een regelmatig werkwoord eindigt op een -d of een -t. Als je niet weet of het voltooid deelwoord op een -t of een -d eindigt, dan kun je het langer maken (in de verleden tijd). Meestal weet je dan of het voltooid deelwoord op een -d of een -t eindigt.

 

  • Ik heb gerend. (want rende)
  • Ik heb gefietst. (want fietste)
  • Ik heb gepakt. (want pakte)

 

't ex kofschip/ 't sexy fokschaap

Meestal weet je of de verleden tijd van een regelmatig werkwoord met -de(n) of -te(n) wordt geschreven en dan weet je dus ook of het voltooid deelwoord op -d of -t eindigt. Uiteraard kun je ook 't kofschip (x) gebruiken om te weten hoe je het voltooid deelwoord schrijft. Andere woorden voor 't kofschip zijn: sexy fokschaap of fokschaapshit.

 

De regel van / 't sexy fokschaap

  • Als de laatste letter van de stam wel in 't ex kofschip staat: het voltooid deelwoord eindigt op -t.
  • Als de laatste letter van de stam niet in 't ex kofschip staat: het voltooid deelwoord eindigt op -d.

 

  • rennen - gerend
  • luisteren - geluisterd
  • reizen - gereisd
  • fietsen - gefietst
  • pakken - gepakt
  • gebruiken - gebruikt
  • praten - gepraat
  • beloven - beloofd
  • vervelen - verveeld
  • ontmoeten - ontmoet

Oefening spelling

Oefenen - spelling
Cambiumned

Oefening interpunctie

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-1-leestekens/

Eindopdrachten

Situatie:

Sinds dit jaar werkt jouw school met een vakblad, dat één keer per maand verschijnt. Hiervoor levert elke opleiding een artikel aan en de beste artikelen worden in dat blad gepubliceerd. Vanzelfsprekend verlangt jouw opleiding dat je iets schrijft over jouw richting.

Je gaat op zoek naar een probleem in je branche en neemt een standpunt in dat je gaat uitwerken op schrift.

Het betoog moet tussen de 200-350 woorden zijn, waarbij je je richt op het publiek van het vakblad: jonge professionals. Het schrijfniveau is 2F.

Je zoekt twee voorargumenten

Je zoekt één tegenargumenten en je weerlegt deze.

 

Zie het beoordelingsrubric waarop de docent gaat letten.

 

 

 

 

1: overtuigende teksten

Het betoog

Een schrijver van een betoog probeert jou te overtuigen van zijn gelijk. Een betoog is dus een tekstsoort dat als teksdoel overtuigen heeft. De schrijver doet dat door zijn standpunt of mening op een heldere wijze te formuleren. Bijvoorbeeld: 'Ik vind dat alle studenten het recht op zorgtoeslag van minimaal 150 euro heeft.'

 

verwerkingsopdracht: gestructureerd schrijven

verwerkingsopdracht 'analyse van een betoog'

 

Wat:

De studenten bekijken twee betogen en vergelijken deze met elkaar.

Hoe:

De studenten bekijken in een groep (2-4 personen) de twee betogen. Zij gebruiken hiervoor een checklist. Ook geven zij aan wat ze goed en minder goed aan de betogen vinden.

Hulp:

 

  • medestudenten
  • je docent

Tijd:

30 minuten

Uitkomst:

De studenten hebben inzicht gekregen, waaraan een goede betoog moet voldoen.  

Klaar:

bestudeer de les over argumenteren

 

 

 

Mbo’ers in de samenleving

Een van de evenementen waar de mbo’ers in het zonnetje worden gezet is de landelijke mbo-ambassadeursverkiezing. In 2018 heb ik Zadkine op dit evenement mogen vertegenwoordigen. Ik heb hier laten zien wat het mbo voor mij betekent en wat dit voor anderen kan betekenen. De huidige maatschappij is heel erg neerbuigend over het mbo, vooral de politici stigmatiseren het mbo als laag. Dit kan en mag niet gebeuren! Zonder dat de maatschappij het zich realiseert, ziet men overal mbo’ers die wij niet kunnen negeren. Om deze reden pleit ik voor: een waardering voor mbo’ers.

 

Naar mijn mening is het volgen van een mbo-opleiding, een verrijking voor je persoonlijke ontwikkeling. Bij een mbo-opleiding word je namelijk heel specifiek opgeleid, in vergelijking met de generieke hbo- of wo-studies. Het is een feit dat het bedrijfsleven staat te springen om personeel dat niet alleen theoretische kennis heeft. De maatschappij vergeet dat de mbo’ers voordat zij de arbeidsmarkt op komen, praktische ervaring op doen. Je zou toch zeggen dat dit een groot pluspunt is?

 

Uit het onderzoek van de studentenvakbond JOB (2018) blijkt dat de mbo’ers in de meerderheid zijn. Volgens het uitgevoerde onderzoek studeerde in 2017 ruim 470 duizend studenten aan een mbo-school ten opzichte van 440 duizend hbo-studenten en 210 duizend wo-studenten. De politiek kan en mag onze mbo-doelgroep niet negeren, want wij hebben het talent om met onze handen te werken en niet alleen met ons hoofd. Dit is namelijk geen schande. Pieter Derks in een radio-uitzending verwoordde dit heel erg mooi: “Twee miljoen communicatiewetenschappers en niemand die een kraan kan repareren.” Geen enkele maatschappij is gebaat bij een kenniseconomie.

 

Jouke van Dijke, een hoogleraar aan de Rijksuniversiteit van Groningen beweert dat studenten die geen mbo-4 diploma of hoger behalen zich beter kunnen voorbereiden op een leven zonder werk. Hij voorspelt dat werk op niveau 2 (startkwalificatie) of niveau 3 zal verdwijnen. Ik ben het niet eens met zijn beweringen, natuurlijk leven wij in een samenleving die verandert en dan is het logisch dat ook de arbeidsmarkt mee verandert. Als je dit wilt opvangen, dan moeten het onderwijs en het bedrijfsleven de handen ineenslaan. Het bedrijfsleven kan echt niet zonder de vakmensen. Ik erken dat in sommige beroepenvelden, de robotisering een bedreiging is. Maar in sectoren zoals de zorg is het menselijke aspect van belang, waarbij contact tussen de zorgverlener en de patiënt wenselijk is.

 

Een vriend van mij deed een uitspraak, waar mijn nekharen van overeind gingen staan. Hij zei: “Het mbo is het afvoerpuntje van de samenleving.” Hij stelde dat de mensen die een mbo-opleiding volgen – ongemotiveerde en minder slimme studenten zijn. Deze personen zouden het toch niet maken in de wereld. Net als al die anderen stigmatiseert hij het mbo als laag. Hij realiseert het zich niet, maar overal zien we mbo’ers rondlopen; denk maar aan de bakker die de brood bakt of een chauffeur die men van A naar B brengt. Is iemand met een hbo-diploma succesvoller in vergelijking met iemand met een mbo-diploma?

 

Kortom, er zijn velen die iets over het mbo te zeggen hebben. Hun bevinden berusten op geen enkele onderzoek, waardoor hun argumenten als drogreden kunnen worden geclassificeerd. Ik roep hen op om het stigma van het mbo te doorbreken en hun de waardering geven dat het verdiend. Het mbo is talentvol, specialistisch en bovenal wij zijn de maatschappij.

 

Student van Zadkine, 2018      

 

Geweld tegen hulpverleners en gezagdragers moet strenger bestraft worden

 

Ambulancebroeder Ron Sitek noemt zijn vak het mooiste vak ter wereld. Toch is hij na 38 jaar met vervroegd pensioen gegaan. Dit heeft hij vermeld tijdens een interview in het programma RTL Late Night op 26 oktober 2018. In zijn jaren als ambulancebroeder heeft hij vaak te maken gekregen met agressie. Dit ging van bespuugd worden tot doodsbedreigingen, hij zag het geweld tegen hulpverleners enorm toenemen. ``Het is het mooiste beroep, maar meer agressie en werkdruk´´. Aldus, Ron Sitek.

In 2016 werden er in het hele land 7.502 mensen verdacht van geweld tegen hulpverleners. In 2017 waren dat er echter al 8.964, dat is een stijging van bijna 20%. Minister Edith Schippers van Volksgezondheid vind dat geweld tegen hulpverleners en gezagdragers onacceptabel is. Ik ben het volkomen met haar eens en ik pleit dan ook voor strengere straffen tegen geweldsmisdrijven tegen de hulpverleners en gezagdragers.

Als de hulpverleners en gezagdragers te maken krijgen me geweld tegen hun, dan heeft dit betrekking tot de hele samenleving. De hulpverleners en gezagdragers zijn er om ons te beschermen en te helpen, als zij hun werk niet goed kunnen uitvoeren, dan betekent dit dat de burgers ook in gevaar komen. Ook durft de burger vaak niet in te grijpen bij geweldsincidenten tegen de hulpverleners. Als de hulpverleners en gezagdragers ons niet meer kunnen beschermen, wie doet het dan? Rechter Elianne van Rens geeft aan dat het geweld tegen mensen met een publieke taak hoger bestraft worden dan straffen bij de ‘’gewone burger’’. De strafvorderingsrichtlijn van het Openbaar Ministerie schrijft voor dat de eis tweemaal zo hoog moet zijn. Geweld tegen hulpverleners en gezagdragers kost ook nog eens extra tijd en geld. Als een Politieagent belaagd wordt, dan zal er meer Politie ter plaatsen moeten komen plus een ambulance als de politieagent gewond geraakt is. De gevolgen van geweld tegen hulpverleners en gezagdragers zijn niet te overzien, de werknemer kan in een depressie raken of de werknemer wilt zijn functie niet meer uitoefenen omdat hij/zij getraumatiseerd is.

In 2016 werden er 7.502 mensen verdacht van geweldsincidenten tegen hulpverleners, in 2017 waren dit er 8.964. Dit is een toename van bijna 20 procent. Er moeten strengere straffen komen tegen geweldsincidenten van hulpverleners en gezagdragers omdat mensen dan meer nagaan denken voor zij geweld gebruiken. Nu is het zo als een persoon licht letsel aanricht bij een hulpverlener of gezagdrager krijgt hij of zij drie maanden gevangenisstraf opgelegd door de rechter, als dit zou worden verhoogd met twaalf maanden gevangenisstraf dan zal het geweld tegen hulpverleners en gezagdragers afnemen.

Vele zullen zeggen dat hulpverleners en gezagdragers opgeleid zijn om met geweld om te gaan maar dat neemt niet weg dat zij net zoals de ‘’gewone burger’’ gevoelens hebben, zij kunnen ook bang worden, getraumatiseerd raken en er psychische klachten aan over houden. Daarnaast is het zo dat andere mensen deze banen niet meer zullen kiezen omdat zij denken dat zij ook te maken krijgen met geweld tegen hun, met als gevolg dat er een tekort komt aan hulpverleners en gezagdragers. Ook zullen er mensen zijn die zullen zeggen dat de ‘’gewone burgers’’ en hulpverleners en gezagdragers dezelfde straffen moeten krijgen omdat we allemaal gelijk zijn, we zijn allemaal gelijk maar we hebben allemaal verschillende rollen die wij vervullen in onze samenleving. Bovendien hebben de hulpverleners en gezagdragers de belangrijke taak om de burgers te beschermen en de orde te houden. Het is niet zo dat geweld tegen een Ambulancebroeder erger is als geweld tegen de plaatselijke bakker van het dorp, maar de hulpverleners en gezagdragers komen juist voor geweld op, dus het is dan ook belangrijk dat zij dit kunnen blijven doen en niet belemmerd worden in hun werkzaamheden.

Kortom als er strengere straffen komen voor geweldsincidenten tegen hulpverleners en gezagdragers denkt iemand wel twee keer na voor hij/zij besluit geweld te gebruiken en zo voorkom je dat er een tekort komt aan hulpverleners en gezagdragers. De hulpverleners en gezagdragers moeten hun werk kunnen doen zonder belemmeringen, zodat de burger veilig een veilig bestaan kan leiden in onze samenleving. Concluderend de burgers, hulpverleners en gezagdragers moeten alle in veiligheid blijven want wie slachtoffers helpt mag zelf geen slachtoffer worden.

 

3: argumenteren

Lees-, luister- en schrijfles

Zo'n stelling of mening moet wel worden onderbouwd. Dit noemen we argumenteren. 'De zorgkosten van de afgelopen jaren zijn enorm gestegen en studenten kunnen de kosten vaak niet betalen, daardoor kunnen zij schulden opbouwen. Een schrijver bedenkt ook welke argumenten de tegenpartij zullen gebruiken. De schrijver zal dan moeten proberen het argument van de tegenpartij zwakker te maken; dit wordt ook wel weerleggen genoemd. " Politici zeggen dat de zorg betaalbaar is en dat iedereen deze kosten moet betalen. Maar waarom wordt er dan op de zorg bezuinigd als deze betaalbaar is?"

Bekijk hier de kennisclip over argumenten:

Gebruik de volgende code om de les zelfstandig te doorlopen: QZ7LN

Verwerkingsopdracht 1: argumenten bedenken

Opdracht 1:

bedenk bij de onderstaande stellingen een voor argument en een tegenargument.

  • Gevangenen in Nederlandse gevangenissen moeten een huisdier krijgen om er voor te leren zorgen.
  • Ouders mogen hun kinderen verbieden om deel te nemen aan talentenjachten.

Opdracht 2:

Je hebt bij opdracht 1 argumenten bedacht, vergelijk jouw argumenten met jouw buurman en overleg met elkaar welke argumenten jullie het beste en het sterkst vinden.

Opdracht: brief aan je school

Wat:

De studenten gaan een overtuigende brief aan hun school schrijven, waarin zij betogen om een betaalde buitenlandstage aan te bieden aan de studenten.

Hoe:

De studenten krijgen een aantal bronnen aangeleverd, waaruit zij argumenten moeten halen om hun mening/standpunt te onderbouwen.

Hulp:

  • schrijfplan
  • internet
  • medestudenten
  • je docent

Tijd:

40 minuten

Uitkomst:

Studenten hebben kennisgemaakt met overtuigende teksten, en ze weten hoe zo’n tekst is opgebouwd.

Klaar:

Wissel de brieven met een ander groepje uit en geef aan wat jullie goed vinden aan de brieven. Daarnaast geven jullie aan wat er beter kan.

 

Bronnen: De voordelen van stage lopen in het buitenland | Stagereizen

Dit zijn de voor- en nadelen van een stage in het buitenland - Stagesite

 

Gebruik het Schrijfplan om gestrucreerd jouw brief aan je school te schrijven.

 

 

4: Redactie

Wat:

De studenten wisselen met elkaar alle brieven en teksten, die ze hebben gemaakt. Zij geven aan wat ze goed aan de teksten vinden en wat er beter kan.  

Hoe:

Ze hebben in de vorige lessen geoefend en gewerkt met werkwoordspelling, interpunctie, signaalwoorden, opbouw van de teksten. De kennis die ze hebben geleerd, gaan ze toepassen op het werk van een ander student

Hulp:

  • internet
  • medestudenten
  • je docent

Tijd:

30 minuten

Uitkomst:

De studenten hebben kritisch naar het werk van een ander gekeken en krijgen hierdoor zicht op hun eigen taalvaardigheden

Klaar:

Maak een schrijfplan voor de eindopdracht

Begrippenlijst

De tekstsoort

Betoog, beschouwing, artikel, verslag, uitgewerkte opdracht, notulen, brief

Het doel van een tekst

Waarom schrijf je?

 

Om te informeren, overtuigen, adviseren, reflecteren, amuseren, reflecteren (ook creatief)

 

De tekststructuur

De structuur (volgorde) van de tekst: inleiding, kern, slot

Het schrijfplan (algemeen)

SCHRIJFPLAN (brief, artikel, verslag, enz)

 

Inleiding:

>Aanleiding (wat was de aanleiding van schrijven?)

>Schrijfdoel (reden van schrijven, wat wil je bereiken met de tekst?)

>Opbouw tekst (vertel in 1 zin wat er verder in de tekst besproken wordt

 

Kern:

Je verhaal in kernwoorden en verdeling in alinea’s

(Tip: als je de tekst gaat schrijven nav de kernwoorden maak dan gebruik van signaal- en verbindingswoorden om de verbanden weer te geven tussen alinea’s en zinnen.)

 

Slot:

Afsluiting

>Samenvatting, conclusie -> terugkomen op je schrijfdoel)

>Eindzin

 

 

Het argumentatieschema

SCHRIJFPLAN BETOOG

 

Alinea 1 Inleiding:

>Aanleiding (waarom schrijf je?)

>Stelling of onderwerp à je wilt lezers overtuigen van jouw gelijk

>Situatie schets (Wat is er aan de hand?)

>Jouw mening (eens, oneens of beide)

>Opbouw betoog

 

Kern:

Alinea 2 Voorargument 1 + uitleg/voorbeelden  

Alinea 3 Voorargument 2 + uitleg/voorbeelden

Alinea 4 Tegenargument 1 + uitleg+weerlegging

 

Alinea 5 Slot:

Samenvatting en eindconclusie, je komt terug op je doel in alinea 1.

 

Het feit

Controleerbaar

De mening

Niet controleerbaar

Objectief

Een feit

Subjectief

Een mening

Het beargumenteren

Met redenen de mening onderbouwen

Het argument

De reden waarom je iets vind

De drogreden

Valse argumenten – onjuiste argumentatie

 

Voorbeelden:

>Cirkelredenering – standpunt wordt steeds herhaald (Een computer is een nuttig apparaat, want je hebt er veel aan.)

>Generalisatie - De schrijver baseert zijn standpunt op een of enkele ervaringen. (Fransen drinken elke dag wijn.)

>Misbruik van autoriteit

>Aanval op de persoon

De onderbouwing

Je onderbouwt de mening met argumenten.

Kritiek geven

 

De stelling

Een uitspraak of bewering over een onderwerp:  Een kind moet in een rookvrije omgeving op kunnen groeien.’

Het standpunt

In een stelling wordt een uitspraak of bewering over een onderwerp gedaan. Met een standpunt geef je je mening over die stelling. ... En om een standpunt hard te maken zal een schrijver komen met een aantal argumenten (= de argumentatie) om je te overtuigen.

De bron

Waar haal je je informatie vandaan (bron: boek, internet, krant, tv, social media)

Het bronnenonderzoek

Wat zeggen deskundigen en het nieuws over jouw stelling/onderwerp? Raadpleeg verschillende informatiebronnen.

De deskundigen

Zij die onderzoek hebben gedaan

De betrouwbaarheid

Betrouwbare informatie bestaat uit feiten. Je kunt controleren waar de informatie vandaan komt. Als de informatie van een deskundige afkomstig is, vergroot dat de betrouwbaarheid. Ook is het belangrijk dat de informatie actueel is. Verouderde info is vaak niet meer begtrouwbaar.

Formele (zakelijke) teksten

Dit zijn zakelijke officiële teksten (brief, betoog). Informeel is een babbeltje met of berichtje naar de vrienden of familie.

Het betoog

In een betoog probeert de schrijver je te overtuigen van zijn gelijk. Hij doet dat door duidelijk zijn mening of standpunt te geven. Ingezonden brieven in de krant zijn vaak betogen.

De beschouwing

In een beschouwing probeert de schrijver je aan het denken te zetten over een bepaalde kwestie: een onopgeloste vraag rond het onderwerp van de tekst. Om dat te bereiken belicht hij in zijn tekst de verschillende kanten van de kwestie.

De beeldspraak

Figuurlijk taalgebruik

Spreekwoorden en uitdrukkingen (beeldspraak)

Wie een kuil graaft voor een ander valt er zelf in. Met een kluitje in het riet gestuurd.

De metafoor (beeldspraak)

Als een huwelijk in een scheiding uitloopt, is hiervan een bekende metafoor: het schip strand.

De vergelijking (beeldspraak)

Voorbeeld: Lachen als een boer die kiespijn heeft.

Stijlfiguren

Als je een stijlfiguur gebruikt, leg je de nadruk op een zin of woord door iets op een ongewone manier te zeggen. Je kunt stijlfiguren gebruiken om je tekst aantrekkelijker te maken voor de lezer. Hyperbool understatement, opsomming, climax, retosrische vraag, eufemisme, spot, woordspeling, tegenstelling paradox

De hyperbool (stijfiguur)

Sterkte overdrijving

Twee tellen wachten

De understatement (stijfiguur)

Sterke afzwakking

Tim gaf toe dat zijn twee bij twee kamer geen balzaal was

De opsomming (stijlfiguur)

Opeenvolging van begrippen die even belangrijk zijn.

Ik neem mee in mijn koffier: een tandenborstel, kam en bikini.

De climax/anti-climax (opsomming)

Een opsomming waarin de betekenis steeds sterker/zwakker wordt.

De retorische vraag (stijlfiguur)

Dit is een vraag waarop je geen antwoord verwacht. Eigenlijk is het meer een mededeling in de vorm van een vraag: Ben je nou helemaal gek geworden? Wie wil er nu niet gelukkig worden?

Het eufemisme (stijfiguur)

Dit gebruik je om iets wat hard, onaangenaam of beschamend is op een verzachtende manier uit de drukken. Onze oude hond is vredig ingeslapen. (doodgegaan) Op dit moment ben  ik werkzoekend. (werkloos)

De spot (stijlfiguur)

Bij spot maak je iets belachelijk. Je doet dit vaak door het tegenovergestelde te zeggen van wat je bedoelt. Spot kan heel onschuldig zijn, maar ook heel kwetsend.

Drie soorten spot IRONIE, SARCASME en CYNISME

De ironie (stijlfiguur spot)

Milde vorm van spot, waarbij de schrijver meestal sympathie heeft voor hetgeen hij bespot

Lekker weertje vandaag, of niet? (terwijl het hard regent)

Het sarcasme (stijlfiguur spot)

Een hardere en grovere vorm van spot dan ironie, waarbij de schrijver meestal geen sympathie heeft voor hetgeen hij gespot: De gestrande treinreiziger vroeg de conducteur of de vertragingen misschien te wijten waren aan de dreigende motregen.

Het cynisme (stijlfiguur spot)

Een bittere en vaak kwetsende vorm van spot die voortkomt uit teleurstelling, twijfel of wantrouwen: Gelukkig zoekt de gemeente nog vuilnismannen,”zei de docent tegen de ongemotiveerde student.”

De woordspeling (stijlfiguur)

Je speelt met klank of betekenis van het woord. Laat je niet kisten zei de begrafenisondernemer. De psychiater wil niet gestoord worden.

De tegenstelling (stijlfiguur)

Bij een tekenstelling worden twee woorden tegenover elkaar gezet om het verschil in betekennis te benadrukken. Het was een prachtig feest voor groot en klein. De hardloper lag van het begin tot het einde aan kop.

De paradox (stijlfiguur)

Een schijnbare tegenstellling.

Schrijven is de kunst van het schrappen. Veel rijke mensen zijn arm.

De stijlfout

Stijlfouten maken het soms moeilijk om een zin of tekst te begrijpen. Een stijlfout kan de betekenis van een zin veranderen, of voor onduidelijkheid zorgen doordat de zin niet goed loopt. Foutieve samentrekking, foutieve inversie, incongruentie, contaminatie, pleonasme, tautologie, dubbele ontkenning

De foutieve samentrekking (stijlfout)

Soms kun je woorden of hele zinsdelen weglaten, om te voorkomen dat je ze onnodig herhaalt. Je noemt dat ‘samentrekken’: 1) Patrick en zijn ouders zijn naar een dorp verhuisd en Patrick en zijn ouders hebben het daar naar hun zin. 2) Patrick en zijn ouders zijn naar een dorp verhuisd en hebben het daar naar hun zin.

Foutieve samentrekking: Hij tekende het formulier en ook nog een paar poppetjes (=samengetrokken zinsdelen hebben niet dezelfde betekenis)

De foutieve inversie (stijlfout)

Bij een foutieve inversie staan het ondewerp en persoonsvorm van een hoofdzin in de verkeerde volgorde:

Goed: Ik lees de zin, maar ik zie de fout niet.

Fout: Ik lees de zin, maar zie ik de fout niet.

De incongruentie(stijlfout)

Woorden die bij elkaar horen moeten gelijk aan elkaar zijn

Goed: Het huis dat daar staat.

Fout: het huis die daar staat.

Goed: Het meisje loopt op straat.

Fout: het meisje lopen op straat.

De contaminatie (stijlfout)

Is het door elkaar halen van woorden of uitdrukkingen die ongeveer hetzelfde betekenen:

Fout: Opnoteren  (opschrijven + noteren)

Fout: Volgens mijn mening (volgens mij + naar mijn mening)

Het pleonasme (stijlfout)

Voegt iets toe aan een woord, terwijl het overbodig is: brandend vuur, bevroren ijs, ronde cirkel, dood lijk

De tautologie (stijlfout)

Twee woorden of begrippen in een zin die vrijwel hetzelfde betekenen of uitdrukken: gratis en voor niets, nooit ofte nimmer, bepakt en bezakt

De dubbele ontkenning

Bij een dubbele ontkenning zegt je twee keer dat iets niet zo is, Hierdoor zeg je eigenlijk het tegenovergestelde: ik eet nooit geen koekjes. Fatima kon nergens niet de juiste winkel vinden.

Het signaalwoord

A Opsomming/volgorde

Ten eerste, ten tweede, ten slotte, daarna, vervolgens, ook

 

B Tegenstelling

Maar, echter, toch, daarentegen, aan de ene kant, anderzijds

 

C Tijd

Eerst, daarna, uiteindelijk, eens, toen, vervolgens

 

D Oorzaak -  gevolg

Doordat, daardoor, als gevolg van, waardoor, zodat

 

E Toelichting of voorbeeld

Bijvoorbeeld, zo, zoals, neem nou, kijk eens

 

F Voorwaarde

Als, indien, wanneer, in het geval dat, tenzij, mits

 

G Reden of argument

Daarom, omdat, want, derhalve, immers, aangezien

 

H Doel – middel

Met de bedoeling, opdat, zodat ,daarvoor, waarvoor

 

I Samenvatting

Kortom, met andere woorden

 

J Conclusie

Dus, concluderend, kortom, hieruit volgt

Checklist

  • Het arrangement Ned. Schrijven F & H is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Lean Nahar
    Laatst gewijzigd
    2022-11-29 11:18:47
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    In dit leerarrangement leert en oefent de student zakelijk schrijven.
    Leerniveau
    MBO, Niveau 3: Vakopleiding; MBO, Niveau 4: Middenkaderopleiding;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Schrijfvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur 30 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    Stellingen
    https://www.schooldebatteren.nl/stellingen/
    Link
    Spelling algemeen
    https://www.mbotaaltest.nl/spellingtest-mbo
    Link
    Werkwoordspelling
    https://www.mbotaaltest.nl/werkwoordspelling-mbo
    Link
    Interpunctie
    http://www.hbotaaltoets.nl/interpunctie
    Link
    Oefenen - spelling
    https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-werkwoordspelling/
    Link
    https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-1-leestekens/
    https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-1-leestekens/
    Link
    Lees-, luister- en schrijfles
    http://join.nearpod.com
    Link

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Put, Richard. (2021).

    Overtuigen op schrift

    https://maken.wikiwijs.nl/180172/Overtuigen_op_schrift

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Tegenwoordige tijd

    Overtuigende tekst

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.