Fijn dat je er bent! Vandaag gaan we het hebben over tijdvak 8: burgers en stoommachines. In deze periode werd er voor het eerst op grote schaal geproduceerd in fabrieken. De gevolgen hiervan zijn enorm voor mens en milieu. Ook op politiek gebied veranderde er heel veel.
De uitvinding van de stoommachine in de 18e eeuw maakte het mogelijk om handkracht en trekdieren te vervangen door machines. De stoommachine zorgde voor een omschakeling van het handmatig vervaardigen van goederen naar het machinaal vervaardigen van goederen: de industriële revolutie.
Wat is de bedoeling?
Vandaag gaan jullie aan de slag met deze wikiwijs en gaan jullie de stof van periode 2 behandelen. Je zal eerst alle tekst moeten lezen en vervolgens de opdrachten moeten maken. Vervolgens ga je in duo's aan de slag met jullie mindmap/poster. Je mag zelf kiezen of je een mindmap maakt of een poster. De les zullen we afsluiten met stellingen om de leerdoelen te checken.
Het is handig om de vragen die je fout hebt te noteren, zodat we die nog kunnen bespreken. Als je het moeilijk vindt, kun je ook beginnen met de remediërende opdracht. Deze is net wat makkelijker. Je hebt 15 minuten de tijd. Mocht je nog vragen hebben, kun je je kaartje omdraaien naar rood.
Als je klaar bent, kun je de verdiepende opdracht maken.
Let op! Je mag fouten maken, anders leer je het nooit.
Leerdoelen:
Aan het einde van de les kan ik....
-Uitleggen wat de belangrijkste 2 kenmerken van de Industriële Revolutie zijn
-Omschrijven welke 4 uitvindingen er zijn geweest tijdens de Industriële Revolutie
-Uitleggen wanneer Nederland industrialiseerde
-Vertellen hoe de arbeidsomstandigheden van de eerste arbeiders waren
Tekst
De eerste fabrieken
Vanaf 1750 kwamen er steeds meer fabrieken in Groot-Brittannië. In fabrieken werken arbeiders met machines aan een product. Een fabriek bood grote voordelen. De machines werkten sneller en regelmatiger dan handwerkslieden.
De snelle groei van het aantal fabrieken had verschillende oorzaken:
Het ging eind 18e eeuw goed met de Britse economie
De boeren probeerden nieuwe landbouwtechnieken uit waardoor met minder mensen voldoende voedsel kon worden geproduceerd.
De Engelse bevolking groeide snel.
Door de bevolkingsgroei en de gestegen inkomens kwam er meer vraag naar allerlei goederen. Alleen in fabrieken kon zo snel gewerkt worden om aan deze vraag te voldoen.
“Als veel mensen producten kunnen en willen kopen (omdat het goed gaat met de economie en er veel werk is), ontstaat er vraag. Het is heel fijn als je genoeg geld hebt om spullen te kopen, maar als er niet genoeg spullen zijn dan houdt het op. Dan is er weinig of geen aanbod.”
Mensen gingen nieuwe dingen bedenken en uitvinden om zo snel mogelijk zo veel mogelijk producten te maken. Nogmaals: met een machine gaat alles veel sneller dan met de hand.
Er was voldoende geld om te investeren in fabrieken. De Engelse kooplieden maakten namelijk grote winsten met de handel op Engelse koloniën in Azië en Amerika. De kolonies hadden nog een voordeel. De Britten konden er goedkoop grondstoffen voor de fabrieken halen, zoals ruwe katoen. De producten die in de Engelse fabrieken werden geproduceerd konden vervolgens in de kolonies worden verkocht.
De komst van de fabrieken had ook te maken met nieuwe uitvindingen, vooral in de textielindustrie. De weef- en spinmachines die werden uitgevonden, werden door waterkracht aangedreven en waren zo groot dat ze niet meer in een huiskamer pasten. Ze werden in fabrieken geplaatst. De eerste fabrieken werden bij snel stromende rivieren gebouwd. Tussen 1790 en 1800 begonnen stoommachines waterkracht te verdringen
Burgers en Stoommachines
Landbouw en huisnijverheid waren niet langer de belangrijkste sector.
De industrie produceerde steeds meer
en er werden steeds meer uitvindingen gedaan.
Dorpen en kleine stadjes groeiden uit tot grote steden
--> Urbanisatie
Om grondstoffen en eindproducten sneller te vervoeren werden kanalen gegraven en in 1825 werd de eerste spoorlijn aangelegd.
Opdracht 1
Opdracht 2
Opdracht 3
Opdracht 4
Extra ondersteuning
Schrijf de begrippen voor jezelf op in Word en schrijf vervolgens de betekenis erachter. Controleer je antwoorden door middel van de begrippenlijst bij de laatste kolom.
Fabriek =
Industrie =
Arbeiders =
Kooplieden =
Grondstoffen =
Stoommachines =
Industrialisatie =
Huisnijverheid =
Uitdaging (moeilijk)
Je maakt een poster over de Industriele revolutie in WORD
Gebruik hierbij minimaal 3 van de onderstaande begrippen:
Omdat de lonen laag waren, telde elke cent die verdiend kon worden mee. Het gevolg was dat ook veel kinderen in de fabrieken werkten. In sommige fabrieken waren kinderen zelfs heel gewild omdat hun kleine handjes geschikt waren voor dat soort productie.
Gevolgen van de industrialisatie, leefomstandigheden
De arbeiders kwamen vaak in kleine, slechte woningen terecht, waar ze met grote gezinnen woonden. Er was geen riolering of stromend water en vaak ook geen daglicht of ventilatie. De slechte woonomstandigheden leidden tot veel ziektes. Langzaam zagen steeds meer mensen hoe erg deze sociale kwestie was en probeerden ze er iets aan te doen.
Een politieke partij is een groep mensen die dezelfde ideeën hebben. Een partij wil bijvoorbeeld dat er meer bomen komen. Een andere partij wil juist dat er meer straten komen en vindt de bomen niet zo belangrijk. alle partijen hebben een verkiezingsprogramma. Dat is geen leuk televisieprogramma, maar een stapel papier. In het verkiezingsprogramma staan alle mooie plannen opgeschreven. Hoe meer burgers er op een partij stemmen, hoe meer plannen ze kunnen uitvoeren.
Vakbonden.
Een vakbond komt op voor jouw belangen op het gebied van werk en inkomen.
Door de industriële revolutie groeiden de steden. Er was minder werk op het platteland. Kleine bedrijfjes op het platteland konden niet meer op tegen de grote bedrijven in de stad. De fabrieken werden bij de steden gebouwd. Steeds meer mensen verhuisden daarom naar de stad.
Je poster maak je in Word op je laptop
Je poster heeft minimaal 5 duidelijke plaatjes die behoren tot bovenstaande begrippen.
Ieder plaatje heeft een onderschrijft.
Je hebt 2 tekstvakken waarin je iets vertelt over een van deze begrippen.
Je zorgt voor een mooie vormgeving. Je poster moet aantrekkelijk zijn en opvallen!
Kader/TL
KADER/TL
Waarom was de uitvinding van de stoommachine door James Watt alleen niet voldoende on te zorgen voor een Industriële Revolutie?
Mindmap/poster
Mindmap/poster
•Stel dat je in 1922 je hoofd hard stoot en je wordt weer 100 jaar later wakker, in het jaar 2022:
Wat zullen volgens jou de meest ingrijpende veranderingen zijn van de laatste 100 jaar?
Maak een mindmap/poster met uitvindingen/apparaten/beroepen/omstandigheden die wij nu kennen maar in het jaar 1922 nog niet…
Deze opdracht maak je op A3 papier die je krijgt van mij
Begrippenlijst
1. Fabriek = Een bedrijf waar met machines heel veel producten worden gemaakt.
2. Industrie = Alle fabrieken samen (die met machines producten maken uit grondstoffen).
3. Arbeiders = Mensen die voor een laag loon in de industrie werken.
4. Kooplieden = Ander woord voor handelaren.
5. Grondstoffen = Het materiaal waar door bewerking een product uit ontstaat. à bijvoorbeeld hout bij een tafel
6. Stoommachines = Machines die werken op basis van stoom. Nu gebruiken we elektriciteit
7. Industrialisatie = De snelle verandering van het met de hand produceren naar machinaal (= met een machine) produceren van goederen.
8. Huisnijverheid = Thuis producten maken in opdracht van een ondernemer.
Het arrangement Tijdvak 8: burgers en stoommachines is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
A. Kaplan
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2022-01-10 21:52:31
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.